Meditaties over de goddelijke mysteriën Kerk en Muziek Talent Reformatorisch Dagblad maandag 28 januari 2008 PAGINA \1 3 Muziek van Olivier Messiaen heeft niet alleen iets exotischmaar is ook tijdloos Afgeluisterd Doorzichtig en sprankelend Complete orgelwerken heidsgraad redelijk hoog te noemen is. Dat mag volgens hem een punt van aandacht blijven. Van Andel conclu deert dat de muziek goed bruikbaar is in de eredienst, maar dat verrassende, vernieuwende compositietechnieken ontbreken. Ook de nieuwe serie "Eenige Gezangen" wil organisten en geïnte resseerden een handreiking bieden. In de serie wordt elk van de twaalf Ëenige Gezangen voor het voetlicht gehaald. In een inleidend artikel geeft Jaco van der Knijff een overzicht van de ontwikkeling van de achter de psalmen geplaatste gezangen: „Wat in Straatsburg met drie gezangen begon, verdubbelde zich in de 16e eeuw in de Nederlanden, en groeide uiteindelijk uit tot een twaalf- dan wel dertiental." Nieuwe fase Kerk en Muziek gaat met dit eerste nummer van jaargang 57 een nieuwe fase in. De redactie, die sinds het vertrek van eindredacteur Jaco van der Knijff, uit drie man bestond, wordt nu gevormd door vijf personen: naast Okke Dijkhuizen, Kees Alblas en Geer- ten Jan van Dijk zijn Wim S. Ros en Mare de Leeuw benoemd tot redactie lid. De eerste is zelfstandig interieurar chitect en ontwerper, De Leeuw is in het dagelijks leven apotheker. Dijkhui zen is aangesteld als hoofdredacteur van het orgaan. Ook in hel columnistenbestand is verandering opgetreden. Jan-Kees Kareis droeg het stokje over aan Sjaak Bezemer, die samen met musicus Anje de Heer de rubriek Fermate gaat verzorgen. In zijn eerste bijdrage snijdt Bezemer een paar heikele punten in de koorwereld aan. Koorkleding bijvoor beeld, maar ook vals zingende, te hard zingende, te zacht zingende en slecht articulerende zangeressen en zangers. „Het hebben van een koor is vaak meer lijden dan leiden", aldus Bezemer. Kerken Muziek 1/2008 ISSN (1383-0384) telt 32 pagina's en is te bestellen via wcboer@kliksafe.nl en 010-4550949. Meer informatie: wvw.kerkenmuziek.nl. Cultuurredactie Jan-Kees Kareis en Wout van Andel, laten in een artikeltje weten wat ze van de meest recente bundel -met muziek van Chiel Jan van Hofwegen, Arjan Versluis, Eric Quist, Jan Bonefaas en Jan Wisse- vinden. Kareis noteert, bij alle waardering die hij voor de composities heeft, dat de moeiiijk- Jacob Bijster 1902-1958) siert de omslag van het nieuwste nummer van Kerk en Muziek, het orgaan van de Vereniging Organisten Gereformeerde Gemeenten (VOGG). Bijster-compo nist, organist en orgelpedagoog- over leed vijftig jaar geleden, reden voor het blad om ruim aandacht aan hem te besteden. Gastschrijver Piet van der Steen haalt in een overzichtsar tikel de orgelwerken van Bijster voor het voetlicht. Daarvan blijkt slechts weinig in druk beschikbaar te zijn. „Er ligt nóg een verantwoordelijke taak om de manuscripten te publiceren en herdrukken lot stand te brengen", al dus Van der Steen. „Laten wij Bijsters muziek blijven spelen, beluisteren, koesteren." Dezelfde Piet van der Steen maakte indertijd voor de radio opnamen van orgelwerken van Bijster op het orgel van de Oude Kerk in Delft. Van die opnamen, in het bezit van voormalig programmamaker Okke Dijkhuizen, verschijnt binnenkort een dubbel-cd, uitgegeven op het nieuwe label van Dijkhuizen: Document. Lezers van Kerk en Muziek kunnen tegen een gereduceerd bedrag inschrijven op de uitgave, na 1 mei komt de dubbel-cd in de handel 33,95). Onder de kop "Francofiel met Hol lands hart" duikt Piet van der Steen opnieuw op, nu als geïnterviewde. Het gesprek gaat over het Franse orgelrepertoire, over Nederlandse muziek, over nieuwe Nederlandse muziek, over de muziek binnen de Oud