Antirevolutionair
nieuws* en Advertentieblad
Zeeland.
Met welk recht?
FEUILLETON.
De Russische veldtocht van 1812.
No. 901.
Zaterdag 2<. ^vfaart 1912
9e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ!-• Franco j
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- ca Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITTOOIJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentiSn vóór uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIEN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
Advertentiën voor dit
blad worden aangenomen
tot 's namiddags 1 uur op den dag
der uitgave.
We zijn nu bijna drie maanden bezig met
de quaestie der H. B. S.
Allerwegen trekt deze zaak de aandacht
van vriend/ en vijand en van heinde en ver
ontvingen we bericht, dat men met groote
belangstelling onzen strijd gadeslaat en volgt.
Er is in deze omgeving reeds heel wat
gezegd en geschreven over deze zaak en, of
schoon tegen zin en wil, ook de tegenpartij
is eindeiijk gedwongen geworden het stilzwij
gen te verbreken en zich te verdedigen.
Het zal echter den aandachtigen lezer niet
ontgaan zijn, dat geen enkele poging gedaan
wordt om aan te toonen, met melk recht de
acht heeren van Neuzen's Raad decreteeren
er komt hier een H. B. S. en gij, burgerij,
betaalt er de kosten van.
Een klein groepje ambtenaren en burgers
verlangt een inrichting, die aan de ingezetenen
jaarlijks duizenden kosten zal.
Van dat groepje komt op een morgen een
adres inhelp ons aan die inrichting de
kosten kunt ge wel omslaan op boer en burger.
Nu ligt het toch voor de hand, zou men
denken, dat de Raad zich eens afvraagtheb
ben we wel het recht, te beschikken over de
beurs van allen, om een stuk wat vrienden
te gerieven
Bij de acht heeren die dit zaakje drijven
en die zelf bijna allen behoorden tot dat groepje
verzoekers, komt echter die vraag blijkbaar
in 't geheel niet op.
Hun redeneering schijnt te wezen acht is
meer dan vijf en daarmede uit. Naar recht
vragen we niet.
't Is zoo, de heer Drost heeft nog gepoogd
een schijn van recht te bewaren door te zeg
gen zoolang de Raad, Raad blijft, d. w. z.
zoolang hij de meerderheid der kiezers achter
zich heeft, enz,
Doch afgezien van de omstandigheid, dat
het ingediend adres van de meerderheid der
kiezers ook dezen valschen grond onder zijn
voeten heeft weggeslagen, zou Z.E.A. zich toch
niet kunnen vleien met de gedachte, dat met
zulk eene redeneering het goed recht der acht
drijvers in den Raad was aangetoond.
Toen de Joodsche Raad den Heiland ver
oordeelde, had hi] ongetwijfeld de meerderheid
der „kiezers" achter zichdoch wat hij deed,
bleef niettemin een gruwelijk onrecht.
(verhaald door een ooggetuige,
wijlen den Kolonel der Genie A. KOOL.)
(2
Op 5 April kreeg Kool onverwachts de or
der om onverwijld te gaan naar üirschau, een
plaatsje nabij den linker Weichseloever op on
geveer 7 uur gaans ten zuiden van Danzig,
ten einde aldaar een bruggenhoofd te maken
en broodovens te bouwen voor het Fransche
leger, dat oprukte voot den voorgenomen veld
tocht naar Rusland. Ten behoeve van lezers,
welke geen militaire opleiding hehben gehad,
zij opgemerkt dat in de versterkingskunst door
een bruggenhoofd wordt verstaan een of meer
permamente of tijdelijke vestingwerken aan een
of beide oevers van eene rivier, ter plaatse
waar deze overbrugd is, ten einde den over
gang over de brug te verzekerea bij eene
eventueele opdringing van den vijand.
In het begin van Mei passeerde aldaar de
generaal Ilaxo, die bestemd was geworden
voor chef der genie bij het 1ste legerkorps
onder maarschalk Davout, hertog van Auer-
Nu kan men natuurlijk in het bewustzijn
van zijn overmacht zeggen we vragen naar
geen recht, we doen maar.
Maar dit is altijd een gevaarlijk standpunt.
