Antirevolutionair
voor
Dieuws- en Advertentieblad
Zeeland.
Gemeenteraad.
Hier is de rekening.
FEUILLETON.
Johannes Chrysostomus en zijn moeder.
No. 882.
Woensdag 17 Januari 1912.
9e Jaargang.
ABONNEMENT:
Per drie maanden binnen Ter Neuzen ƒ1,Franco
fier post: voor Nederland ƒ1,10.
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaars, Postdirec
teuren en Brievengaarders.
Dit blad verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op Feestdagen,
bij den Uitgever D. H. LITT00IJ Az. te TER NEUZEN.
Inzending van advertentlën vóór 3 uren op den dag der uitgave.
ADVERTENTIEN:
Van 14 regels ƒ0,40. Voor eiken regel meer ƒ0,10.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
INGEZONDEN STUKKEN TE RICHTEN AAN DE REDACTIE; ABONNEMENTEN EN ADVERTENTIEN TE BEZORGEN BIJ DEN UITGEVER.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat eene Openbare Verga
dering van den Gemeenteraad is belegd tegen
Donderdag den 18 Januari 1912, des voormid
dags te 10 ure.
Ter Neuzen, den 16 Jan. 1912.
De Burgemeester voornoemd,
A. VISSER, Lu Burgemeester.
Neuzen's Raad besloot in zijn laatst gehouden
vergadering op voorstel van den lieer Drost,
„iets groots te doen, zonder op de financiëele
zijde der zaak te letten."
Van een zaken-man een ongewone wijze van
handelen, zal men zeggen.
't Is ook zoo, doch als men altijd op het
geld ziet, kan men nooit iets groots doen.
Toch zijn er onder de ingezetenen 't is
reeds van verschillenden kant gebleken ook
menschen, die vooraf graag eens de rekening
zouden willen zien.
Menschen, die er zicli over verbazen, dat
acht leden van den Raad den moed hebben
gehad, te besluiten tot de oprichting van eene
school, terwijl geen hunner ook maar bij be
nadering kan zeggen, wat dat zaakje kosten
zal.
Welnu, om hen tevreden te stellen, hebben
wij ons de moeite getroost, de begrooting voor
eene Gemeentelijke II. B. S. eens op te maken.
Wij geven deze in 't openbaar, dan kan elk,
die er aanmerking op heeft, daarvan het zijne
zeggen. We stellen voor hen, die fouten in
onze rekening vinden, gaarne ons blad beschik
baar.
Voor aankoop grond, stichting der gebouwen,
aanschaffing van ameublement, leermiddelen,
natuur- en scheikundige instrumenten, enz.
rekenen wij 50,000 gld.
Dat is tegen 4 een rente van 2000 per
jaar.
Men heeft voor een H. B. S. met 3-jarigen
cursus een 7-tal leeraren noodig, waarvan één
directeur.
Als 't een beetje meeloopt en men leeraars
kan vinden, die meer dan één vak kunnen
onderwijzen, heeft men aan 7 genoeg. Lukte
dit niet geheel, dan wordt het aantal grooter
en de rekening dus liooger.
We zullen echter voor 't gemak maar denken,
dat alles in dit opzicht van een leien dakje
gaat en ons bij 7 bepalen.
Bovendien zijn aan zulk eene school noodig
een amanuensis en een concierge.
In 1909 betaalde Vlissingen aan de 7 leer
aren en beide laatstgenoemde beambten aan
salarissen de som van f 13665.
Niet onwaarschijnlijk is het, dat in een af
gelegen plaats als Ter Neuzen de salarissen
van enkele der leeraren hooger moeten zijn
2)
Gaf het voorgaande ons reeds te zien, dat
Chrysostomus het rechte woord wist te spreken
op liet rechte oogenblik, niet minder bleek dit,
toen hij in Antiochië teruggekeerd, aan het volk
de boodschap des keizers overbracht.
Wat een schare in het kerkgebouw, dichter
dan ooitEn geen wonder, want men wist,
dat de bisschop iets bijzonders te zeggen had,
of beter nog een boodschap van den Keizer had.
