Biimenlandsch Nieuws.
Buiteiilandsch Overzicht.
Korte Berichten.
Uit Stad en Provincie.
vijver een zoo compleet mogelijke collectie van
tropische planten gekweekt worden.
Het derde gedeelte van de tentoonstelling
zal o. m. de machinengalerij bevatten, en het
kwartier van oud-Vlaanderen, dat een wijk
worden moet, geheel gevormd door naboot
singen van oude huizen en gebouwen in het
Vlaamsche Land. Hier zullen ook de paviljoe
nen van de vier groote steden des rijks te
vinden zijn. Gent en Antwerpen laten er
ieder een narer verdwenen zestiende-eeuwsche
gebouwen oprichtenGent een gedeelte van
het paleis van keizer Karei V en Antwerpen
het Oostersche Huis, het lokaal der Hansa-
kooplieden, dat in 1893 tot den grond af
brandde.
Er zal in die buurt ook een op grootsche
schaal aangelegde koloniale tentoonstelling zijn.
V Aan wie d,e schuld
Een man van Het Handelsblad te New-York
besprak het ongeluk van de „Titanic" met
een man van de scheepvaart. Hij deed hem
bovenstaande vraag en wat antwoordde deze?
Het is niet de schuld van den kapitein en
niet van de directie, maar van het publiek.
Ook niet van het Europeesche publiek, want
dat speelt geen rol, maar van het Amerikaan-
sche en voornamelijk van de nieuw-rijke men-
schen. Die vervelen zich. Willen schepen
met zwembassins en tenniscourts en wie mag
weten wat voor onzin meer. Maar de maat
schappijen móéten ze bouwen, want anders
gaan de klanten ergens anders heen, waar ze
die dingen wel vinden. Ze schreeuwen om
vlugge schepen. Als kapitein Smith, die na
tuurlijk zijn gevaar drommels wel wist, zijn
schip zuidelijker had gestuurd, dan was fiij
een dag te laat in New-York aangekomen en
dan zou je eens een gepruttel gehoord hebben.
Vroeger gingen alleen zekere families ener
bestonden tradities over de reis. Men reisde
altijd met dezelfde lijn en, indien mogelijk, met
denzelfden kapitein. Op zoo'n schip had men
stamgasten, om zoo te zeggen. Nu is al dat
persoonlijke verdwenen. Men snijdt tegen
elkaar op„Ik kwam op de „Titanic" en be
taalde tienduizend gulden voor mijn hut", en
„Ik kwam op de „Maurentania" en we hadden
drie restaurants aan boord en deden er vier
minuten minder over dan de „Kaiser Wilhelm
de zooveelste".
Vroeger reisde men met vernuft en aan
dacht, stelde belang in wat er voorviel
deed zoo'n beetje schipperachtig keek eens
naar de lucht en het weer praatte over
water- en storm-ondervverpen en lachte als de
glazen en borden van de tafel vlogen.
Nu gaan vooral de heele rijke Amerikanen
naar Europa, om te laten kijken hoe rijk ze
zijn. Het schip wordt een belachelijk hotel,
waaronder men een kiel bouwt.
Men adverteert wat voor een Hongaarsche
kapel er aan boord is. Als de visch niet
prima versch is, dan dondert men den chef-
hofmeester toe, wat „dan dat wel voor een
bediening is". Men heeft in de oceaanvaart
zooals in alles in Amerika, alle proportie ver
loren. De zee is de zee en al bouwen we nu
nog zulke groote schepen met een Montagne
Russe erop en een baseball-veld en nemen
een circus mee om de gasten te vermaken,
dan blijft toch het feit bestaan, dat je maar
met een dun ijzeren plaatje van de diepte
gescheiden bent en dat al die snorrepijperij
heelemaal niet dienstig is, om een goed schip
te bouwen.
En nu zal men, zooals gewoonlijk de schuld
op de Europeesche Maatschappijen gooien en
zeggen dat do Amerikanen slachtoffers van
de Europeesche hebzucht zijn. Maar men ver
geet, dat men het zelf zoo gewild heeft."
Kamerverkiezing district Hoorn.
Bij de gisteren gehouden herstemming voor
een lid van de Tweede Kamer in het district
Hoorn zijn uitgebracht het aantal kiezers
is 8346 5745 geldige stemmen, waarvan
3903 op den heer W. J. E. H. M. de Jong
(U. L.) en 1842 op den heer H. Ch. Vegtel
(A. R.), zoodat de heer De Jong gekozen is.
