Moeders laatste minuten
Heilige werd niet uit devotie vernoemd
Kunstgrepen
Lipschits"Onbestelbaar" is monument voor Rotterdamse slachtoffers van Holocaust
„Geef haat
geen kans"
Portal cultureel erfgoed
Reformatorisch Dagblad maandag 28 januari 2008 PAGINA
LIPSCHITS
Bron RTV Rijnmond
i Van het Joodse gezin Lipschits overleefden slechts Isaac (r.en zijn broertje Alex (op schoot) de oorlog.
Een „onontkoombaar gedeelte van onze
-geschiedenis", zo noemde burgemeester
Opstelten van Rotterdam de Jodenvervol
ging vorige week. Uit handen van Isaac
Lipschits ontving hij woensdag diens
boek "Onbestelbaar. Herinneringen in
briefvorm aan de Jodenvervolging in Rot
terdam". Opstelten schreef zelf het voor
woord. Daarin benadrukt hij het belang
„deze schaamteloze en mensonterende
periode" levend te houden. „Het leert
ons dat we alert moeten zijn op wat er
nu in onze omgeving en samenleving
gebeurt. Discriminatie, onverdraagzaam
heid, racisme; de verspreiding van haat
mag geen kans meer krijgen."
Gerton van Boom van uitgeverij Ver
bum schreef het nawoord: "De Holo
caust in het kort". De brief "Onbestel
baar" is gratis te downloaden op www.
verbum.nl en op www.holocaustmemo-
.rialday.nl. Bij Verbum verschijnt eveneens
deze maand de vierdelige box "Getuigen
van de Holocaust". En in mei verschijnt
het driedelige standaardwerk over de
Holocaust: Raul Hilbetg, "De vernietiging
van de Europese Joden 1939-1945".
Het cultureel erfgoed heeft op
de website CKplus een eigen
plek gekregen. In 33 rubrieken
is hier informatie te vinden over
allerhande onderwerpen. Onder
de 300 opgenomen links zijn
er bijvoorbeeld die verwijzen
naar educatieve activiteiten voor
zowel het primair als voortgezet
onderwijs.
Materieel is het verleden zicht
baar in gebouwen en infrastruc
tuur. Te denken valt aan Het
Rembrandthuis, een vesting
stadje of een molengang. Of
alle openluchtmusea met oude
ambachten, bewaard gebleven
gebouwen en dergelijke. Maar het
dagelijks leven is ook (doordron
gen van immateriële cultuur:
het dialect, een typisch streek-
gerecht, de familienaam, kleder
dracht, Koninginnedag, sagen en
legendes, gewoonten en liedjes.
Zo vormt cultureel erfgoed
Psalter-getijdenboek online
De Koninklijke Bibliotheek in
Den Haag heeft, na het beroemde
Gruuthusemanusqript, opnieuw
een middeleeuws handschrift
online geplaatst. Het gaat om een
vijftiende-eeuws psalter-getij
denboek van de familie Bout dat
vorig jaar werd verworven. Dit
handschrift is het enige verluchte
Middelnederlandse psalter-getij
denboek dat tot nu toe bekend
is, aldus de bibliotheek. Het is
volgens de KB „hoogst interes
sant", zowel vanwege zijn tekstuele
als zijn visuele inhoud; schitte
rende bladvullende miniaturen,
geschilderde initialen en gevoelig,
vaak humoristisch penwerk.
Het handschrift dateert uit 1453
en is genoemd naar de Amster
damse familie die een atelier
in Haarlem opdracht gaf het te
vervaardigen.
Behalve via internet (www.kb.nl)
is het manuscript te zien in De
een overkoepelende term voor
vaderlandse geschiedenis, aard
rijkskunde, culturele en kunst
zinnige vorming en het dagelijks
leven. Op de portal CKplus zijn
honderden links verzameld over
al deze facetten. Er zijn ook links
opgenomen naar educatieve sites,
monumenten, stadswandelingen
en chronologische overzichten.
Meer informatie: CKplus.nl/erfgoed.
html.
Zeeuwse man en vrouw in kleder
dracht. Foto ANP
Verdieping van Nederland, de
permanente tentoonstelling van
topstukken van de Koninklijke Bi
bliotheek en het Nationaal Archief
in Den Haag.