Katholieke Kerk, maar ook over de begeleiding van de samenzang. Van der Steen maakt nogal wat kerkdien sten mee waarin hij zich ergert aan het spel van de organist. „Dat men het zich permitteert zo kritiekloos met koraalspel om te gaan! Koraalspel dat helemaal geen koraalspel is. Begelei ding die helemaal geen begeleiding is. Ze rotzooien vaak maar wat aan!" Handreiking De VOGG is er om organisten een helpende hand te bieden bij het zoeken naar verantwoorde muziek. De jaarlijkse partitabundel vormt zo'n handreiking. Twee gebruikers, Olivier Messiaen de bekendste leerling van Bach: Johann Ludwig Krebs. Eerst twee minder bekende trio's. Voor mij waren dit de grootste verras singen van deze cd. Fijn dat deze minder bekende stukken een plaats in het programma hebben gekregen! Ik heb bijzonder geno ten van het Trio in a, een werk dat opvalt door een opmerkelijke ritmiek. Ter afsluiting klinkt de feestelijke Toccata in a, in meer dere opzichten de pendant van het openingsstuk van deze cd. Wat origineel om deze stukken op deze wijze te combineren! Deze muziek komt op het Hinsz- orgel uitstekend tot haar recht. De opnamen en de productie werden prima verzorgd door Paul Hardijzer. De sfeer van de uitvoering wordt bijzonder goed weergegeven. Een rijk gedocu menteerd booklet, waarvan de lay-out het werk is van Kees van den Nieuwenhuizen, completeert het geheel. De teksten zijn van de musicus zelf. Ten slotte kan vermeld worden dat het geheel is voorzien van prachtige foto's door Jan Smelik. N.a.v. "Orgelwerken van Bach en Krebs - Jan Luth, orgel Grote Kerk Harlingen"; 12,00; bestellen: Jan R. Luth, Acacialaan 20,9741 KX Groningen. Drs. Ad van Pelt karakteriseren als gedreven en passend bij een romantische uitvoeringspraktijk, maar ook als beheerst. Het is wel verfris send om af en toe een wat meer geprononceerde articulatie voorgeschoteld te krijgen, om het spel boeiend te houden. Het Batz/Witteorgel laat Van Westenbrugge in al zijn facetten horen: een heel diverse klan kenwereld, zeker ook boeiend in de wat kleinere composities (bijvoorbeeld van de componist Rea). In de opname is de discant niet heel duidelijk, uitgezon derd bij de toepassing van een cantus firmus. Vooral als er volle registraties worden gehanteerd, is het lijnenspel moeilijker te volgen. Ook in dynamisch sterke gedeelten wordt de orgelklank snel een brij. Bij deze mijlpaal wensen we de jubilaris nog veel speelplezier toe achter zijn orgel, waarbij de openingspsalm van de cd leidend mag zijn: "Prijs den Heer' met blijde galmen". N.a.v. "Jan van Westenbrugge op het orgel van de hervormde kerk te Wa teringen - Jubileumconcert"; MIRA (299420); 15,00; bestellen: 010- 5925460 en appost@kabelfoon.nl. Drs. A. G. Blonk Volgens Leo van Doeselaar is het Maarschalkerweerdorgel in het Amsterdamse Concertgebouw het ideale instrument om in Nederland Messiaen te spelen. Dinsdag verzorgde de organist er het concert "Messiaen in vogelvlucht". Foto Ronald Bakker Olivier Messiaen probeerde zo veel mogelijk muzikale verschijnselen te rangschikken in door hem zelf bedachte ordeningen. Daarin wees hij de weg voor de zogenaamde serialis- ten, onder wie zijn leerlingen Boulez en Stockhausen. Messiaen ging uit van toongroe pen van zes of tien toontrappen in een vaste volgorde van halve-, hele of anderhalve toonafstanden. Ook in zijn ritmes is vaak symmetrie te zien, waarbij bijvoorbeeld vier notenwaar den worden gekoppeld aan de omge keerde volgorde ervan. De toonsterkte en zelfs de toonkleur (aanslagmanie ren op de piano bijvoorbeeld) bracht hij eveneens onder in reeksen. Het merkwaardige is dat dit nooit leidt tot verstarring. De ordening maakt zijn muziek doorzichtig en sprankelend. Verder hield Messiaen zich diep gaand bezig met de vogelzang. Van