mm
L'histoire se répète.... fi
De Oud Rotterdammer - - Krant voor de 50-plusser
Dinsdag 20 januari 2009
pagina 19
m
Op 10-12 jarige leeftijd kon ik dit Franse gezegde min of meer accentloos uitspreken.
Daarmee sprak ik dus de Franse taal! Dat ik ook wist wat de letterlijke betekenis was,
onderschreef mijn deskundigheid. Maar wat de geest van de woorden was, leerde ik pas
later. Een week geleden moest ik ineens aan dit Franse zinnetje denken. Heel Rotterdam
en de rest van Nederland nam kennis van protestdemonstraties in o.a. Rotterdam. De
protesten waren gericht tegen het gebeuren in de Gazastrook en met name Marokkaanse
jongeren lieten in niet mis te verstane taal horen, wat er naar hun mening met één van de
strijdende partijen moest gebeuren.
door Aad van der Struijs
Je behoeft geen deskundige te zijn op
het gebied van Nederlands strafrecht,
om te weten dat vele slogans die geroe
pen werden echt niet kunnen Ik moest
denken aan eindjaren '60 toen ik deel
nam aan optochten tegen de oorlog m
Vietnam. We mochten geen Johnson
moordenaar roepen. Neen, wij zwakten
het af tot Johnson..molenaar.
Nu in 2009 lopen er tientallen politie
agenten rond een protestoptocht mee.
Wellicht heeft iedere agent watjes in
de oren gehad tegen het geluid van de
spreekkoren, autoclaxons, wat vuurwerk
en meer lawaai. In ieder geval hoorde
geen enkele opsporingsambtenaar het
"Harnas, harnas..de joden aan het gas'.
En als een agent het wel hoorde, deed
hij helemaal niets. Hij liep toch mee om
de optocht te begeleiden? Daar hoort
toch geen optreden bij? En buiten dat,
het waren toch alleen maar Marokkaan
se jongeren die het tegen elkaar riepen?
Dat hun ouders en de jongeren zelf
misschien allemaal in Rotterdam zijn
geboren doet er voor de wetshandhaver
met toe. "Deze jongeren noemen zich
Marokkaan, dus zijn ze Marokkaan.
Daarover maak ik me niet druk."
De Rotterdammer die het allemaal zag
en hoorde, koppelde de laksheid van de
politie direct aan de tweede nationali
teit van onze kersverse burgemeester
Ahmed Aboutaleb. "Hij noemt zich ook
Marokkaan, dus daarom mag het poli
tiepersoneel niets doen." Zo'n gedachte,
zo'n opmerking is dommer dan dom!
Ik weet niet hoe Aboutaleb persoonlijk
over de handelingen van zijn jongere
'landgenoten' denkt, maar ik ben er
vast van overtuigd, dat de Nederlandse
wet en de in ons land geldende regels
en gewoonten door hem te bloed en te
zwaard worden verdedigd.
Dat ook een burgemeester zijn per
soonlijke meningen kent, leerde ik in
de jaren tachtig, toen ik de kersverse
minister van Cultuur, Recreatie en
Maatschappelijk Werk mocht intervie
wen over de tijd dat hij burgemeester in
onze stad was geweest. Ik heb het over
André van der Louw. Achteraf gezien
duurde het interview bijna langer dan de
hele periode dat hij minister is geweest.
Maar nu chargeer ik erg!
Pacifistisch Politieke Partij
In de jaren '60 hadden enkele zeer
kritische leden van de PvdA zich van
hun partij afgekeerd en de PSP in het
leven geroepen. Van der Louw had
zich binnen de PvdA al ingezet voor de
verfrissende beweging 'Nieuw Links'.
Maar zijn belangstelling en zijn mening
over de PSP waren altijd positief.
Toen hij dan ook in 1977 als Rotter
dams burgervader geconfronteerd werd
met de affaire Bouwe Kalma, heeft hij
- zo vertelde hij in het interview - het
er erg moeilijk mee gehad. Bouwe
Kalma was hoofdinspecteur bij de
Rotterdamse politie én fervent PSP-lid.
In 1977 had Kalma meegedaan aan een
demonstratie, waarbij geprotesteerd
werd tegen de dood van drie leden van
de Duitse Baader-Meinhoffgroep. In
de tocht door Rotterdam werd de leuze
'Hun strijd. ..onze strijd' geroepen. Ook
Bouwe Kalma deed daar aan mee!
De gemeenteraad was van mening, dat
een hoofdinspecteur van politie op deze
manier getoond had zijn beroep niet
waardig te zijn. Van der Louw werd, als
hoofd van de politie, opdracht gegeven
Kalma te berispen en hem een andere
baan aan te bieden. Voor de buitenwe
reld heeft Van der Louw destijds de taak
uitgevoerd, zoals het hem was opge
dragen: Kalma accepteerde echter geen
andere baan en heeft toen zelf ontslag
genomen In het interview vertelde Van
der Louw, die heel emotioneel werd
tijdens het besprokene, dat in de ge
wraakte periode zijn burgemeesterschap
aardig op de helling had gestaan. Van
der Louw was van mening geweest, dat
de door Kalma gedane uitspraken moe
ten kunnen in een vrij land. Daar heeft
een beroep dan mets mee te maken,
aldus André In het gesprek wilde Van
der Louw zelfs zo solidair met Kalma
zijn, om ook maar ontslag te nemen.
