Men se Een angstige nacht 55 JAAR NA DE RAMP WERSNOOD Weer strijd tegen het zoute water Han Biemond (77): Het leek alsof we in een vliegende storm op de Noordzee zaten INHOUD Reformatorisch Dagblad vrijdag 25 januari 2008, 37e jaargang nr. 250 PAGINA Ook in het leven van land bouwer Hans Biemond (33), zoon van Han, speelt de watersnood van 1953 een rol. Hij vecht ervoor dat het zoute water niet opnieuw over zijn akkers op Goeree-Overflakkee stroomt. „Het verbaast me dat de Johannahoeve bij de waters nood overeind is gebleven", reageert Hans op het verhaal van zijn vader. Beiden zijn gezeten aan de keukentafel in de boerderijwoning aan de Zuiderdiepweg, in het weidse polderland buiten Stellen dam, waar Hans rpet zijn jonge gezin woont. Op de tafel liggen oude foto's van de watersnood. Ingestorte huizen. De opa van Hans te midden van het puin rond de Johannahoeve, die overeind bleef in het natuurgeweld. „Als ik vader hoor vertellen over de ramp in 1953", zegt Hans, „dan heb ik eigenlijk in mijn leven nog niks meegemaakt." Wonderlijk genoeg strijdt Hans Biemond momen teel ook tegen het zoute water uit de Noordzee. De provincie Zuid-Holland wil de Zuiderdieppolder op Goeree- Overflakkee ontpolderen. Ongeveer 400 hectare landbouwgrond zou moeten veranderen in een nat natuurgebied met recreatie mogelijkheden. Onder aanvoering van onder anderen boer Hans Biemond, die 75 hectare landbouwgrond dreigt te verliezen, keert Goeree- Overflakkee zich fel tegen de ontpolderingsplannen. Onlangs ovérhandigde de actiegroep Zoet Flakkee 7000 protesthandtekeningen aan de gemeenteraad van Goedereede. Volmondig geeft Biemond toe dat een beroep op de watersnood van 1953 geen reëel zakelijk argument is tegen ontpolderïng. „Bij ontpoldering wordt de situ atie op Goeree-Overflakkee niet onveiliger, zo is ons verzekerd." Wel is het wijzen op de ramp in de discussie over ontpolderen een „gevoels argument", zegt Biemond. „Zeker oudere mensen kun nen het niet verkroppen dat er zout Noordzeewater de Zuiderdieppolder wordt bin nengelaten. Sommige delen van deze polder zijn nog maar enkele tientallen jaren geleden aangelegd. Met bloed, zweet en tranen." Zwaarwegend voor Biemond is vooral dat bij ontpolderen „zeer vruchtbare grond" zou worden opgeof ferd. „Hier heeft hoogwaar dige voedselproductie plaats. Het zou me erg aan het hart gaan als mijn landbouw grond zou veranderen in een zoutvlakte." Het is volgende week vrijdag 55 jaar geleden dat delen van Zeeland, Noord- Brabant en Zuid-Hol land overstroomden. De watersnood kostte 1836 mensen het leven. Ongeveer 4500 huizen werden verwoest, tiendui zenden dieren von den de dood, zo'n 200.000 hectare land kwam onder water te staan. In een reeks artikelen besteedt deze krant de komende week aandacht aan het drama, waardoor zo velen in rouw werden gedom peld. Vandaag een gesprek met Han Biemond (77), die als jongeman van 22 de ramp van 1953 meemaakte. Ook diens 33-jarige zoon Hans, akkerbouwer op Goeree-Overflak kee, komt aan het woord. Vader en zoon Biemond bij de Johannahoeve, tussen Stellendam en Dirksland. Tijdens de watersnood in 1953 vluchtten 53 mensen naar de boerderij, die standhield in het natuurgeweld. Foto RD, Anton Dommerhoit KRIMPENERWAARD PAGINA 16 Hans Geneugelijk en Maarten van den Broek delen opbrengst straat krantenverkoop. PAGINA 17 Advocaat Sietse Voogt: Christenen hebben niet de opdracht om als zoutpotjes bij elkaar