gewoon zijn zaterdagse gang OF, RAMP VAM 1S53 Het leven ging .Riek twijfelt, want als haar man straks thuiskomt kan die hen niet vinden. Op29januarhg53 presenteert Rijkswaterstaat de Nota Afsluitingsplannen derTussenwateren. Daarin staan voorstellen om de zeearmen in de Delta, op de Westerschelde na, halverwege af te dammen. Op dat moment is ten zuiden van IJsland, op 55 graden noorderbreedte en 33 graden westerlengte, de kiem gelegd voor de zeer zware storm, die in de nacht van 31 januari op 1 februari het water in de Noordzee aan de Nederlandse kust tot ongekende hoogte opstuwt. Tegen het gecombineerde geweld van wind en water zijn de veelal te lage zeeweringen in de Delta niet bestand. De Februariramp 1953 is een feit. Door Rinus Antonisse Op zaterdag 31 ja nuari denkt er niemand aan een watersnood. De getij tafel geeft een laag springtij aan en dan is extra hoogwat'er normaal. Voor Vlissingen is op zondag morgen 1 februari een hoog water voorspeld van 1,98 m plus NAP. Vergeleken met de recordstand van 3,92 m uit maart 1906, niet bijzonder. De vloed van die middag pas seert zonder ophef. Het valt daarna sommigen op dat de eb niet doorzet, de water stand blijft aan de hoge kant. Geen aanleiding tot ongerust heid, er is immers de oude volkswijsheid niet ebben, niet vloeien. Het weerbericht is gewoon voor de tijd van het jaar. De weerkundig medewerker van de PZC kondigt in de krant van de 31e aanvoer van kou dere lucht aan en de komst van een regenfront, met tot hard toenemende wind. Die voorspelling wordt 's mor- getroffen; behalve de duinen en een gebied in het centrum loopt het hele eiland onder. Van het eiland Tholen (waar het kleine Stavenisse 153 do den telt) verdwijnt ruim de helft onder water; van Sint- Philipsland blijft 10 procent droog. Van Goeree-Overflak- lcee verdwijnt 82 procent on der de golven. In West-Bra bant lopen gebieden langs de Eendracht, Volkerak en het Hollandsch Diep onder. Sommige polders blijven als door een wonder op het nippertje gespaard. Zoals bij Colijnsplaat op Noord-Beve land, bij de stad Tholen en de Kattendijksedijk bij Goes. Aanvankelijk met de moed der wanhoop komt het red- dingwerlc op gang. Vissers be wijzen met hun boten on schatbare diensten. Pas in de loop van maandag 2 februari ontstaat enig zicht op de om vang van de ramp en komt de hulpverlening meer gecoör dineerd op gang. Ook het bui tenland springt, vooral finan cieel, bij. Nederland houdt de actie Beurzen open, Dijken dicht. Na het redden van men sen krijgt herstel van de dijken voorrang. Op 6 februari is de Klaas van Steenlandpolder op Tholen als eerste weer droog, twee maanden later zijn de meeste polders aan de invloed van de zee onttroleken. Behalve de vier gebieden achter grote stroomgaten, waarvan dich ting veel tijd kost: Bath, Krui- ningen, Schelphoek (Schou wen) en Ouwerlcerk. De ervaringen opgedaan bij het dichten van de gebombar deerde zeeweringen op Wal cheren in 1945/46, komen goed van pas. Caissons blij ken onmisbaar te zijn. In de nacht van 6 op 7 november kan als laatste het Brokken- gat bij Ouwerlcerk worden ge sloten. Er is weinig ruimte voor rouwverwerking. Commissa ris De Casembroot zegt: "Te veel ontroering is niet goed. Daar slijt een mens van. Dat kost kolen." De Zeeuwse wa penspreuk Luctor et Emergo is leidraad. Versterking van de zeeweringen wordt, in te genstelling tot de periode vóór de Februariramp, voort varend aangepakt. Het 12 mil jard gulden kostende Delta plan wordt op poten gezet, met de stormvloedkering in de Hollandse IJssel (1958) als begin, de stormvloedkering in de Oosterschelde (1986) als hoogtepunt en de storm vloedkering in de Nieuwe Waterweg (1997) als sluit stuk. De zee in Zuidwest-Neder land lijkt te zijn bedwongen. Voorgoed? In 1976 reikt het waterpeil in Vlissingen tot 3,94 m plus NAP en in 1990 tot 3,84 m. De geschiedenis leert dat stormvloeden elke eeuw optreden. Dat zal ook in de 21e eeuw zo zijn. dagblad van het noorden in zaterdag 1 februari2003 gens door de werkelijkheid ingehaald. De Stormvloed- seindienst verzendt 0111 11.00 uur een telegram aan de groe pen Rotterdam, Willemstad, Gorinchem en Bergen op Zoom, met een waarschu wing voor storm en daarmee gepaard gaand gevaarlijk hoogwater. Over de stand die het water kan bereiken, doet de Stormvloedseindienst geen mededelingen. Dat zit niet in de procedure. Het leven in het Deltage bied gaat gewoon z'n zaterdagse gang. Her en