De Oud Rotterdammer - - Krant voor de 50-plusser
Dinsdag 3 februari 2009
pagina 25
Politieschool
Wellicht zijn er kinderen of kleinkinderen die hun vader of opa op bijgaande
foto's herkennen. De grote groep is de eindexamenklas 1949 van de politieschool
Rotterdam. De andere van de bezetting voor de politiepost op de Floriade eveneens
in Rotterdam. Op de eerste rij op de hoeken de heren Kalma en Fonckert. Was een
leuke tijd in het Park met heel wat nieuwe ervaringen.
ThcoArntz
thp.amtz@tiscali.nl
The Driftin' Fellows
In de 'De Oud-Rotterdammer' heb ik
elke rubriek van 'Beat aan de Maas'
doorgespit, in de hoop die éne naam
tegen te komen. In de krant van 9 de
cember 2008, jaargang 4, nr. 25, gebeurt
dat. 'Beat aan de Maas' gaat deze keer
over The Driftin' Fellows. Ik bekijk de
foto en herken hem meteen. Hij IS het.
Hij, die lange Hans van Houwelingen.
Sologitanst
De mbriek 'In het spionnetje' heeft
eveneens mijn onverdeelde aandacht,
want ik heb in dezelfde buurt (Delfsha-
ven/Bospolder) gewoond als Aad van
der Struijs. Wat blijkt? Aads' vader had
in zijn slagerij een snijmachine van
'Van Berkel'.
Nu kan men zich afvragen wat die
'The Driftin' Fellows' en 'Van Berkel'
met elkaar hebben, Het antwoord is
NIETS! Echter, wanneer (meer: als)
Hans van Houwelingen dit leest, zal
zijn belangstelling gewekt zijn Denk ik
tenminste.
Hans en ik hebben tegelijkertijd korte
tijd bij 'Van Berkel(s Patent)' aan de
Keileweg gewerkt (of hij liep stage).
In hetzelfde fabnekskantooitje. Hij, de
techneut, boven bij de 'bazen', ik, de
pennenlikker, beneden als assistent-
detailplanner.
We waren in 1964 even oud (zijn dat,
klaarblijkelijk en gelukkig, nu nog) en
'vonden' elkaar. Hans was wat serieuzer
dan ik, maar hij was (en naar ik hoop: is
nog steeds) een vriendelijke, goedlachse
bink(man). We maakten plezier met en
om elkaar en kwamen over muziek te
praten. We bleken allebei de muziek
van de Shadows te kunnen waarderen
en waren daar ten opzichte van elkaar
eerlijk verbaasd over. Hij vond mij meer
een 'Elvis'figuur, ik had hem meer in
het 'serieuze' genre geplaatst.
Die 'lange' -ik was maar 1,66 en hij
was toen al 'minstens' 1,90- beweerde
dat hij gitaar speelde en met een band
optrad. Had ik nooit achter hem ge
zocht, want, zoals al opgemerkt: hij was
een weliswaar goedlachse, maar toch
serieuze techneut.
Op een keer, waardoor dat kwam weet
ik met meer. bracht ik Hans na een dag
'Van Berkel' achterop op mijn witte
Puch naar huis.
"Ik wil die 'Hank Marvin'-gitaar van
jou wel eens zien", zei ik toen hij
afstapte. "Kom maar mee", zei Hans.
Van het een kwam het ander en in zijn
kamertje tokkelde/speelde hij een num
mer van 'The Shadows'. Live. Voor mij
alleen. In dat kamertje van hem. En dat
deed hij toch zó fantastisch goed
In 1966 mocht ik helpen het vaderland
te verdedigen. De heb Hans nooit meer
gezien, maar héél vaak aan hem ge
dacht. Waardoor/Waarom blijft iemand
die ik maar héél kort 'gekend' heb in
mijn herinnering? Komt dat misschien
door die solovoorstelling? Of door zijn
goedlachsheid? Of
Ik heb GEEN behoefte aan een reünie of
herkennismaking. Bij De Oud-Rotter
dammer mijmer ik voor/in mezelf, maar
deze herinnering wilde ik wel even
'kwijt'. Door de laatste regels van deze
'Beat aan de Maas', die over vervaging,
neem ik aan dat Hans begrijpt waarom
ik GEEN 'reünie', zelfs geen contact
wil. We kénden elkaar niet. We hadden
met elkaar te maken
Sinds de rubriek 'Beat aan de Maas'
in de krant verschijnt ben ik op zoek
geweest naar die éne naam en heb hem
gevonden, compleet met foto. Dank u
wel.