Naar het Hbl. vernam, is een wijziging
gebracht in het reglement voor den dienst
der Rijkstelegraaf. Daarom zal van af morgen
de verplichting zijn opgegeven om de afgifte
van telegrammen te doen geschieden tegen
onderteekening van een ontvangstbewijs, door
of namens den geadresseerde. Slechts in
enkele gevallen zullen die ontvangstbewijzen
worden gevorderd.
De belegering van de Auto bandieten.
Te Choisy-le-Roi op 10 K. M. van Parijs is
Zondagmorgen Bonnet, de chef der auto-ban
dieten, belegerd in een autoloods, waarvan de
bovenverdieping bewoond werd door een zijner
vrienden, Dubois.
Omtrent het daarbij voorgevallene leest men
in de N. R. C. het volgende
v Bonnot als soldaat gekleed.
Die Dubois was chauffeur en mécanicien
van auto's en stnomfietsen op de hoogte. Men
weet, dat hij de man was, die indertijd Bonnot
het besturen van een automobiel geieerd had.
De veiligheidsdienst hield hem reeds sedert
weken in het oog, maar had niets bijzonders
gemerkt. Zaterdagavond nu zagen eeuige be
woners van Choisy-le-Roi, die dicht bij de open
plek, wonen een soldaat van de koloniale
infanterie voorbij komen. In zoo'n dorpje kent
iedereen elkaar. Als er een gezin is waarvan
de zoon soldaat is, dan weet men dat. Maar
zoo'n soldaat van de koloniale infanterie kende
men niet. Men keek nieuwsgierig waar hij
heen ging. Hij ging naar de loods van Dubois.
Dit verwonderde. Een paar menschen spreken
erover. Ineens herinnerde men zich, dat de
kranten gezegd hadden, dat een van de auto
bandieten, Bonnot nog wel, zich soms in de
uniform van een soldaat van de koloniale
infanterie stak. Als het Bonnot eens was
De wacht in den nacht.
Men waarschuwde de veldwachters. Deze
waarschuwden den Parijschen veiligheidsdienst.
De Sureté, die langzamerhand wat sceptisch
geworden is tengevolge van de honderden
valsche sporen, die haar telkens aangegeven
worden, dacht eigenlijk niet, dat het werkelijk
Bonnot zou zijn. Maar ze wilde geen enkele
aanduiding verwaarloozen en een aantal wiel
rijders-agenten en een paar rechercheurs ver
trokken nog Zaterdagavond laat naar Choisy-
le-Roi, om in alle stilte en met alle voorzich
tigheid 's nachts wacht te houden rondom het
huisje en het open terrein. In den vroegen
morgen zou de chef van de Sureté, Guichard,
zelf komen om de loods te doorzoeken.
De chef van de Sureté kom taan.
De eerste schoten.
De heer Guichard kwam vanmorgen om
halfacht, en door twee inspecteurs vergezeld
stak hij het grasveld over en stiet de deur
van de loods open. In de loods zelf bevond
zich een man, die juist een motorrijwiel naar
buiten wilde brengen. Den heer' Guichara
ziende, deinsde hij terug. „Handen hoog",
gebiedt onmiddellijk de chef van de Sureté.
Maar de man trekt zich nog verder terug,
verschuilt zich in het donkereen der inspec
teurs schiet op goed geluk! Onmiddellijk ant
woordt een revolverschot uit de duisternis en
verwondt een van de inspecteurs aan de hand.
Terzelfder tijd hoort men op de verdieping
boven de loods haastige stappen. Niet wetend
met hoeveel menschen ze te doen hebben en
niet met zijn mannen in een hinderlaag willende
vallen, trekt de heer Guichard zich met zijn
inspecteurs terug. Nauwelijks zijn ze buiten,
of uit de eerste verdieping worden snel achter
elkander verscheidene schoten gelost. Eén
inspecteur krijgt een kogel in den buik en valt
neer.
vDe belegering begint.
De heer Guichard begrijpt, dat het nutte-
looze onvoorzichtigheid is, zich met zijn mannen
te blijven blootstellen en dat een omsingeling
en belegering van de loods noodig zal zijn.
Hij begrijpt tevens, dat hij inderdaad met
Bonnot en een of meer leden van zijn bende
te doen heeft en dat de ellendelingen hotn
ditmaal niet mogen ontsnappen. Levend of
dood moet men ze hebben. Onmiddellijk geeft
hij orders aan al de aanwezige inspecteurs
en agenten op hun hoede te zijn, dat de ban
dieten niet ontvluchten. Met de geladen re
volvers in de hand staan de agenten op de
paden rondom het grasveld. Een wielrijder
agent begeeft zich naar den maire van Choisy-
le-Roi en naar de veldwacht en telefoneert
tevens naar de Sureté te Parijs.