...schitterende bladvullende
miniaturen...
Foto KB, Den Haag
Tot zijn tiende jaar heeft hij een geluk
kige jeugd. Al huilt zijn moeder vaak
en dan moet hij bij haar op schoot
komen zitten. Waarom is moeder ver
drietig? Van het Joodse gezin Lipschits
zullen alleen Isaac en zijn broertje Alex
de oorlog overleven.
Jan-Kees Kareis
Na vijftig jaar, in 1992, schrijft de dan
62-jarige Isaac (les) Lipschits een brief
aan zijn moeder. Al weet hij dat deze on
bestelbaar is: zijn moeder is vermoord in
de gaskamers van Oost-Europa.
De brief "Onbestelbaar" werd vorige
week verspreid in Rotterdam in een
oplage van 250.000. Dat gebeurde ter
gelegenheid van Holocaust Memorial
Day (27 januari). De brief herinnert op
indrukwekkende wijze aan de Jodenver
volging in de havenstad. Lipschits, eme
ritus hoogleraar eigentijdse geschiedenis
in Groningen, vertelt alles wat hij in de
oorlog meegemaakt heeft aan zijn over
leden moeder.
„Ons huis kan ik me nog goed voor de
geest halen", schrijft hij. „Je moest vanaf
de straat een stoepje van vier stenen
treetjes op en boven waren twee deuren,
rechts voor het bovenhuis en links voor
ons benedenhuis. In de gang, direct links,
was de deur naar de slaapkamer van Va
der en U. In mijn herinnering is het bed
dat daar stond enorm groot, maar dat
komt misschien omdat ik toen nog zo'n
klein jongetje was. Als Vader vroeg in de
ochtend naar de markt ging en ik wakker
werd, mocht ik bij U in bed liggen."
Zweetvoeten
Isaac tekent het ouderlijk huis aan de
Agniesestraat nauwkeurig: de woonka
mer, de slaapkamers, de gang, de wc, de
kelder met de rijen volle weckflessen, de
keuken. Hij weet nog precies hoe het bal
letje deeg smaakt dat moeder geeft als ze
boterkoek bakt. ITij hoort het pru ttelend
geluid van de perekoegel (Joods nage
recht van meel, kippenvel, kruiden en
peren) die de hele dag op het petroleum
stelletje staat. Hij ruikt de gekookte vis,
waar vader zo veel van houdt.
les speelt vaak buiten. Er wonen veel
kinderen in de straat. Loetje Swaab van
schuin tegenover is zijn beste vriend. Ze
voetballen, en als de meisjes meedoen,
spelen ze diefje-met-verlos. Of ze rennen
mee als de brandweer voorbijkomt. Van
zijn moeder krijgt hij elke week een' paar
centjes om twee boeken te lenen uit de
bibliotheek aan de Teilingerstraat.
les herinnert, zich van voor de oorlog
vooral de spanningen thuis. Als iemand
onder het nieuws praat, wordt vader
kwaad en begint te schreeuwen. Elij luis
tert een keer zo ingespannen naar een
redevoering van Hitier, dat hij vergeet
les naar bed te sturen, terwijl het allang
bedtijd is.
Dan wordt het oorlog. Er komen al
lerlei regels en voorschriften waaraan de
Joden zich moeten houden. Dat les niet
meer naar de bioscoop mag, kan hem
niet zo veel schelen. Erger is het dat hij
van zijn vertrouwde school weg moet om
naar een school voor Joodse kinderen te
gaan. Op zijn nieuwe school spijbelt les
vaak. Dan zwerft hij door de platgebom
bardeerde stad.
Op de radio hoort hij een keer een
liedje:
En de Jood Cohen
Met zijn zweetvoeten
Het blijft haken in zijn hoofd. les is
bang ook zweetvoeten te krijgen. Hij
vraagt zich af of hij de enige Jood zonder
zweetvoeten is. Zouden alle Joden bang
en laf zijn?