We kunnen vermoeden, dat hij door
'derden' van zijn besluit weerhouden
is. Na afloop van het interview vroeg
André mij het deel van het gesprek,
waarin de Kalma-affaire was besproken,
geheim te houden tot na zijn dood. Nu
de sterfdatum van Van der Louw alweer
ruim twee jaar achter ons ligt. kan ik
u zeggen dat het gehele interview te
beluisteren kan zijn bij het Rotterdamse
Gemeentearchief. Ik kan me niet voor
stellen, dat het GAR redenen weet te
verzinnen tegen openbaarheid.
En nu hoort u
het van een ander
In de decembermaand heb ik geschre
ven over mijn jeugdherinneringen voor
en tijdens de feestdagen. Voorvader
had de slagerij alle aandacht, voor
moeder was het het Leger des Heils.
Verleden week kreeg ik een telefoontje
uit het Friese Heerenveen. Aan de lijn
had ik de 92-jarige Wim Verrijk, die me
vroeg of mijn vader toevallig Gerrit was
geweest. Ik kon beamen, dat mijn vader
Gerrit heette. Of dat een toevalligheid
was geweest, kon ik niet zeggen.
Het bleek, dat Wim Verrijk als jongetje
van 6-8 jaar mijn vader had leren
kennen. Mijn pa was toen slagers-
fietsjongen en Wim herinnert zich nog
steeds, dat mijn vader op zijn bakfiets
op de tramrails kon rijden, zonder in het
gootje te belanden. Zo'n 85 jaar later
vertelde Wim Verrijk de fietscapriolen
van mijn vader op de Schiedamseweg,
alsof zij gisteren hadden plaatsgevon
den Ook was Wim zeer onder de indruk
van mijn vader en diens verloofde als
padvind(st)er. Die verloofde is later
mijn moeder geworden. Wim sprak over
de jaren dertig en roemde de inzet van
het verloofde paar met hun inzet. "Ik
heb toen vaak gedacht, laat mij ook zo
worden", zei Verrijk mij. Middenjaren
veertig is Wim Vemjk mijn ouders uit
het oog verloren. Hij wist zelfs niets
af van mijn m 1937 begonnen bestaan.
Indirect hebben mijn ouders toch in
vloed op Verrijk's verdere leven gehad:
hij is namelijk Leger des Heilsofficier
geworden en heeft vele jaren, met zijn
Harlingse echtgenote, als BO's in heel
Nederland mogen 'staan'
Het leek even toen
't Was me een dikke week geleden
wel een wintertje, hè? IJsbrekers door
de Delfshavense Schie. ziekenhuizen
die oscruren draaien in verband met
gebroken ledematen en hersenschud
dingen, schaatstochten over meren en
plassen....het kon niet op.
OK, ik moet verklappen dat het
allemaal voor mij té koud w as. Ook
lieten spieren en gewrichten het aardig
afweten, maar ik heb heerlijk genoten
(vanuit de auto). Vanaf het bruggetje
tussen Aelbrechtskolk en Voorhaven
maakte Willy Bakker deze foto. Voor
mij was het gelijk weer 1955!
Februari 1953
Over een week gaan mijn gedachten
56 jaar in tijd terug. Ik moet dan
denken aan - wat later ging heten - de
Watersnoodramp. Zware stormen en
een bijzonder hoog springtij lieten in de
nacht van 31 januari op l februari 1953
tientallen dijken breken. In Zuid-Hol
land, Zeeland en westelijk Noord-
Brabant Nederland was in rep en roer,
hoewel het buiten de getroffen gebieden
lang duurde voor iedereen van de ernst
doordrongen was. De communicatie
met het rampgebied was net zo ramp
zalig als de ramp zelf. Belachelijk was,
dat na de ramp een radiozendamateur
op het matje werd geroepen. Deze had
in de eerste februaridagen vanuit zijn
woning in Zierikzee met 'niet door de
PTT goedgekeurde' zendapparatuur
contact met hulpverleners in Nederland
gezocht. Ruim 1800 mensen kwamen
bij de ramp om het leven: 72.000
personen moesten geëvacueerd worden.
Vooral Rotterdam-zuid kreeg letterlijk
nadrukkelijk met de ramp te maken.
In de Oranjeboomstraat viel de enige
Rotterdamse dode.
Ook in de Beijerlandselaan, waar
normaal het Moordenaartje en de RET-
trams reden, kabbelde nu het water.
Voor mij was de Ramp een belevenis
eerste klasse. De werkte als jongste
bediende net zes weken bij Dagblad
Trouw in de Witte de Withstraat. Deze
krant had tienduizenden abonnees op
de eilanden. Alles werd daarom op alles
gezet om deze abonnees, waarheen
zij ook geëvacueerd waren, van hun
dagelijkse krant te voorzien. En als je
wist waar deze abonnees zaten, wilde je
ook graag weten wat men had meege
maakt. En die verhalen waren dan weer
leesstof in de krant. In de eerste week
van februari kreeg ik de Ahoy'-hal als 1
werkgebiedDe krant gaf ik daar graag
en veel weg. De geëvacueerde had
echter weinig zin om te vertellen, wat er
allemaal gebeurd was. Heel vaak zaten
zij in de Rotterdamse Ahoy'-hal in
angst over hun allemaasten en dierbaren
De tweede en derde week gingen we
met Trouw- en De Rotterdammerbestel-
auto's de Hoeksewaard in. Ondanks alle
ellende die men daar had meegemaakt,
was er toch een gevoel van berusting
en opluchting voelbaar. Men had het
overleefd; na deze tijden komen er weer
betere tijden, was het levensmotto.
Ik herinner me na al die jaren een café
in Numansdorp, was het op de Groene-
wegwaar men toen in staat was een
uitsmijter ham/kaas voor te schotelen.
dienunog KIK
van mij een
tien knjgt.
Spionneur
spionneqe@ditisrotjeknor.nl