m Hntireoolutionair ooor nieuws- en Advertentieblad Zeeland. feu ilTëTo y. De schipbreuk van de Titanic. De Russische veldtocht van 1012. Einneiilaiidsch Nieuws. Korte Berichten. No. 908. Zaterdag 20 April 1912. 9e Jaargang. ABONNEMENT: Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco per post: voor Nederland ƒ1,10. Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec teuren en Brievengaarders. Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op F- stdagen, bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN. Inzending van advertentiën vóór uren op den dag der uitgave. ADVERTENTIEN: Van 1—4 regels ƒ0,40 Voor eiken regel meer ƒ0,10. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIES TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER. Advertentiën voor dit blad worden aangenomen tot 's namiddags I UUR op den dag der uitgave. De telegraaf is ineens verstomd. Den eersten en den tweeden dag na de ramp stroomden de berichten van ,alle zijden binnen. Nu is er nog slechts ontvangen liet korte bericht van de Olympic aan boord waarvan de draadlooze telegrafie blijkbaar het best werkt en het veqst strekt dat er geen andere geredden zijn dan die de Carpathia naar Nieuw-York brengt, en dat van de officieren van de Titanic alleen de 2e, 3e, 4e en 5e stuurman (vermoedelijk als stuurlieden van de reddingbooten daarin opgenomenj en de 2e telegrafist behouden zijn. De le telegra fist zal op zijn post zijn gebleven. De telegraaf heeft niets nieuws meer te melden, tot de verhalen van de geredden los komen. De waarheid 'staat nagenoeg vast. Toen de schepen, die te hulp snelden, bij het aanbreken van den dag of later op de plaats van liet ongeluk kwamen, was alles al uren voorbij, 's Nachts tusscben tweeën en drieën was de Titanic gezonken, na zich misschien nog een eind ver weg voortgesleept te hebben. Alleen de reddingbooten zwalkten nog rond met de verkleumde schipbreukelingen. Toen die aan boqrd van de Carpathia waren opge nomen en de schepen, de een na den ander, vergeefs hadden rondgezien naar schipbreu kelingen, die nog aan wrakhout mochten hangen of door zwemgordels boven water werden gehouden, vervolgden zij hun weg. De Titanic lag naar een mededeeling uit Halifax tusscben het Sable-eiland en Kaap Race op een diepte van twee mijl. Vermoe delijk zijn Engeische mijlen bedoeld, dus op 3200 M. diepte, met liet geheim van de too- neelen die er voor liet zinken van liet schip op zijn afgespeeld. De verbeelding zooals minister Asquith zei staat ontsteld voor zoo'n ramp. Men stelle zich ook voor, wat er aan boord geschiedde, toen uit de reizigers de keuze werd gedaan, wie in de reddingbooten zou mogenDat moest de kapitein, die tevens nog voor het behoud van het schip had te zorgen, beslissen De vrouwen en kinderen gingen voor. Daarmee zijn zei Asquith de beste ge bruiken ter zee gevolgd. Die het miust zich zelf kunnen helpen worden liet eerst geholpen. Welke man zal dat niet beamen Maar toch, als er mannen waren, die de waarde van hun leven voor hun gezin bepleitten, toch een kind of een ongehuwde vrouw voor te laten gaan, alleen door zich te houden aan „de beste (verhaald door een ooggetuige, wijlen den Kolonel der Genie A. KOOL.) 8) Van den 20sten Augustus tot den 5den October avanceerde het Leger bij kleine dag reizen over Dorogobuscli, Wiasma en Gjatz tot in de nabijheid van liet dorp Borodino, alwaar de slag, door de Franschen aan de Moskwa genoemd, geleverd werd. Dit is de grootste veldslag, die na uitvinding van het buskruit heeft plaats gehad, doch alvorens de kleine rol, die ik daarbij speelde, op te tee kenen, zal ik u een denkbeeld geven van onze levenswijze gedurende