Onrecht moge voor een tijd zegevieren, recht
en waarheid zullen het ten slotte toch winnen.
Daarom zouden wij dezen acht heeren de
vraag wel eens willen voorleggen welk recht
hebt gij, om ten behoeve van enkelen te be
schikken over de beurs van allen?
Evenals we onlangs met onze Rekening
deden, doen we ook thans deze vraag in
't openbaar, met uitnoodiging aan ieder der
acht Raadsleden, deze vraag eens te beant
woorden.
We zullen evenals toen gaarne onze kolom
men beschikbaar stellen voor hun antwoord.
Ook thans zeggen we wie verlangt hierover
het woord
V Niet noodig.
Een der weinige argumenten, die men zoo
nu en dan hoort aanvoeren, om de voorge
nomen stichting der H. B. S. met 3-jarigen
cursus goed te praten, iswe hebben hier
niets, de menschen moeten toch gelegenheid
hehben, om hunne kinderen iets te laten leeren.
Nu zou men nog kunnen twisten over de
vraag, of de gemeentekas stel deze bewering
was waar voor dit doel moest worden aan
gesproken. We willen dit echter thans niet
doen, omdat deze vraag gevoeglijk buiten be
spreking kan blijven.
Want deze bewering: we hehben hier niets,
is volkomen omvaar.
Integendeel, er is in Ter. Neuzen overvloedig
gelegenheid, om iets te leeren aan twee scho
len in de gemeente wordt Meer Uitgebreid
Lager Onderwijs gegeven.
Aan eene H. B. S. met 3-jarigen cursus wordt
onderwijs gegeven ina. wiskundeb. de eerste
beginselen der natuur- en scheikunde c. de
beginselen der plant- en dierkunde d. die der
staathuishoudkunde e. die van het boekhou
den f. de aardrijkskunde g. de geschiedenis
h. de Nederlandsche taali. de Fransche taal
k. de Engelsche taal l. de Hoogduitsche taal
m. het schoonschrijven n. het hand- en recht
lijnig teekenen o. de gymnastiek.
Welnu, met uizondering van scheikunde
en staathuishoudkunde is er gelegenheid, in
al de vakken, die een 3-jarige H. B. S. geeft,
onderwijs te ontvangen.
En voor deze twee vakken wil men toch
zoo'n dure inrichting immers niet stichten?
In drie talen, wiskunde, teekenen, enz. kan
men net zoo veel leeren, als men maar wil
verkiest men het niet te ontvangen aan eene
bijzondere school, dan geeft school B daartoe
gelegenheid aan ieder, die het voor zijne kin
deren begeert.
stadt, prins van Eckmiild. Hij bezichtigde de
in aanleg zijnde werken voor het bruggenhoofd
en deelde aan Kool mede dat deze bestemd
was om hem op den veldtocht te vergezellen
als een der officieren van zijn staf.
Kool moest te Dirschau blijven totdat hij
door een ander officier uit Danzig zou zijn
afgelost en maakte zich dit uitstel ten nutte
om zich voor den aanstaanden veldtocht voor
te bereiden.
In het manuscript is door mij niets wezen
lijks gewijzigd. Alleen is, voor aangenamer
lezing, de spelling van de Vries en te Winkel
aangenomen en is de tekst hier en daar ge
zuiverd van minder juist gekozen Nederland
sche woorden en uitdrukkingen, alsmede van
gallicismen en germanismen, welke er nog al
eens 'in voorkomen. Een en ander behoeft
geen verwondering te verwekken wanneer men
nagaat dat Kool in 1810 naar Duitschland ging,
onder het bezigen van het Fransch als ambts
taai, en dat toen hij na het ontstaan van het
Koningrijk der Nederlanden, weder Neder-
landsch kapitein der genie werd, hij aanvan
kelijk werkzaam was in het zuiden van België
en voorts van 1818 tot 1829 optrad in de Duit-
sche bondsvesting Luxemburg, als commissaris
van Koning Willem I, Groothertog van Luxem
burg, ten behoeve van het onderhoud der
Alleen boekhouden en handelsonderwijs zou
men waarschijnlijk wat meer willen hebben,
dan thans kan gegeven worden.
