Ingezonden Stukken. Burgerlijke S t a 11 d. Telegrafische Berichten. Hoogwatergetij te Terneuzen. Advertenti n. X» Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) Mijnheer de Redacteur Vlissingen. De booten op Engeland kunnen blijven varen. De voorraad kolen is nog groot genoeg. De dienst Vlake-Walsoorden zal geen ver andering ondergaan. Middelburg. Een gedeelte van d.e straatlan taarns zullen slechts ontstoken worden, in ver band met de mijnwerkersstaking. Rotterdam. De mijnwerkersstaking in West- falen doet zich meer en meer gevoelen. Reeds 40 schepen liggen hier in de haven op kolen te wachten. Een groote zeeboot kan wegens gebrek niet uitvaren. DAGEN. Voorm. Nam. Woensdag 13 Maart 9.55 10.48 Donderdag 14 11.29 Vrijdag 15 0.1 12.26 Zaterdag 16 0.46 1.5 Zondag 17 1.22 1.38 Maandag 18 1.53 2.8 Dinsdag 2.22 2.36 Na een onderhoud op heden met den EdelAchtbaren Heer A. VISSER, is mij gebleken dat het niet de wil en bedoeling is geweest van den EdelAcht baren Heer A. VISSER, Loco-Burgemeester van Ter Neuzen, om op eenigerlei wjjze on- dergeteekende in zijne betrekking te bcnadeelen. Het spijt hem dus zéér, dat daardoor een groot misverstand tusschen Z.Ed.Achtbare en hem is ontstaan, weshalve ondergeteekende zich verplicht gevoelt Z.Ed.Achtbare ook open lijk zijne verontschuldiging aan te bieden voor de in het openbaar geuite beleediging. LEO VAN DER LUBBE. Ter Neuzen, 12 Maart 1912. I leening is afgelost en het vrijkomende geld ook al zal kunnen gebruikt worden tot delging der schuld, door het stichten der H. B. S. ontstaan, doch deze juichtoon kon veilig achterwege blijven. Immers is het toch te bespottelijk, om te onderstellen, dat er in den loop der jaren geene buitengewone uit gaven zouden te doen zijn, afgedacht nog van het feit, dat de gewone uitgaven belangrijk kunnen stijgen. Om te beginnen, heeft de heer Drost vergeten te vermelden, dat wij in 1915 twintig jaar lang f 1200 hebben toegezegd voor de Zeeuwsch-Vlaam- sche stoomtram, dat noodzakelijk zou wezen, dat we een nieuw torenuurwerk kregen, dat ook geschat kan worden op 2000, dat we nog steeds wachten op de bergplaats voor het archief, die, spottender wijze gezegd, wel geplaatst kon worden onder de H B. S. Voorts liggen verschillende straten zóó, dat noodzakelijk daarin verbeteiing zou moeten worden aangedacht. Ook wordt dringend nood zakelijk geacht een nieuwe begraafplaats, en dient er ook gelet te worden op het brandbluschmateriëel De ambtenaren en werklieden zien reikhalzend uit naar eene goede pensioenregeling. Tevens willen we wijzen op eene o. i. afkeurens waardige handeling van B. en IV die, zonder den Raad hierin te hooren, een tijdelijk ambtenaar aan stelden, om den bouwmeester bij te staan, eene handeling, die des te meer afkeuring verdient, omdat de Raad buiten de gelegenheid gesteld werd over den persoon, die benoemd werd, inlichtingen in te winnen. En zou het College van B. en W. in deze zaak tegenover den Raad al hare verplichtingen zijn te na gekomen, waar aan den Raad de kennisneming werd onthouden van een brief van den inspecteur van het middelbaar onderwijs, die o. a. toch ook schreef, indien wij wel ingelicht zijn, dat met de voorgenomen stichting der 11. B. S. niets grootsch gebeurt was en dat met 1 Sept. 1911 de laatste steen van de H. B. S. nog niet gelegd zou zijn zoo'n haast had de zaak nog niet. Na deze kleine uitweiding alles samenvattende, zal er van het vrijkomende geld, door den heer Drost berekend, wel niet veel overschieten, eerder te kort komen, tenzij men een besluit mocht nemen om geene andere werkzaamheden meer te laten doen. Nog wenschten wij eene opmerking te maken, die o. i. ook mede een gevolg zal wezen van de oprichting der H. B.S. Tengevolge dier oprichting zal er meerdere arbeid gevraagd worden op de secretarie, en zal men weldra na de oprichting zien gebeuren, dat nog een ambtenaar meer moet worden aangesteld, waarbij dan tevens niet uit het oog verloren moet