P.J. Scholten
- Rigel 5
3297 VH Puttershoek
Geachte redactie,
Reeds enige jaren zijn wij, Anieta
Jaap van der Klooster, woonachtig in
het mooie Spanje, aan de Costa Ma-
resme. Deze niet zo bekende Costa ligt
25 km ten noordoosten van Barcelona
en biedt een uitstekend woonklimaat.
Wij voelen ons hier dan ook zeer thuis.
Echter, geboren en getogen Rotterdam
mers, tekent zich ook hier afRotter
dammer ben je en blijf je. Elk nieuwtje
over Rotterdam wordt eerst bekeken
alvorens naar de rest van het nieuws te
gaan. Via mijn toenmalige secretaresse
(zij heeft het abonnement via ons bedrijf
geregeld) bereikt ons met de regelmaat
van een Zwitsers uurwerk De Oud-Rot-
terdammer. Welk een genoegen... Alle
plekjes waaraan de Rotterdammer zijn
eigen herinneringen heeft, en dus ook
wij, gaan we in gedachten terug naar die
prachtstad als we de krant opslaan.
Wij willen u vanuit Cabrils (BCN)
feliciteren met dit fraai stuk werk. De
foto's, Gerard Cox (vaak ouderwets op
dreefen de stukjes doen ons plezier.
Wij hopen van ganser harte dat De Oud-
Rotterdammer net zo oud mag worden
als de stad...
Anieta Jaap van der Klooster
Vuurbal Hyacinthstraat
Dit is géén 1 aprilmop, maar waar ge
beurd. In de nacht van 1 april 1951, om
circa 02.00 uur, kwam een vuurbal door
de Hyacinthstraat en vernielde heel veel
ruiten. Onder meer bij slager Van der
Meij. kruidenierszaak Jo. Hoek en ook
bij ons. Destijds woonde ik in de Hya
cinthstraat op 24b, De stoepranden van
de Primulastraat werden vernield. Ook
de radioantennes werkten niet meer. De
vuurbal kwam ketsend via de muren van
de Lange Hilleweg terug in de singel.
Bij navraag is gebleken dat meerdere
personen hierv an op de hoogte waren.
In de media is daar echter mijn inziens
geen informatie over bekend. Graag zou
ik bevestiging of andere mededelingen
ontvangen van personen, die dit feit ook
mee hebben gemaakt.
Annie Wigman-van der Bijl
Tibullushof 61
3076 XN Rotterdam
ruwiro@bigfoot.com
Heerlijk verhaal
Wat heerlijk om het verhaal van Fred
Wallast te lezen over mijn geboor-
tebuurt, toegespitst op de ijspret. Ik
ben van 1940 en we woonden in de
Ridderspoorstraat. Dat is in 1941
veranderd in Azaleastraat, omdat bij
de inlijving bij Rotterdam bleek dat er
in zuid al een straat van die naam was.
Mijn hele jeugd heb ik doorgebracht
in de zo voortreffelijk geschetste sfeer.
Aanvulling op het verhaal is misschien
overbodig, maar toch wil ik wat over
die plassen toevoegen.
Wij bonden onze schaatsen zelden
onder op het water langs de Ringdijk
(was dat de Schiebroekse Smgel?) en
al helemaal met meer toen een vriendje
(Rob van Herk) daar z'n dijbeen brak
door in een scheur vast te komen zitten.
