Uit Stad en Provincie. Kerk e 11 School. Colosse hadden de waarschuwing ter harte te nemen, en met hen de geloovigen van den tegenwoordigen tijd: Verlost was de gemeente van Colosse uit de duisternis en uit de slavernij der zonde, maar daarom ook moest zij ernstig toezien, dat zij niet nogmaals als een roof of buit verleid, in eenige andere slavernij ingewikkeld, of wel door dezelfde slavernij in een arfderen vorm gevangen genomen zou worden. Wanneer nu de apostel spreekt van de philosophie, dan wordt niet alle wijsbegeerte als gevaarlijk en verderfelijk voorgesteld. De beeldspraak en de logica, de syllogismen of sluitredenen, waarvan Paulus zich herbaalde- lijk bedient, zijn immers voor een deel ont leend aan hcidensche wijsgeeren en philoso- phische stelsels. Neen de apostel heeft de z.g. ijdele philosophie op het oog, alle ijdel geklap en leugentaal, die zich niet schikken naar de openharing Gods, maar naar cle overlevering der menschen. Zij heeft niet haar kenbron in God, en heeft dus ook niet Jezus Christus tot inhoud en voorwerp, maar bemoeit zich met „de eerste beginselen der wereld." Gevaarlijk zijn deze eerste beginselen, voor elke gemeente, inzonderheid voor de jongelingen. Om nu goed te verstaan, waarom de apostel juist de gemeente van Colosse, en met haar die van Laodicea (Col. 4 16) en van Hierapolis en de huiskerken van Nymfas en Filemon zoo uitdrukkelijk waarschuwt, voor die ijdele philosophie, bedenke men het volgende. Colosse, Laodicea en Hierapolis waren rijke, welvarende steden. Laodicea bloeide door handel en nijverheid, er was een opgewekt politiek leven, het was de residentie van een consul, men trof er den Sybaritischen cyclus aan, en bovendien eene medische kliniek. Hierapolis was een stad van weelde en ver maak men vond er geneeskundige inrichtingen, eene badinrichtingeen ideaal was het voor alle genotzoekers. In beide steden bédden zich vele Grieken en Romeinen gevestigd ook was er eene Joodsche kolonie gesticht. Een heftige strijd werd er gevoerd tusschen ver schillende politieke partijen men was er niet onbekend met vele stelsels van Heidensche wijsgeeren het Jodendom trachtte er zich te handhaven. De gemeente des Heeren was daarom te vergelijken met eene oase in de wildernis. Het was alzoo niet ondenkbaar, dat de overste van de geestelijke boosheden in de lucht en van de geweldhebbers der wereld, en zijne demonische machten invloed uitoefenen op het leven der Kerk. De eerste beginselen werden er reeds van gezien. Daarom werd Epafras naar Paulus gezonden, om verschil lende vraagstukken met hem te bespreken, zijn raad te vragen, zijn oordeel te vernemen over onderscheidene' brandende quaesties. En Paulus gaf hem den raad, alleen rekening te houden met de openbaring Gods in Jezus Christus. Hij stelt hem duidelijk voor oogen, dat daar is tweeërlei levensbeschouwing, denkwereld, geestesstroomingdie der ge meente van Colosse moet gegrond zijn in Jezus Christus. In dit verband spreekt Paulus over de eerste beginselen der wereld. Wordt de gemeente hiermee gewaarschuwd voor het ganscli niet denkbeeldige gevaar, dat zij de gebruiken en zeden der wereld zou overnemen dat, zij zich in hare levensopvatting schikken zou naar de gewoonten der wereld; in één woord voor wereldgelijkvormigheid In de verste verte niet. De apostel bedoelt er ganscli wat anders mee. Hij geeft er mee aan de primaire bestanddeelen, waaruit de aarde is opgebouwd, de stof, .waaruit de Heere in zes dagen de aarde heeft toebereid, de stoffelijke bestand deelen der wereld. Is deze stof nu eeuwig, of in den tijd ge schapen J Heeft die stof