Ingezonden Stukken.
Burgerlijke S t a 11 d.
Telegrafische Berichten.
Hoogwatergetij te Terneuzen.
Advertenti n.
X»
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie)
Mijnheer de Redacteur
Vlissingen. De booten op Engeland kunnen
blijven varen. De voorraad kolen is nog groot
genoeg.
De dienst Vlake-Walsoorden zal geen ver
andering ondergaan.
Middelburg. Een gedeelte van d.e straatlan
taarns zullen slechts ontstoken worden, in ver
band met de mijnwerkersstaking.
Rotterdam. De mijnwerkersstaking in West-
falen doet zich meer en meer gevoelen. Reeds
40 schepen liggen hier in de haven op kolen
te wachten. Een groote zeeboot kan wegens
gebrek niet uitvaren.
DAGEN.
Voorm.
Nam.
Woensdag
13
Maart
9.55
10.48
Donderdag
14
11.29
Vrijdag
15
0.1
12.26
Zaterdag
16
0.46
1.5
Zondag
17
1.22
1.38
Maandag
18
1.53
2.8
Dinsdag
2.22
2.36
Na een onderhoud op heden
met den EdelAchtbaren Heer A.
VISSER, is mij gebleken dat het niet de wil
en bedoeling is geweest van den EdelAcht
baren Heer A. VISSER, Loco-Burgemeester
van Ter Neuzen, om op eenigerlei wjjze on-
dergeteekende in zijne betrekking te bcnadeelen.
Het spijt hem dus zéér, dat daardoor een
groot misverstand tusschen Z.Ed.Achtbare en
hem is ontstaan, weshalve ondergeteekende
zich verplicht gevoelt Z.Ed.Achtbare ook open
lijk zijne verontschuldiging aan te bieden voor de
in het openbaar geuite beleediging.
LEO VAN DER LUBBE.
Ter Neuzen, 12 Maart 1912.
I
leening is afgelost en het vrijkomende geld ook al
zal kunnen gebruikt worden tot delging der schuld,
door het stichten der H. B. S. ontstaan, doch deze
juichtoon kon veilig achterwege blijven. Immers
is het toch te bespottelijk, om te onderstellen, dat
er in den loop der jaren geene buitengewone uit
gaven zouden te doen zijn, afgedacht nog van het
feit, dat de gewone uitgaven belangrijk kunnen
stijgen.
Om te beginnen, heeft de heer Drost vergeten
te vermelden, dat wij in 1915 twintig jaar lang
f 1200 hebben toegezegd voor de Zeeuwsch-Vlaam-
sche stoomtram, dat noodzakelijk zou wezen, dat
we een nieuw torenuurwerk kregen, dat ook geschat
kan worden op 2000, dat we nog steeds wachten
op de bergplaats voor het archief, die, spottender
wijze gezegd, wel geplaatst kon worden onder de
H B. S. Voorts liggen verschillende straten zóó,
dat noodzakelijk daarin verbeteiing zou moeten
worden aangedacht. Ook wordt dringend nood
zakelijk geacht een nieuwe begraafplaats, en dient
er ook gelet te worden op het brandbluschmateriëel
De ambtenaren en werklieden zien reikhalzend
uit naar eene goede pensioenregeling.
Tevens willen we wijzen op eene o. i. afkeurens
waardige handeling van B. en IV die, zonder den
Raad hierin te hooren, een tijdelijk ambtenaar aan
stelden, om den bouwmeester bij te staan, eene
handeling, die des te meer afkeuring verdient,
omdat de Raad buiten de gelegenheid gesteld werd
over den persoon, die benoemd werd, inlichtingen
in te winnen.
En zou het College van B. en W. in deze zaak
tegenover den Raad al hare verplichtingen zijn te
na gekomen, waar aan den Raad de kennisneming
werd onthouden van een brief van den inspecteur
van het middelbaar onderwijs, die o. a. toch ook
schreef, indien wij wel ingelicht zijn, dat met de
voorgenomen stichting der 11. B. S. niets grootsch
gebeurt was en dat met 1 Sept. 1911 de laatste
steen van de H. B. S. nog niet gelegd zou zijn
zoo'n haast had de zaak nog niet.
