Geloven zonder God
INHOUD
Negentigjarige Hella Haasse zette historische roman weer op de kaart
Hella Haasse (1918)
TUUR/MUZIEK/BEELDENDE KUNST/ARCHITECTUUR
Reformatorisch Dagblad maandag 28 januari 2008, 37e jaargang nr. 252 PAGINA
PAGINA 12
Lipschits' "Onbestel
baar" is monument
voor Rotterdamse
slachtoffers van de
Holocaust.
PAGINA 13
Muziek van Olivier
Messiaen heeft niet
alleen iets exotisch,
maar is ook tijdloos.
Schrijfster Hella Haasse hoopt
zaterdag negentig te worden. Haar
betekenis voor de vaderlandse let
teren was vanaf het begin onom
streden. Haasse zette de historische
roman weer op de kaart en gaf de
Nederlands-Indische literatuur een
belangrijke impuls. Haar oeuvre
is erudiet en ernstig, evenals de
schrijfster zelf. Een portret van de
"grande dame" en haar werk.
Albert van Zanten
Hella Haasse laat zich spaarzamelijk
uit over haar privéleven. Tijdens in
terviews geeft ze blijk van een natuur
lijke bescheidenheid, niet alleen in
haar zorgvuldige woordkeus, maar in
haar hele voorkomen. Vooral de jeugd
foto's van de schrijfster bevestigen dit
beeld. Familiebeelden tonen het gezin
Haasse in de riante tuin van een luxe.
villa in de Bataafse wijk Weltevreden.
Palmbomen en luxe tuinmeubilair
larderen het geheel. In tegenstelling
tot de zelfbewuste emigrantenblik
van haar ouders, toont de jonge Hella
een schuchtere, wat afstandelijke oog
opslag.
Haasse groeit op in het koloniale
milieu van Nederlands-Indië, begin
twintigste eeuw. Het is op dat mo
ment nog redelijk rustig in de kolonie.
Het gezin behoort tot een welgesteld
en ontwikkeld milieu. Haasses vader
werkt als financieel inspecteur, haar
moeder is concertpianiste. Over het
contact met haar ouders schrijft Hella
Haasse: „Er was een hoffelijke omgang
tussen mijn ouders en de twee kinde
ren. Ze hielden veel van ons, dat weet
ik zeker, maar het was ondenkbaar
om vertrouwelijk met hen te praten."
En over haar enige broer Wim schrijft
ze in "Persoonsbewijs" (1967): „Mijn
broer is voor mij stellig de meest on
bekende van mijn allernaaste familie
leden."
Belezen
Wanneer Haasse in 1938 als twin
tigjarige in Nederland aankomt om
Scandinavische taal- en letterkunde te
studeren, ontwaakt ze uit haar schuch
tere naïviteit. Ze beschrijft hoe ze als
volslagen wereldvreemde jongere het
Amsterdamse studentenleven instapt
en lid wordt van het vrouwencorps
Minerva. Ze is waarschijnlijk de meest
belezen student van de vereniging,
maar weet weinig van de Nederland
se mores. „Ik kon alle maitresses van
Louis XV, alle opera's van Wagner, alle
tragedies van Shakespeare in chrono
logische volgorde opnoemen, maar ik
wist geen enkele naam van een minis
ter, van de belangrijkste politieke par
tijen had ik niet het flauwste begrip."
Haasse staat echter vooraan als het
gaat om culturele activiteiten. Ze zit
in de redactie van diverse tijdschriften
en speelt de hoofdrol in een opvoering
van het toneelstuk Mariken van Nieu-
meghen. In haar studententijd leert
ze haar echtgenoot, de jurist Jan van
Lelyveld, kennen, met wie ze in 1944
trouwt.
Oeroeg
In 1948 breekt Hella Haasse door
als schrijfster. Ze debuteert met het
Boekenweekgeschenk "Oeroeg", dat
nadien decennialang gelezen wordt
voor de literatuurlijst Nederlands.
De roman gaat over een jeugdvriend
schap tussen de inlandse Oeroeg en
een Hollandse jongen in Nederlands-
Indië. De vrienden vinden het verschil
in hiërarchie vanzelfsprekend. Maar
wanneer ze, volwassen geworden, tij
dens de politionele acties tegenover
elkaar staan, komt het tot een con
frontatie. Oeroegs politiek bewustzijn
is ontwaakt en hij verzet zich tegen
de vernederende bevoogding uit het
verleden. De novelle is vernieuwend
wegens de kritische reflectie op het
koloniale denken, dat er in Nederland
diep in zat.
Deze thematiek is sterk verweven met
het persoonlijk leven van Hella Haasse.
In haar jeugd was ze zich weinig be
wust van het koloniale standsverschil.