worden, dat de tegenwoordige amb tenaren zelve, ook verhooging van jaarwedde' kunnen vragen. Reken hiervoor ook nog gezamen lijk een f 1000 en wij meenen, dat de rekening dan wel wat anders komt te staan. Werd in de vorige vergadering er op gewezen dat bij matige berekening voor een driejaarlijksche cursus reeds f7645 door de gemeente wordt hijge- legd, vergeten is daarbij te vermelden, dat de school ingericht wordt voor een vijfjarige, zoodat deze rekening zeker nog met een f 10000 verhoogd moet worden. Bovendien wordt in dezelfde ver gadering reeds besloten, de H. O. te verhoogen met f4000, waarvan direct te bestemmen voor de H. B. S. f3000, dus zoo zeker is men toch niet,, dat geene meerdere belasting moet betaald worden. Men neemt nu reeds bij voorbaat om later nog meer te nemen. Nog maar verhooging der op centen op het personeel, wellicht nog wel eene straatbelasting Te rijmen valt het besluit niet met een besluit genomen in de vergadering van 30 Maart 1910, met algemeene stemmen zelfs, waar het ging om een heel wat minder bedrag en waar het toen luidde gelet op de financiëele draagkracht der ge meente," trekt in zijn besluit dd. 7 September 1909 en verzoekt B. en W. ten spoedigste plannen in te dienen, ter voorziening in meerdere ruimte voor het M. U. L. O. in deze gemeente op voor de ge meente voordeeligste wijze. Toen was o. i. het juiste standpunt ingenomen wat de behandeling' betreft. Eerst rekenen en daarna besluiten. En ten slotte M. H. De heer Drost heeft in de vorige vergadering zijne rede geëindigd met het uitspreken der schoone leuze „Luctor et Emergo" we zullen worstelen en we zullen overwinnen. Maar als men die krachtige leuze aanheft, dan moet men de beteekenis van die leuze verstaan en dan moet men den oorsprong der leuze kennen Die leuze, ze is neergeschreven in het wapen van Zeeland, toen ons voorgeslacht streed voor een rechtvaardige zaak, voor de zaak der vrijheid. Nu wordt er door de meerderheid in dit college geen strijd gevoerd voor de vrijheid, maar maakt men eenvoudig misbruik van zijn macht, en dringt aan de ingezetenen een H. B. S. op, die niet be geerd wordt. (Protest van den Voorzitter, welke verzoekt niet verder op die wijze voort te gaan.) De heer De Jager mijnh. de Voorz. ik heb het woord, en vervolgt zijn rede. Wij toonden u aan, dat de stichting en het on derhoud dier school de draagkracht der ingezetenen te boven gaat, dat die school niet is in het algemeen behing nog minder in het belang onzer woonplaats. Tot nog toe houdt de rpeerderheid in dit college den eisch vast: Wij willen die school en wij stichten die, ook tegen den wil der kiezers, die wij hier vertegenwoordigenal zijn we in ons binnenste ten volle overtuigd, dat deze inrichting van de gemeente ontzaggelijke offers vraagt. Welnu, M. H., waar de heer Drost de leuze van het Zeeuwsche wapen Luctor et Emergo in deze brandende kwestie zijne beteekenis ontneemt, daar teekenen wij protest aan en roepen u toeWerp weg die voor u valsche leuze en schrijf boven uwe eigene raadszetels Macht gaat boven recht en die mij tegenstaat verpletter ik. [Andermaal protest van den Voorzitter om niet op die wijze voort te gaan.] De heer De Jager: Mijnheer de Voorzitter: in de vorige zitting heeft de heer Drost rustig zijn betoog teneinde kunnen brengen en ik zou niet voort kunnen gaan, ik heb het woord M. d. V. en gaat verder met spreken. Van dit verweer en verwijt nemen we geen woord terug, zoolang dit onzinnig besluit gehandhaafd wordt. Zelfs al stonden wij in deze zaak geheel alleen, wij zouden niet schromen dit woord uit te spreken maar met hoeveel meer klem kunnen wij u dit toe voegen, waar wij weten, dat, zij het ook buiten deze vergadering, aan onze zijde staan horderden personen, die door hunne handteekening tegen uw besluit getuigen. Uw Collége kan weigeren zijn besluit te herroepen, wat ons betreft, wij zullen strijden tot den einde toe en wij vertrouwen, dat straks na uwe onver hoopte weigering