De maire, de veldwachters en een aantal
bewoners van Choisy-le-Roi trekken onmid
dellijk, met revolvers, karabijnen en jachtge
weren gewapend, naar de open plek aan het
eind van de kastanjelaan op. Een aantal
nieuwsgierigen zijn ook al aangekomen, maar
worden op grooten afstand gehouden, want
uit de loods klinken telkens schoten en de
belegerende agenten en gendarmen schieten
ook telkens, wanneer ze door een gat of
achter een venster een der bandieten meunen
te zien. Om halftien komt de heer Lépine.
Tegen tien uur is in een aantal automobielen
een aanzienlijke versterking van agenten, re
chercheurs enFepublikeinsche garde aange
komen en een geregeld vuur wordt nu op de
loods geopend.
Men gaat de loods met dynamiet
doen springen.
Om elf uur hebben de heeren Lépine en
Guichard definitief besloten de loods met dy
namiet te laten springen. Men had een oogen-
blik gedacht een mitrailleuse van Versailles
te doen komen, maar het zou te lang kunnen
duren en men wil zoo spoedig mogelijk een
eind aan de zaak maken. Maar hoe de bom
men te plaatsen zonder door de kogels van
Bonnot en de zijnen getroffen te worden
De jonge luitenant van de Kepublikeinsche
Garde, Fontan, en de heer Guichard hebben
weldra uitgedacht, hoe men dit doen zal. Een
soort hooiwagen, door een bewoner ter be
schikking gesteld, wordt met matrassen be
kleed. Men schiet eerst met Brownings op
do matrassen en constateert, dat de kogels
er niet doorgaan. Dan wordt jie wagen, waar
voor een paard gespannen is, achteruit in de
richting van de loods gereden, terwijl de lui
tenant Fontan er zich achter verschuilt.
Bij de loods gekomen, kruipt de luitenant
onder den wagen tot aan den voet van den
muur van de loods en plaatst zijn bommen,
komt weer terug achter dezen 'wagen, die
snel naar de kastanjelaan terugrijdt. Tot
driemaal toe moet deze manoeuvre herhaald
worden eer de bommen hun uitwerking hebben.
De eerste maal springen ze niet. De tweede
maal doen ze maar weinig schade, maar de
derde maalna een angstige stilte gaat
een ontzaglijk gejuich op. De Moods is open
gescheurd, de muren gedeeltelijk ingestort;
een klein bijschuurtje alleen staat nog. Rook
en vlammen. Men onderscheidt twee auto's
een is er half vernield, de ander brandt. Het
is een fantastisch, wild en tragisch gezicht in
den prachtigen lente-morgen, deze openge
scheurde, rookende auto-stal, die wild opstu
wende menigteWoest blaffend en jam
merlijk huilend tegelijk komt plotseling een
hond, een leelijke grauwe hond, uit den puin
hoop aangesneldhij schijnt dol geworden.
Maak hem af, roept een agent. En een in
specteur, op wien hij toegesneld kwam, schiet
het arme dier neer. Mét bebloeden bek
wentelt de hond zich enkele keeren om en
blijft dan liggen, dood.
Dan klinken ineens uit de rookende, reeds
half ineengestorte, loods twee schoten. De
reeds opdringende menigte blijft staan. Alleen
de agenten en... de journalisten blijven nader
komen. Het is weer de moedige luitenant
Fanton, thans vergezeld van den heer Guichard
en diens broeder, en gevolgd door eenige
inspecteurs, die vooraan gaat. Ze gaan
met de revolvers in de hand de
brandende .loods binnen.
Ze gaan de trap op. Doodsche stilte onder
het publiek. Opeens komen twee inspecteurs
weer te voorschijn uit de schuur zij dragen
een lijk. Het publiek brultMaar boven
de schuur klinken schoten. Een oogenblik
van groote spanning en angstDan verschij
nen Guichard en Fanton. Ze dragen, zij sleepen
bij handen en voeten, een man, een stuip
trekkend wezenBonnot. Dan is de
menigte zich niet meer meestereen wild,
gehuil, een woeste drang vooruit:
zij wil den zieltogen den Bonnot
lynchen.
Laat ik het eerlijk zeggendiit was het
afschuwelijkste! Dat wreede wraakgehuil,
dat daar uit de toestormende menigte opging.
„Rukt hem zijn ooren af," heb ik hooren
roepen. En toen de heer Guiohard, om een
lynchen te voorkomen, riep: „hij is dood",
hoorde ik een vrouwestem „Hij' heeft niet
genoeg geleden."