Na deze kleine uitweiding alles samenvattende,
zal er van het vrijkomende geld, door den heer
Drost berekend, wel niet veel overschieten, eerder
te kort komen, tenzij men een besluit mocht nemen
om geene andere werkzaamheden meer te laten doen.
Nog wenschten wij eene opmerking te maken,
die o. i. ook mede een gevolg zal wezen van de
oprichting der H. B.S. Tengevolge dier oprichting
zal er meerdere arbeid gevraagd worden op de
secretarie, en zal men weldra na de oprichting zien
gebeuren, dat nog een ambtenaar meer moet worden
aangesteld, waarbij dan tevens niet uit het oog
verloren moet worden, dat de tegenwoordige amb
tenaren zelve, ook verhooging van jaarwedde'
kunnen vragen. Reken hiervoor ook nog gezamen
lijk een f 1000 en wij meenen, dat de rekening dan
wel wat anders komt te staan.
Werd in de vorige vergadering er op gewezen
dat bij matige berekening voor een driejaarlijksche
cursus reeds f7645 door de gemeente wordt hijge-
legd, vergeten is daarbij te vermelden, dat de
school ingericht wordt voor een vijfjarige, zoodat
deze rekening zeker nog met een f 10000 verhoogd
moet worden. Bovendien wordt in dezelfde ver
gadering reeds besloten, de H. O. te verhoogen
met f4000, waarvan direct te bestemmen voor
de H. B. S. f3000, dus zoo zeker is men toch niet,,
dat geene meerdere belasting moet betaald worden.
Men neemt nu reeds bij voorbaat om later nog
meer te nemen. Nog maar verhooging der op
centen op het personeel, wellicht nog wel eene
straatbelasting
Te rijmen valt het besluit niet met een besluit
genomen in de vergadering van 30 Maart 1910,
met algemeene stemmen zelfs, waar het ging om
een heel wat minder bedrag en waar het toen
luidde gelet op de financiëele draagkracht der ge
meente," trekt in zijn besluit dd. 7 September 1909
en verzoekt B. en W. ten spoedigste plannen in
te dienen, ter voorziening in meerdere ruimte voor
het M. U. L. O. in deze gemeente op voor de ge
meente voordeeligste wijze.
Toen was o. i. het juiste standpunt ingenomen
wat de behandeling' betreft. Eerst rekenen en
daarna besluiten.
En ten slotte M. H.
De heer Drost heeft in de vorige vergadering
zijne rede geëindigd met het uitspreken der schoone
leuze „Luctor et Emergo" we zullen worstelen en
we zullen overwinnen.
Maar als men die krachtige leuze aanheft, dan
moet men de beteekenis van die leuze verstaan
en dan moet men den oorsprong der leuze kennen
Die leuze, ze is neergeschreven in het wapen
van Zeeland, toen ons voorgeslacht streed voor
een rechtvaardige zaak, voor de zaak der vrijheid.
Nu wordt er door de meerderheid in dit college
geen strijd gevoerd voor de vrijheid, maar maakt
men eenvoudig misbruik van zijn macht, en dringt
aan de ingezetenen een H. B. S. op, die niet be
geerd wordt. (Protest van den Voorzitter, welke
verzoekt niet verder op die wijze voort te gaan.)
De heer De Jager mijnh. de Voorz. ik heb het
woord, en vervolgt zijn rede.
Wij toonden u aan, dat de stichting en het on
derhoud dier school de draagkracht der ingezetenen
te boven gaat, dat die school niet is in het algemeen
behing nog minder in het belang onzer woonplaats.
Tot nog toe houdt de rpeerderheid in dit college
den eisch vast: Wij willen die school en wij
stichten die, ook tegen den wil der kiezers, die wij
hier vertegenwoordigenal zijn we in ons binnenste
ten volle overtuigd, dat deze inrichting van de
gemeente ontzaggelijke offers vraagt.
