Telefoniste De Oud Rotterdammer - - Krant voor de 50-plusser Dinsdag 22 januari 2008 pagina 25 De allereerste keer dat ik persoonlijk een telefoniste/gastvrouw leerde kennen was in december 1952. Ik begon mijn arbeidsleven bij NV Dagblad Trouw in de Witte de Wit- hstraat. De krant deelde zijn onderkomen met die andere christelijke krant 'De Rotter dammer'. Beide redacties, abonnements- en advertentieafdelingen waren gehuisvest in een noodgebouw op de hoek van de William Boothlaan (ooit Laurierlaan) en de Witte de Withstraat. Alles was bij beide kranten zelf standig: van expeditie tot directie! Eén personeelslid deelden beide kranten echter wel: de telefoniste. In het Trouw-deel had ze een ka mertje gekregen, waar de telefoon lijnen van binnen en buiten in een centrale samen kwamen. Zij kon aan openvallende 'luikjes' zien voor welke krant werd gebeld en stoeiend met koorden en pluggen maakte zij dan de noodzakelijke verbindingen. De telefoonnum mers schemeren nog voor m'n ogen: Dagblad Trouw 29215, De Rotterdammer 27490. In mijn ogen was de telefoniste een oudere dame. Maar wat wil je als je zelf pas 15 jaar bent? Terugkijkend denk ik dat ze in werkelijkheid rond 25-30 jaar was; ze kwam 'ergens' van zuid. Wat ik nog zeker weet, was haar niet te stuiten enthousiasme en vrien delijkheid. Als ze mensen aan de telefoon kreeg, die vanaf het begin mopperden, had zij ze bin nen 20 seconden onder controle. Vaak was een gesprekje met de telefoniste voldoende om de beller tevreden de verbinding te laten verbreken. Deze (jonge)dame stond voor haar werk en voor de bedrijven die zij vertegenwoordigde. Dat was 1952-1954. In 2008 had ik telefonisch iemand nodig bij een Rotterdamse instel ling. die als motto heeft waar het verleden toekomst heeft" Zelf heb ik de laatste 20 jaar van mijn arbeidsleven fantas tisch gewerkt bij deze instelling. Mede doordat verleden, heden en toekomst in het gebouw door elkaar verweven zijn, beschouw ik het huidige personeel nog steeds als mijn oud-collega's. En u weet 'o ï>c3!otlcrSammcr - De Rotterdamse Trouw op maandag 2 februari 1953 - SOj. -Jfrn - De Rotterdammer was minder 'zwaar'dan Trouw - het: collega's onder elkaar doen sneller iets voor elkaar, dan voor een 'ander'. Ik belde, noemde m'n naam en vroeg naar 'de iemand'. Het ant woord was kort, maar krachtig: Dit bedrijf gaat pas om 13.00 uur open (het was op dat moment 12.35 uur). Ik zei de telefoniste/recep tioniste dat ik niet zakelijk belde, maar persoonlijk wilde praten. Dat was uitgesloten, want om 13.00 uurenzovoort. OK, ik werd Twuw wat pissig en zei de dame, dat in mijn 20-jarig arbeidsleven bij het bedrijf de benadering van 'gasten' toch wel anders was. "Oh, hebt u hier gewerkt? Wat is uw naam dan?'. Ik noemde mijn naam en haar reactie liet me lachen: "Daar heb ik nog nooit van gehoord". Dit leek me helemaal met onlogisch, want zo 'groot' ben ik ook weer niet. Ik vroeg haar naam. maar die gaf ze niet. Als telefoniste was zij een anoniem wezen. Ik wees haar erop. dat zij ook receptioniste is en zij de eerste persoon is die bezoekers bij binnenkomst ontmoeten. Om die ontmoeting wat persoonlijk te doen verlopen, draagt de recepti oniste - zoals iedere medewerker - een badge met daarop de naam. We schoten niets op en verzeil den in een patstelling. Om die te doorbreken, vroeg ik haar mij te verbinden met de secretaresse van de directeur. Ze wilde direct weten waarover ik dan wel van gedachten wilde wisselen. Ik zweeg en herhaalde na verloop van tijd mijn verzoek. Weer werd om een 'waarom' gevraagd; mijn antwoord was duidelijk: Ik wil iets vragen. Na nog eens drie minuten werd ik doorverbonden. De telefoon werd opgenomen door een (jonge) vrouw die ik bij het bedrijf heb zien komen, waar ik mee in het zwembad Oostervant- straat heb gezwommen, die ik heb zien verlieven, verloven, trouwen en dochter krijgen. Duidelijk is, dat ik binnen 60 seconden mijn informatie had! Waarom gaat het nu in 2008 al lemaal zo stroef? In de jaren vijftig was er een klantvriendelijkheid en betrokkenheid, die nu met een kaarsje te zoeken is. Hadden we elkaar destijds soms meer nodig? O ja, mijn 'telefoonpartner' bleek later niet de vaste telefoniste/re ceptioniste te zijn; zij was een uurtje ingevallen. In dat uurtje kan ze echter voor het bedrijf veel kapot maken! Mannenkoor Wanneer u met metro, tram of bus gaat, is de kans groot dat de bestuurder/chauffeur een zangstem