Welnu, als alle mannen, die hieraan behoefte
hebben, de handen eens ineensloegen, dan was
met weinig kosten, buiten bezwaar van de
gemeentekas, een Handelscursi 1 in te richten,
die voor heel wat menschen veel nuttiger zou
zijn, dan een 3-jarige II. B. S.
Maar, zal men zeggen, gijzelf hebt toch ge
tracht een 3-jarige H. B. S. te stichten. Hoe
kunt ge er dan nu zoo tegen agceren
'tls zoo op verzoek hebben we ons alle
moeite gegeven, om zoo mogelijk onze streek
in dezen fe dienen.
Doch tweeërlei moet hierbij worden opge
merkt.
In de eerste plaats wij ijverden voor een
vrije vereeniging, voor eene vrije school, waar
aan niemand behoefde te betalen, die het niet
vrijwillig zou doen. Daarbij wilden wij een
3-jarige H. B. S. slechts gebruiken als een
voorbereiding voor een Handelscursus en eene
Landbouwschool, om welke het ons eigenlijk
te doen was.
En in de tweede plaats: wij hebben ons
beijverd, om te onderzoeken, hoe groot de
be.ungstelling vöor en de behoefte aan de
beoogde inrichting in Zeeeuwsch-Vlaanderen
was. Nu we de bewijzen in handen hebben,
hoe gering beide hier zijn, durven we met des
te meer beslistheid zeggen de weinige belang
stelling voor Middelbaar onderwijs, de geringe
behoefte, die in onze streek aan zulk onderwijs
gevoeld wordt, geeft ons volkomen recht om
te zeggen: het is de dwaasheid gekroond, dat
een arme gemeente als Ter Neuzen zich finan-
ciëel zal ruïneeren door zulk een dure inrichting
te stichten, waaraan men zelf gezien de
gelegenheid om M. U. L. O. te ontvangen en
liet weinige gebruik, dat er van gemaakt
wordt zóó weinig behoefte heeft.
Nu doet het ons genoegen, dat B. en W.,
zonder het waarschijnlijk te willen, ons in dit
opzicht volkomen gelijk geven.
Op de vraag in de laatste vergadering ge
daan, waarom men niet begonnen was met te
onderzoeken, hoeveel de omliggende gemeenten
er voor over hadden, luidde het antwoord
omdat we daaromtrent geen hooge verwachtingen
hebben. Als we 25 leerlingen van buiten krijgen
en daarvan 25 X f 40 meer schoolgeld ont
vangen, gelooveri we dat dit voor ons voor-
deeliger is dan een jaarlijksche bijdrage van
de gemeentebesturen.
Meer heeft men niet noodig, om te weten,
hoe groot hier de behoefte aan Middelbaar
onderwijs is.
Het ligt, dunkt ons, voor de hand dat de
Minister bij de bepaling van het Rijkssubsidie
met deze uitlating van B. en W. wel degelijk
vestingwerken en delimitatie der vestinggron-
den van de bondsvesting, welke voor het overige
Pruissisch garnizoen had. Voor dezen werk
kring werd hij aangewezen omdat hij de Duit-
sche taal goed meester was. Bij het 'uitbreken
van de Belgische revolutie was Kool majoor
eerstaanwezend-ingenieur te Namen hij trok
zich met de Noord-Nederlanders van het gar
nizoen terug in de citadel der vesting en wist
voor zich en al deze militairen bij capitulatie
vrijen overtocht te bedingen naar Noord-Ne
derland voor zijn gedrag ten deze werd hij,
bij Koninklijk besluit van 16 November 1830
Nr. 59, bij legerorder eervol vermeld. Hij
werd daarop majoor eerstaanwezend-ingenieur
te Bergen op Zoom, welke vesting door hem
in staat van verdediging werd gesteld.
Na deze korte inleiding kan thans worden
overgegaan tot het manuscript. Door mij zijn
enkele toelichtende aanteekening .i bijgevoegd.
Ik begin het verhaal met de heide ontmoe
tingen, welke Kool te Dirschau had met Keizer
Napoleon, toen deze naar het gj'oote Leger
reisde en in het voorbijgaan Danzig bezocht.