„De armoede en de achterlijkheid
wekten noch onze ergernis, noch ons
medelijden, om de eenvoudige reden
dat wij die niet zagen, of in ieder ge
val niet als een misstand voelden. De
Indonesische mens aanvaardde ik in
mijn jeugd als decor, als vanzelfspre
kend deel van mijn omgeving, maar
heb ik niet werkelijk gezien", schrijft
ze in het autobiografische "Zelfportret
als legkaart" (1954).
Na "Oeroeg" verschijnt in 1949 "Het
woud der verwachting", een uitvoerige
historische roman over het leven van
Charles d'Orléans. Opvallend is de
traditionele, bijna negentiende-eeuw-
se opzet van dit werk. De roman heeft
het karakter van een kroniek, met veel
aandacht voor de couleur locale, wat
soms uitmondt in wat vermoeiende
beschrijvingen van details. Hoewel
Haasse zich later ontwikkelt in het
genre, is deze aanpak exemplarisch
voor haar manier van werken: ze. doet
gedegen historisch bronnenonderzoek
naar de materie. Ook qua thematiek is
"Het woud der verwachting" een echte
Haasse; de hoofdpersoon is sterk naar
binnen gericht en onderneemt een in
nerlijke zoektocht naar zijn identiteit
en creativiteit.
"De scharlaken stad" (1952) is een
vergelijkbare geschiedenis. De roman
beschrijft de boosaardigheid van het
centrum van kunst en macht in het
laatrenaissancistische Rome van de
zestiende eeuw. Geestelijken uit het
Vaticaan en beroemdheden zoals Mi
chelangelo en Machiavelli zijn verwik
keld in intriges waarbij persoonlijke
belangen de boventoon voeren. De
dubbelzinnigheid van scharlaken -de
kleur van hoeren en klerken- wordt
op subtiele wijze tot thema gemaakt.
Ook in deze roman speelt de zoektocht
naar identiteit en bestemming een be
langrijke rol. „Wie ben ik, waar ga ik
heen en waar kom ik vandaan?" zijn
de vragen die uiteindelijk bepalend
zijn voor elk mens. Verteltechnisch is
"De scharlaken stad" al minder tradi
tioneel doordat Haasse meer vertel
perspectieven naast elkaar gebruikt.
Heren van de thee
Hella Haasse heeft zich haar leven
lang verbonden gevoeld met Indone
sië. In "Heren van de thee" keert ze te
rug naar haar geboorteland. De roman
vertelt de geschiedenis van de familie
Kerkhoven, een theeplantersgeslacht
op Java. Onderwerp van conflict zijn
de veranderende opvattingen binnen
deze familie in de houding jegens de
inlanders. Ook hier worden dus de
sociale en politieke gevolgen van het
kolonialisme gethematiseerd.
Haasse baseert zich voor deze ro
man op authentiek archiefmateriaal
van de Stichting Indisch Thee- en
Familiearchief, waaruit opnieuw haar
documentaire aanpak blijkt. Een be
langrijk verschil met het vroege werk
is echter dat Haasse de neiging om
de geschiedenis te duiden, laat varen.
"Heren van de thee" is opgezet als een
collage van bronnenmateriaal, waar
bij fictie de afzonderlijke delen tot
een eenheid smeedt. Daarmee houdt
Haasse beduidend meer afstand tot de
materie dan in haar vroege historische
romans. Ze laat het oordeel jegens de
geschiedenis over aan de lezer. Zoals
objectiviteit van de historicus schijn
blijkt te zijn, kan ook de verteller niet
bogen op alwetendheid. De werkelijk
heid is slechts fragmentarisch kenbaar
en het ontdekken van samenhang
is subjectief en individueel, is de ge
dachte. Daarmee sluit de schrijfster
aan bij de postmoderne visie binnen
de geschiedwetenschap.
Haasses oeuvre is veelzijdig: poëzie,
toneel, historische en fictieve romans,
essays. Toch kent haar werk wel dege
lijk een hechte eenheid. De persona
ges voeren vaak een strijd tussen kunst
en leven, idealen en maatschappelijke
realiteit, heden en verleden. Ze zijn
outsiders, op zoek naar hun identi
teit. Deze eenlingen maken zich los
van burgerlijke rolpatronen en krijgen
daardoor de samenhang en de essen
tie van hun leven beter in beeld. Door
deze thema's fungeren de personages
in Haasses werk vaak als ideeëndrager,
zoals in de fictieve romans "De ver
borgen bron" (1950) en "De ingewij
den" (1957).
Deze thematiek sluit aan bij de li
teratuuropvatting van Hella Haasse.
Ze beschouwt het als de taak van de
schrijver om achter de verwarrende
kluwen feiten te zoeken naar structu
ren, de waarheid achter de waarneem
bare feiten. In haar essays benadrukt
ze haar opvatting dat niets toevallig is,
maar dat „alles met alles samenhangt"
Motieven als de draad in het donker,
de verborgen bron en het labyrint
symboliseren deze literatuuropvat
ting.
