Antirevolutionair
voor
nieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Uit de Pers.
Biimeiilaiidsch Nieuws.
Biiitenlandscli Overzicht,
FEUILLETON.
Johannes Ghrysostomus en zijn moeder.
No. 883.
Zaterdag 20 Januari 1912
9* Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,—. Franco
per post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H, LITT001J Az. te TER NEUZEN.
ADVERTENTIËN:
Van 1—4 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
V Aaneensluitingspogingen.
In de Vrijzinnig-democratische kiesvereeni-
ging in Den Haag was Woensdag aan de orde
een voorstel van 14 leden, luidende
„De algemeene vergadering van de Vrijzinnig-
Democratische Kiesvereeniging te 's Graven-
hage
overtuigd, dat het ook met het oog op de
kracht der aaneengesloten coalitie van partijen
der rechterzijde hoogst wenschelijk is, dat het
bij de onderling verdeelde partijen van vrij
zinnige richting zoo spoedig mogelijk tot samen
werking kome
noodigt het bestuur uit, stappen te doen,
die kunnen leiden tot een overleg met de
zustervereenigingen hier ter stede, waardoor
een samenwerking bij de e. v. verkiezingen
voor Gemeenteraad, Staten en Kamer mogelijk
wordt
en over dit overleg ten spoedigste, liefst in
de e. v. vergadering verslag uit te brengen."
Dit voorstel lokte een uitvoerig debat uit.
De voorzitter, mr. L. N. Roodenburg, deelde
mee dat het bestuur de opdracht aan het
bestuur, nedergelegd in de motie, niet zal
kunnen aanvaarden. De bedoelde stappen zou
deze kiesvereeniging, voor zoover het de alge
meene politiek betreft, niet kunnen doen. In
dit opzicht doet men verstandig af te wachten
wat het resultaat is van eventueele onderhan
delingen tusschen de hoofdbesturen der ver
schillende vrijzinnige partijen. Maar ook voor
Den Haag zou het bestuur het zeer ouwen-
schelijk achten, een dergelijke opdracht te
aanvaarden. Het hoofdbezwaar zit hier in de
samenwerking met de vrije liberalen, die in
den grond min of meer conservatieven zijn en
die in Den Haag ook niet den invloed hebben,
die zij zich zeiven toeschrijven.
Er is alle reden voor de vrijzinnigen om in
Den Haag niet dien kant uit te kijken. Samen
werking met de Unie-liberalen heeft reeds bij
verschillende verkiezingen in Den Haag plaats
gehad en zal ook in de toekomst in speciale
gevallen kunnen geschieden, doch ook te
hunnen aanzien aanvaardt het bestuur een
algemeen bindende opdracht niet. Op de vrije
liberalen intusschen heeft de voorzitter het,
ook ten aanzien van gemeenteraadsverkiezin
gen allerminst begrepen.
Het voorstel werd vervolgens, na nog eenige
discussie, verworpen met 26 tegen 5 stemmen,
Onchristelijk.
In Patrimonium's Bode voor Amsterdam
lezen wij het volgende
Het is niet altoos noodzakelijk dat we,
al strijden we voor één zaak, het met
elkander eens zijn.
Het is zeer wel mogelijk dat we, van
Zulk een stoutheid zal den moedigen man
betaald worden gezet; en haar hovelingen, die
reeds lang naar een gelegenheid zochten om van
dezen berisper hunner goddelooze handelingen
zich te ontdoen, lieten niet na de Keizerin
hierin ter zijde te staan.
Als een loopend vuurtje ging daarom de
tijding door de stad „Chrysostomus zal ver
bannen worden
„Dat zal niet gebeuren!" roept het volk.
Honderden scharen zich voor de woning
des leeraars en bewaken die dag en nacht.
Zij willen hun leven voor hun leeraar op
offeren, slechts één woord behoeft deze dan
ook te spreken en er breekt een opstand uit.
De Keizerin beeft voor Chrysostomus, want
zij vreest zijn invloed op het volk.