den Russisclien veld tocht. Tusschen 6 en 7 uur uur 's morgens stegen de officieren der Genie gewoonlijk te paard en volgden den chef van den staf. Bedoeld wordt vermoedelijk den Geniestaf, toegevoegd aan den generaal der Genie Haxo, van welken staf de luitenant kolonel Prevost chef was. De generaal Haxo reed meestal met den gebruiken ter zee" heeft zeker de kapitein, of wie voor hem de taak verrichtte, menige smeekbede kunnen afwijzen. En hoe Heeft Hij onder de mannen moeten kiezen Misschien hebben aanvankelijk zij die achter werden gelaten, nog de hoop gehad, dat het schip op zijn waterdichte "schotten zou blijven drijven. Maar toen die hoop ijdel bleek, waf, er voor hen geen uitredding meer. Van vlotten heeft men niets gemeld, en booten waren er niet over. Het was een onjuist bericht, dat er in de booten voor meer plaats was dan er menschen aan boord waren. De officieele berichten zeggen met stelligheid, dat alle booten terecht zijn. Er zijn, volgens de laatste berichten, ongeveer 800 menschen misschien 868 op de Carpathia gered. Er waren 2358 menschen aan boord. Voor een 1500 menschen was er dus geen redding mogelijk. Dit is toch een toestand, waar een gewoon leekenverstand versteld bij staat. Hoe de eerste valsche berichten over het behoud van schip en alle opvarenden in de wereld zijn gekomen, schijnt nog onopgehel derd. Naar men in de Daily Telegraph leest, is te New-York een ongeteekend draadloos telegram aangekomen, zeggende dat alle rei zigers gered warén. Vervolgens kwam er een telegram van St. John's op Newfoundland, zeggende, dat volgens berichten van Kaap Race en naderbij gelegen punten, het schip op weg was naar Kaap Race. Ten onrechte schijnt men dus de White Star Line verdacht te hebben, die berichten te hebben verzonnen. Onder de reizigers aan boord van de Titanic waren, volgens de Belgische bladen, ook 21 Viaamsche landverhuizers die te Antwerpen waren ingeschreven. Twoe andere Vlamingen, die ook plaats hadden genomen, werden te Southampton geweigerd, omdat^dj aan tran- choom leden, en moesten naar huis terug- keeren. Verder was er nog een 23-jarige Belg Georges Krins uit Luik aan boord, dien de White Star-lijn als orkestmeester voor de reis van Southampton naar New-York had aan genomen. Het was de eerste zeereis, die de jonge man deed. Het Handelsblad schrijft Naar wij uit alleszins betrouwbare bron vernemen, zijn de geruchten omtrent de ont zaglijke waarde aan diamanten, die zich aan boord van de Titanic zouden bevinden, zeer overdrevefi. De waarde der diamantzendin gen, uit Amsterdam verzonden, bedraagt on geveer f 400,000, de totale waarde kan geschat worden op hoogstens 300,000. Voor bizonderheden van het vergaan van de Titanic moeten wij wachten tot de Carpa- maarschalk uit zijn hoofdkwartier en dan volgden wij in groot gevolg. Bij den stelsel- matigen teruggang der Russen' avanceerden wij gewoonlijk tot na den middag alvorens de voorposten van den vijand te zien. Ter hoogte van de achterhoede des vijands gekomen zijn de, vond men dezen gewoonlijk in eene goede positie, waaruit hij als het ware door onze overmacht moest worden weggemanoeuvreerd. De weerstandbieding was dan zoodanig be rekend, dat het gewoonlijk donker was, voor dat wij de positiën forceerden en dan gebood de voorzichtigheid om in een onbekend terrein niet verder vooruit gaan. Het vaststellen van de bivaks geschiedde dus zelden voor tegen den avond aan onzen maarschalk werd, bij al de zorg die overigens voor zijn korps had, wel ten laste gelegd, dat bi] dikwijls onnoodi- gerwijze draalde met het bepalen der bivaks. Voor zooveel zulks maar eenigzins kon ge schieden, werden zij in de nabijheid