Hntirmlutlonair mr nieuws* en JMoeneMieblad Zeeland. FEUILLETON. Uit de Pers. Uit de Tweede Kamer. No. 912. Zaterdag 4 Mei 1912. 9e Jaargang. De Russische' veldtocht van 1812. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen. Ter Neuzen ƒ1,—. Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag-- en Vrijdagavond, uitgezonderd op reestdagen, bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te TER NEUZEN. ADVERTENTIEN; Van 14 regels ƒ0,40 Voor eiken regei meer ƒ0,10 Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. V Verhitte gemoederen. Gelukkig hebben we dit jaar de algemeene verkiezingen nog nietdoch wie het volgend jaar beleven mag en aan den strijd een werk zaam aandeel denkt te nemen, mag wel zorgen, dat hij tegen dien tijd zijn zenuwen goed in bedwang heeft. Alle voorteekenen wijzen er op, dat liet een felle worsteling zal worden, waarbij de hartstochten vrij spel zullen hebben. Dat ziet men nu reeds in de Tweede Kamer. Wat men in ons parlement niet kende, is thans geschied de voorzitter is genoodzaakt geweest, de vergadering te sluiten, omdat hij 't zaakje niet méér regeeren kon. De zeven socialisten onder aanvoering van mr. Troelstra, ofschoon nog geen veertiende deel, der Kamerleden tellende, probeeren tel kens aan de meerderheid de wet te stellen om de zaken in de war te sturen. Natuurlijk alleen met de bedoeling, om de afdoening der sociale wetten te verhinderen en 't volgend jaar den kiezers te kunnen zeggen ziet ge wel, dat liet rechtsche minis terie niets heeft uitgevoerd Ofschoon de voorzitter verzekerde, dat na de behandeling van de voordracht omtrent het pantserscliip de uitgestelde behandeling van de Bakkersmet zou plaats hebben met goedkeuring van minister Talma was de heer Troelstra nog niet tevreden. De Bakkersmet moest no. 1 zijn en daarna zijn motie omtrent liet pensioen voor ouden van dagen. Wat deze, motie betreft, weet hij, dat al werd die motie ook aangenomen, de belanghebbenden er voorloopig toch niets mede gehaat zouden zijn. Want den motie is nog geen wetsontwerp. En vóórdat een desbetreffend wetsontwerp in behandeling eou kunnen komen, kan men reeds de Ziektemet afgedaan hebben, als de heeren Troelstra enz. niet te veel tijd ver morsen. Doch van die Ziektemet is niet de heer Troelstra de vader: daarmede kan hij dus niet den boer op gaan en zeggen die hebt ge aan ons te danken, want wij. doen zooveel voor den werkman. 'tls te hopen, dat de rechterzijde voet bij stuk zal houden en zich niet van de wijs laten brengen door een troepje levenmakende socia listen. In elk geval, de zitting van Dinsdag heeft opnieuw doeji zien, wat ons tegen het volgend jaar te wachten staat. Alles zal op haren en snaren gezet worden, om liet rechtsche ministerie te doen vallen en mr. Troelstra aan 't roer te brengen. In de muren en pilaren van het geheele gebouw werden 60 ruimten voor mijnladingen ingebroken en met kruit gevuld Deze kasten werden door houten kokers met gezwinde lont met elkander in verbinding gebracht en nadat alles voltooid was, van achter een der steenen torens van liet klooster aangestoken. De maar schalk Davout met zijn geheele staf kwam toezien. De instorting werd volkomen be werkstelligd. Men kon zich daarbij liet denk beeld van eene aardbeving maken. De spits van den lioogen toren, voorzien van liet An dreaskruis, stak ofschoon nu wel 150 voet lager dan te voren, toch rechtopstaande uit den puinhoop. Een waar zinnebeeld, dat het Kruis van Christus, ook onder vernieling en verwoesting, eeuwig vast staat. Door de inrichting van dit klooster voor de verdediging kwam ik in de gelegenheid