Welnu, M. H., waar de heer Drost de leuze van
het Zeeuwsche wapen Luctor et Emergo in deze
brandende kwestie zijne beteekenis ontneemt, daar
teekenen wij protest aan en roepen u toeWerp
weg die voor u valsche leuze en schrijf boven uwe
eigene raadszetels Macht gaat boven recht en die
mij tegenstaat verpletter ik. [Andermaal protest
van den Voorzitter om niet op die wijze voort te
gaan.]
De heer De Jager: Mijnheer de Voorzitter: in
de vorige zitting heeft de heer Drost rustig zijn
betoog teneinde kunnen brengen en ik zou niet
voort kunnen gaan, ik heb het woord M. d. V. en
gaat verder met spreken. Van dit verweer en
verwijt nemen we geen woord terug, zoolang dit
onzinnig besluit gehandhaafd wordt.
Zelfs al stonden wij in deze zaak geheel alleen,
wij zouden niet schromen dit woord uit te spreken
maar met hoeveel meer klem kunnen wij u dit toe
voegen, waar wij weten, dat, zij het ook buiten
deze vergadering, aan onze zijde staan horderden
personen, die door hunne handteekening tegen uw
besluit getuigen.
Uw Collége kan weigeren zijn besluit te herroepen,
wat ons betreft, wij zullen strijden tot den einde
toe en wij vertrouwen, dat straks na uwe onver
hoopte weigering uit Neuzens ingezetenen een ver
zoekschrift zal worden gedaan aan H. M. onze ge-
eerbiedigde Koningin, met de dringende bede:
Vernietig het besluit, dat de gemeente Ter Neuzen
financiëel ten gronde richt.
Doch laat dit echter niet noodig zijn, waar U,
als in naam van de meerderheid der kiezers gevraagd
wordtTrek in het besluit tot stichting eener H. B. 8.
of schorst het, totdat uit den geldelijken steun der
omliggende gemeenten voldoende blijkt, dat de tot
standkoming der jnrichting geacht kan worden een
zaak van algemeen belang te zijn.
Dan eerst kan de Gemeenteraad, gesteund door
het grootste deel der ingezetenen, zich tot den
Minister wenden met het verzoek deze gemeen
schappelijke bijdrage door een flink subsidie zoodanig
aan te vullen, dat de stichting der II. B. S., zonder
groot bezwaar voor de gemeentekas, kan geschieden,
W Laat de meerderheid in dezen Raad, thans niet
als de eerste maal, na een belachelijke schifting
der handteekeningen. het verzoek der ingezetenen
voor kennisgeving aannemen, maar laat ze toonen,
dat ze karakter genoeg bezit, om een gemaakte
fout te erkennen en te herstellen. Dan zal de leuze
Luctor et Emergo ook in den mond der meerderheid
geen schijnleuze zijn.
Haar blijft de meerderheid ons den handschoen,
toewerpep, welnu, zooals we gezegd hebben, we
zullen dien strijd aanvaarden en niet de wapenen
neerleggen voordat ons uit het kabinet der Koningin
wordt toegeroepenUwe klacht is ongegrond.
Maar dat woord zal het antwoord niet zijn op de
vraag die we tot Hare Majesteit zullen richten
Kan U\rfe hoogheid het dulden, dat een gemeente,
die eens Haar bezoek met geestdrift vierde, finan-
tiëel ten gronde gaat door de uitvoering van een
besluit, waartegen bijna de geheele bevolking haar
protest laat hooren
De heer Wieland kan niet anders dan ja en
amen zeggen op het gesprokene, lettende op den
toestand van Ter Neuzen gedurende de laatste 10
jaren. Spr. ziet niet anders dan een zwaren druk
op den middenstand en den kleinen man.