Behoeft het dan ook nog gezegd, dat allen
tot snikkens toe waren aangedaan, toen hij het
genadewoord des Keizers hen overbracht, en hun
Leeraar, door wat hij had weten te bewerken,
nog meer in de liefde van het volk deelde.
Doch hoe wierp hij als een trouwen dienst
knecht Gods alle eer van zich af, om die alleen
aan den Ileere God toe te brengen.
dan in eene stad als Vlissingen. Doch, om
niet al te pessimistisch te schijnen, zullen we
dat ook maar huiten rekening laten en ons
bepalen hij bovengenoemde som.
Dan moet voor premies voor brandschade,
voor verzekering tegen ongevallen van leeraar
in de scheikunde en amanuensis en voor enkele
diensten van den concierge samen 80 gld. ge
rekend worden.
We rekenen voor onderhoud der gebouwen,
voor vuur en licht en onderhoud van ameu
blement evenals in Vlissingen, 600 gulden per
jaar.
En eindelijk is een aflos van 500 gld. zeker
niet te veel. Dan is de sclmld juist na een
eeuw gedelgd en wordt de post voor rente
ieder jaar 20 gulden lager. Voor die 20 gulden
kan men dan eens een leerling voor half geld
toelaten.
Als wij goed opgeteld hebben, is dat in 't
geheel een jaarlijksche uitgaaf van 17345.
En thans de inkomsten.
We zullen maar niet in rekening brengen,
dat men de eerste twee jaar, omdat de school
nog niet volledig is ingericht, een deel van
't geraamde schoolgeld en van de te ontvangen
Rijkssubsidie zal derven. Laat ons voor 't
gemak maar aannemen, dat dit verlies be
grepen is in de 50000 gulden van het stichtings
kapitaal, dan hebben we er verder geen last
van.
Men heeft gesproken van een schoolgeld
vau 100 per jaar. Dat is, als men rekent
wat het, aan de gemeente kost, niet te hoog
genomen. Doch wil men, dat er van de school
geprofiteerd zal worden door velen, dan zou
liet o. i. beter zijn, dit schoolgeld op ƒ60 per
leerling en per jaar te stellen. We vermoeden,
dat dit voor de gemeente met het oog op
het aantal leerlingen ook flnanciëel voor-
deeliger zal zijn.
In Vlissingen bedraagt het ook ƒ60.
Nu zullen we, om onze vroede vaderen niet
gfcheel wanhopig te maken, al weer niet rekenen
met vermindering voor 2e en volgende leer
lingen uit hetzelfde gezin. Dat doet men in
Vlissingen wel. Daar bedraagt dit ƒ45 voor
de 2e en volgende leerlingen.
Zpoals gezegd, wij rekenen maar met de
volle 60 gulden. Dan wordt het voor elk
leerling met boeken, enz. toch een kleine 100
gulden per jaar.
Hoeveleu zullen er nu gebruik van maken?
We zullen eens royaal zijn en ofschoon
niemand gelooft, dat ze er komen zullen
eens rekenen op 60 leerlingen.
Dat maakt per jaar ƒ3600.
Neem aan, dat de minister tegenover Ter
Neuzen even mild is als jegens Vlissingen en
7500 gld. subsidie geeft.
Volgens de wet kan Z.Exc. belangrijk minder
geven en ondanks het „kloeke" besluit van
Neuzen's Raad weet niemand nog, wat de
minister doen zal.
In elk geval, eene Bijzondere H. B. S. kreeg
er niet meer dan 5500 gld.
„Ik zie het, zoo luidde het uit zijn weispreken
den mond, dat ge mij de hand wel zoudt wil
len kussen en aan mijn voeten vallen, 0111 mij
te danken maar weet wel, dat mijn woord
op den Keizer niets had vermocht, indien God
zelf dat woord door Zijn Heiligen Geest bij
hem niet had aangedrongenipdien Hij zelf
hem het harte niet had geneigd, om genade
voor recht te doen gaan.
„Gij hebt mij lief, omdat ik voor u genade
bij den Keizer verkregen hebmaar hoeveel
te meer behoort ge dan niet Hem lief te heb
ben, Die genade verwierf hij God voor zondaren
als gij en ik.