duizenden vogels registreerde hij de zang. Hij ontdekte dat eenzelfde soort vogelzang per regio verschillen ver toont in tonaal en ritmisch opzicht. Het ging Messiaen echter niet om het imiteren van vogels, maar om het transformeren van hun zang tot betekenisvolle muziekelementen. Honderd jaar geleden werd een van de grootste componisten van de twintig ste eeuw geboren: Olivier Messiaen. De Fransman neemt in de muziek geschiedenis een bijzondere plaats in, omdat hij zich in heel zijn oeuvre liet inspireren door zijn rotsvaste christe lijke levensovertuiging. S. M. W. Bezemer Er is nooit een componist geweest die zijn persoonlijke geloofsbeleving zo ex pliciet in klank heeft uitgedrukt als Mes siaen (1908-1992). Ook Bach niet. Bach drukte zichzelf niet uit -dat was in zijn tijd en met de positie die hij bekleedde trouwens ondenkbaar- maar hij 'muzi- kaliseerde' het geloof zoals dat beleefd diende te worden. Dat doet natuurlijk niets af van het geloof van de mens Bacil. Alleen is het verschil met Messiaen dat de laatste zijn persoonlijke geloofskennis en -beleving verklankte. In één opzicht dachten de twee com ponisten overigens gelijk: heel het uni versum en alles wat er nog gebeuren gaat, ligt: besloten in Gods voorzienig heid. Bach en zijn tijdgenoten meenden dat een kunstenaar niet anders hoefde te doen dan Gods ordening te ontdek ken, deze vast te leggen en te laten ho ren, terwijl Messiaen zich 'beperkte' tot de gedachte dat de gelovige kunstenaar als opdracht heeft zich op mystieke wijze te verdiepen in Gods grootheid en al macht. Dramatisch Messiaen had niet, zoals Bach, een ker kelijke functie als cantor en dus ook niet de verplichting om cantates of missen te componeren. Weliswaar had hij vanaf zijn 22e een benoeming als organist- titulair aan de Sainte-Trinité te Parijs, maar als musicus verkeerde hij in een totaal geseculariseerd milieu dat het christendom als een achterhaalde zaak beschouwde en absoluut niets moest hebben van het geloof zoals de roorris- katholieke Messiaen dat openlijk beleed: de goddelijkheid van de schepping, de zoen- en kruisdood van Jezus, en de heilsfeiten van opstanding, hemelvaart en pinksteren. In een interview met NRC Handels blad uit 1986 geeft Messiaen inzicht in de manier waarop hij als componist te werk ging: „Men kan mijn muziek na tuurlijk als zuivere, absolute muziek be naderen. Genietend van de orkestratie, van de melodieën en harmonieën. Men kan ze ook afschuwelijk vinden. Maar als de luisteraar de mysteries die ik wil be handelen niet begrijpt, ontglipt hem een wezenlijke dimensie. Het is niet onont beerlijk maar wel dramatisch, want het zijn zaken die ik erin heb gestopt. Ik heb nu eenmaal geen symfonische gedich ten geschreven, maar meditaties over de goddelijke mysteriën." Kort na zijn ontslag uit krijgsgevangen schap werd Messiaen in 1942 benoemd tot docent compositie aan het Parijse conservatorium. Tot de vele leerlingen die hij hier het vak leerde, behoorden Pierre Boulez en Karlheinz Stockhausen. De eerste werkte Messiaens zogenaamde "serialisme" tot in het absurde uit, de tweede nam diens liefde voor uitgebreide cycli rond één thema over. Zijn keuze voor het christelijk geloof maakte Messiaen al tijdens zijn kinder jaren, zonder enige aansporing van zijn ouders. Opvallend is ook dat hij gedu rende zijn hele leven bezig is geweest met de vragen rond dat geloof tijd en eeu wigheid, en de schepping, met name de vogels. Messiaen was ook ornitholoog en heeft over de hele wereld de zang van vogels bestudeerd. Daarnaast studeerde hij theologie. Dat de vogelzang zo'n prominente plaats inneemt binnen zijn muzikale oeuvre, heeft dan ook alles te maken met Messiaens ontzag voor Gods schepping. Ideale instrument Dinsdag speelde Leo van