heeft, die klinkt als een klok. Deze kwaliteiten kan hij dan binnen zijn bedrijf kwijt bij het RET-Maankoor. Het koor is opgericht in 1918, destijds door en voor personeel in dienst van het openbaar vervoer. In de loop der tijd was en is het koor zeer actief geweest met onder andere vele gastoptredens, waarvoor dikwijls buitenlandse reizen zijn ondernomen. In de oor logsjaren heeft het koor een moei lijke periode gekend, met name doordat de repetitieruimte werd weggebombardeerd, waardoor alle muziek e.d. verloren ging. Diverse grammofoonplaten werden gemaakt en vonden hun weg naar de liefhebbers. In de afgelopen jaren was het koor bij televisie- en radioprogram ma's te zien en te beluisteren. Het jaarlijkse concert kan tot de hoogtepunten worden gerekend. De bekendste dirigent van het koor was Piet Struijk. Hij heeft 39 jaar muzikale leiding gegeven aan het koor. Helaas overleed hij plotse ling in 1992. Echter het leven gaat door, dus ook het RET Mannenkoor Vanaf februari 2006 kent het RET-Man- nenkoor als dirigent Arie v.d. Pol. Hij was organist pianist bij gezamenlijke optredens van het RET-mannenkoor en het Politie- mannenkoor Hermandad, dat per 1 maart 2005 is opgeheven. Nu. alweer 2008, is het RET-man nenkoor op zoek naar stemmen in elke stemgroep; dus le en 2e tenoren, baritons en bassen. Deze nieuwelingen behoeven niet bij de RET te werken. Het koor repeteert iedere woensdagochtend van 10 door Aad van der Struijs iMsi iftti - De Putselaan hoek Afnkaanderplem op 1 februari 1953 - tot 12 uur in Gebouw 3 van het RET-complex, Kleiweg 220, in Rotterdam. Belangstellenden zijn daar van harte welkom; telefoni sche informatie kunt u krijgen op de nummers 010 4860859 of 010 4503076. 1 februari 1953 't Is alweer 55 jaar geleden, dat ik bij mijn eerste werkgever gecon fronteerd werd met de grootste ramp na de Tweede Wereldoorlog. In de nacht van zaterdag 31 januari op zondag l februari kon Neder land kennismaken met een natuur geweld: de Watersnoodramp. De eerste signalen hoorde ik van buurvrouw Schouten. Zij woonde aan de voorkant van onze woning en zag het water door de Rietma kersgang naar de Schans stromen. Zij begreep dat met en kwam het daarom maar even melden Na veel aandringen bij mijn ouders kreeg ik toestemming de radio aan te zetten; misschien was er wat in het nieuws. Wel, de berichten wis selden elkaar in emst af. Duidelijk was. dat ik midden in een stukje nationale geschiedenis zat. Mijn ouders gingen naar het Leger des Heils in de Spanjaardstraat en nooit heb ik geweten of zij daar als hulpverleners naartoe gingen of gewoon als Heilssoldaat naar de reguliere Heiligingssamenkomst. Ik denk dat het laatste het geval was: Nederland wist die zondag morgen rond 10 uur nog maar wei nig van wat er aan de hand was Ik stapte op mijn fiets en reed via Hudsonplein, Schiemond. Westzeedijk en tunnel naar Zuid. De straten aan 'mijn' kant waren soms centimeters hoog onderge lopen. maar 't was meer spannend dan bedreigend. Op Zuid was helemaal niets te zien: Pleinweg en Strevelsweg fietste ik af, maar buiten de regen en harde wind toonde de natuur zich niet. Het veranderde ineens bij het Sandelingplein; de onderdoorgang naar de Bree stond bijna tot aan het plafond onder water. "Wauw. dat was wat". Van omstanders hoorde ik. dat het bij de Putsel- aan/-bocht en Maashaven 'nog erger' was. Mijn fiets ging gelijk die kant op. 't Was een vreemde ervaring daar: kabbelend water tegen de huizengevels, onder water staande auto's, tram- en spoorrails die in de lucht hingen, omdat al het zand eronder was weggespoeld, maar ook een bijna serene stilte. Het leek wel of de Zuiderling murw geslagen was en dacht 'Nu dit weer'. Het was al met al nog geen acht jaar na de oorlog en alles was in Rotterdam op Wederopbouw gericht. Deze keiharde tegenslag kon men even met verwerken. Toen later in de week bekend raakte, hoe de Zeeuwse- en Zuidhollandse eilanden te lijden hadden gehad, was de Rotterdam mer weer strijdlustig. 'We konden de Moffen aan, van dat beetje water w orden we helemaal niet zenuwachtig'. Toen ik ver in de middag thuis kwam. hadden m'n ouders een mededeling: "Je moet direct naar de krant. Er schijnt werk voor je te doen te zijn". En de belevenissen bij Trouw in de eerste februa- riweek zijn eigenlijk een apart Spionnetje waard. Spionneur spionnetje{«jditisrotjeknor.nl

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2008 | | pagina 13