Deze wil echter geen oproer, en om dat te
hetzelfde beginsel zijnde, toch niet over
een kwestie- hetzelfde denken.
Dat behoeft ook niet, daarvoor zijn we
menschen er moet dan ook eenige ruimte
van opvatting wezen.
Toch zijn er „grenzen" die men niet
overschrijden mag. Naar het ons voor
komt wordt dikwerf maar raak geschreven,
of zooals men wel eens zegt, schrijf maar
voor 't vaderland weg.
Zooals ieder wel begrijpen zal, lezen we
dikwerf in bladen van 'vakvereenigingen
artikelen, waar we het niet mede eens
zijn. Meestal kunnen we dan echter nog
begrijpen, de oorzaak van een dergelijk
artikel.
Wat we echter lazen in het blad Reho-
both van November 1911, het orgaan van
den Protestantschen Christelijken Metaal-
bew. Bond, gaat alle perken te buiten
En dat artikel komt schijnbaar nog wel
van de Redactie zelf.
Het is getiteld „Een dagelijksch onder
werp".
Het begint te verhalen dat vader om
12 uur vermoeid van zijn werk thuis komt.
Het eerste woord waarmede de vrouw des
hnizes hem ontvangt is; Wat ik je op
moet scheppen, weet ik nietalles is duur
en het weekgeld is karig.
Hard heeft vader moeten werken, maar
eten om zijn honger te stillen heeft hij
haast niet.
Is er dan geen uitweg Ja verhooging
van loon, maar wanneer die verhooging
komt, dan komt de huisbaas en vraagt
meer huur voor de schamele woning.
Hij weet geen uitweg. Stelen mag hij
niet, dan liever honger.
Maar zijn kinderen dan Moet hij dan
nog langer de jammerklachten aanhooren
Het valt hem zoo zwaar, de kinderen met
een half gevulde maag naar school te
moeten laten gaan. Hij kan er zich nog
wel doorslaan. Maar ook daaraan komt
een einde. Ook zijn lichaam heeft zijn
eischen en doet zich straks voelen als een
zwak menschenlichaam. Door ontberingen
uitgeput, ligt hij straks op 't ziekbed ter
neder. Zwakker en zwakker wordt zijn
lichaamhij kan niet meer van 't bed,
totdat de dood een einde maakt aan zijn
treurig bestaan, voor hem een verlossing,
voor zijn vrouw een nieuwe ellende.
Tot zoover het artikel.
We stellen allereerst op den voorgrond
dat ons wel gevallen bekend zijn waar
het zoo gegaan is, als in genoemd artikel
verhaald wordtzelfs weten we wel ge
zinnen waarin nog ontbreekt wat dooi
den schrijver van het artikel wordt ge
noemd, waar soms niets is van het eerste
noodige.
Dit zijn echter gevallen, die door V. H.,
de schrijver van het artikel„Een dage
voorkomen geeft hij zich vrijwillig gevangen,
Ijlings wordt hij weggevoerd.
Hadden de hovelingen en de lieeren hun
zin, dat de trouwe en godvreezende bisschop
was verbannen, niet alzoo het volk. Dit had
hem lief en treurde over zijn verlies. En ge
lijk in zoo menige episode ook in onze eigene
historie, blijkt ook hier, dat niet de lieeren,
de aanzienlijken, maar het eenvoudige volk de
steunpilaar was van recht en zedelijkheid in
de natie.
Het eenvoudige volk van Chrysostomns, dat
hem lief had, omdat hij het Woord Gods hoog
hield en zonder aanzien des persoons, de
zonden bestrafte, klaagde dat het zijn wel
doener, zijn vader verloren had.
Doch bij klagen bleef het niet. Chrysostomus
had niets schandelijks gedaan, had naar zijn
plicht gehandeld, toen hij de goddeloosheden
van de hovelingen en de aanzienlijken en zelfs
van de goddelooze Keizerin gispte, en daarom
was zijn verbanning ook onrechtvaardig, god
deloos niet Chrysostomus, maar de bestrijders
van het kwaad moesten gestraft worden de
Keizerin en haar medestanders hadden den
lijksch onderwerp", niet worden bedoeld.