geestelijke krachten in zichzetf, of wordt zij door den geest he- heerscht en tot hei leven geroepen Is het leven uit zichzelf aanwezig, of door God van buiten af in de stof gelegd P Men ziet het, de strijd liep over dezelfde vraagstukken als in den tegenwoordigen tijd. „Wat is de rechte verhouding tusschen stof en geestDat is de hoofdvraag, die onder velerlei vorm ons gansche leven beheerscht. Ons aller leven, zonder uitzondering, wordt er door bepaald. Wat is de rechte verhouding tusschen stof en geest, tusschen lichaam en ziel, tusschen aarde en hemel, tusschen mensch en God, tusschen het koninkrijk der aarde en het Koninkrijk der Hemelen, tusschen huma niteit en Christendom, tusschen wetenschap en geloof, tusschen Staat en Kerk, tusschen Cultuur en Openbaring. Welnu, door de eerste beginselen der wereld, door de stof mag onze levensbeschouwing niet worden bepaald. Zij dient gericht te worden naar Jezus Christus. Het Woord van God moet zijn de kenbron, de toetssteen op alle terrein des levens. Uit den Zendbrief aan de Colossenzen nu bleek het, dat niet wereldgelijkvormigheid, maar bepaaldelijk de eerste bestanddeelen der stof, waaruit de wereld is opgebouwd, de levens beschouwing karakteriseerden. Verkeerde denk beelden waren van buiten op bet, erf der gemeente binnengeslopen. Zoo lezen we in Col. 2 lGa „Dat u dan.nie mand oordeele in spijs of in drank", en uit Col. 2 .- 21, blijkt dat er broederen opgestaan waren met de theorie van „Raak niet,, en smaak niet, en roer niet aan Dergelijke opvattingen werden ook wel gehuldigd in Co- rinthe, Galatic en Rome. Echter wijst de apostel er uitdrukkelijk op dat daar andere redenen in het spel waren. In Galatië stond het handhaven der Mozaïsche onderscheiding tusschen rein en onrein op den voorgrond. In Corinthe was er verschil over de vraag of men vleesch, dat den afgoden geofferd was, of in het slachthuis den Heidensche goden verkocht werd, gebruiken mocht, of met rust moest latendus liet men het eten van der gelijk vleesch niet na uit eerbied voor Mozes' wetten, maar uit gehechtheid aan de voor vaderlijke zeden. Col. 223 leert ons, dat in Colosse de ge noemde theorieën werden verkondigd en aan gehangen om andore beweegredenen n.l. „om het lichaam niet te sparen," te kastijden, te onderdrukken, om de vleeschelijk'e begeerten tegen te werken. Om een term onzer dagen te gebruiken spijzen en dranken zijn wel door God geschapen, maar sommige ervan zijn nadeelig voor het lichaam. Om met de vege tariërs te sprekenHet lichaam kan geen recht instrument voor de ziel zijn, wanneer men alle spijzen nuttigt en zich alle dranken toeeigent. Het zich onthouden van sommige spijzen en dranken werd door sommigen in Colosse beschouwd als een middel om de zaligheid te bevorderen. Deze theorie nu is in lijnrechten strijd met Gods Woord en moet als' zoodanig verworpen worden. Niemand heeft ons te oordeelen in het stuk van spijs en drank. Om welke reden niet? Omdat Christus aan het kruis over alle booze geesten heeft getriomfeerd, en de overheden en machten uitgetogen hebbende, die in het openbaar heeft tentoongesteld. Immers leefde onder Heidenen en Joden de verkeerde meening, dat de invloed van booze geesten oorzaak kon zijn van het zich ont houden van spijs en drank. De Heidenen beschouwden die geesten als afgoden van lager orde, do- Joden als gevallen engelen. Maar C hristus de Heere heeft de booze geesten overwonnen, dus kunnen dieniet meer hinderen. Volgens sommiger opvatting bestond er nog een ander machtig middel, om niet in de macht der booze geesten te vallen, een middel, dat dus niet mocht