Wij liepen eerst naar de Klokplas om
daar te beginnen met schaatsen. De
Klokplas heette naar de familie Klok,
die een haventje had (jachthaven is wel
een erg grote naam) waar je ook kano's
en roeiboten kon huren. De Klokkers
konden trouwens fantastisch zwieren; je
weet wel, afzetten, boog naar rechts en
dan weer naar links. Wat een stijl!
Schaatsend draaide je om het landje van
Voets, langs het Schapeneiland en dan
de Stormplas op. Rechts kon je naar
de Lommerrijkpias waar het inderdaad
altijd gezellig was. De polkebrok-
kensmaak raakt me nog, terwijl ik
die dingen al in geen jaren meer heb
geproefd. Bleef je op de Stormplas
dan kon je rechtdoor via de Roompot
rechtsaf naar de Hoogstraat en vervol
gens linksaf de Plaswijckplas op.
Daar staat nog altijd de toren waarop
de politie de beroemde rode vlag hees
ten teken dat het ijs gevaarlijk was.
Tuurlijk! Voor ons betekende het dat er
ijs lag en wij maakten zelf wel uit of het
gevaarlijk was. Stom, maar gelukkig
is er behalve natte kleding, nooit iets
voorgevallen.
Langs de Plaswijcktoren kwam je via
allerlei singels bij een hele lage brug
aan het eind van de Straatweg. Wie daar
nooit z'n hoofd heeft gestoten, heeft er
ook niet geschaatst.
Op de Voorpias reed je om het Hoef
ijzereiland heen om vervolgens met de
wind in je rug keihard naar de Prins
Bemhardkade te schaatsen. Dan moest
je wel over de ribbels in het ijs, want
een of ander sleepbootje moest en zou
altijd wel het ijs kapot maken over de
volle breedte van de Voorpias.
Ach ja, die plassen. Mijn vrouw (Bep
den Hoed) woonde ook in de Azale
astraat (niet alles watje ver haalt....en
met haar ouders zat ze de hele zomer in
een huis(je) op een van de eilandjes Ik
heb wat afgeroeid in de verkeringsjaren
en dat die winter van 1962-63 koud
was, weten we als geen ander. We zijn
nu bijna 46 jaar getrouwd, maar altijd
zal dit gebied bovenaan staan in onze
herinneringen.
Hans en Bep Schreutelkamp
Ouderkerk a/d IJssel.
Nieuw Zeeland
Sinds 1958 woon ik m Nieuw Zeeland.
In het weekeinde ontving ik van een
vriend (ook oud-Rotterdammer) enkele
uitgaven van de DOR. Een nieuwe
wereld ging voor mij open. Dc heb ze,
figuurlijk dan, verslonden. Na er drie
van gelezen te hebben, heb ik me direct
geabonneerd op dit ontzettend leuke
blad. Ik heb zoveel vragen, maar zal
daar maar even mee wachten, want
anders krijgt u direct al genoeg van mij
voordat ik goed en wel de eerste uitgave
in mijn bus heb.
Dus alles wat ik nu wil zeggen is dat
ik uitkijk naar heel veel nostalgie
en interessante artikelen over mijn
geboortestad. Mijn dank aan u allen
voor deze krant.
Met vriendelijke groet uit een zomers
Christchurch aan de andere kant van
deze aardkloot.
Yoka Saris (vroeger dus Joke, maar
die naam werd meer als een grapje
opgevat in dit Engelstalige land)
Haringkar Rijnhaven
Over oud-Rotterdam gesproken, deze haringkarfoto is van ongeveer 1920. Het zijn
mijn grootouders van moeders zijde (J. C. van der Velden) en het jongetje enn is
mijn oom Piet, toen ongeveer zeven jaar. Later heb ik er zelf ook nog in geholpen.
Dat moet m 1932 geweest zijn; ik ben van 1927. De haringkar stond op de Rijnha
ven tegenover de Korte Hillestraat. Hij heeft daar gestaan tot enige jaren voor de
Tweede Wereldoorlog. Na de oorlog is hij overgegaan in andere handen.
Piet van den Brand
Spijkenisse