„Gjj verblijdt u en kunt van dankbaarheid
uw tranen niet verbergen, omdat de Keizer u
genade heeft bewezen maar hebt gij u ooit
reeds zoo verblijd en is uw hart verbroken
geweest over de genade Gods in Christus Jezus?
„Gij hebt gebeden om genade te vinden bij
den Keizer, en gij hebt die verkregengaat
dan nu ook heen tot den troon der genade,
opdat gij ook daar genade moogt vinden ter
bekwamer tijd
We rekenen dus maar op ƒ7500.
Dat is totaal aan inkomsten ƒ11100.
Loopt dus alles mee en krijgen we 60 leer-
liugen, dan blijft er nog altijd voor de belas
tingbetalende burgers, of ze van de H. B. S.
profiteeren of niet, te betalen over ongeveer
ƒ6500.
Nu bedroeg de Hoofdelijke Omslag over
1911 ƒ30400.
Daarvan is ƒ6500 bijna 21.4 pet.
De Commissie meende dat elk I2V3 pet.
meer zou moeten betalen en dat liet gros der
ingezetenen dat er gaarne voor over zou hebben.
Wij adviseerden, dat ze die procenten zou
verdubbelen, om dichter bij de waarheid te
komen, en meenden, dat de vreugde over dat
meer betalen zoo heel groot niet wezen zou.
Wie zou in dezen gelijk hebben
Wie verlangt thans het woord over onze
begrooting
V Van scharrelen gesproken.
Bij het Tern. Volksblad was men niet erg
ingenomen met ons artikel van 6 Januari. Nu^
dat zal wel meer menschen overkomen zijn
we hadden trouwens niet anders verwacht.
E. staat tegenover, dat vele anderen ons
stuk met instemming hebben gelezen en ons
daarvan blijk gaven.
Dat de heeren van liet Tern. Volksblad niet
in hun humeur zijn over ons, bewijst dus nog
niets.
Zij hadden beter gedaan, indien zij onze
redeneering omver hadden gekegeld. Doch
eenmaal uit hun humeur zijnde, konden ze nog
niet eens goed lezen.
Zoo zegt men, dat wij scharrelen met het
getal van 17 leerlingen uit onze gemeente, die
elders middelbaar onderwijs genieten.
In ons artikel stond, dat iemand ons een
genoegen zou doen, indien hij ons van die 17
leerlingen een lijstje zond, want dat wij ze
met den besten wil niet konden vinden. We
konden er niet mee scharrelen, omdat we het
onmogelijk tot 17 konden brengen.
Doch onze bedillers zullen ons nu eens uit
leggen, hoe men aan die 17 komt.
Vooreerst gaan er twee op gymnasium.
Juist dit wisten we ook.
Daar moet ge dus al afblijven, want voor
hun doel doen ze met een H. B. S. niets.
Dan zijn er in den loop van 'tjaar enkele
11a al of niet goed afgelegd examen van ver
dwenen. Ons ook bekend.
Maar wat hebt ge aan leerlingen, die de
school verlaten hebben zouden we willen
vragen.
Voorts zijn er met September natuurlijk
weer enkele leerlingen die een H. B. S. voor
'teerst gaan bezoeken.
En als men nu de 2 van 't gymnasium dc
vertrokken leerlingen en de tegenwoordig nog
schoolgaande leerlingen bij elkaar telt, dan
komt men tot het getal 17.
't Kan niet uitblijven, dat een Leeraar, die
zóó zijn schapen bearbeidt, zich aangenaam
maakt in de consciëntiën dergenen, die hem
hooren. De liefde voor den trouwen dienst
knechts Gods was dan ook eenig, niettegen
staande hij ook telkens weer, wanneer dit
noodig was, met niets sparende gestrengheid
tegen heerscliende zonden te velde trok. Als
hij predikt, hangt een groote schare aan zijn
lippen zelfs Joden en heidenen luisteren naar
zijn treffende woorden. Mocht hij zich ook door
zijn vrijmoedig optreden vijanden op den hals
halen, daaraan stoorde de trouwe Godsgezant
zich niet, gelijk het vervolg leeren zal.
