Al 275 herinneringen op website voor slachtoffers watersnood Site wil doorgroeien als herinner j3aats De canon van Schouwen-Duiveland 4 1 FEBRUARI 2 B Nabestaanden eren 38 Schouwen-Duivelanders op 'online-monument' Van 38 Schouwen-Duivelandse slachtoffers van de watersnoodramp zijn tot dusverre persoonlijke herinneringen geplaatst op de website www.deramp.nl. Hieronder staan de desbetreffende personen. In sommige gevallen gaan herinneringen aan de overledenen vergezeld van een foto. Leendert Paulus Bolijn (Ouwerkerk, 1936). 1 Marinus Leendert Bolle (Oosterland, geboren in 1909). Johannes Jan de Bruine (Oosterland, 1905). Pieternella Francina de Bruine (Oosterland, 1940). Paulus de Reus (Nieuwerkerk, 1924). Maria Wilhelmina de Reus- Capelle (Nieuwerkerk, 1885). Frederik de Waard (Zijpe, 1901). 1 Cornelia Geertruida den Boer- van Rhee (Dreischor, 1917). Francina Pieternella Duijnhouwer (Dreischor, 1932). Hubertus Cornelis Gilden (Zierikzee, 1870). Johanna Cornelia Hendrika Hendrikse (Ouwerkerk, 1935). Jannetje Cornelia Hendrikse (Ouwerkerk, 1942). Adriaan Hendrikse (Ouwerkerk, 1901). Adriana Hendrika Hendrikse- Wandel (Ouwerkerk, 1900). Adriana Marina Hoogerland (Nieuwerkerk, 1926). Gerard Huigen (Zierikzee, 1953). Johan Kooijman (Nieuwerkerk, 1937). Leendert Kooijman (Nieuwerkerk, 1944). Cornelis Koopman (Nieuwerkerk, 1872). Cornelia Koopman-Hoogstrate (Nieuwerkerk, 1874). Jacoba Maria Rentier (Nieuwerkerk, 1949). Klasina Rentier-Kloote (Nieuwerkerk, 1903). Johannes Marinus Schot van Veen (Dreischor, 1931). Antonia Sies (Nieuwerkerk, 1950). Cornelis Johannes Smits (Ouwerkerk, 1885). Frederik Smits (Nieuwerkerk, 1924). Neeltje Stoutjesdijk-de Reus (Nieuwerkerk, 1912). Cornelis Timmerman (Nieuwerkerk, 1920). Marina Cornelia Uijl (Oosterland, 1939). Cornelis Uijl (Oosterland, 1932). Sara van Mourik (N ieuwerkerk, 1938) MariaJannavanderMale- Raamsdonk (Nieuwerkerk, 1882). Pieternella Catharina van der Straten-Berrevoets (Nieuwerkerk, 1925). Neeltje Martina van der Vin- Cashoek (Oosterland, 1877). Catharina Sara van Mourik (Nieuwerkerk, 1933). Pieter Adriaan van Mourik (Nieuwerkerk, 1928). Sara van Mourik (Nieuwerkerk, 1938) Wilhelmina van Mourik- van der Wekken (Nieuwerkerk, 1901). AndriesVane (levenloos geboren kind) (Nieuwerkerk, 1953). Jacomina Jannetje Wandel- Nederhand (Nieuwerkerk, 1866). OUWERKERK-Totnogtoe zijn op de speciale website ww3v.deramp.nl, een digitaal monument voor de 1836 slachtoffers van de watersnood in 1953, al 275 herinneringen geplaatst. Daarvan zijn er 38 gewijd aan ver dronken Schouwen-Duivelanders. Soms staat er een vrij uitgebreide levensgeschiedenis van een slacht offer op de site, soms blijft het bij een foto of twee hartverscheurende regels. De site begon in oktober 2004 en is bedoeld om persoonlijke herinneringen aan de rampslachtoffers een plek te geven en ze zo te bewaren voor volgende generaties. Maar behalve een gezicht wil initiatiefnemer Koert Davidse de overledenen ook een stem geven. Dat gebeurt in één van de nog ongebruikte caissons van het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk. Zodra de naam van een slachtoffer hardop is uitgesproken, zal daar het verhaal over hem of haar te horen zijn. Dit gesproken monument komt steeds dichterbij, verklaart Davidse. De oorsprong van beide initiatieven vloeit voort uit de documentaire 'De Ramp' die Davidse in 2002 maakte, in de aanloop naar het vijftigste herdenkings jaar van de watersnood. In deze film vertellen vijf vrouwen en drie mannen op ontroerende wijze hoe zij ternauwer- nood de ramp hebben overleefd. Daarmee legde Davidse hun getuigenis, hun mondelingen geschiedenis vast. Maar hij vondhet minstens zo belangrijk om de herinneringen aan de slachtoffers levend te houden en startte daarom samen met de nieuwe-mediamaker Roel Wouters het project '1835+1'. Deze titel staat voor het officiële dodental, plus die pasgeboren baby, die verdronk in Capelle en nooit de burger lijke stand heeft gehaald. De website die de beide mannen vervolgens opzetten, geholpen door Omroep Zeeland, is sober, maar doeltreffend. Zij bestaat uit 1836 donkerblauwe lijnen met daartus sen de namen van alle slachtoffers en - op alfabetische volgorde - hun geboorteplaats. Elke lijn is te vullen met een persoonlijke herinnering. Waar familieleden, kennissen of buren een anekdote, mededeling, kort verhaal of pasfoto achterlaten, wordt de lijn licht blauw. Drie jaar na de start blijken 275 slacht offers, onder wie 38 Schouwen- Duivelanders, te zijn 'ingekleurd'. „Het gaat met golven", zegt Koert Davidse over dit aantal. „Nu de herdenking er weer aan komt, worden er meer herinneringen op de site geplaatst." Het karakter van de herinneringen verschilt www.cleramp.nl. nogal, is zijn ervaring. „Sommige zijn feitelijk, andere emotioneel. Maar over het algemeen zie je wel dat bij heel veel mensen nog veel verdriet zit, ook na al die jaren." Een schrijnend voorbeeld daarvan is wat Huib van Wouwe (1941) schrijft over zijn overbuurman Cornelis Timmerman (1920) uit Nieuwerkerk, die tijdens de ramp overleed. „Ik herinner me Cees Timmerman, als overbuurman, nog heel goed", laat Van Wouwe weten. „Zelfwas ik met de ramp 11 jaar. Mijn herinnering aan Cees is het altijd mee mogen rijden, na schooltijd, met het rode biggen- vrachtwagentje langs de boeren om biggen op te halen; dat was zijn handel. Ik hoor ze nog schreeuwen! Bij de familie Timmerman heb ik ook mosselen leren eten. Het oprijpad naast hun huis was blauw-grijs van de mosselschelpen. Zelf heb ik de ramp overleefd, met mijn zus Corrie, toen 14 jaar. Wij dreven naar de brandweergarage aan de Burg. Bouwmanstraat en klommen daarop. Ook dreef Cees Timmerman zijn vrouw, Janna, daar aan. „Cees en de kinderen Ada en Corrie (baby) waren toen al verdronken. Mijn moeder, zus Jopie 19) en broer Piet (16) waren toen niet meer te zien; die dreven de duisternis in. Vanaf zondagmiddag een uur of vier hebben we op de garage gezeten en zijn toen al lopend door het water naar het dorp gebracht. Daar herinner ik me nog dat er paarden wild losliepen op het hoge deel van de Weststraat en de Ring. Met de vrouw van Cees Timmerman heb ik nog steeds contact. Wie toevallig iets weet te herinneren of weet hoe het vergaan is tijdens de ramp met mijn moeder, broer en zus reageer dan alsjeblieft. Wij weten niets!" Het project '1835+1' behelst nog een tweede deel: een gesproken monument in caisson 2. Davidse wil de watersnood slachtoffers hier een stem geven. Daartoe laat hij (delen van) de verhalen die op de website staan, inspreken door een acteur en opslaan in een computer. Zodra een museumbezoeker de naam van een slachtoffer in een microfoon roept, krijgt hij het desbetreffende verhaal te horen. Ook hiermee willen Davidse en Wouters voorkomen dat de slachtoffers voorgoed anoniem vervagen. Het audio-museum staat niet op zichzelf. De vier caissons zullen onderling met elkaar verbonden worden, zodat er één museum ontstaat. Dit maakt de verbou wingsplannen tamelijk bewerkelijk en veroorzaakt al jaren uitstel.Maar Davidse vertelt „dat de realisatie van het nieuwe „Sommige herinneringen zijnfeitelijk, andere emotioneel. Maar ovei het algemeen zie je wel dat hij heel veel mensen nog veel verdriet zit, ook na al diejaren." museum stapje voor stapje dichterbij komt". Volgens hem is „het grootste gedeelte van de financiering nu rond". „In de loop van februari wordt beslist of de verbouwing begint of nog even wordt uitgesteld. Maar het gesproken monument komt er beslist." De opening van het uitgebreide museum zal gepaard gaan met een grootscheepse promotiecampagne onder scholieren van 10 tot 15 jaar. Duizenden jongeren