De heer Dees, accoord gaande met het gesprokene
van den heer De Jager, is het niet eens met een
uitspraak van genoemden spreker, nl. dat de reke
ning thans te overzien is. Deze is volgens spr.
niet te overzien, zoolang wij niets weten omtrent
de te verkrijgen subsidie, 't Spijt spr. dat de zaak
zoo loopt en dat er zulke onverkwikkelijke discussies
gehouden worden. Reeds in de vergadering van
28 Dec. 1911 heeft spr. de handschoen toegeworpen,
zeggende, laten wij ons tot de Regeering wenden,
maar het was de stem als van een roepende in de
woestijn. De zaak wordt evenwel doorgezet, zóó
zelfs, dat ze grenst aan koppigheid.
Dat er zoo'n eenstemmigheid was in het besluit
en dit zoo krachtig wordt doorgezet, komt hier
van daan, zegt spr., omdat eigenlijk niet hier, doch
in het „Hotel des Pays Bas" beslist is geworden.
Op die vergadering was de meerderheid van den
Raad tegenwoordig en daar werd het verzoek,
gericht aan den Raad, mede door die leden onder
teekend. En toen den anderen dag de Raad ver
gaderde, besloot men tot oprichting, afgescheiden
van de financieele zijde.
Voorts gaat spr. over tot schifting van het adres
en dan komt hij tot de conclusie dat het onder
teekend was o.a. door 13 menschen zonder kinderen.
Dan komen er op voor zonen van raadsleden welke
voor een H. B. S. zijn. Dan treft men er een
6-tal aan, die spijt hebben hun naam gezet te
hebben, en een ervan denkt de gemeente vaarwel
te zeggen als hij er te veel moet voor betalen
Voorts vindt men er 12 personen op die gerecla
meerd hebben tegen hun aanslag in H. O., hier
onder zijn drie raadsleden die een briefje zouden
dat ze te hoog waren aangeslagen. Ook waren
onder de onderteekenaars familieleden, waarvan
men begrijpen dat ze gaarne hunne familiebetrek
kingen willen steunen.
Het gevolg van dit alles gaat spr. voort
is geweest dat er een protest van 871 personen is
gekomen, waarvan echter weinig of geen nota
werd genomen. Een tweede request is gevolgd,
waaruit blijkt, dat de meerderheid der ingezetenen
heeft geteekend ging men de gemeente nog eens
rond dan kreeg men nog meer handteekeningen
welke tegen het besluit zouden zijn. Gaarne zag
spr. dat de vertegenwoordigers der kiezers het
genomen besluit zouden schorsen. Willen ze dit
niet dan is het z. i. als of men met een schip
zonder roer of anker de felle branding tegemoet
gaat, hopende dat wanneer het schip dreigt te
zinken, de reddingsboot nog wel komen zal om
de bemanning aan boord te nemen en alzoo te
redden. I
De heer Wieland brengt nogmaals in herinnering
dat wat de salarissen betreft der leeraars, de ra
ming- van 2000 gld veel te laag is. Spreker zou
ze liever gebracht zien op 3500 a 4000 gld
De Voorzitter zegt dat het adres van daar straks
aansluit aan 't vorige en hieraan is in de vorige
vergadering tegemoetgekomen, waarom nu in dit
adres geen andere gegevens aangetoond, daarom
zou spr. willen vaststellen het adres voor kennis-
geving aan te nemen.
De heer De Jager weet deze wijze van behan
deling met geen naam aan te duiden op een adres
van 80 ingezetenen wordt voetstoots ingegaan en
een adres van 871 ingezetenen -f- eenige nagekome-
nen wordt zonder meer voor kennisgeving aange
nomen
De Voorzitter zegt, dat de heer Drost in de vorige
vergadering voldoende de zaak toegelicht heeft en
meent, dat ze thans als afgedaan kan beschouwd
worden, daar door de financiëele regeling der zaak
aan het adres tegemoet is gekomen.
De heer Dees protesteert hiertegen. Sprekers
bezwaar is dat de stichting der school geschieden
moet uit de beurzen der ingezetenen en deze zulleu
den druk gevoelen.
De Voorzitter hecht niet veel waarde aan het
schërmen over de hooge 'kosten door de tegenstan
ders, want sprekende met een der felste tegen
standers, had deze den wensch uitgedrukt, dat de
Minister maar geen cent subsidie geven moest.