Bonnot was toen reeds stervende. Zijn ge
zicht was onherkenbaar van bloed. Zijn mond
was met schuim bedekt.
Met moeite wordt Bonnot tusschen de op
dringende menigte door naar een taxi-auto
gedragen en wanneer de auto naar Parijs
wegrijdt, (brult het publiek eerst fnog boos
aardig, juicht dan Guichard en Fanton toe.
Deze beiden werden door journalisten en fo
tografen bestormd. Guichard vertelt, dat ze
eerst beneden aan den trap Dubois op den
grond zagen liggen, en om niet het slachtoffer
van de bekende list te zijn, schieten ze op
Dubois, die echter dood blijkt. Op de eerste
verdieping, boven in de loods, komen ze in
een kamer, waar twee matrassen liggen de
matrassen bewegen plotseling en Bonnot komt
te voorschijn, bebloed, gewond en uitgeput,
maar in iedere hand een revolver. Hij heeft
nog de kracht om een grof scheldwoord te
roepen en twee schoten te lossen, maar hij
mist. Dan schiet Guichard en Bonnot valt
neer en wordt ontwapend.
De lijken van Bonnot en Dubois zijn naar
de Morgue gebracht.
Toen wij laat in den middag Choisy ver
lieten, ontmoeten wij nog honderden auto's,
die nieuwsgierigen naar het slagveld voerden.
Duizenden Parijzenaars hebben den ganschen
middag gedefileerd langs de open plek, waar
enkel nog het kleine bijgebouwtje overeind
stond, naast de bruine, nog rookende puinhoop
van de geheel afgebrande loods van de twee
auto's die er zich bevonden, is enkel nog het
vernielde en kromme karkas over.
Berlijn, 27 April. Uit Damascus wordt aan
het Berliner Tageblatt, geseind Een groot
deel van de bazaarwijk \liier is bijna geheel
afgebrand De brand strekt zich uit over de
bazaars Hamidie, Assrousie, Khedide, Albakjie
en brak hedennacht omstreeks 12 uur uit.
De schade is nog niet te overzien. De brand
woedt voort, maar schijnt zich tot de groote
bazaar-straten te beperken. De Duitsche Pa-
lestina-Bank en de Banque Ottomane zijn niet
aangetast. Naar het heet, is slechts een ge
deelte van de huizen en van de waren ver
zekerd. Het blusschingswerk wordt voortge
zet. Ook de militaire macht neemt er deel
aan.
Hedenmiddag om 12 uur seint dezelfde cor
respondent nog Vanmorgen om 11 uur woedde
de brand nog voort. De Banque Ottomane
wordt bedreigd. Twee regimentdn nemen met
groote inspanning aan het blusschingswerk
deel. Men schat de schade op fr. 50,000,000.
Konstantinopel, 28 April. De brand te
Damascus heeft de heele bazarwijk verwoest.
De regeeringsgebouwen en de groote moskee
loopen geen gevaar.
De brand te Damascus heeft 24 uur ge
duurd. De materieele schade schat men op
15 miljoen franc. Twaalf menschen zijn ver
brand.
De Dardanellen.
Rostof a/d. Don, 27 April. Een bijeenkomst
van graanhandelaars heeft besloten'het beurs
comité de opdracht te geven, zich bezig te
houden met de kwestie van schadeloosstelling
door den staat, die verantwoordelijk is voor
de sluiting der Dardanellen, waaruit de tegen
woordige belemmering van den graanhandel
is voortgekomen.
Rostof, 27 April. Er ligt door de sluiting
van de Dardanellen 10 millioen pud graan op
verzending te wachten. De verliezen zijn groot.
Honderden arbeiders zijn zonder werk.
De schipbreuk van de Titanic.
Londen, 27 April. Het stoomschip Lapland
met 160 geredden van de Titanic wordt morgen
uit New-York te Plymouth verwacht. De
procureurs van het ministerie van koophandel
zullen^ voorloopig de vertegenwoordigers van
de hi te Starlijn ondervragen, daarmede
voorbereidende de Donderdag te openen staats
enquête.
Intusschen zijn alle maatregelen genomen
ten einde de mannen van de Titanic af te
zonderen. Aan de Lapland is reeds geseind,
dat niemand aan boord toegelaten mocht wor
den. Alle vertegenwoordigers van de pers
zal men weren. De overlevenden van de
I itanic zullen feitelijk in een spoorwegloods
gevangen gehouden worden, terwijl hun aan
gezegd is, dat zij niets moeten loslaten.