uit Neuzens ingezetenen een ver zoekschrift zal worden gedaan aan H. M. onze ge- eerbiedigde Koningin, met de dringende bede: Vernietig het besluit, dat de gemeente Ter Neuzen financiëel ten gronde richt. Doch laat dit echter niet noodig zijn, waar U, als in naam van de meerderheid der kiezers gevraagd wordtTrek in het besluit tot stichting eener H. B. 8. of schorst het, totdat uit den geldelijken steun der omliggende gemeenten voldoende blijkt, dat de tot standkoming der jnrichting geacht kan worden een zaak van algemeen belang te zijn. Dan eerst kan de Gemeenteraad, gesteund door het grootste deel der ingezetenen, zich tot den Minister wenden met het verzoek deze gemeen schappelijke bijdrage door een flink subsidie zoodanig aan te vullen, dat de stichting der II. B. S., zonder groot bezwaar voor de gemeentekas, kan geschieden, W Laat de meerderheid in dezen Raad, thans niet als de eerste maal, na een belachelijke schifting der handteekeningen. het verzoek der ingezetenen voor kennisgeving aannemen, maar laat ze toonen, dat ze karakter genoeg bezit, om een gemaakte fout te erkennen en te herstellen. Dan zal de leuze Luctor et Emergo ook in den mond der meerderheid geen schijnleuze zijn. Haar blijft de meerderheid ons den handschoen, toewerpep, welnu, zooals we gezegd hebben, we zullen dien strijd aanvaarden en niet de wapenen neerleggen voordat ons uit het kabinet der Koningin wordt toegeroepenUwe klacht is ongegrond. Maar dat woord zal het antwoord niet zijn op de vraag die we tot Hare Majesteit zullen richten Kan U\rfe hoogheid het dulden, dat een gemeente, die eens Haar bezoek met geestdrift vierde, finan- tiëel ten gronde gaat door de uitvoering van een besluit, waartegen bijna de geheele bevolking haar protest laat hooren De heer Wieland kan niet anders dan ja en amen zeggen op het gesprokene, lettende op den toestand van Ter Neuzen gedurende de laatste 10 jaren. Spr. ziet niet anders dan een zwaren druk op den middenstand en den kleinen man. De heer Dees, accoord gaande met het gesprokene van den heer De Jager, is het niet eens met een uitspraak van genoemden spreker, nl. dat de reke ning thans te overzien is. Deze is volgens spr. niet te overzien, zoolang wij niets weten omtrent de te verkrijgen subsidie, 't Spijt spr. dat de zaak zoo loopt en dat er zulke onverkwikkelijke discussies gehouden worden. Reeds in de vergadering van 28 Dec. 1911 heeft spr. de handschoen toegeworpen, zeggende, laten wij ons tot de Regeering wenden, maar het was de stem als van een roepende in de woestijn. De zaak wordt evenwel doorgezet, zóó zelfs, dat ze grenst aan koppigheid. Dat er zoo'n eenstemmigheid was in het besluit en dit zoo krachtig wordt doorgezet, komt hier van daan, zegt spr., omdat eigenlijk niet hier, doch in het „Hotel des Pays Bas" beslist is geworden. Op die vergadering was de meerderheid van den Raad tegenwoordig en daar werd het verzoek, gericht aan den Raad, mede door die leden onder teekend. En toen den anderen dag de Raad ver gaderde, besloot men tot oprichting, afgescheiden van de financieele zijde. Voorts gaat spr. over tot schifting van het adres en dan komt hij tot de conclusie dat het onder teekend was o.a. door 13 menschen zonder kinderen. Dan komen er op voor zonen van raadsleden welke voor een H. B. S. zijn. Dan treft men er een 6-tal aan, die spijt hebben hun naam gezet te hebben, en een ervan denkt de gemeente vaarwel te zeggen als hij er te veel moet voor betalen Voorts vindt men er 12 personen op die gerecla meerd hebben tegen hun aanslag in H. O., hier onder zijn drie raadsleden die een briefje zouden dat ze te hoog waren aangeslagen. Ook waren onder de onderteekenaars familieleden, waarvan men begrijpen dat ze gaarne hunne familiebetrek kingen willen steunen. Het gevolg van dit alles gaat spr. voort is geweest dat er een protest van 871 personen is gekomen, waarvan echter weinig of geen nota werd genomen. Een tweede request is gevolgd, waaruit