te blijven. PAGINA 19 „Kleuren op een te kening zeggen iets over de stemming van het kind." Eindredactie: Michiel Bakker Het stijgende water, de bulderende storm, het noodgeschrei. De waters nood van 1 februari 1953 zette het leven van Han Biemond (77, toen 22) op zijn kop. Een terugblik op angstige dagen in overstroomd Stellendam, dat 61 inwoners verloor. J.Visscher „Het geschreeuw van kinderen, het geroep van ouderen, dat vergeet ik nooit meer. Dat vond ik het meest emotioneel. En dan die gierende storm. Als ik uit het raam keek, zag ik de golven tegen ons huis beuken. De hele week voor de ramp was het al stormachtig. Het water stond hoog. Op zaterdagmiddag 31 januari bereikte het laagwater het peil dat normaal was voor hoogwater. Bovendien naderde spring tij. 's Avonds rukte de reddingsboot uit om een Finse vrachtvaarder in nood te helpen. Hoewel de radio wel waarschu wingen uitzond, verwachtte niemand een ramp. Op zondagmorgen 1 februari vier uur 's ochtends werd ik door vader gewekt. We woonden op de Johannahoeve aan de Plaatweg, een boerderij een kilome ter ten oosten van Stellendam. Dat huis staat 2 meter hoger dan veel andere wo ningen in de omgeving. De noordwes tenwind voerde klokgelui vanuit Stel lendam naar ons toe. Toen ik met mijn Volkswagen Kever de dijk opreed, zag ik mensen Stellendam ontvluchten. Daar stond het water al een laars hoog. Sommigen gingen rich ting Melissant, 5 kilometer verderop. Dat dorp is droog gebleven. Ik heb een man met kinderen naar Melissant ge bracht. Toen ik terugreed naar onze boerderij, kwam ik onze buurman Gerbrand van Soest tegen. Die woonde in een arbei dershuisje op .100 meter afstand van de Johannahoeve. Gerbrand wilde zijn schoonouders in Stellendam ophalen. Ik heb hem meegenomen in de auto. Nadat Gerbrand in Stellendam was uit gestapt, heb ik hem nooit meer in leven den lijve gezien. Ik had er de grootste moeite meë om mijn auto rijdend te houden. Het water stroomde over de dijk. Ik dacht dat er een wolk van mist kwam aanzetten. Het was water. Van twee kanten stroomde het de polder in. Vanaf het Haringvliet ten noorden van Goeree-Overflakkee en vanaf het Grevelingenmeer, ten zuiden van het eiland. Kachel Thuis op de boerderij kon ik de auto op het erf parkeren. Op de Plaatweg zag ik oude mensen over de weg spoelen, zo sterk was de,•stroming. We konden twee oude vrouwen vastpakken. Die brachten we naar de boerderij. Beneden bij de ka chel in de boerderij konden ze wat op warmen. Moeder gaf ze schone kousen. Er vluchtten steeds meer mensen naar onze hoger gelegen boerderij. In Stel lendam steeg het water tot 4 meter, bij ons thuis tot 2 meter-. Met z'n allen gin gen we naar boven. Er zaten in totaal 53 mensen, onder wie mijn vader, mijn moeder en mijn nichtje Ella van drie jaar. Door het water doofde de kachel beneden. Een grote stoomwolk kolkte omhoog. Wij moesten daar nog om la chen ook, I-Iet was een angstige nacht. Het leek alsof we midden op de 'Noordzee in een vliegende storm zaten. Er was geen stroom. We moesten het doen met een petroleumlampje. De meesten waren stil, sommigen raakten in paniek. We za gen het water steeds hogér komen. Nog een trede van de trap, en weer een trede. Rond onze boerderij was het één grote zee, één massa water. Het was donker, de wind gierde, de golven beukten tegen het huis. Ineens klonk buiten geroep om hulp, geschreeuw. Het arbeidershuisje van Gerbrand van Soest