Doeselaar in het Amsterdamse Concertgebouw onder MESSIAEN ...ontzag voor schepping... Foto ANP het motto "Messiaen in vogelvlucht" een aantal composities waarin de vogelzang prominent aanwezig is. Volgens de or ganist is het Maarschalkerweerdorgel in het Concertgebouw uit 1891 het ideale instrument om in Nederland Messiaen te spelen. Alle registeraanwijzingen die de componist nauwkeurig aangaf, zijn op het orgel te realiseren. Messiaen zelf had in 'zijn' kerk in Pa rijs overigens twee instrumenten van Cavaillé-Coll tot zijn beschikking. Het grote orgel beschikte, net als dat in het Concertgebouw, over drie klavieren en een pedaal. In Amsterdam was prachtig op het aan de zijkant van het podium opgestelde beeldscherm te zien hoe Van Doeselaar het instrument bespeelde, en hoe de van tevoren ingestelde registerwisselin gen werkten. Het is spectaculair om te zien hoe twee handen in razend tempo over de drie klavieren 'klauwen' en hoe de voeten behalve de pedalen ook nog enkele koppels en zweimechanieken be dienen. Tussen twee haakjes: met alle respect voor de muziektempel aan de Amster damse Van Baerlestraat vind ik toch dat Messiaens klankbouwsels nóg iets beter gedijen in zo'n grote 19-eeuwse kathe draal in Parijs. Die nagalm heeft iets bij zonders. Naast gedeelten uit de "Meditations sur le "mystère de la Sainte Trinité" en uit de "Messe de la Pentecóte" stonden twee delen uit het "Quatuor pour la fin du temps" op het programma. Het be treft een compositie die Messiaen tijdens zijn krijgsgevangenschap in Oost-Duits- Iand schreef en daar ook uitvoerde. Eerst vertolkte cellist Gregor Horsch met een ongelooflijke beheersing de cellosolo over de duur van de eeuwigheid; na de pauze speelde klarinettist Lars Wouters van den Oudenweijer het "Abime des oi- seaux" voor klarinetsolo. Zulke stukken doen het natuurlijk in deze zaal beter dan in een kerk. Overigens, verwondering weideend was niet alleen de streektechniek van Gregor Horsch, maar ook de enorme adembe- heersing van Lars Wouters van den Ou denweijer: een toon uit het niets te laten opkomen en ook weer in het niets te la ten verdwijnen, dat getuigt van meester schap. Gecompliceerdheid Wat tijdens het concert duidelijk naar voren kwam, is de ritmische gecompli ceerdheid van Messiaens muziek. In geen van de ten gehore gebrachte stukken valt een vast metrum te ontdekken. De ritmes in zijn muziek vallen geheel bui ten de westerse traditie. Messiaen kwam door het bestuderen van de Griekse en Indische metrums tot een eigen praktijk, waarin gelijke tijdsduren worden verme den. Dat geeft zijn muziek niet alleen iets exotisch, maar maakt haar ook tijdloos. En juist dat laatste was zijn bedoeling, omdat God buiten de tijd staat en er in de natuur ook geen vaste tijden bestaan. „Luister maar naar de branding: de gol ven zijn nooit even krachtig of van een zelfde duur", aldus de componist. Het gedeelte dat dinsdag na de pauze klonk, was duidelijk meer op het effect afgestemd: de "Diptyque" uit 1930 -met zijn ontroerende, lang uitgesponnen ak koorden, om het hemelse geluk uit te beelden- werd gevolgd door twee delen uit Messiaens "L'Ascension", waarbij de toccata aan het slot zijn uitwerking op de behoorliik eevulde zaal niet miste. Organist Willem Tanke (1959) is al jaren met de composities van Olivier Messiaen bezig. Hij kwam met de muziek in aanraking door middel van de opnamen van Louis Thiery in de Sainte-Trinité in Pa rijs. In zijn conservatoriumtijd wa ren het de docenten Jan Welmers en Joep Straesser die zijn aandacht op Messiaen vestigden. In 1994 voerde Tanke in zowel Mexico als Haarlem de complete orgelwer ken van de Franse componist uit. Vier jaar later zette de organist de werken integraal op cd, uitgevoerd op het Adema/Schreursorgel van de St.