blijkt, dat de meerderheid der ingezetenen heeft geteekend ging men de gemeente nog eens rond dan kreeg men nog meer handteekeningen welke tegen het besluit zouden zijn. Gaarne zag spr. dat de vertegenwoordigers der kiezers het genomen besluit zouden schorsen. Willen ze dit niet dan is het z. i. als of men met een schip zonder roer of anker de felle branding tegemoet gaat, hopende dat wanneer het schip dreigt te zinken, de reddingsboot nog wel komen zal om de bemanning aan boord te nemen en alzoo te redden. I De heer Wieland brengt nogmaals in herinnering dat wat de salarissen betreft der leeraars, de ra ming- van 2000 gld veel te laag is. Spreker zou ze liever gebracht zien op 3500 a 4000 gld De Voorzitter zegt dat het adres van daar straks aansluit aan 't vorige en hieraan is in de vorige vergadering tegemoetgekomen, waarom nu in dit adres geen andere gegevens aangetoond, daarom zou spr. willen vaststellen het adres voor kennis- geving aan te nemen. De heer De Jager weet deze wijze van behan deling met geen naam aan te duiden op een adres van 80 ingezetenen wordt voetstoots ingegaan en een adres van 871 ingezetenen -f- eenige nagekome- nen wordt zonder meer voor kennisgeving aange nomen De Voorzitter zegt, dat de heer Drost in de vorige vergadering voldoende de zaak toegelicht heeft en meent, dat ze thans als afgedaan kan beschouwd worden, daar door de financiëele regeling der zaak aan het adres tegemoet is gekomen. De heer Dees protesteert hiertegen. Sprekers bezwaar is dat de stichting der school geschieden moet uit de beurzen der ingezetenen en deze zulleu den druk gevoelen. De Voorzitter hecht niet veel waarde aan het schërmen over de hooge 'kosten door de tegenstan ders, want sprekende met een der felste tegen standers, had deze den wensch uitgedrukt, dat de Minister maar geen cent subsidie geven moest. Spr. is daarom van meening dat de gronden, waarop de tegenstand rust, dieper liggen, nl. het verwerpen van alle openbaar onderwijs. Hiertegen voert de heer Dees aan dat hij onlangs sprekende met een ernstige voorstander, deze van meening was, dat het onmogelijk is een school met 5-jarigen cursus in stand te houden. Spr. haalt voorts aan wat onzen overleden burgemeester Geill indertijd zeide. nl. „zwijg toch van een II. B. S want het is een ruïne voor een gemeente" en brengt ook in herinnering wat de heer Collot d Escury op de vergadering van het voorloopig Comité zeide, nl. dat z. i. niet één gemeente uit deze streek in stgat is een H. B. S. in stand te houden. En hier zegt spr. waagt men het maar, al is het ook dat het tot zelfmoord [in fig. zin] leidt. Persoonlijk huiverig zijnde van speculatie, noodigt spr. den Raad uit in dezen toch wijs te handelen, daarom schorst het besluit, totdat we weten welke fondsen ons ten dienste staan. De Voorziter constateert dat bij den heer Dees het hoofdbezwaar is de financieele kwestie, wat deze toestemt. De heer De Bruijne zegt, dat hij met leedwezen kennis genomen heeft van al hetgene wat in de laatste weken over deze zaak de hartstochten in beroering bracht en thans een blik slaande in de Raadszaal, vraag ik me af, ziende op het verloop der discussie, zitten we hier werkelijk als verte genwoordigers, om de belangen te behartigen daarom Jzou spr willen voorstellen dat de Raad zijn voorstel intrekt of althans schorstja hij smeekt er om. De heer Dees sluit zich hierbij aan en doet het voorstel tot schorsing- De Voorzitter blijft van" meening, dat we van den Minister niets te weten zullen komen. De heer De Jager adviseert om nog eens bij de nabnrige gemeenten te informeeren, wat we bij eventueele stichting van hen kunnen krijgen om daarna tot den Minister te gaan. De Voorzitter acht dit ongewenscht. Z i. is men meer gebaat met een hooger schoolgeld der buiten leerlingen. Het voorstel-Dees wordt thans in stemming ge bracht. Hit wordt verworpen met 86 stemmen, Rechts stemt voor, links tegen Het persoonlijke voorstel van den Voorzitter om