P. C. KOOL.
's-Gravenhage, Januari 1912.
war
rekening zal houden.
Z Exc. zal waarschijnlijk meer waarde hech
ten aan de verklaring van B. en W., dan aan
de inlichtingen van den heer Vorsterman van
Oyen met zijn 180 leerlingen.
De Broodval.
Het Tem. Volksblad keurt het af, dat ter
wille van de II. B. S.-questie iemand in zijn
brood zou benadeeld worden.
Ditmaal zijn we het met onzen collega eens
wat niet eiken dag gebeurt.
Ook wij vinden, dat men iemand in zijne
overtuiging vrij moet laten.
Zou zouden wij liet bijv. zeer ongepast
vinden, indien iemand op 'het stadhuis werd
geroepen om ondervraagd te worden, wie er
al aan het hoofd staan ecner beweging tegen
de H. B. S.
We zouden het hoogst onverstandig en on
geoorloofd vinden, indien iemand ten gevolge
van zulk onderzoek, al wgs het ook maar
zijdelings, werd bedreigd in zijn bestaan.
Dat geeft maar aanleiding tót „misverstand"
en advertenties.
In dit opzicht geven, dunkt ons, onze boeren
in een bekenden polder in onze buurt een
navolgingswaardig voorbeeld.
Zij laten een hun ondergeschikt ambtenaar
gerust zijn gang gaan, ook al doet hij dapper
zijn best hun, voorzooyer hij hen treffen kan,
het vel over de ooren te halen gelijk ze
straks zullen ondervinden.
Het mogen dan maar boeren zijn en nog
wel anti revolutionaire boeren ze geven in
elk geval een navolgenswaardig voorbeeld van
verdraagzaamheid.
Toch vinden we, dat sommige zakenmen-
schen in onze stad, op hun standpunt, niet
erg verstandig handelen.
We zouden hierover niet gesproken hebben,
maar nu het Terneuzensch Volksblad aan die
Broodval een hoofdartikel wijdt, willen we er
ook onze ineening over zeggen'.
We vinden op het lijstje der 80 mannen,
die om een H. B. S. gevraagd hebben, onder
scheiden zakenmensclien, die óf dagelijks den
boer opgaan, om hun waar te slijten, of gaarne
een boer aan hun toonbank zien.
Zij vroegen om eene H. B. S. vooral ter
wille van de ambtenaren, die hier anders niet
willen blijven of komen.
Dit is natuurlijk hun recht.
Doch en de heer Drost zal ons dit naar
we vertrouwen niet kwalijk nemen we
vragen wat heeft de zaken-man al voor voor
deel van die ambtenaren
Te oordeelen naar hetgeen we hieromtrent
vernamen, zulleln onze zaken-menschen van die
voordeelen niet vet worden. Voorloopig gaan
UITTREKSEL UIT HET MANUSCRIPT.
De aankomst van Keizer Napoleon te Thorn
en zijn voornemen om de vestingwerken van
Danzig te bezoeken, gaven mij de zekerheid
dat hij Dirschau zou passeeren. Terstond was
ik met den luitenant Artois aan het teekenen
van een behoorlijk plan begonnen en dit was
nauwelijks gereed of ik vernam van den post
meester dat Z. M. over eenige uren en nog
vóór den middag zoude aankomen. Zijn weg
ging door het bruggenhoofd en nabij de schip
brug steeg hij uit de coupé-koets, alleen ver
gezeld door den Majoor-Generaal Berthier en
zonder eenig escorte. Na eene buiging tegen
de Pruisische ambtenaren gemaakUe hebben,
begon hij over het werk te spreken. Ofschoon
ik niet ontkenuen kan dat de tegenwoordig
heid van dezen grooten held, die toen waarlijk
de Koning der Koningen was, een diepen in
druk op mij maakte, antwoordde ik redelijk
wel. Hij bezag het plan, doch op mijne vraag
„Si S. M. ne désirait pas voir les travaux",
antwoordde hij „A mon retour, ie temps presse".
Hij wandelde vervolgens over de heide brug
gen, steeg te Dirschau in zijn reiskoets en
vertrok naar Danzig.
(Wordt vervolgd)