der staan festiviteiten op het programma, zoals in Kort- gene de opening van het nieuwe gemeentehuis. Com missaris van de koningin jonkheer A.F.C. de Casem broot moet in zijn dienstauto wachten tot het water in de Zandlcreek wat gezakt is, voordat het veer Wolphaarts- dijlc-Kortgene hem naar Noord-Beveland kan overzet ten. Ook elders ondervinden veerdiensten grote proble men door wind en hoog gere zen water. De passagiers van de provinciale boot die 's avonds nog om 20.30 uur van uit Katseveer naar Zierikzee vaart, komen zeeziek en met doodsangst in de ogen van boord. Aan het eind van de middag stuurt de Stormvloedsein dienst, ondergebracht bij het KNMI in De Bilt, opnieuw een waarschuwingstelegram, dat ook op de radio in de ANP- nieuwsuitzendingen vanaf 18.00 uur wordt voorgelezen. 'Boven het noordelijke en westelijke deel van de Noord zee woedt een zware storm tussen noordwest en noord. Het stormveld breidt zich ver der over het zuidelijke en oos telijke deel van de Noordzee uit. Verwacht mag worden, dat de storm de hele nacht zal voortduren en in verband hiermede werden vanmiddag half zes de groepen Rotter dam, Willemstad en Bergen op Zoom gewaarschuwd voor gevaarlijk hoogwater'. Het telegram wordt maar naar een beperkt aantal adressen gezonden: de dertig abonnees, waaronder Rijks waterstaat en Provinciale Wa terstaat. Van de waterschap pen in Zeeland is alleen Wal cheren geabonneerd. Geen wonder dat de waarschuwing van de Stormvloedseindienst nauwelijks tot actie leidt. De elementen vervullen in tussen hun verraderlijke rol. De wind raast over de volle lengte van de Noordzee en is vooral gericht op de Neder landse kust. In Vlissingen be reikt de wind rond 22.00 uur, ruim voor het tijdstip van hoogwater, de maximum- kracht; er wordt een wind stoot van 120 km per uur ge registreerd; dat is orkaan- kracht, ofwel 12 Beaufort. Het water in de trechter van de zuidelijke Noordzee wordt door de storm tot ongekende Chronologie van de ramp hoogte opgewaaid. Kort na 24.00 uur wordt in Vlissingen 3,10 m vastgesteld, ongeveer drie uur voor het tijdstip van de lage springvloed. Om 03.24 uur komt het peil op de nieuwe recordhoogte van 4,55 m plus NAP. Terwijl het sneeuwt zijn dan al op ver schillende plaatsen de dijken bezweken. De meeste men sen worden door het met grote kracht binnendrin gende water verrast. Waar schuwen is er in veel gevallen niet bij. De vernieling voltrekt zich binnen zes uur, in complete duisternis. Veel dijken breken zonder dat iemand het tijdig merkt. Het volgende hoogwater, op zondagmiddag 1 februari, maakt de catastrofe nog gro ter. De zeeweringen raken over een lengte van 187 kilo meter (ernstig) beschadigd. Er blijken 89 stroomgaten te zijn. Mondjesmaat sijpelt de ernst van de situatie door en groeit het besef dat er vele mensen in groot gevaar ver keren. In het Noordzeegebied val len ongeveer 2300 doden, waarvan volgens de officiële lijst 1835 in Nederland. Aan de oostkust van Engeland, met name Essex, komen 307 fnensen om. Zeeland heeft 873 slachtoffers te betreuren, waarvan 525 op Schouwen- Duiveland (91 in Ouwerkerk, 289 in Nieuwerkerk); in Zuid- Holland vallen 686 slachtof fers, waarvan 481 op Goeree- Overflalckee (305 in Oude Tonge); Noord-Brabant telt 254 slachtoffers; in de rest van het land komen 22 men sen om het leven. Uit het rampgebied moeten 72.500 mensen worden geëvacu eerd. Er verdrinken rond 20.000 koeien, 12.000 var kens, 1750 paarden, 165.000 stuks pluimvee en 2750 stuks kleinvee als schapen en gei ten. Ruim 47.000 gebouwen worden beschadigd, waarvan 10.000 zeer ernstig of onher stelbaar. Herstel van de schade komt op zeker 1,5 mil jard gulden; alleen al voor de landbouw is 400 miljoen no dig. Een oppervlakte van 136.512 ha komt onder water te staan en 16.815 ha raakt drassig. In Zuid-Holland heb ben dijkdoorbraken samen een lengte van 17,5 km, in Noord-Brabant 6,7 Ion en in Zeeland 17,7 km. In Zeeland hebben Walche ren en Zeeuws-Vlaanderen het minst te lijden. Schou- wen-Duiveland is het zwaarst Gevlucht naar het dak en wachten op redding Twee vermoeide redders. Zorg voor een kleine evacué en de inwendige mens. Foto: ANP Inwoners van een ondergelopen dorp worden geëvacueerd. HET VERHAAL VAN ONZE LEZERSl door Theo Koopman Foto ingezonden door Willy Nederhoed-Kristelijn, Roden Vervolg van pagina 37 Enige tijd later krijgt ze een nestje jongen. De strijd om leven en dood is in een aantal plaatsen