En dan die ene afschuwelijke wijdag
avond in de late herfst van 1942. Tiet is
buiten al donker, als er geschreeuw op
straat klinkt. Zijn vader stelt de kinde
ren op langs de muur in de gang. Maar
het verwachte aanbellen blijft uit. les
heeft door de brievenbus maar één grote
vrachtauto gezien, schuin tegenover hun
huis. Hij ziet hoe zijn vriend Loetje Swaab
uit de voordeur stapt en geholpen wordt
in die grote auto te klimmen. Loetje heeft
hij daarna niet meer gezien.
les weet niet waarom er die avond bij
hen niet is aangebeld. Waren ze nog niet
aan de beurt? In elk geval moeten de kin
deren de volgende morgen hun nette kle
ren aantrekken. Het gezin duikt onder.
Moedig
In de brief "Onbestelbaar" prijst les Lip
schits de moed van zijn ouders om onder
te duiken. „Nog iedere dag", schrijft hij,
„ben ik trots op U en Vader dat U dit ge
durfd hebt. Dat U beiden de moed had
om al het materiële achter te laten om de
'levensgevaarlijke' onderduik in te gaan.
U nam het onzekere voor het zekere. Het
zekere was: thuis blijven, opgehaald wor
den, Westerbork, Polen. Maar het zekere
was ook dat U zich dan zou houden aan
de wetten, regels, voorschriften en op
drachten met als beloning een reis naar
Polen. Daar stond het onzekere tegen
over, het handelen tegen al die wetten, re
gels, voorschriften en opdrachten in.
Wat een moed om met drie kinderen te
gaan onderduiken. Durven kiezen, niet
blindelings met de grote stroom mee-
marcheren, zelf nadenken en niet altijd
voor je laten denken. Voor die daad heb
ik U beiden nog iedere dag lief"
Het onderduiken heeft de levens van
les en zijn broertje Alex gered. De ande
ren zullen niet terugkeren. les probeert
zich in zijn brief de laatste minuten van
zijn moeder voor te stellen: de 'lekkere'
warmte in de doucheruimte, de korrels
die "ze" in die ruimte strooien en die
dankzij de warmte tot blauwzuurgas
worden, het stikken van zijn moeder, en
wat er dan met haar lichaam gebeurt.
Wordt het Sem, Olivier, Michael
of Panter? Of, in het geval van een
meisje, Sanne, Florentine, Chantal of
Vlinder? Nog nooit maakten ouders
het zich zo moeilijk bij het kiezen van
een voornaam voor hun kind. Dat was
vroeger wel anders. Over de herkomst
van voornamen hield Doreen Ger-
ritzen, naamkundige bij het Meertens
Instituut, donderdag een lezing in het
Museum Catharijneconvent.
Wietske Nobel-Kroon
De oudste op schrift gestelde voor
namen in Nederland zijn Germaans,
zoals Hildebrand en ITadewig. Door
het vernoemen van familieleden bleven
deze namen eeuwenlang voortbestaan,
ook toen de Nederlandse samenleving
allang gekerstend was. „Bij hun doop
kregen de kinderen dus een heidense
naam", vertelt Gerritzen. „Vernoemen
was nu eenmaal belangrijker. En de kerk
heeft eigenlijk nooit werk gemaakt van
de naamkeuze van ouders."
In dé loop van de middeleeuwen
moeten de Germaanse voornamen toch
plaatsmaken voor Latijnse, Griekse en
Hebreeuwse voornamen, ontleend aan
de heiligen. Volgens Gerritzen komt dat
door de grotere plaats die heiligen gaan
innemen in het dagelijkse leven. De
burgerij neemt bij het loslaten van de
vernoemingstraditie en het geven van
heiligennamen het voortouw. Lagere
sociale klassen volgen het voorbeeld.
Daardoor komen er vanaf de 12e eeuw
steeds meer Catharina's, Margaretha's,
Johannessen en Petrussen in de doop
boeken voor.
Gerritzen benadrukt dat heiligen niet
uit devotie werden vernoemd. „Ouders
kozen die nieuwe namen voor hun kin
deren omdat de buren het ook deden.