het adres voor kennisgeving aan te nemen wordt alsnu aangeno men met 8—5 stemmen. Links tegen rechts. Voorts waren iDgekomen kennisgevingen van de heeren G. W. Versloot, die zijne benoeming tot lid Commissie wering schoolverzuim aannam en C. Ie Nobel die eveneens aannam zijne benoeming tot lid in de pl. school commissie. Van den heer A. Je Kraker een dankbetuiging betreffende zijne be noeming tot onderwijzer aan school B. Allen voor kennisgeving aangenomen. Omtrent een schrijven van den heer Buwalda inhoudende een verzoek om gunstige berekening van ziju aanslag, wordt besloten dit in behandeling te brengen bij het vaststellen van het kohier H. O. Van den Minister van Financiën was een schrij ven ingekomen berichtende de gunstige beschik king betreffende de aanvraag tot vestiging van een hulp telefoonkantoor in het hulp telegraafkantoor te Sluiskil, waarbij wordt te kennen gegeven dat geen bezwaar bestaat tot de vestiging over te gaan dat genoegen wordt genomen met het aangewezen personeel en de localiteiten voor den telefoondienst en mitsdien de verbinding tot aansluiting van het hulptelegraaf kantoor te Sluiskil ook voor den inter- localen telefoondienst zal worden dienstbaar ge maakt, zoodra daartoe gelegenheid bestaat. Aangonomeu voor kennisgeving. De punten 2 en 3 van het agenda Voorstel tot afwijzing vas een verzoek van F. van Dixhoorn en J. T. dè Kraker, om hunne jaarwedden te bren gen in overeenstemming met het raadsbeslnit van 28 September 1911 en voorstel tot afwijzing van een verzoek van L. J. de Vries en J. T. de Kraker om hunne belooningen voor het geven van onder wijs in de Fransche taal met f50 te verhoogen, worden z. h. s. aangenomen. Het laatbte punt: voorstel tot het nemen in erf pacht van een gedeelte van het perceel grond Ter Neuzen scectie L np. 114, wordt z. h. s. aangeno men. Dit is een stukje rijksgrond dat betrokken |is bij het beperkte plan tot demping vnn de haven. Indien dit afgedaan is, dan is het mogelijk om deze erfpachtsuitgifte saam te doen vallen met|die voor de II. B. S wat meerdere kosten bespaart. Van Ged. Staten was nog ingekomen eene mis sive naar aanleiding van het raadsbesluit betreffende het aangaan van eene geldleening van f 60,000 voor de H. B. S. Hierin wordt opgemerkt, dat, daar in dit jaar de 27e aflossing der annuïteits- leening van 1885 plaats vindt, die leening in 1920 geheel zal zijn afgelost en valt dus reeds in 1921 een bedrag van f2825 vrij. In verband hiermee kan een jaar vroeger met de aflossing van f2750 van de in dit besluit bedoelde leening worden aangevangen. Ged. Staten verzoeken, met verda ging voor zooveel noodig van hunne beslissing omtrent dit besluit, indien het bovenstaande niet juist mocht ,zijn, hen daaromtrent in te lichten en in het tegenovergestelde geval de noodige wijzi ging van het besluit, waartegen overigens bij hen geen bezwaar bestaat, te bevorderen en het daarna opnieuw ter goedkeuring aan te bieden. De Voorzitter stelt voor het besluit te wijzigen overeenkomstig de aanwijzing, Aangenomen met op een na algemeene stemmen. De heer De Jager onthoudt zich van stemmen. De Voorzitter deelt nog mede, dat de Raad, overeenkomstig de gemeentewet, zich kan voorbe houden de goedkeuring van plannen, bestekken en voorwaarden van aan te besteden werken. Schoon dit hier nog nimmer gebeurd is, zou spr. ter bespoediging, toch wel willen vragen of de Raad aan B. en W. wj| overlaten het vaststellen der definitieve plannen voor het bouwen der H. B. S. benevens het bestek en voorwaarden van aanbesteding en voorts hen wil machtigen tot aan besteding en uitvoering, daar anders telkens^-eene vergadering moet belegd Svorden. Na korte discussie tusschen de heeren Wieland, Dees, De Jager en den Voorzitter, wordt dit voor stel ondersteund door den heer Lensen en aange nomen met 9 tegen 2 stemmen. Tegen stemmen de heeren Wieland en Scheele, terwijl de heeren De Jager en De Bruijne zich onthouden. Z. h. s. wordt aangenomen het