van dorpen vastgesteld. Nadat deze vaststelling was ge schied, zag men terstond een gedeelte der regi menten naar liet dorp ijlen en, aangezien in Rusland de boerenhuizen uit licht hout zijn samengesteld, zoo duurde het geen twee uren tijds of al de huizen waren verdwenen en het hout en alles wat in liet dorp werd gevonden thia te Nieuw York is aangekomen. De ver halen, die tot nog toe in verschillende bladen zijn opgedischt, zijn verzinsels. Zekerheid schijnt er nu wel te wezen aan gaande het aantal geredden aan boord van de Carpathia. Naar wij althans iry een Engelsch blad lezen, heeft de White Star officieel mee gedeeld, dat zij stellig aan boord van de Olympic bericht heeft, dat het er 868 zijn. Hoeveel er bij de ramp aan boord van de Titanic waren, is weer onzeker geworden. De eerst opgegeven getallen schijnen onjuist te zijn geweest. De Exchange Telegraph Com pany zegt nu, officieel van de White Star bericht te hebben gekregen, dat, zoo nauw keurig als kan worden opgegeven, de getallen aldus zijnpassagiers le klas 316, 2e klas 279, 3e klas 698, tezamen 1293 bemanning (ongeveer) 850; allen te zamen 2143, zoodat er 1275 vermist worden. Aangezien er, naar berekening, niet meer dan 100 man noodig zijn geweest om de reddingsbooten te beman nen, zouden er dan een 525 reizigers en 750 van de bemanning zi]n omgekomen. Wij vinden nog de volgende berichten: De Evening World en Evening Sun (van Nieuw-York) bevatten het volgende draadlooze telegram van het Marconi-station te Camper down in Nieuw-Schotland. „Wij zijn nu in verbinding met de Carpathia via het stoom schip Franconia en kunnen officieel verklaren, dat de Titanic met een geweldigen ijsberg in hotsing is gekomen en dat ruim 2000 menschen zijn omgekomen 700 geredden, meest vrouwen en kinderen zijn aan boord van de Carpathia." (Het getal van de omgekomenen lijkt onjuist.) Van de Olympic is, naar 't heet, te Nieuw-York bericht gekomen, dat zij met vol le kracht naar de plaats van het onheil stoomde, maar toen van de Carpathia bericht kreeg, dat er geen hulp meer mogelijk was. De scheepvaart-commissie uit het Ameri- kaansche Huis van Afgevaardigden heeft be sloten een -onderzoek in te stellen naar de oorzaak van de ramp en daartoe de geredden te ondervragen. New Yoxk, 18 April. De Carpathia is he- denavonu om 6 u. 2 min. voor Sandy Hook gekomen. (Sandy Hook ligt aan de Baritan Baai, ten Z.W. van Staten-eiland.) De gezagvoerder van de Carpathia meldt, dat hij slechts 705 geredden aan boord heeft en niet 868, gelijk de White Star Lijn aan vankelijk heeft meegedeeld. Men hoopt nu, dat onder die 705 de bemanning niet is mee geteld. De kapitein vdn de Carpathia heeft dradeloos aan de agentuur van de Cunard-lijn geseind en van eenig nut kon zijn, was in liet bivak gesleept. De officieren van de staven waren in deze noodlottige campagne in een onaangename positie. Bij gewone oorlogen vinden de staven bijna altijd huisvesting in de plaats waar het hoofdkwartier is gevestigd, doch in Rusland iiad de maarschalk dikwerf geen of slechts eene enkele woning tot zijne beschikking. De officieren waren alzoo genoodzaakt te bivak- keeren, doch daarbij ondervond men welk een voorrecht de officieren van troepen boven ons hadden. Wij hadden niemand, om voor ons tQ zorgen als de bedienden. Men hielp zich op de volgende wijzeaan een paar bedienden werden alle paarden toe vertrouwd, de overigen vergezeld door de offi cieren gingen naar het dorp en trachtten nn wat stroo, hooi en hout te verkrijgen en dit, aangevoerd zijnde, werd de tent onder directie van een officier opgebouwd gewoonlijk was het een afdak tegen den wind gesteld. Voor de tent werd dan