in het zuidwesten van Nederland al aan de gang, maar Jacob Kristelijn heeft er geen weet van en viert nog feest in zijn woonplaats Oostland, onder de rook van Zierikzee. Als hij om twee uur 's nachts het feestgedruis verlaat is er niks aan de hand. Het stormt, maar dat doet het wel vaker. De volgende ochtend melden de buren en een zieke vrouw zich. Bij hen is het water al bezig de woning binnen te sijpelen. De Kristelijns besluiten te vertrekken naar het hoger gelegen dorp Nieuwerkerk. Moeder krijgt een lift van de plaatselijke molenaar, vader en een van de zonen vertrekken per motor, maar blijven al gauw in het water steken en keren terug. De toen 20-jarige Jacob gaat met zijn zus Willy op de fiets. Het water stijgt en stijgt. Tot borsthoogte. Het is onverantwoord verder te gaan. De fiets wordt aan het water gelaten en getweeën waden ze naar een woning. Binnen staat het water al zo hoog, dat Jacob en Willy linea recta naar de zolder gaan. Ze zijn niet alleen in de woning, zo blijkt. Maar het water sluipt naar boven. De zolder is ook niet meer veilig. Er wordt een gat in het dale gemaakt en korte tijd later zitten er dertien mensen op de vorst van het dak. Het is akelig koud. Vanaf hun benarde positie zien ze hoe huizen in de omgeving instorten. Er drijft van alles voorbij. Zoals het dak van een schuur. Jacob, Willy en een hen onbekende man springen er op en drijven weg. Onderweg worden ze geconfronteerd met onmenselijke drama's. Mensen vallen bevangen door de kou in het water. Ook kinderen. Ze verdwijnen onder water en komen niet weer boven. Anderen springen gek van de angst de verdrinkingsdood tegemoet. Het trio drijft op het dak heen en weer, op het ritme van eb en vloed. De situatie wordt beangstigend als het dak afdrijft richting Oosterschelde. Uit alle macht proberen ze al roeiend dat onheil te voorkomen. En het lukt. Het is dan al maandag als ze temidden van karkassen aanspoelen op een dijk. Uitgeput en steenkoud verlaten ze hun reddingboei en gaan naar de woning die aan de dijk staat. Ze zijn niet de enigen. In een kast vinden ze schone en droge kleren die ze aantrekken (later wel weer teruggebracht). Ook ontdekken ze een weckfles met bonen, die onder alle aanwezigen wordt gedeeld. Uiteindelijk worden Jacob en Willy gered door een vissersboot uit Yerselce. Van daaruit gaan broer en zus naar familie in Den Haag. Maar na een week weten ze nog niet of moeder de ramp heeft overleefd en waar ze is. Er komt een helderziende aan te pas om te achterhalen dat ze in Amersfoort verblijft. Onzekerheid over het lot van dierbaren. Het is een extra marteling voor de mensen die toch al zo ongehoord zwaar op de proef worden gesteld. Voor Riek Verhagen uit Kruiningen bijvoorbeeld. In de voornacht wordt er op de deur geklopt. Alle jonge mannen moeten naar de dijk om zandzakken te leggen. De echtgenoot van Riek ook. "En dan blijf je alleen in doodsangst achter met je kind." Na enige tijd merkt ze dat de dijk waar haar man aan moest werken is doorgebroken, want ineens komt het water het dorp in. Riek zit met haar driejarig kind in de achterkant van het huis. De buurman komt naar haar toe en smeekt haar mee te gaan naar zijn woning. Riek twijfelt. Ze durft niet. Want als mijn man straks thuiskomt dan kan hij ons niet vinden. Aan de andere kant kan hij door het water toch niet meer thuis komen. Ze gaat toch naar de buren. Ze is er net binnen of er komt een muur van water aanrollen. De voorkant van haar huis bezwijkt. Nog net op tijd kan iedereen bij de buren naar de zolder vluchten. Aan de achterkant, want aan de voorkant heerst de woeste zee. Het plafond begeeft het en glijdt de wild deinende golven in. Uiteindelijk worden allen gered met een roeiboot en overgebracht naar een hoger gedeelte in het dorp. De vreugde valt in het niet bij de wurgende onzekerheid. Leeft hij nog. "Eerlijk gezegd had ik de hoop al opgegeven. Die zie ik nooit weer terug", zegt ze nu. Een paar dagen later duikt manlief toch op. "Alles zijn we kwijt geraakt. De meubels dreven het huis uit. Maar uiteindelijk zegje 'wij hebben elkaar nog'." Zoals veel meer wouwen staat ook de moeder van Fred van den Beemt er in Papendrecht alleen voor tijdens de ramp. Vader is opgeroepen om de rivierdijken te bewaken. Fred (5) en zijn driejarig zusje worden 's avonds door moeder naar bed gebracht. Vervolg op pagina 39

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2003 | | pagina 4