Hij spreekt niet over een exceptioneel
geval, maar spreekt in 't algemeen.
De titel duidt het aan Een dagelijksch
onderwerp.
Voorts zegt hijVader komt thuis van
zijn werk.
Ten slotte schrijft hij over: een werk
mansgezin.
Volgens hem heerscht dus zulk een
toestand bij den werkman in 't algemeen.
Deze conclusie, we zouden kunnen schrij
ven, is voor aanvechting vatbaarbeter
is echter deze conclusie is onwaar.
De juistheid van ons beweren aan te
toonen, we achten ons ontslagen om dat
te doen. In 't algemeen gaat men vast
staande zaken niet nader verdedigen, om
dat men daarmede overtollig werk doet.
Wij zouden V. H. dezen raad willen
geven, ga eens 100 werkmansgezinnen
bezoeken, en zeg ons dan wat ge vindt
Geen weelde zult ge er vinden, maar
ook niet die armoede die gij voor onze
gedachten doet opkomen.
Zeker, V. H. zal dan wel eens een gezin
tegenkomen dat in tijdelijke armoede
verkeert, maar die gevallen kunnen, ja
mogen niet de maatstaf zijn voor V. H.
om daaruit te concludeereneen werk
mansgezin leeft in armoede voort, en de
verlossing is de dood.
We zullen niet ontkennen dat er nog
veel misstanden zijn.
Dat er in tijd van ziekte nood is, het
is een misstand.
Dat er in ouderdom nood is, het is een
misstand.
Desniettegenstannde is de teekening van
V. H. aangaande een werkmansgezin on
juist.
Onchristelijk schreven we boven dit
artikel.
We missen in het stukje van V. H. alles
wat we er gaarne in hadden gelezen, en
vinden er in, alles wat ons beangstigt
voor de toekomst.
Dergelijk geschrijf veroorzaakt ontevre
denheid omdat er altoos menschen zijn,
die meenen, dat zij het 't zwaarst hebben.
Iuplaats van God te danken voor de
vele verbeteringen die Hij in zijn alge
meene genade aan den werkman heeft
geschonken waardoor het velen mogelijk
is met eere door de wereld te komen,
gaat men heen, en strooit men met kwis
tige hand het zaad der ontevredenheid.
Zwaar is de verantwoordelijkheid van
de leiders der vakvereenigingen, ook van
hen die de leden door „geschrift" moeten
voorlichten.
Moge dit ook in Rehoboth gevoeld
worden
Dan zal er een leiding zijn, onder bid
dend opzien tot God, in dankbare erken-
trouwen Leeraar verbannen, opdat zij onge
hinderd in hun snood bedrijf konden voort
gaan, en daarom begon het volk in stee van
bij klagen te bljjven, zijn eischen te stellen in
naam van recht en redelijkheid, en openlijk
zijn verlangen uit te spreken, dat de edele
bisschop zou teruggeroepen worden.
De Keizerin weigert echter aan de stem des
volks gehoor te geven, en een oproer staat voor
de deur. De Keizerin blijft onverzettelijk, ook
al worden de gemoederen van het volk steeds
heftiger, en dreigt de vlam des oproers in
Constantinopel naar buiten uit te slaan.
Wat echter het volk niet vermocht, zou een
aardbeving doen. Plotseling namelijk dreunt
de aarde, en zelfs het Keizerlijk paleis schudt
op zijn grondvesten. De goddelooze Keizerin
wordt daardoor in haar consciëntie aangegrepen.
„'tls de wrake des hemels over mij, om
't aan Chrysotomus aangedane en door angst
gedreven, geeft zij bevel den Leeraar terug
te roepen.