Ook in haar essays zoekt Flaasse naar
de werkelijkheid achter de fenomenen.
In de essaybundels "Zelfportret als leg
kaart" en "Een handvol achtergrond"
(1993) onderzoekt ze al vragend en
interpreterend haar eigen leven.
Verbindende waarheid
De vraag is natuurlijk: Wat is het
centrale punt waar "alles met alles" sa
menkomt? In welke richting moet de
verbindende waarheid achter de waar
neembare feiten gezocht worden? Het
lijkt erop dat Haasse het vooral zoekt
in de logica. Haar werk kenmerkt zich
door een rationele, analytische orde
ning van de feiten. Er wordt een sa
menhang, een doel in het leven van
elk mens geconstateerd, maar over zin
en bestemming laat de schrijfster zich
Hella Haasse wordt op 2 februari 1918 geboren in Batavia, Ne
derlands-Indië. Ze is de dochter van Willem Hendrik Haasse, die
schrijft onder het pseudoniem W. H. van Eemlandt, en de concert
pianiste Katharina Diehm Winzenhöhler. Na het gymnasium ver
huist ze naar Amsterdam, waar ze gaat studeren. Als Haasse ont
dekt dat het nationaalsocialisme de Scandinavische heldensagen
aanwendt voor racistische doeleinden, breekt ze haar studie af. In
1943 doet ze examen op de toneelschool. Hella Haase trouwt een
jaar later met Jan van Lelyveld. Ze krijgen twee dochters.
De schrijfster krijgt tal van prijzen voor haar literaire werk. In 1988
ontvangt ze een eredoctoraat in de letterkunde van de Rijksuni
versiteit Utrecht. Koningin Beatrix kent haar de eremedaille voor
kunst en wetenschap van de Huisorde van Oranje toe.
Van Haasses hand verschijnen zo'n 35 publicaties,waaronder fic
tieve en historische romans, essays, toneelstukken en poëzie. Ze is
een van de meestgelezen Nederlandse auteurs in het buitenland.
Op 5 februari zal Hella Haasse een digitaal museum openen over
haar leven en werk. Het archief bestaat uit manuscripten, brieven,
foto's en dagboekaantekeningen van de schrijfster.
Meer informatie: www.hellahaassemuseum.nl.
niet uit. Christelijke zingeving, laat
staan een goddelijke instantie, komt
in Haasses werk niet voor. In een in
terview in De Tijd merkt de schrijfster
op: „Wat van nu af aan moet gelden
voor ons is gelovig te zijn zonder
God."
Het feit dat Haasse door reforma
torische lezers zo wordt gewaardeerd,
is dan ook een beetje bevreemdend.
Het lijkt erop dat die waardering
vooral gebaseerd is op het ontbre
ken van de gebruikelijke bezwaren
als vloeken en seks in haar romans.
Vervolgens is het dan wel de vraag of
de kernthema's in Haasses oeuvre
goed begrepen en doordacht gewaar
deerd worden. Misschien dat de in
getogenheid en de ernst in haar werk
en haar verschijning een rol spelen.
Haasse is bepaald niet het type schrij
ver dat zich van rebelse uitingsvormen
bedient.
Eruditie
Hella Haasse stelt hoge eisen aan de
lezer. Vooral haar historische romans
vragen om veel voorkennis en uiterste
concentratie. Heel haar oeuvre geeft
blijk van een bewonderenswaardige
eruditie. Voor de schrijfster zelf is dat
een bijna onbewuste grondhouding.
Als ze in een interview bevraagd wordt
op de hoge moeilijkheidsgraad van
haar werk, antwoordt ze: „Maar daar
heb ik helemaal niet bij stilgestaan.
Omdat je elementen gebruikt die een
deel van jezelf zijn geworden, waar je
soms jaren mee geleefd hebt."
Ondanks deze eruditie zijn er ook
wel kanttekeningen bij Haasses werk
te plaatsen. Haar romans zijn sterk
beschouwend, wat abstract. Dat maakt
haar werk ook wat afstandelijk en in
tellectualistisch. Een warme identifi
catie met haar personages zit er niet
echt in.
De betekenis van Hella Haasse voor
de moderne Nederlandse literatuur is
groot. Haar verdienste ligt vooral hier
in dat ze de historische roman weer op
de kaart heeft gezet en de Nederlands-
Indische letterkunde nieuw leven
inblies. Bovendien is de schrijfster,
gezien de vele vertalingen van haar
werk, een belangrijk ambassadrice
van de Nederlandstalige literatuur. Ze
mag het predicaat "grande dame" van
de republiek der letteren dan ook met
recht dragen.