vuur gemaakt, water aan gevoerd, de kookketels opgezet en het vleesch dat vrij regelmatig dagelijks werd uitgedeeld, gekookt. Daarna ging elk zich ter ruste leg gen slechts één officier moest waken om te voorkomen dat de knechts de bouillion niet Behalve door de Carpathia zijn geen personen gered. Aan boord van de Carpathia zijn meer dan 200 zieken. Mevrouw Astor is zwaar ziek. Het lijk van Astor is niet gevonden. Tengevolge van den schok van de Titanic, met den ijsberg werd de boeg van het schip geheel vernield en werden meer dan 200 per sonen van de bemanning, die daar sliepen, terstond gedood. De verlichtingstoestellen waren binnen 4 minuten na den schok geheel buiten werking. Ook de dynamo's en de bat terij van de dradelooze telegrafie werden sterk beschadigd, zoodat de toestellen nog slechts over een korten afstand werkten. Van de Carpathia wordt gemeld dat een groot aantal van de geredden bijkans krank zinnig zijn geworden. Ook hier zijn veel menschen, die door het verlies van nabe staanden zijn getroffen, door angst krank zinnig geworden. Op de New Yorksche beurs heeft men van daag een inzameling gehouden voor de over blijvende familieleden van de slachtoffers, waarbij groote sommen werden onvangen. De burgemeester van New-York heeft ook inzameling gehouden. De Vereeniging van predikanten van de Gereformeerde kerken in Nederland, heeft Woensdag te Utrecht vergaderd onder leiding van prof L. Lindeboom uit Kampen. Deze sprak in zijn openingswoord zijn dank baarheid uit „voor de genade Gods, dat wij weten wat wij willen." De moderne theologen zijn nu aan liet vergaderen en wat blijkt Dat zij eigenlijk niet eens weten wat zij nu wel precies en vooral wat zij eigenlijk van Jezus moeten denken. Ook uit alles, wat den laatsten tijd over de ethische theologen ge schreven is, blijkt voldoende, dat zij zich niet met den eerenaam mogen sieren van bedie naren van liet Evangelie naar de Heilige Schriften. Dr. G. Cli. Aalders uit Ermelo hield een referaat over de vraag„Kan de H. schrift voorwerp van wetenschappelijk onderzoek zijn voor hem die zich, ook voor zijn wetenschap pelijk denken, volstrekt aan haar oordeel on derwerpt Berlijn, 17 April. De correspondent van het Berliner Tageblatt te New York seinde gisteravond Het plein waarop de White Star Line zijn bureau heeft, is met een groote menigte opgewonden menschen gevuld. De menigte gyoeit nog voortdurend aan. Twaalf politieagenten doen vergeefsche pogingen, om den toegang tot het gebouw vrij te houden. uitschepten en door water vervingen. Achter of voor de tent of hut werden palen ingeslagen, en daaraan de paarden vastgebonden, aan welke dan hun spaarzaam ration werd voor- gestrooid. B(j het opgaan der zon werd de soep gegeten, daarna het vleesch gedeeld, dat met een stuk commiesbrood voor allen het diner van den dag uitmaakte. Wasschen, scheren of linnen verwisselen kon menigmaal in verscheidene dagen niet gebeuren, daar men zonder huisvesting bij slecht weder enz. daartoe geen mogelijkheid vond'. Dit was de gewone wijze van leven. Wan neer de staf het geluk had in een stad of vlek huisvesting te vinden, zooals te Dorogabusch, Wiasma, Gjatz en Mosaïsk, dan waren wij be trekkelijk nog zoo kwaad niet af. Tot'aan de desorganisatie van het leger bij den terug tocht, was er nog al veel kameraadschap onder de genieofflfcieren en dit maakte dat alles wat men vond gezamelijk werd genuttigd, zoodat wanneer elk des avonds zijn prooi afdroeg, men wel eens ganzen, hoenders, eenden, enz. samenkreeg. Alles werd in den ketel gedaan en zoo ontstond dan een zeer goed maal. (Wordt vervolgd.) ft ft

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 1