De roem van Chrysostomus dringt door zelfs
tot aan het Keizerlijke hof waar niet meer
Theodosius regeert, die door den dood is heen
gegaan, maar zijn zoon Arcodius.
Chrysostomus is de grootste redenaar van
zijn tijd en wordt daarom benoemd door Keizer
Arcodius tot bisschop der hoofdstad, van Con-
stantinopel.
Zijn gemeente verneemt dit met het diepste
leedwezen. Ze waren aan hem gehecht met al
Zie nu weten we waar ze zitten.
Natuurlijk is dit geen scharrelen met ge
tallen
Men had dit er bij moeten zeggen, toen
men den heer Vorsterman van Oyen zijn in
lichtingen meegaf.
Er zitten aan 't Volksblad toch snuggere lui.
Stel, ge zijt bakker.
Ge hebt den ontvanger tot klant.
Zijn voorganger was 't ook dat is er al twee.
Dan gaan er nog twee bij uw concurrent,
omdat ze uw brood niet kannen gebruiken.
Dat is er al vier.
Er is geen twijfel aan, ge krijgt op die
manier heel de stad op uw lijstje.
De rest van 't stukje is al van 't zelfde
allooi, dus gaan we er maar niet meer van
zeggen.
V Zondagsrust.
Als de verkiezingen in 't zicht zijn, worden
de anti-revolutionairen voorgesteld als men
schen, die anderen willen beletten, hun vermaak
te zoeken op Zondag.
Dan heet het, dat wij anderen willen dwin
gen, dien dag door te brengen, zooals we dat
zelf doen.
Allerlei schrikbeelden worden opgehangen
van den „Engelschen Zondag" dien we naar
't heet onzen medeburgers willen opleggen.
Een geheel leugenachtige voorstelling.
We verlangen alleen, dat wie kerk wil
houden, dit in de kerk doet.
En dat wie muziek wil maken of zich op
andere wijze amuseeren, dit ook op eigen
terrein doet.
Mits men do openbare straat en het. publiek
terrein vrij laat, mag ieder, wat ons betreft,
den Zondag doorbrengen, zooals hij dit verkiest.
Dat moet ieder voor zich weten.
Alleen het publiek terrein blijvc vrij.
Hoe denkt men echter over den dwang
direct of indirect die sommige werkgevers
onzen bootwerkers aandoen, om op Zondag te
werken
Onlangs hebben we daarop ook reeds ge
wezen,
En nog steods worden in den laatsten tijd
de menschen verplicht op Zondag de een of
andere boot te lossen.
Juist den eenigen dag, waarop deze huis
vaders eens in den kring van hun gezin kunnen
verkeeren, wordt lmn ontnomen.
En al- moge de arbeid op Zondag extra be
loond worden, de zedelijke schade, die hierdoor
aan tal van gezinnen wordt toegebracht, kan
met geen geld vergoed worden.
Om van godsdienstige bezwaren nog maar
te zwijgen.
Zou 't werkelijk zoo'n ramp wezen, als men
hier den zoogenaamden Engelschen Zondag
kreeg
de liefde van hun hart, en konden aan zijn
vertrek niet denken. Ze wilden hem bij zich
houden. De Keizer evenwel vreezende dat ze
Chrysostomus met geweld zouden verhinderen
naar Constantinopel te verhuizen, liet hem
heimelijk ontvoeren en naar zijn hoofdstad
brengen.
Nu is dan de Godvreezende Leeraar te Con
stantinopel, de zetel van het weelderige en
lichtzinnige hof. Ook hier is hij dienstknecht des
Allerhoogsten. Hij wil niet anders zijn, wat
daarvan ook de gevolgen mogen zijn. Hij vreest
niemand dan den Ileere zijnen God alleen.
Velen eeren hem als een gezant Godsan
deren echter ergeren zich aan zijn eenvoud,
aan zijn oprechtheid, aan zijn godsvrucht.
Zonder aarzelen en zonder aanzien des per-
soons bestraft hij de zonden der aanzienlijken
ja zelfs ontziet hij zich niet de uitspattingen
der goddelooze Keizerin Eudonia te gissen.
Dat is te veel voor de trotsche vorstin.
(Wordt vervolgd).