om V De partij in verdrukking. Het meest moet men zich in onze dagen verbazen over de hotoding van de eens zoto fiere vrijzinnige partij. Met allerlei geknutsel zoekt men de uit elkaar gespatte deelen weer bijeen te lijmen, doch 't wil niet lukken. Het eenige dat hen nog eenigszins bijeen houdt, is de haat tegen Kuyper. Als zijn naam genoemd wordt, loopen allen te hoop. Doch met haat tegen een tegenstander re geert men geen land Dan moeten er punten van regeeringsbeleid zijn, waaróver men het eens is. En daaraan hapert het juist. Men spreekt wel van concentratie en houdt elkaar de spreuk der vaderen voor eendracht maakt macht doch die eendracht is op den loop. En intusschen moet men bekennen, dat de socialisten dagelijks aanhangers winnen onder lien, die vroeger met de vrijzinnigen meeliepen. Kon men de rechtsche coalitie maar uit elkaar slaan doch ondanks alle wanhopige pogingen, gelukt dit niet. En men huivert er voor, straks onder lei ding van Troelstra den strijd te moeten aan binden. Toch zal er niets anders opzitten. En of men al hoog opgeeft van het princi- piöele verschil tqssclien de vrijzinnige en so cialistische partijen, mr. Troelstra heeft dc •leidsels in handen en de fiere partij van vroeger moet achter hem aan loopen. Trouwens, dat heeft de man, op wien men zoo fel gebeten is, hun reeds voor meer dan een kwarteeuw voorspeld. Ze zit wel in de verdrukking, de partij die zoolang gewoon is geweest, de lakens uit te deelen. Bescherming. Onze meisjes en vrouwen en ouden van da gen moeten beschermd worden tegen de straat jeugd en andere baldadigen. Dat is het thema waarover een Rotterdammer dezer dagen schreef, onder herinneringen dat die „lieve jeugd", benevens Jan Boezeroen, onder be scherming staan van Jan Publiek, en van wet en rechtspraak. En dan noemt hij de feiten dienstmeisje moet de stoep boenen, emmer wordt omge- schoptdienstmeisje moet het portaal dweilen, en dh emmer water wordt over haar rug uit gegoten jongens spannen draden aan het drukke gedeelte van een hoofstraat, doen fietsers vallen vischafval wordt geworpen in brievenbus; brievenbussen worden als urinoir gebruikt, of in brand gestoken vuilnisbakken bijna alle groote mannen van het leger te ontmoeten en met velen hunner te spreken. Daar natuurlijk elkeen de merkwaardigheden van Moskou wilde zien, waartoe ook dit klooster behoorde, zoo waren hooge bezoeken niet zeldzaam. De Keizer is er ook geweest, doch ik had dien dag dienst hij generaal Haxo. In het begin van October kreeg ik de order om een ontwerp te maken voor een ijzeren vervoerbaren broodoven, hetwelk na 'goed keuring door mij in het park der genie werd uitgevoerd. Tot dat einde logeerde ik acht dagen bij den kolonel-directeur van het park. Ook heb ik een modelteekening ervan ge maakt, die ik op last van den generaal Haxo naar het groote hoofdkwartier der Genie heb gebrachtdie teekening heeft de hooge eer gehad door den Keizer te worden bezichtigd. Tot het maken van meer dergelijke ovens was er geen tijd tneer, doch de door mij ge maakte oven heeft nog eenige dagen gedurende den terugtocht gediend. Den 9den October kwam ik bij onzen staf terug en toen schijnt er reeds eenige waar schijnlijkheid geweest te zijn van onzen terug tocht. Ik moest namelijk met den luitenant Jarnow teekeningen van gemetselde brood ovens maken, die volgens het zeggen van onzen generaal aan de Dnieper zouden worden worden omgeworpenruiten in onbewoonde en bewoonde huizen ingegooid. Alles wat pas geverfd is, wordt bekrast. Dames en meisjes worden de kleeren van het lichaam gerukt; een onafhankelijke snuit zijn