-Bavobasiliek in Haarlem. Van deze opname (acht cd's) is eind vorig jaar bij Brillant Classics een heruitgave verschenen. Prijs: 25,98 euro. Meer informatie en bestellen: www. kruidvatentertainmentshop.nl. spelen, moet je aan techniek, muzikaliteit en concentratie nóg meer in huis hebben. Toetssteen daarvoor is num mer 6, over Johannes 1:3 („Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt"). Messiaen schrijft daar, behalve bijvoorbeeld pas sages met akkoordtrillers, een driestemmige canon, waarbij de linkerhand twee stemmen voor zijn rekening neemt en de rechterhand de derde stem -in de pink— en een begeleiding met de overige vingers. Dat is in de uitvoering van Karkkainen niet goed te horen. Niettemin zijn er nog genoeg stukken waarbij zij zich van de beste kant laat zien. Neem bijvoorbeeld de serene vertol king van nummer 1 (De Vader) of 15 (De kus van het Kind), of het angstaanjagende nummer 7 (Overpeinzing vanaf het kruis). De liveopname uit Mikkeli (Finland) is prima. Het publiek houdt zich zeer stil, en laat zich alleen aan het eind horen in een welverdiend, maar gelet op de aard van de muziek toch enigs zins misplaatst applaus. N.a.v. "Olivier Messiaen - Twenty Contemplations", Jaana Karkkai nen, piano; Alba Records ABCD 226:1-2); 2-cd; 32,00. Kees Jansen Jan Luth Op deze cd horen we orgelwer ken van Bach en Krebs, uitge voerd door organist en hymno- loog Jan Luth op het Hinszorgel (1776) van de Grote Kerk in Harlingen. Om te beginnen staan er zes werken van Johann Sebastian Bach op het programma. Aller eerst de bekende Toccata in F, een uitbundig werk dat fees telijk en overtuigend wordt uit gevoerd. De ingetogen koraalbe werking over "Schmiicke dich, o liebe Seele" wordt mooi rustig en evenwichtig gespeeld. Twee delen uit "Die Kunst der Fuge" worden met waardigheid vertolkt. De bekende derde Triosonate wordt gedegen geïnterpreteerd, met smaakvol gekozen registraties. Van de Preludium en Fuga in A wordt het preludium heel licht voetig gespeeld, de fuga wordt bijzonder fijnzinnig ten gehore gebracht. Hierna volgen drie werken van Jan van Westenbrugge Ter gelegenheid van zijn 40-jarig kerkorganistenjubileum speelt Jan van Westenbrugge op zijn eigen orgel in Wateringen een programma dat een doorsnee is van zijn concerten en zijn spel in de erediensten. Het programma kenmerkt zich door een aan zienlijk aandeel eigen koraalbe werkingen, vaak ontstaan in de erediensten. Die hebben ook zijn grootste voorkeur. Daartussen zijn allerlei soorten composi ties geprogrammeerd van Bach, Bonefaas, Landsman, Renaud, Smart, Rea, Asma, Calkin, Widor en Guilmant. In het rijk gedocumenteerde en goed leesbare tekstboek worden alle composities toegelicht. De registraties worden niet vermeld. Kortom, een programma met een hoofdzakelijk romantische inslag en voor een breed publiek. Het spel van de jubilaris is te De compositie "Vingt regards sur l'enfant Jésus" van Olivier Messi aen (1908-1992) is waarschijnlijk het grootste religieus geïnspi reerde pianowerk. In ongeveer 130 minuten laat Messiaen ons vanaf twintig kanten in de kribbe met het Kindeke kijken. Daarmee is het zeker geen zoete kerstmuziek geworden die dienst kan doen als achtergrondmuziek voor het kerstdiner. Integendeel, Messiaen peilt op onnavolgbare wijze de diepte van het kerst gebeuren. Allerlei stemmingen komen aan bod wanneer hij ons laat kijken met de blik van de Vader, de Zoon Zelf en de Geest, van de herders en de wijzen, de sterren en de kerk, Maria en de "stilte". Qua grootse opzet en uitwer king is de "Vingt regards" niet voor niets vergeleken met Bachs "Wohltemperierte Klavier" of Beethovens "Diabellivariaties". Maar om het goed te kunnen

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2008 | | pagina 7