Spr. is daarom van meening dat de gronden, waarop
de tegenstand rust, dieper liggen, nl. het verwerpen
van alle openbaar onderwijs.
Hiertegen voert de heer Dees aan dat hij onlangs
sprekende met een ernstige voorstander, deze van
meening was, dat het onmogelijk is een school met
5-jarigen cursus in stand te houden. Spr. haalt
voorts aan wat onzen overleden burgemeester Geill
indertijd zeide. nl. „zwijg toch van een II. B. S
want het is een ruïne voor een gemeente" en brengt
ook in herinnering wat de heer Collot d Escury
op de vergadering van het voorloopig Comité zeide,
nl. dat z. i. niet één gemeente uit deze streek in
stgat is een H. B. S. in stand te houden. En hier
zegt spr. waagt men het maar, al is het ook
dat het tot zelfmoord [in fig. zin] leidt. Persoonlijk
huiverig zijnde van speculatie, noodigt spr. den
Raad uit in dezen toch wijs te handelen, daarom
schorst het besluit, totdat we weten welke fondsen
ons ten dienste staan.
De Voorziter constateert dat bij den heer Dees
het hoofdbezwaar is de financieele kwestie, wat
deze toestemt.
De heer De Bruijne zegt, dat hij met leedwezen
kennis genomen heeft van al hetgene wat in de
laatste weken over deze zaak de hartstochten in
beroering bracht en thans een blik slaande in de
Raadszaal, vraag ik me af, ziende op het verloop
der discussie, zitten we hier werkelijk als verte
genwoordigers, om de belangen te behartigen
daarom Jzou spr willen voorstellen dat de Raad
zijn voorstel intrekt of althans schorstja hij smeekt
er om.
De heer Dees sluit zich hierbij aan en doet het
voorstel tot schorsing-
De Voorzitter blijft van" meening, dat we van
den Minister niets te weten zullen komen.
De heer De Jager adviseert om nog eens bij de
nabnrige gemeenten te informeeren, wat we bij
eventueele stichting van hen kunnen krijgen om
daarna tot den Minister te gaan.
De Voorzitter acht dit ongewenscht. Z i. is men
meer gebaat met een hooger schoolgeld der buiten
leerlingen.
Het voorstel-Dees wordt thans in stemming ge
bracht. Hit wordt verworpen met 86 stemmen,
Rechts stemt voor, links tegen Het persoonlijke
voorstel van den Voorzitter om het adres voor
kennisgeving aan te nemen wordt alsnu aangeno
men met 8—5 stemmen. Links tegen rechts.
Voorts waren iDgekomen kennisgevingen van de
heeren G. W. Versloot, die zijne benoeming tot lid
Commissie wering schoolverzuim aannam en C. Ie
Nobel die eveneens aannam zijne benoeming tot
lid in de pl. school commissie. Van den heer A.
Je Kraker een dankbetuiging betreffende zijne be
noeming tot onderwijzer aan school B. Allen voor
kennisgeving aangenomen.
Omtrent een schrijven van den heer Buwalda
inhoudende een verzoek om gunstige berekening
van ziju aanslag, wordt besloten dit in behandeling
te brengen bij het vaststellen van het kohier H. O.
Van den Minister van Financiën was een schrij
ven ingekomen berichtende de gunstige beschik
king betreffende de aanvraag tot vestiging van een
hulp telefoonkantoor in het hulp telegraafkantoor
te Sluiskil, waarbij wordt te kennen gegeven dat
geen bezwaar bestaat tot de vestiging over te gaan
dat genoegen wordt genomen met het aangewezen
personeel en de localiteiten voor den telefoondienst
en mitsdien de verbinding tot aansluiting van het
hulptelegraaf kantoor te Sluiskil ook voor den inter-
localen telefoondienst zal worden dienstbaar ge
maakt, zoodra daartoe gelegenheid bestaat.
Aangonomeu voor kennisgeving.