verwaarloosd worden. Dat was de hulp der goede engelen. Deze bevorderden het geluk en de eeuwige zaligheid der men- schenkinderen. Uit deze opvatting laat zich verklaren het feit, dat men te Colosse inge voerd had de vereering der engelen, m. a. w. een Engelendienst. „Dat dan niemand U overheersche naar zijnen wil en nederigheid en dienst der Engelen" (Col. 2 18a)." Er werd nl. geleerd, dat de mensch, gevallen als hij was, toch eigenlijk veel te laag stond om pok na het. Middelaarswerk van Jezus Christus rechtstreeks toegang te verkrijgeu tot den almachtigen God. God §vas immers veel te rein en te heilig van oogen, om eenig gemeen schap toe te laten. Dus was de dienst der goede engelen noodig. Flavius Josephus en Philo deelen ons mede, welk een schandelijken omvang deze dienst in de eerste Christenkerken verkreeg. De kerkgeschiedenis meldt, dat hij nog lang na Paulus' dagen aangehouden werd. De vermaning van den apostel heeft dus met de gewenschfe vrucht gedragen. Op het Concilie van Laodicea moest opzettelijk een besluit genomen worden om de vereer'ing en aanbidding van den aartsengel Michael in Phrygië te verbieden. Hoe m«i tot dergelijke beschouwingen over booze en goede engelen gekomen was? Dat leert ons de Heilige Schrift. De genoemde gemeenten waren alle dochterkerken van de moederkerk van Ephese. Deze stad was, zooals we weten, kerkelijk centrum. Paulus heeft daar 3 jaren lang gearbeid aan de kerstening der Klein-Aziatische Heiden- en Jodenwereld. Mede als een gevolg van zijn arbeid waren de genoemde dochter kerken tot openbaring gekomen. y an Ephese uit werden in die gemeenten ook de dwaalbegrippen omtrent goede en booze geesten en verschillende verkeerde praktijken verbreid. In Hand. 19 wordt ons medegedeeld de geschiedenis van de zeven zonen van Sceva, een Joodschen Overpriester. die het land doortrokken als duivelbezweer ders. In het 19(le vers lezen we: Velen ook dergenen, die ijdele kunsten gepleegd hadden, brachten de boeken (tooverboeken 1) bijeen en verbrandden ze in aller tegenwoordigheid, en berekenden de waarde derzelve, en be vonden vijftig duizend zilveren penningen. Uit die geschiedenissen blijkt, hoe krachtig Paulus tegen die verkeerde' ideeën en prak tijken te velde trok. Christus had de over heden en machten uitgetogen en aan het kruis over hen getriomfeerd. In onze Christelijke kringen kunnen we ech ter dezelfde verschijnselen terugvinden. We denken er aan Vegetarisme, Spintisme, Occul tisme, 1 heosophie en velerlei geheimzinnige geestesstroomingen. Daarom geldt het ook voor onsZiet toe, dat niemand u als een roof vervoere waakt er voor, dat gjj niet afglijdt van het fondamet, en liet hoofd, d. i. Jezus hristus, niet verliest. In Panthëisme, Atheïsme, Farizeïsme dienen we te onder kennen „de eerste beginselen der wereld". Deshalve legt de apostel den vinger op een wondeplek in het kerkelijk leven. Moge het gevaar ons minder groot toeschijnen dan het in Paulus' dagen was;, het bestaat nog en dient gekend te worden. Dus blijft het vraagstuk ook voor ons van ingrijpend belang, Onderzocht en gekend, moet de verhouding tusschen geest en stof; omdat we bestaan uit een stoffelijk bestand deel het lichaam, en uit een geestelijk be standdeel de ziel, En wachten wij ons voor „de eerste beginselen" Als tusschenzang werd gezongen Psalm 66 9- (Slot Volgt) TER NEUZEN, 12 Maart 1912. Onze lezers maken we attent op de ge wijzigde dienst van de Prov. boot op de esterschelde, ingaande op heden. De mijn- werkers-staking en daardoor gebrek aan kolen is hiervan de oorzaak. Op de Oosterschelde, de dienst Middelburg-Zierikzee en omgekeerd vaart maar één boot per dag. Hedenmorgen sloeg in de Noordstraat alhier een span paarden van den landbouwer J. Huijs- sen op hol, doordat zij schrikten van een paar opstaande ladders aan een perceel aan de Bakkerijstraat. Ze renden met den wagen achter zich door de Noordstraat tot het hek afsluitende het terrein voor de affuitloods P!t, vY®r(f voor een gedeelte stuk geloopen' doch hierdoor waren de paarden ook tot stil stand gebracht. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. ,,.~7 Pe belangstelling van de zijde van het pu bhek der raadszitting j.l. Zaterdag was grooter dan ooit. Men verdrong zich om een plaatsje op de niet ruime publieke tribune te veroveren. Toen de stemming was afgeloopen, die liet vroeger genomen besluit bestendigde, stroomde het pubhek naar buiten en daar kwam het debat tusschen voor- en tegenstanders los. Een der requestranten tegen de stichting dor H. B. S. vergat zich daarbij in het vuur van den strijd zoodanig, dat hij den waarne- menden burgemeester, den heer Visser, een schoft" noemde, omdat deze zou hebben" ge tracht hem zijn brood te ontnemen. Er'werd proces-verbaal van opgemaakt. Met ingang van 18 April wordt de heer H. Verhulst, kapitein der vestingartillerie al hier, gedetacheerd naar de legerplaats bij 01- debroek (Veluwe) tot het volgen van een'cur sus bij de artillerie-schietschool. Behalve dc gewone onderhoudswerken en hot herstellen van de voorloopig tegen uitbrei- ding voorziene stormschade van 30 September j 1911, welk een en ander samen is geraamd op f 9400 is door den dijkraad van den calam polder Nieuw Neuzen voor het metlMeia.s. aanvangende dienstjaar 1912/13 nog ontworpen eene verhooging en verzwaring van den zee dijk over 730 M. lengte aan het einde van dezen dijk, met de daarmede samengaande op- trekking en uitbreiding der steenglooïing, waar van de kosten zijn geraamd op f 20.000. Driewegen. Eene vrouw, die zich j.l. Zondag ter kerk begaf en nabij de stad gekomen wilde uitwijken voor aankomende rijtuigen en fietsen, had het ongeluk daarbij te struikelen over een stompje van een afgebroken paal, waarbij zij zich zoodanig bezeerde, dat zij bloedend en met gezwollen hoofd bij een familielid binnen kwam en nog Maandag het bed moest houden. Axel. Hedenmiddag om half drie vergaderde de Gemeenteraad alhier. In het volgend nummer hopen we het be langrijkste van deze vergadering rrfÊde te deelen. We ontvingen uit Axel een verslag van een Zaterdag aldaar gehouden vergadering van Patrimonium, Vrijdag hopen we dit op te nemen, Bij Kon. besluit van 7 dezer is benoemd tot lid van het bestuur der visscherijen op de Zeeuwsche Stroomen, voor het district Zee land, bezuiden de Wester Schelde, de heer J. F. A. M. van Waesberge te Hulst. Zaterdagavond omstreeks zes uur ont stond te Breskens door onbekende oorzaak brand in de dubbele landbouwschuren toebehoorende aan den heer J. M. II. van de Sande-Monjé. In korten tijd stonden beide schuren in lichte laaie. Onmiddelijk was de brandweer tegen woordig, doch er was niets tegen de vlammen zee uit te richten. Gereformeerde Kerken. Beroepente Bunschoten J. C. Brussaard te Tienhoveu. Bedanktvoor Tliolen door A. G. H. Schip pers te estzaan voor Ridderkerk door E. J. Wientjes te Krimpen a/d Lek. Ned. Hervormde Kerk. Beroepente TielW. Bax Jr. te Sant poort Bedankt voor Waddingsveen door A. v. d. Sluis te Huizen; voor Oude Tonge door J. P. Pauwe te Bennekoui voor Ooster Nijkerk door H. WTh. Jansen te Werkhoven. De Chr. Jongelingsvereeniging „Onze lmlpe zij in den naam des Heeren" vergadert a. s. Donderdagavond om 8 uur in de consistorie