De auto-bandieten.
Volgens een mededeeling der Parijsche politie
heeft een onderzoek in het huis van den anar-
chistischen uitdrager Gauzy in Petit Ivry tot
resultaat gehad, dat men tot de overtuiging
is gekomen, dat het huis den auto-bandieten
tot schuil- en vergaderplaats heeft gediend.
De rechter van onderzoek heeft nl. in den
kelder van de woning op een der muren den
naam Carouy gelezen, welk woord daar klaar
blijkelijk door den bandiet zelf met lampenroet
op geschreven was. Gauzy loochent nog steeds
hardnekkig, met de schavuiten in verbinding
gestaan te hebben.
Drie onbekende individuen, mannen van
omstreeks dertig jaar, namen Donderdagavond
op de Place d'Italie te Parijs een taxi-auto
en zeiden den chauffeur hen naar Juvisy te
brengen. Onderweg zeiden zij van meening
veranderd te zijn en naar het bosch van Senart
te willen rijden. Daar deden zij den wagen
stoppen, wierpen den op niets kwaads ver
dacht zijnden chauffeur peper in de oogen en
gingen er met den auto van door. De wagen
is later te Parijs teruggevonden. Van de drie
mannen is geen spoor gevonden.
De Parijsche politie is van meening, dat
deze aanslag niet in verband staat met het
optreden van de bende-Bonnot en Garnier.
Eerder gelooft men hier te doen te hebben
met een misschien uit de jongste staking der
chauffeurs voortvloeiende wraakneming van
auto-bestuurders op een collega.
Taft en Roosevelt.
President Taft heeft de overwinning behaald
it: de Republikeinsche vóórverkiezing in New-
Hampshire. Voorts zegevierde Taft in het
eerste kiesdistrict van Michigan en in het
vijfde district van Iowa.
Daarentegen behield Roosevelt de overhand
in het twaalde district van Indiana. Tot dusver
heeft laft 403 van zijn aanhangers aangewezen
gezien als gedelegeerden naar den Republi-
keinschen partijdag in Chicago, terwijl Roose
velt 204 medestanders heeft in de conventie.
Er is sprake van, dat Taft zich persoonlijk
in de verkiezingscampagne zal storten, zoowel
door het houden van redevoeringen als door
het publiceeren van brieven, door Roosevelt,
toen deze nog President was, geschreven, om
de gerechtelijke vervolging, tegen bepaalde
trusts aangespannen, te stuiten.
TER NEUZEN, 30 April 1912.
De Voorzitter der Zeeuwsch-Vlaamsche
Tramwegmaatschappij ontving van H. M. de
Koningin per telegraaf het volgend antwoord
op zijn telegram van hulde
Het L o o.
Ontvangt allen harer Majesteits dank voor
uitgebrachte hulde.
Adjudant Von Mühlen.
en van Z. M. Koning Albert van België
Brussel.
De Koning is zeer gevoelig geweest aan
het beminnelijke telegram welk het bestuur
der Zeeuwsch Vlaamsche Tramwegmaatschap
pij en de vertegenwoordigers van Zeeuwsch-
Vlaanderen hem hebben toegestuurden Zijne
Majesteit gelast mij U te verzoeken al dezen
wier tolk U waart hartelijk in haren naam
dank te zeggen.
's Konings Kabinetsoverste.
Gisteren slaagde o. m. voor het onder
wijzers-examen te Middelburg de heer C.
Bruggeman, leerling der Chr. Normaallessen
te Ter Neuzen.
Gisteren werd alhier door Burg. en Weth-
ten raadhuize aanbesteed
1. Het voor een gedeelte afsluiten en rio-
eren van de gemeentehaven. Daarvoor
werden ingeleverd 5 biljetten, n.l. van de
heeren
J. van Drongelen te Hoek voor f10,919,
Job Wolfert te Hoek voor f10,800, P. C. van
der Hooft te Ter Neuzen voor f 10,720, R.
Verschelling te Ter Neuzen voor f10,220 en
J. P. de Vos te Ter Neuzen voor f9,950.
De gunning van dit werk is aangehouden.
2. Het bouwen van een schoolgebouw voor
middelbaar onderwijs, met gymnastiek- en
teekenzaal te Ter Neuzen.
Hiervoor waren ingeleverd 6 biljetten, n.l.
van de heerenC. H. H. Wisse en J. C.
Kaijser te Zaamslag voor f61,200, I. P. Caste-
leijn te Ter Neuzen voor f58,544, H. Kaijser
te Ter Neuzen voor 57,750, J. A. Bali te Broda