De punten 2 en 3 van het agenda Voorstel tot
afwijzing vas een verzoek van F. van Dixhoorn
en J. T. dè Kraker, om hunne jaarwedden te bren
gen in overeenstemming met het raadsbeslnit van
28 September 1911 en voorstel tot afwijzing van
een verzoek van L. J. de Vries en J. T. de Kraker
om hunne belooningen voor het geven van onder
wijs in de Fransche taal met f50 te verhoogen,
worden z. h. s. aangenomen.
Het laatbte punt: voorstel tot het nemen in erf
pacht van een gedeelte van het perceel grond Ter
Neuzen scectie L np. 114, wordt z. h. s. aangeno
men. Dit is een stukje rijksgrond dat betrokken |is
bij het beperkte plan tot demping vnn de haven.
Indien dit afgedaan is, dan is het mogelijk om
deze erfpachtsuitgifte saam te doen vallen met|die
voor de II. B. S wat meerdere kosten bespaart.
Van Ged. Staten was nog ingekomen eene mis
sive naar aanleiding van het raadsbesluit betreffende
het aangaan van eene geldleening van f 60,000
voor de H. B. S. Hierin wordt opgemerkt, dat,
daar in dit jaar de 27e aflossing der annuïteits-
leening van 1885 plaats vindt, die leening in 1920
geheel zal zijn afgelost en valt dus reeds in 1921
een bedrag van f2825 vrij. In verband hiermee
kan een jaar vroeger met de aflossing van f2750
van de in dit besluit bedoelde leening worden
aangevangen. Ged. Staten verzoeken, met verda
ging voor zooveel noodig van hunne beslissing
omtrent dit besluit, indien het bovenstaande niet
juist mocht ,zijn, hen daaromtrent in te lichten en
in het tegenovergestelde geval de noodige wijzi
ging van het besluit, waartegen overigens bij hen
geen bezwaar bestaat, te bevorderen en het daarna
opnieuw ter goedkeuring aan te bieden.
De Voorzitter stelt voor het besluit te wijzigen
overeenkomstig de aanwijzing, Aangenomen met
op een na algemeene stemmen. De heer De Jager
onthoudt zich van stemmen.
De Voorzitter deelt nog mede, dat de Raad,
overeenkomstig de gemeentewet, zich kan voorbe
houden de goedkeuring van plannen, bestekken
en voorwaarden van aan te besteden werken.
Schoon dit hier nog nimmer gebeurd is, zou spr.
ter bespoediging, toch wel willen vragen of de
Raad aan B. en W. wj| overlaten het vaststellen
der definitieve plannen voor het bouwen der H.
B. S. benevens het bestek en voorwaarden van
aanbesteding en voorts hen wil machtigen tot aan
besteding en uitvoering, daar anders telkens^-eene
vergadering moet belegd Svorden.
Na korte discussie tusschen de heeren Wieland,
Dees, De Jager en den Voorzitter, wordt dit voor
stel ondersteund door den heer Lensen en aange
nomen met 9 tegen 2 stemmen. Tegen stemmen
de heeren Wieland en Scheele, terwijl de heeren
De Jager en De Bruijne zich onthouden.
Z. h. s. wordt aangenomen het voorstel van B.
en W. om afschrijving wegens schoolgeld te ver-
leenen op enkele ingekomen verzoeken.
Bij de rondvraag merkt de heer De Bruijne op,
dat besloten is tot uitbreiding der straatverlichting
aan den Axelschen weg en vraagt of er bij de
eigenares geen bezwaren ondervonden zijn voor
het plaatsen der palen. Nadat de Voorzitter ge-
antwoordt heeft, dat er bij hen niets bekend is en
voorts op een desbetreffende vraag van den heer
Lensen zegt, dat er op den hoek bij de Moffeschans
een nachtlantaarn komt is de heer De Bruijne te
vreden gesteld.
Hierna wordt de vergadering gesloten.
gedurende het houden der raadsvergadering, op
de publieke tribune had plaats genomen
om voor de orde zorgen.