kamer der Geref. Kerk in de Nieuwstraat alhier. Gemeenteraad van Ter Neuzen. A Zitting van Zaterdag 9 Maart 1912. Voorzitter de heer A. Visser, waarnemend Bur gemeester. Voorts aanwezig alle leden, benevens zeer veel belangstellenden. Na opening der vergadering leest de Secretaris de notulen der voorgaande vergadering, welke be houdens een enkele aanmerking van de heeren Drost en Eijke worden goedgekeurd. De Voorzitter zegt, dat deze vergadering uitge schreven is naar aanleiding van een verzoek van de raadsleden De Bruijne, De Jager en Scheele. liet verzoek is van den volgenden inhoud Ondergetekenden, lid van den Raad, hebben, op grond van art. 40 der Gemeentewet, de eer Uw College te verzoeken eene vergadering van den Raad te beleggen, zoo mogelijk nog in deze week Zij doen dit verzoek om de volgende redenen: Sedert de laatst gehouden vergadering van den Raad is gebleken, dat van alle zijden verzet komt tegem het besluit tot oprichting eener gemeentelijke een request, thans ingediend tot betuiging van adhaesie aan het in de vorige zitting behandelde, bewijst, dat het meerendeel der kiezers zich heeft verklaard tegen de voorgenomen stichting op de wijze, zooals B. en W. die hebben vastgesteld De ondergeteekenden zijn van oordeel, dat op het standpunt van de meerderheid van den Raad die de plannen van B. en W. goedkeurde, het niet raadzaam moet geacht worden, het genomen besluit uit te voeren en deze meerderheid dus op prijs zal stellen te kunnen medewerken tot intrekkum) althans tot schorsing van dat besluit. Weshalve ondergeteekenden uw College verzoeken den Raad ten spoedigste in de gelegenheid te stellen de al- of met uitvoering van bedoeld besluit in nadere overweging te nemen. Het bedoelde request was onderteekend door L. v. d. Lubbe en 87 anderen." De X oorzitter vraagt of iemand het woord ver langt. De heer De Jager, het woord verkrijgende, biedt allereerst zijne verontschuldiging aan, dat het ver zoek niet is gericht aan den burgemeester, wat in dezen had belmoren te geschieden, doch aan B. en W., en zegt daarna het volgende: M. de V Waarom een vergadering aangevraagd Ik wil trachten dit even uiteen te zetten. Ten eerste Bij elk belangrijk plan, dat aan de kas der gemeente groote offers vraagt, worden overal en steeds de plannen met begrooting voor- zien van de noodige toelichting, vooraf ter kennis van de leden gebracht, opdat men na kalme over weging over de plannen kan beslissen. Is dit bij de behandeling der zaak in de verga dering van 28 December j.l. geschied? Immers neen Nadat het plan reeds was goedgekeurd, is men onverwachts in de laatstgehoudene vergadering- met cijiers gekomen. Deze konden, staande die vergadering niet gecontroleerd worden. We werden eenvoudig overvallen en overbluft. Wij meenen zelfs te moeten betwijfelen of in de vergadering van 28 December cyfers konden genoemd worden. Thans is er gelegenheid die cijfers, en alzoo den nnanciëelen toestand te overzien. Daarom behoorde o. i. ook eerst een beslissing genomen te worden over de vorengenoemde plannen. Ten tweedeIntusschen is van alle zijden verzet gekomen tegen den bouw eener gemeentelijke H. B. S. Was het slechts van antirevolutionaire zijde, dat dit verzet kwam, neen, mijne heeren. Volbloed vrijzinnigen keuren de handeling in deze zaak ten j eenen male af, en zullen niets liever wenschen, dan dat het besluit, hoe eerder hoe beter, inge trokken worde, ziende op het financieel offer, dat gebracht moet worden. Bij dat verzet zijn argumenten aangevoerd, die o. i. zoo steekhoudend zijn, dat wij ten zeerste be vestigd blijven, in onze overtuiging, dat