neus en veegt dan zijn vingers af aan de kleeren van 'n dameeen „vrije" vat een doktersvrouw van achteren bij haar schouder geeft haar een stomp met een knieeen jongen licht een lade bij een winkelier, deze hem na, grijpt hem, 't publiek dwingt hem den jongen los te laten. Oude mannen worden met steenen en sneeuw ballen gegooid, zoodat zij bewusteloos in huis worden gedragen een kinderwagen wordt opzettelijk omgegooid, met voetzoekers ge worpen naar een zuigelingkoolstronken zijn welkome werptuigen tegen rustige voorbij gangers; een heer ziet, dat een kat in den tuin een jong vogeltje nazet. Hij redt het en zet het in een boom een jongen roeptgeef main dat vogeltje, en dan „kraig ik het niet, dan gane je ruiten in." Vijf minuten later vliegt een kei door de ruit de huiskamer in. Petroleumbussen, melkkannen worden om gekeerd straatlantaarns stukgegooidde ouders steunen de jongens in hun lage streken standbeelden worden vernield de straat op gebroken meisjes en dames op schandelijke wijze gemolesteerd „voor de grap" 6 room- ijswagens gekoolteerd" enz. enz Het bloed begint te koken, als men al die baldadigheden en misdadigheden leest. En wat gebeurt er aan Niets zegt de schrijver. (De Zeeum). Zitting van Woensdag 1 Mei. De regeling van werkzaamheden wordt her vat. Na een discussie tusschen tien Voor zitter, de heeren Schaper, Duys en Troelstra (S.D.A.P.), Treub (V.-D), d e Savornin Lobman (C.-H.) en Nolens (R.-K.) wordt besloten Dinsdag a. s. te stemmen over de behandeling van de Bakkerswet na het pantserschip. Aan de orde is dan het pantserschip, waar over de heer Van Wassen aer van Cat- w ij c k (C.-H.) de alg. beschouwingen opent met een motiveering van zijn stem tegen het voorgestelde schip. Hij beroept zich hierbij op autoriteiten die dit schip ongewenscht achten. Vier zulke pantserschepen acht spr. onvoldoende voor de verdediging. De minister heeft het bewijs van de toereikendheid van deze schepen met 6 jagers niet bewezen. De Kamer kan nu niet beslissen, waut de deelneming en draagkracht van Indië zijn nog niet bekend. Spr. wil nader een onpartijdig onderzoek. Spr. bespreekt het aantal te bouwen gebouwd, daar het wel te denken was dat een terugwaartsche beweging zoude geschieden. De tijd, die van de dienstbezigheden over bleef, werd meestal doorgebracht met het bezichtigen van de merkwaardigheden van Moskou. Over de paleizen en kerken, arsenaal, groote klok, enz. zal ik niet uitweiden, daar de beschrijvingen daarvan genoegzaam voor handen zijn. Een groot verguld kruis, dat men zeide van zilver te zijn, werd van de groote Iwanskerk in het Kremlin afgenomen en werd bestemd om een der Parijsche ge bouwen te versieren, doch op den terugtocht is het in een vijver geworpen. Ik zag dit kruis van nabijhet werd door de Fransche sappeurs der garde met veel moeite afgeno men. Van de stelling, welke voor het afnemen was gemaakt, had men een schoon doch treurig gezicht over de verbrande stad. Aan gezellige genoegens werd niet gedacht, maar ik ben toch tweemaal in de Fransche comedie geweest. Een gedeelte van het Fransche tooneelgezelschap van Moskou was ter plaatse gebleven en speelde in een aardig theater van het paleis van prins Golitzin. De troep speelde vrij goed, doch uitsluitend voor militairengeen enkele dame was bij de toe hoorders ook zal de keizer wel nooit bij de voorstellingen tegenwoordig zijn geweest. schepen en de snelheid van liet voorgestelde schip, welke te gering isY Aan het nut van het gebruik van het pautserschip in Neder- landsche wateren gelooft spr. niet. Spr. dringt nogmaals op een onderzoek aan, dat een jaar kan dureu. De heer Verhey (U.