zullenbenaderd worden met het verzoek de website aan te vullen, door hun ouders, grootouders, ooms of tantes te interviewen. Zo'n campagne is eerder opgezet, maar kwam niet van de grond. Niet alleen Zeeuwse scholen voor basis- en voortgezet onderwijs worden erbij betrokken, ook de andere regio's waar zich de ramp afspeelde, in Zuid-Holland en West-Brabant. Gehoopt wordt dat de kinderen massaal herinneringen weten te ontfutselen aan nabestaanden van watersnoodslacht offers. Davidse en Wouters zijn ervan overtuigd dat de scholieren zullen slagen. Door het leeftijdsverschil kunnen kinderen makkelijker verhalen los- kweken. Die verhalen hoeven niet per se over de rampnacht te gaan. Davidse: „Het mag ook over de schooltijd van rampslachtoffers gaan, hun werk of over het leven in het dorp. Als ze maar een gezicht krijgen." Vertrouwd als zij toch al zijn met internet, is het voor de scholieren vervolgens een kleine moeite de verzamelde herinnerin gen op de website te plaatsen. Behalve naar scholieren gaat er straks ook promotiemateriaal naar bibliotheken en verzorgingstehuizen, allemaal in de hoop „een enorme laag mensen aan te boren." opvallend OPVALLEND BrArGWII/ERING BOJW'°RO|ftbordtn DlSPIAYS GEVEL/UCH PFCLAME Reclamebo^pïn i/ Bruinissf 0111 4S5 '<85 www imcsignmakers.ni VACATURES VACATURES VACATURES VACATURES VACATURES VACATURES R e s t a u|r a n t "De Beuze Zoekt per direct, een vlotte, flexibele en enthousiaste medewerker(ster) voor de bediening Wij bieden een jaarbetrekking op basis van 35 uur per week. Waarin met een vast rooster wordt gewerkt. In de horeca opgedane ervaring heeft een pré. Voor deze vacature kunt u uitsluitend schriftelijk solliciteren, uw brief met cv naar: Restaurant "De Beuze" Havenplein 7 4301JD Zierikzee Voor een kijkje in het bedrijf zie www.debeuze.nl is een grote campingsupermarkt in Renesse. Service en vriendelijkheid zijn onlosmakelijk verbonden aan onze zaak. Voor het komend seizoen, medio maart - medio oktober, zijn vrij op zoek naar gemotiveerde MEDEWERKERS m/vj wij zoeken zowel fulltimers als parttimers weekend en/of vakantiemedewerkers kassa ervaring is een pré maar niet verplicht. I Meer weten? Bel of mail: Jos Kempen, 0111 -461653 of josk.empen@zeelandnet.nl REKRA Hoogenboomlaan 7a 10S KEMPEN 4325 DB Renesse VACATURES VACATURES VACATURES VACATURES VACATURES VACATURES De kerken (twaalfde eeuw) In de middeleeuwen toen het eiland beveiligd was tegen het water, de bevolking groeide en overal op de eilanden Schouwen, Duiveland, Dreischor enBommenede dor pen waren ontstaan, kwam er een andere behoefte. De bewoners, die zich her en der hadden gevestigd, waren christenen. Zij wilden hun God dienen en eren. Daarvoor hadden ze kerken nodig. De oudste kerken op Schouwen waren die in Burgh, Haamstede en Zierikzee. Van die drie lijkt die van Burgh de oudste te zijn omdat deze waarschijnlijk uit de achtste eeuw dateert. Die van Zierikzee dateert in ieder geval uit de tiende eeuw. Deze kerk was aanvankelijk het eigendom van de Sint Baafsabdij in Gent. Het is een her ring aan de Vlaamse invloed in de vooraf gaande periode. Op Duivelandis de oudste kerk vermoedelijk die van Ouwerkerk. De stichting van kerken verliep in de daarop volgende periode explosief. Dat lag vooral aan de bevolkingsgroei en de gestegen welvaart. Schouwen telde in het begin van de twaalfde eeuw hooguit drie kerken. Een eeuw later waren dat er op de eilanden ongeveer twintig. Dat de afstand tussen sommige kerken enkele kilometers was, illustreert nog eens de bevolkings toename. Maar ook het vertrouwen in de toekomst dat velen bezield heeft om, naast de bouw van hun eigen woningen, over te gaan tot de bouw van deze godshuizen. Nieuwe kerken werden vanuit bestaande gesticht. Zo ontstond een moeder- dochterrelatie. De kerk van Zierikzee werd de moeder