Het verband met de heiligen vervaagde
langzamerhand." Een van de aanwezi
gen, rooms-katholiek opgevoed, weer
spreekt dat. „Bij onze eerste communie
kregen wij de beeldjes van de heiligen
waarnaar we waren vernoemd. We vier
den ook hun naamdag (dag gewijd aan
de heilige van wie men de naam draagt,
WNK). En elk kind had als derde of
vierde naam Maria, of het nu een jon
gen of een meisje was. Zo werden we
onder de hoede van Maria gesteld."
De Hervorming brengt weinig veran
dering. Omdat het vernoemen inmid
dels weer in gebruik is geraakt, geven
ook protestantse ouders hun kinderen
heiligennamen. Gerritzen: „Zoonlief
werd Cornel is genoemd, omdat opa zo
heette. Niet omdat Cornelius een heilige
was."
Wel worden er verschillen zichtbaar
tussen rooms-katholieken en protes
tanten. De eerste groep blijft meestal
de Latijnse, onverkorte vorm gebrui
ken (Catharina, Elisabeth, Wilhelmus,
Petrus), terwijl in protestantse kringen
een Nederlandse vorm van deze namen
wordt gemaakt (Trijntje, Betsie, Willem,
Pieter).
Ook veel moderne namen zijn terug
te voeren op heiligen, bijvoorbeeld
Stijn (Augustinus), Tom (Thomas van
Aquino) en Lisa (Elisabeth). Museum
Catharijneconvent gaf een mooi full-
colourboekje over heiligennamen uit:
"Weet hoe je heet! 365 namen en hei
ligen" van Veronica Estevez. Met behulp
van de index kan van veel namen de
herkomst worden opgezocht.
Nieuwe namen
Tot na de Tweede Wereldoorlog blij
ven Nederlandse ouders hun kinderen
vernoemen naar grootouders en ooms
en tantes. Vanaf de jaren zestig gaan
ouders zelf een naam kiezen, eentje die
ze gewoon mooi vinden. Zo komt er
ruimte voor nieuwe namen.
Het ouderwets vernoemen gebeurt nog
steeds, maar dat zie je meestal alleen aan
de officiële namen van het kind. De eer
ste naam, vaak de roepnaam, is een mo
derne naam. De volgende namen zijn de
vernoemingsnamen. Of de roepnaam is
een samenstelling uit de officiële na
men: Anna Louisa, roepnaam Anneloes.
Ouders gebruiken meernamigheid als
compromis lussen een voorkeur voor
een moderne naam en de behoefte om
te vernoemen, aldus Gerritzen.
Ouders zoeken een bijzondere naam
voor hun kind. Daarom is de verschei
denheid aan voornamen in Nederland
nu enorm. 1-Iet doet menigeen verzuch
ten dat ouders zulke gekke namen aan
hun kinderen geven. Toch krijgt het
overgrote deel van de baby's een naam
die min of meer vertrouwd in de oren
klinkt. Ouders variëren bijvoorbeeld
vaak op al bekende namen door de spel
ling aan te passen (Maikel, Zjors) of de
uitgang (Laurita).
Gerritzen bespreekt in haar lezing
niet alleen de geschiedenis van de naam
geving, maar ook de trends van de laat
ste jaren. Ze noemt als eerste de interna
tionalisering van de naamgeving. Veel
ouders kiezen voor een naam waarvan
de talige herkomst niet te bepalen is
(Iris, Tim, Max, Eva). Een andere trend
is de lengte van de namen: voor jongens
vaak maar één lettergreep (Daan, Sem),
voor meisjes één of twee (Fleur, Lisa).
In hip Amsterdam zijn volgens Gerrit
zen namen met een herkenbare beteke
nis in: Storm, Parel, Vlinder. Maar ook
Snoes, Panter, Zon en Vriend.
De sociale achtergrond speelt vaak een
rol. Gerritzen: „Bij namen zoals Michael
en Chantal horen heel andere ouders
dan bij Florentine en Olivier."
De Marokkaanse naamgeving neemt
een heel eigen plaats in, aldus de naam
kundige. „Marokkaanse ouders zijn voor
hun keuze aangewezen op een officieel
erkende lijst met namen zoals Moham
med, Ahmed en Said en voor meisjes
Loubna en Zaib. Ze mogen daar niet van
afwijken. In veel Marokkaanse gezinnen
heten de kinderen dus hetzelfde. Met de
naam Mohammed op nummer één: een
verering van de profeet." Daarom lopen
er dus zo veel Mohammeds rond.