-L.) is evenmin te vinden voor 's ministers scheepsplan van 7600 ton. Spr. meent, dat het schip in geen enkele formatie past. De min. is niet consequent ge bleven in de aanprijzing van zijn sclnp. Spr. verklaart den tegenstand tegen het schip, door te wijzen op de twee stroomingen, die of een torpedovkiot wenschen of schepen van 15,000 ton. Spr. is voor een torpedo vloot en acht 's ministers artillerievloot in ieder geval te zwak om Indië te verdedigen. Hij somt de voordeelen. van een torpedo- vloot op tegenover het standpunt van den minister. Ook tegen de schepen van 15,000 ton heeft spr. bezwaar hieraan zit de personeelkwestie vast en deze moet eerst opgelost. De lieer Hugenholtz (S.D.A.P.)spreekt over de vroegere verkwisting, die hij de on- eenigheid over liet pantserscliip blijkt. Hij acht de beslissing over het type voorbarig voor het onderzoek. Ook loopt de minister hierbij vooruit op de kustverdediging. Het argument van de bruikbaarheid van liet schip voor Nederland veroordeelt spr.zoodoende krijgt ons land Indische afleggertjes. Het schip van den minister beoogt werkverschaf fing voor de werf te Amsterdam een laakbaar motief. Spr. wijst er op, dat de verdediger, dien de minister vond, hem niet geheel bijvalt. Het schip blijft dan ook nog beneden de mini- mum-eischen, door den minister zelf gesteld. Spr. betoogt, dat liet schip zoo inferieur is, wat snelheid, bewapening en pantsering aan gaat, dat men hier kan spreken van een com- promitteerend compromis, dat de minister aan ging. Slechts in één geval zal onze vloot in Indië hebben op te treden, en wel als de vijand schending van de neutraliteit wensclielijk acht. Maar in dat geval zal hij geen groot materieel tegen ons gebruiken. En al de be weging, die thans gemaakt wordt, is dus on- noodig. Zitting van Donderdag 2 Mei. Het pantserschip. De heer De J o n g h (U. L.) bespreekt de drie bezwaren der regeering tegen grootere pantserschepen dan het voorgestelde. Ze kunnen hier niet grooter gebouwd worden, zegt de Reg., doch er kunnen te Rotterdam heel wat grootere op stapel'gezet worden dan op de Rijkswerf. Voorts zou er geen dok gelegenheid hier of in Indië zijn, maar daar voor is spr. niet bang bij de toenemendejont- wikkeling der scheepvaart. Ook voor het Een zeer treurige tijding kwam te Moskou tot mij. Ik ontmoette een wachtmeester van liet regiment, waartoe mijn boezemvriend de Wakker van Zon behoorde en vroeg hem, hoe deze het maakte. Zijn antwoord was „die is door een kozak in eene schermutseling met de lans doodgestoken." Ik herinner 'mij niet ooit eene gewaarwording te hebben gehad, zooals die welke deze plotsélinge droevige mare op mijn gemoed maakte. Hij was een eenig kindzijn eenige zuster was door on voorzichtigheid, naar de kerk rijdend, door een stoof in brand geraakt en had daarbij het leven verloren. O, ongelukkige ouders, wat zult gij geleden hebben, bij het ontvangen der tijding van het verlies uws braven, voor treffelijke!] zoons, dien gij niet eens aan het Vaderland, doch aan de belangen van een vreemden overheerscher ten offer bracht. Deze wat uitvoerige mededeeliug doe ik u, omdat zij een vriend uw vaders betreft, waar van de plaats, die hij in mijn hart bekleedde, nooit door een ander op dezelfde wijze is bezet geworden, en aan wien ik niet kan terugdenken zonder dat mijn gemoed diep wordt ontroerd. Vrede zij zijn asch (Wordt vervolgd). Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. (verhaald door een ooggetuige, wijlen den Kolonel der Genie A. KOOL.) 12)

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 1