was ingestort. Van de elf mensen die daar zaten, overleef den er vier, onder wie de schoonmoeder van Van Soest. Op het moment dat wij het eerste noodgeroep hoorden, konden we geen hulp bieden. Het was zulk noodweer. Misschien dorsten we het ook niet. Toen het eb werd en het water zakte, zijn we met zijn vieren naar buiten ge gaan. Wé klommen over auto's die tegen het huis waren geslagen. Twintig meter verderop zagen we vier mensen. Ze hadden zich vastgeklampt aan de zolderplanken van Van Soests arbeidershuisje en waren tegen een paar bomen blijven hangen. Die mensen hebben we kunnen redden. De schoon moeder van Van Soest was niet meer bij bewustzijn. We legden haar op een losse •deur en hebben die vervolgens naar de boerderij geduwd. Later kon ik een butagasstel te pakken krijgen, zodat we water konden koken. Die ging in kruiken waarmee de vrouw werd opgewarmd. Het moment dat ze bijkwam, was heel emotioneel. „O, mijn arme kinderen!" huilde ze. „Ze zijn al lemaal weg!" Wij stonden er sprakeloos omheen, dat snap je wel. Pastorie Rond. twee uur zondagmiddag kwam brandweercommandant Laurens Visser met zijn Fordtractor het erf oprijden. Dat was een echte doordouwer, over wie in Stellendam met respect wordt gesproken. Achter zijn tractor koppel den we een vierwielige landbouwkar. Zo konden de mensen door het water heen worden vervoerd naar de Molen kade, een veilige plek in Stellendam. Hij is een paar keer heen en weer gereden. Wij bleven op de boerderij, met nog een tiental mensen. Ik weet nog dat vader 's middags uit de Bijbel las. De maandag na de ramp gingen mijn ouders en ik naar familie in Melissant, waar we een maand zouden logeren. Een paar dagen na de ramp borgen we de lichamen die rond onze boerderij te recht waren gekomen. Zo lag Gerbrand van Soest in een hoek van de tuin, met zijn lieslaarzen aan: Hij was een goeie zwemmer, maar het heeft niet mogen baten. Een dochtertje van hem lag on der de weggespoelde zolder. Gerbrands vrouw is naast mijn auto gevonden. Het was vreselijk. Verschillende boerderijen bij ons in de buurt waren ingestort. Soms kwa men complete gezinnen om. Een man en vrouw verloren hun twee kinderen. Het ene jongetje, zes maanden oud, ver dronk meteen na het instorten van het huis. Het andere kind is met zijn ouders honderden meters verder gesleurd en stierf alsnog. Later bleek dat er vijftig mensen naar de hervormde pastorie in Stellendam zijn gevlucht. Daar woonde godsdienst onderwijzer W. Bouman. Hij troostte de mensen en verzekerde dat hen niks zou overkomen. Hij sprak de woorden uit Spreuken 8:29: „Toen Hij de zee haar perk zette, opdat de wateren Zijn bevel niet zouden overtreden." Het water steeg tot meer dan 3 meter. De kanselbijbel is weggespoeld. Maar niemand in de pas torie is iets overkomen. Duinen Ondergelopen land H Drassig land Q De zwaarstgetroffen plaatsen met het aantal slachtoffers. ALBLASSERWAARD. GOEREE^ Stellendam Nïeuwe-Tonge fJ-2 Dordrecht RrjËdjStjÈ waarb 's-Gravendeel SE SCHOUWEN- I DUIVELAND Striienig-iO Numansdorpvpffi Oude-Tonae Tfci'Ll OosterlandBS q NieuwerkerkSES Oosierschelde Ouwerkerk O Fijnaart Mg NÖORD-BEVELANB Stavenisse Kortgene om Nieuyv-Vossemeer Halsteren on Middelburg Vlissingen ZEEUWS-VLAANDEREN ©RD - bron: ANP KruininaenSlrW De Johannahoeve kort na de ramp. Rechts de vader van Han Biemond. Foto familie Biemond

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2008 | | pagina 1