Ik schrijf, dat ik die tirade met verbazing las.
Immers, wanneer is het ooi^t voorgekomen, dat
het publiek zich onordelijk gedroeg tijdens de
bijwoning eener raadsvergadering?
Of het moest geweest zijn bij het eerste besluit
van onzen raad tot het stichten der H B S toen
notabelen, mannen, die opvoeding kunnen hebben
genoten, door applaus hunne instemming wilden
betuigen met de finanticele ramp, die een koppig
achttal over de belastingplichtigen brengt 1
Meermalen is het gebeurd, dat juist door de
tegenwoordigheid der politie wanneer die niet
noodig bleek, het bloed aan het gisten raakte en
de hartstochten van opvliegende menschen tot
verkeerde uitingen kwamen, als jonge broekjes,
nog niet droog achter de ooren, door sarrende
opmerkingen, beleedigingen provoceerden, om een
proces-verbaal uit te lokken.
Beleedigingen, die dan te eerder kunnen plaats
vinden, als een tijdelijke ambtsdrager zijne macht
misbruikt heeft en een burger liet ontbieden om
bij hem te informeeren of die en die ook tegen
een besluit van den raad door onderteekening
van een verzoekschrift ageerde.
Mijnheer de R. Nogmaals, ik keur het af, dat
de politie onnoodig publieke vergaderingen bij
woont, als er geen directe aanleiding tot verstoring
der orde bestaat.
Over de kwestie, die tot de raadsvergadering
aanleiding gaf, wil ik niets zeggen.
Alleen vraag ik me af, hoe het den tijdelijken
Voorzitter, die ondanks zijn sterk getinte vrij
zinnige richting tot voor enkele weken nog bij
vele tegenstancYers populair was, het straks bij
zijn 25-jatig jubileum zal te moede zijn, als, let
tende op het dolzinnig besluit, waaraan hij mêe
schuldig staat, een besluit uit koppigheid ge
handhaafd de meerderheid der kiezers de
verzuchting zal slaken
„Och, hadden we eens gelegenheid, om door
eene uitspraak bij de stembus, onze vergissing,
bij zijne herbenoeming begaan, te herstellen."
Ik schrijf deze woorden met weerzin, want het
kost me moeite om aan "te nemen, dat er onder
de acht koppigen niet zooveel zaakkennis schuilt,
dat heimelijk de consciëntie zegt: de stichting
eener H. B. S door onze gemeente, zonder de
hulp van anderen, grenst aan het krankzinnige.
Maar die koppigheid weet je! Mijn hoofd zet
ik door, al moet de bürgerij bloeden.
Wel bekome het U, mijne Heeren! Als je eens
uit eigen beurs allen moesten betalen
Je onwillig slachtoffer
DE TAAIE.
Tor Neuzen, 12 Maart 1912.
Tot mijne verbazing las ik in de T.N. courant,
die gisteren verscheen, dat de politie j l Zaterdag,
TER NEUZEN Huwelijks-aangiften. 8 Maart.
Bastiaan Jacobus Harte, oud 36 j., jm. en Dina
Suzanna Jolijt, oud 36 j., weduwe.
Huwelijks-voltrekkingen. 5 Maart. Johannes
Cornells Dooms,'oud 30 j., jm. en Leijntje Janneke
Harte, oud 26 j., jd. 7 Maart. Ludovicus Stepha-
nus van den Bosch, oud 45 j., jm. en Wilhelmina
van Dijke, oud 34 j., jd. Dignus de Ruijter, oud
22 j., jm. en Janna Tanneke Versluijs, oud 20 j., jd.
Geboorten. 6 Maart Johannes Jozias, z. vau Jan
Baptiste Dooms en van Mechelina Jacoba Huijssen.
Overlijden. 4 Maart. Maria Ludovica Schauvlie-
ger, oud 74 j., wed. van Augustinus Joannes Ila-
merliuck. 5 Maart. Jozias Jansen, oud 19 j., z. van
Jau en van Maria van Drongelen [beiden overleden.]
r
V