voor de kerken van Kerkwerve en Brijdor pe. Waarschijnlijk is de laatste rond 1100 gesticht. Als vijfde kerk in ouderdom moet waarschijnlijk die van Zuidkerke in het verdronken Zuidland worden aangewezen. Van deze vijf kerken stammen de andere af. Brijdorpe was de moeder van Eikerzee, Looperskapelle en Klaaskinderkerke. Ellemeet was de dochter Eikerzee. Van Kerkwerve zijn de kerken van Duivendijke, Nieuwerkerke (Schutje) en Rengerskerke afgesplitst. Duivendijke was de moeder voor Brouwershaven. Noordwelle, Renesse, Serooskerke en Koudekerke stammen af van Haamstede. Burgh was de moeder voor Westen- schouwen. Op Duiveland was een soort gelijk proces aan de gang waarbij het begin lag bij Ouwerkerk. De Engelse monnik Bartholomeus Anglicus zag het in de dertiende eeuw met genoegen aan toen hij over de Zeeuwen schreef dat het een 'groot volck, starck van lichaam' was 'ende gaet gaern te kerken'. De inwoners konden voor het stichten van een kerk het initiatief nemen, maar ook de ambachtsheren en vaak waren het die beiden. De rol van de ambachtsheren is terug te vinden in de namen. Jackenkerke, Simonskerke en Brieskerke, dochterkerken van Zuidkerke, waren genoemd naar de personen die nauw bij de kerkstichting betrokken waren. Hetzelfde was het geval met Serooskerke, dat oorspronkelijk 's-Heer Allardskerke heette. De aanwezigheid van een kerk betekende dat het dorp en het ambacht werden opgewaardeerd en dat was het streven van iedere ambachtsheer. Vaak was het zo dat de ambachtsheren mochten bepalen wie pastoor werd ter wijl de graaf het recht van voordracht had. Dat laatste gebeurde bij de aartsdiaken in Utrecht, die de benoeming rustplaats. De kerk van Dreischor kan dienen als een goed voorbeeld om de geschetste ontwikkeling te illustreren. Net zoals elders werd begonnen mét de bouw van een kleine kapel, vaak in het begin van hout.- Regelmatig werd er gebouwd en verbouwd. Het gevolg is dat het koor van deze kerk uit de veertiende eeuw stamt en de t weebeukige hallenkerk grotendeels uit de vijftiende eeuw. Erom heen ligt het kerkhof, die van de ring is gescheiden door een gracht. Rond de ring staan de huizen, met daarachter weer straten. De dorpskerken zijn niet meer weg te denken onderdelen van het landschap van Schouwen-Duiveland. Wie ze bezoekt, raakt onder de indruk van de energie die het gekost heeft om ze te bouwen. Van binnen zijn het oorden die aanzetten tot overdenking en bepeinzing. Generaties na generaties hebben hier Gods lof gezongen en uiting gegeven aan hun geloof. Christenen, die uitkeken naar Christus als hun verlosser en zaligmaker. Hnib Uil, gemeentearchivaris van Schouwen-Duiveland moest formaliseren. Naast het kerkelijk gezag in de persoon van de bisschop van Utrecht, waaronder de Zeeuwse eilanden vielen, liet ook het grafelijk gezag zich steeds meer gelden. Het was de graaf van Holland die later het patronaatsrecht van de kerken van Zierikzee en andere parochies verwierf waarmee hij feitelijk bepaalde wie er als pastoor werd aan gesteld. De zielszorg vereiste priesters, die in steeds grotere getale beschikbaar kwamen. Zij doopten de kinderen, voltrokken de huwelijken, preekten voor het kerkvolk, droegen de mis op en verzorgden de overige kerkelijke plechtigheden. De pastoor probeerde als een vader te zijn voor de inwoners van het dorp. Ook op andere wijze werden de geestelijke belangen gediend. Door de stichting van kloosters en geestelijke instellingen. De kerk nam een centrale plaats in. Letterlijk, want de kerk stond in het midden. De kerk had ook een publieke functie. Veel van het openbare leven speelde zich daar af. In en rond de kerk vonden de overleden inwoners hun laatste De kerk van Dreischor. Foto: Joop van Houdt ■■■■I 2 II 9 I I III I II I II I II I

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2008 | | pagina 4