voorstel van B. en W. om afschrijving wegens schoolgeld te ver- leenen op enkele ingekomen verzoeken. Bij de rondvraag merkt de heer De Bruijne op, dat besloten is tot uitbreiding der straatverlichting aan den Axelschen weg en vraagt of er bij de eigenares geen bezwaren ondervonden zijn voor het plaatsen der palen. Nadat de Voorzitter ge- antwoordt heeft, dat er bij hen niets bekend is en voorts op een desbetreffende vraag van den heer Lensen zegt, dat er op den hoek bij de Moffeschans een nachtlantaarn komt is de heer De Bruijne te vreden gesteld. Hierna wordt de vergadering gesloten. gedurende het houden der raadsvergadering, op de publieke tribune had plaats genomen om voor de orde zorgen. Ik schrijf, dat ik die tirade met verbazing las. Immers, wanneer is het ooi^t voorgekomen, dat het publiek zich onordelijk gedroeg tijdens de bijwoning eener raadsvergadering? Of het moest geweest zijn bij het eerste besluit van onzen raad tot het stichten der H B S toen notabelen, mannen, die opvoeding kunnen hebben genoten, door applaus hunne instemming wilden betuigen met de finanticele ramp, die een koppig achttal over de belastingplichtigen brengt 1 Meermalen is het gebeurd, dat juist door de tegenwoordigheid der politie wanneer die niet noodig bleek, het bloed aan het gisten raakte en de hartstochten van opvliegende menschen tot verkeerde uitingen kwamen, als jonge broekjes, nog niet droog achter de ooren, door sarrende opmerkingen, beleedigingen provoceerden, om een proces-verbaal uit te lokken. Beleedigingen, die dan te eerder kunnen plaats vinden, als een tijdelijke ambtsdrager zijne macht misbruikt heeft en een burger liet ontbieden om bij hem te informeeren of die en die ook tegen een besluit van den raad door onderteekening van een verzoekschrift ageerde. Mijnheer de R. Nogmaals, ik keur het af, dat de politie onnoodig publieke vergaderingen bij woont, als er geen directe aanleiding tot verstoring der orde bestaat. Over de kwestie, die tot de raadsvergadering aanleiding gaf, wil ik niets zeggen. Alleen vraag ik me af, hoe het den tijdelijken Voorzitter, die ondanks zijn sterk getinte vrij zinnige richting tot voor enkele weken nog bij vele tegenstancYers populair was, het straks bij zijn 25-jatig jubileum zal te moede zijn, als, let tende op het dolzinnig besluit, waaraan hij mêe schuldig staat, een besluit uit koppigheid ge handhaafd de meerderheid der kiezers de verzuchting zal slaken „Och, hadden we eens gelegenheid, om door eene uitspraak bij de stembus, onze vergissing, bij zijne herbenoeming begaan, te herstellen." Ik schrijf deze woorden met weerzin, want het kost me moeite om aan "te nemen, dat er onder de acht koppigen niet zooveel zaakkennis schuilt, dat heimelijk de consciëntie zegt: de stichting eener H. B. S door onze gemeente, zonder de hulp van anderen, grenst aan het krankzinnige. Maar die koppigheid weet je! Mijn hoofd zet ik door, al moet de bürgerij bloeden. Wel bekome het U, mijne Heeren! Als je eens uit eigen beurs allen moesten betalen Je onwillig slachtoffer DE TAAIE. Tor Neuzen, 12 Maart 1912. Tot mijne verbazing las ik in de T.N. courant, die gisteren verscheen, dat de politie j l Zaterdag, TER NEUZEN Huwelijks-aangiften. 8 Maart. Bastiaan Jacobus Harte, oud 36 j., jm. en Dina Suzanna Jolijt, oud 36 j., weduwe. Huwelijks-voltrekkingen. 5 Maart. Johannes Cornells Dooms,'oud 30 j., jm. en Leijntje Janneke Harte, oud 26 j., jd. 7 Maart. Ludovicus Stepha- nus van den Bosch, oud 45 j., jm. en Wilhelmina van Dijke, oud 34 j., jd. Dignus de Ruijter, oud 22 j., jm. en Janna Tanneke Versluijs, oud 20 j., jd. Geboorten. 6 Maart Johannes Jozias, z. vau Jan Baptiste Dooms en van Mechelina Jacoba Huijssen. Overlijden. 4 Maart. Maria Ludovica Schauvlie- ger, oud 74 j., wed. van Augustinus Joannes Ila- merliuck. 5 Maart. Jozias Jansen, oud 19 j., z. van Jau en van Maria van Drongelen [beiden overleden.] r V

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 3