Terreehorst weg bij Centraal
Pauline Terreehorst vertrekt als di
recteur van het Centraal Museum
in Utrecht. Zij gaat op verzoek van
het gemeentebestuur de mogelijk
heden onderzoeken om in Utrecht
een Rietveldmuseum te realiseren.
Utrecht heeft de ambitie om
in 20.18 culturele hoofdstad van
Europa te worden. Volgens Ter
reehorst past een uitbreiding van
het museale aanbod in de stad
goed bij deze ambitie. Ze gaf
wel aan dat er nog veel stappen
moeten worden gezet voordat
een Rietveldmuseum daadwer
kelijk van de grond is getild. „Je
kunt daar niet vroeg genoeg mee
beginnen en eigenlijk zijn we al
aan de late kant."
Vorig jaar rees er een vertrou
wenscrisis tussen Terreehorst en
het personeel van het Centraal
Museum. De ondernemings
raad van de instelling zegde het
vertrouwen in de directeur op.
De gemeente besloot een interim-
Museum
manager, Gert-Jan van der Vossen,
aan te stellen die verantwoordelijk
werd voor de interne bedrijfs-
voering en het veranderproces
binnen het museum. Terreehorst
behield wel de inhoudelijke en de
artistieke leiding.
Over het functioneren van Ter
reehorst zal op korte termijn een
rapport verschijnen.
Bach digitaal
Binnen een jaar moeten de origi
nele handschriften van compo
nist Johann Sebastian Bach op
internet staan. Het Bacharchief
in Leipzig is gestart met het scan
nen van de 21.000 pagina's. Het
Bacharchief werkt in dit project
samen met de staatsbibliotheek
Berlijn en de Dresdner deelstaats-
bibliotheek. De drie bibliotheken
beschikken gezamenlijk over 90
procent van de handschriften. De
rest wordt later gedigitaliseerd.
De Duitse organisatie voor zuiver
wetensonderzoelc (DFG) neemt
de kosten voor haar rekening.
Schelpen van steen
Lies Verdenius (1950) werkt als
docente grafiek aan de Acade
mie voor Beeldende Vorming te
Amsterdam. Ze maakt ook zelf
kunstwerken. In het Nederlands
Steendrukmuseum in Valkens-
waard is recent lithografisch werk
van haar te zien waarin de schelp
een hoofdrol speelt.
Verdenius genoot haar oplei
ding aan de Rietveld Academie in
Amsterdam en de Rijksacademie
voor Beeldende Kunsten, afdeling
grafiek, ook in Amsterdam. Verder
is zij actief lid van de Vereniging
voor Originele Grafiek en de stich
ting Drukwerk in de Marge. Ver
denius gebruikt technieken zoals
lithografie (steendruk), houtsnede,
boekdruk, fotografie en diverse
teken- en schildertechnieken.
Verdenius over de expositie:
„Schelpen inspireren mij al erg
lang, net zoals stenen. Voor mij
zijn ze een metafoor voor de ge
laagdheid van de tijd - aardlagen,
groeilijnen, historische tijdperken.
Soms zijn de schelpen'zo afge
sleten en versteend dat ze fossiel
lijken geworden; ik fantaseer dan
over alle wereldzeeën waar ze
al in de loop der jaren hebben
rondgezworven. Misschien dat ik
hierdoor ook zo'n sterke band heb
met de techniek van de lithogra
fie: de stenen waarop ik teken en
waarvan ik druk, zijn afkomstig
uil oude steenlagen. Het heeft iets
aards om daarop te werken."
De tentoonstelling "Schelpén
van steen - steen van schelpen" is
tot en met 20 april te zien in het
Nederlands Steendrukmuseum in
Valkenswaard. Meer informatie:
040-2049841 en www.steend.ruk-
museum.nl.
^"Wenteling in de tijd...", litho van
Lies Verdenius.
Foto Nederlands Steendrukmuseum
tijdenplaats.nl voor een uitgebreide kunstagenda.