het ge nomen besluit niet is in het belang der gemeente en daarom dient te worden ingetrokken. Ten derde: Ons plaatsende op het standpunt, door den heer Drost in de vorige vergadering in genomen, toen hij zeide Zoolang de Raad Raad is, d. w. z. de meerderheid der kiezers vertegenwoordigt, (wij willen liier uitdrukkelijk verklaren, dat deze beschouwing niet onze overtuiging omtrent dit punt uitdrukt) hebben wij gemeend, dat de meer derheid van den Baad, die zich homogeen gevoelt m^t den heer Drost, in verband met het thans in gekomen adres, gaarne de gelegenheid zou hebben, op zijn besluit terug te kunnen komen. Ten vierde: Wij waren van oordeel, dat het voor ons^ gemakkelijker was, deze buitengewone vergadering aan te vragen dan voor de vrijzinnige meerderheid, en wij hun "daarmede zelfs een dienst zouden kunnen doen. Vandaar onze aanvraag, die hiermede, naar wij vertrouwen, genoegzaam gerechtvaardigd is. Ten vijfdeThans nog eene beschouwing over de in de vorige vergadering genoemde cijfers en den nnanciëelen toestand der gemeente. De heer Drost, uitgaande van de onderstelling, dat de belastingen in Ter Neuzen niet laag zijn, geeft ons een kijkje betreffende de heffingen der H. O. van de jaren 1890 tot 1910, en zegt, dat in die jaren die omslag is verhoogd met 25Q °/0, maar vergat daarbij op te merken, dat de bevolking sedert 1890 ook dermate vermeerderd is, dat dien tengevolge de totale opbrengst kon bereikt worden. Voorts wordt melding gemaakt dat, wanneer we van de leening van 1907 maar aflossen, hetgeen wij verplicht zijn, n.l. f250, in plaats van f1250, hiermede f 1000 vrijkomt. Is de heer Drost ver geten, dat hij en zijne medevrienden juist die schuld ten spoedigste wilden delgen, omdat beweerd werd, dat daardoor het materiëel der beerruiming zoo vlug mogelijk zou betaald zijn Was dat geen oorzaak dat de kosten der beer ruiming werden teruggebracht op f 1,26 per keer voor de hoogste klassen Vond bovendien die vlugge aflossing niet hierin hare oorzaak, dat er vrees bestond, dat het beer- ruimingsmateriëel reeds spoedig zou zijn versleten Ofschoon wij er niet mee bekend zijn in hoeverre er reeds beduidende slijtage is, weten we toch reeds uit de mindere inschrijvingssom van den aannemer der faccaliën, dat er eene schadepost zal zijn van jaarlijks 400 gulden, op het cijfer van de opbrengst van den beer zelve. Een niet voorziene tegenvaller Men leze slechts de raadsverslagen uit de dagen toen de zaak der reuklooze beerruiming aanhangig was. Ook dient er op gelet te worden dat tengevolge der oprichting van de R.-K. school jaarlijks A f 600 minder schoolgeld zal verkregen worden. Verder wordt genoemd de post van f1000, die niet meer betaald moet worden aan Westdorpe, benevens een post van f500, hoofdstuk 13, Art. 1, wat te samen f 1500 bedraagt. Waar dit bedrag genoemd wordt voor de exploitatie der II. B. S., is de vraag toch zeker wel gewettigd of er geen andere zaken meer te doen zijn, die dringende verbetering behoeven, en zoo niet, was het dan niet beter, dit bedrag tot aflossing te ge bruiken of de 85 opcenten op het personeel terug te brengen tot 75 of nog minder. Dat zou ten minste leiden tot verlichting der belasting voor onze inge zetenen. Hierna volgt een berekening der aflossing, zoo oppervlakkig mogelijk becijferd. Juist in de jaren, dat de gebouwen en het ameu blement het minst aan onderhoud kosten, dat de leermiddelen zoo geed als geene vernieuwing be hoeven, wordt eene kleine allossing voorgesteld. Wel juicht de heer Drost, dat in 1922 de anuiteits

Krantenbank Zeeland

Luctor et Emergo | 1912 | | pagina 2