Welk een blijdschap allerwegen bij de terug
komst van den leeraar; Het volk, mannen,
vrouwen en kinderen trekken hem tegemoet,
tenis voor het goede wat God schenkt,
en in volkomen afhankelijkheid aan zijn
Wil.
Rehoboth is het aan haar naam ver
plicht.
Ruimte zal de Hecre maken, en zijn
zegeningen zullen niet uitblijven maar dan
moeten we strijden en lijden, naar Zijn
Wil, in Zijn Weg, en naar Zijn Woord.
's Gravenhage. Er loopen geruchten omtrent
eene teleurstelling van de hoopvolle verwach
ting, die de afwezigheid van H. M. de Koningin
op de hoffeesten deze maand gegeven alom
in den lande had opgewekt. Of hieromtrent
officiëele mededeel ingen openbaar zullen wor
den gemaakt, is nog niet bekend.
De Telegraaf verneemt nader omtrent
den toestand van H. M. de Koningin, dat zij
ongesteld is. Prof. Kouwer en Dr. Roesingh
bevinden zich in het paleis.
Dinsdagavond is Prins Hendrik in de hofstad
teruggekeerd en H. M. de Koningin Moeder
kwam ook nog laat aan het paleis. Er bestaat
echter veel kans dat de hoopvolle verwachting
niet te leur gesteld worden zal.
De Minister van binnenlandsche zaken
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat
de examens ter verkrijging van akten van be
kwaamheid voor huis- en schoolonderwijs in
de nuttige handwerken en in de fraaie hand
werken voor meisjes zullen aanvangen op 15
Februari e. k.
Gisteren zijn in het district Hilversum offi-
ciëel candidaat gesteld voor de Tweede Kamer
de lieeren II. Th. 's Jacob (C. H.), W. J. H. M.
de Jong (lib.), V. H. Rutgers (A. R.), ge
steund door de R. K., T. H. v. d. Naerden
(S. D. A. P.) en D. Wijnkoop (S. D. P.)
Bij de begrafenis van professor Valeton te
Utrecht werd gisteren door verschillende per
sonen het woord gevoerd. II. M. de Koningin
had een krans gezonden.
Dr. Kuyper zal 20 September van dit
jaar den dag herdenken, waarop hij vóór 50
jaar promoveerde tot theologiae doctor.
Met 35 tegen 4 stemmen heeft zich de Se
naat voor de ontbinding van de Kamer uitge
sproken. Dit was verwacht, daar do commis
sie uit den Senaat, in wier handen het voorstel
was gegeven, grootendeels bestond uit Jong-
Turken. Het is trouwens gebleken, dat de
Kamer niet bij machte was haar arbeid naar
om hem met gejuich de stad binnen te halen.
Bij zeer velen komen de tranen van blijd
schap en dankbaarheid in de oogen, nu zo hun
geliefden Leeraar terugzien. Bij zijn komst
binnen de stad kwam er aan het gejuich der
menigte geen einde.
Doch juist deze vreugd van het volk, maakte
de woede van de Keizerin des te meer gaande.
Ze zon op wraak. En zulks temeer, toen
bleek, dat Chrysostomus door zijn verbanning
volstrekt niet yreesachtiger tegenover haar was
geworden, maar voortging met in het openbaar
tegen hare zonden en die van het Hof te ge
tuigen.
Op allerlei wijzen zocht ze dien trouwen
dienstknecht Gods het leven te bemoeilijken,
en beraamde met haar medebedrijvers van
allerlei kwaad en goddeloosheid, zelfs het plan,
om hem op nieuw te verbannen.
Dit wist Johannes Chrysostomus en daarom
zeide hij openlijk van den kansel
„Wederom woedt Herodias en eischt zij het
hoofd Johannes".
(Slot volgt).
Inzending van advertentiën vóór 3 uren op den dag der uitgave.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIËN TE BEZORCtEN BIJ DEN UITGEVER.
3)
Candidaatstelling in Hilversum.
Begrafenis Prof. Valeton.
De crisis in Turkije.