Deltawerken als exportproduct D Twijfels bij veiligheid Elf waterbouwkundige werken in 40 jaar Een technologiesprong met wereldwijde invloed De remmende voorsprong van de Deltawerken Kustlijn Zeeland geminimaliseerd Met de aanleg van de Deltawerken zou Nederland de wereld op watertechnisch gebied gaan veroveren, was de verwachting. De Deltawerken, en dan vooral de Oosterscheldekering, zou niet alleen veiligheid creëren, maar het land ook een nieuw exportproduct geven. En inderdaad, bij tal van projecten werd en wordt gebruik gemaakt van de opgedane kennis. door Jeffrey Kutterink »e immateriële effecten van de Deltawerken zijn groot. De op gedane kennis en ervaring wordt over de hele wereld door ingeni eurs toegepast en verder ontwikkeld bij het ontwerpen van bruggen, wegen en tunnels. Er wordt meer dan voor die tijd nagedacht over milieu-effecten en er worden risico-analyses gemaakt. En dan hebben we het nog niet over de invloed op het onderwijs en onderzoek aan bij voorbeeld technische universiteiten. In materiële zin hebben de Deltawerken geen exportproducten opgeleverd. De meeste speciaal ontworpen en gebouw de vaartuigen zijn op de schroothoop te rechtgekomen. „Ze waren zo specifiek ontworpen voor de werkzaamheden in de Oosterschelde, dat niemand er iets mee kon", zegt Tjebbe Visser, destijds hoofd van de werken in de Oosterschel- demonding. „Maar de stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg zou nooit zijn aangelegd, als de Oosterscheldekering Iniet was gebouwd. Als je het zo bekijkt is de Maeslantkering wél een vorm van materiële spin-off." „Toch zijn alle kansen nog lang niet be nut", vindt directeur Jan Stuip van het Civiel Technisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving (CUR) in Gou da. Hij gaf destijds leiding aan het on derzoek in de projectgroep Oosterschel de. Het CUR spitst zich toe op het ont wikkelen van civiel-technische kennis, het vastleggen van nieuwe kennis en er varing en draagt er zorg voor dat de nieuwe kennis mag en kan worden toe gepast. In 1993 is hij benoemd tot bij zonder hoogleraar technologiebeleid aan de Technische Universiteit Eindho ven. Visser en Stuip vinden het niet kunnen verkopen van machines minder belang rijk dan het feit dat gretig gebruik wordt gemaakt van de kennis die tijdens ont werp en aanleg van de Deltawerken is opgedaan. Het enorme waterbouwkun dige project heeft gezorgd voor de ont wikkeling van een netwerk van tech nisch specialisten en voor een ware technologiesprong en -transfer, stellen beide ingenieurs. Visser: „Sinds de bouw van de storm vloedkering Oosterschelde is het ge meengoed geworden om rekening te houden met het milieu. De spin-off van de Oosterscheldekering begint bij de verandering van de attitude: het durven denken op een schaal die tot dan toe on- ZATERDAG 1 FEBRUARI De wijze van ontwerpen en bouwen van de Oosterscheldekering heeft nationaal en internationaal grote invloed gehad. Foto: GDP/Ben Maandag bekend was. Revolutionair toen was dat ruimte ontstond voor het besef dat de natuur zijn eisen stelt. De durf van Ne derland om de natuur te handhaven, heeft uitstraling gehad naar andere lan den." Rijkswaterstaat heeft sindsdien milieudeskundigen in dienst. „Het feit dat bij de aanleg van grote projecten nu een milieu-effectrapportage moet wor den ingediend, is mede een gevolg van de aanleg van de Oosterscheldekering." Stimulans Van de Deltawerken is volgens Visser een enorme stimulans uitgegaan en dat heeft veel bedrijven geen windeieren ge legd. „Overal ter wereld helpen Neder landers mee bij het ontwerpen en bou wen van waterstaatkundige projecten, van Bangladesh tot in St. Petersburg, van China tot in Polen." Bij het bouwen van de Oosterscheldeke ring zijn op heel grote schaal onderdelen geprefabriceerd in zee. Toen heel nieuw en gedurfd, maar daarna vaker herhaald. „Bij tal van projecten is gebruik gemaakt van de kennis die is opgedaan bij de bouw van de Oosterscheldekering. Voor beelden daarvan zijn: de verbindingsweg tussen Bahrein en Saudi-Arabië, de brug over de Grote Belt in Denemarken en de brug naar Prince Edward Island in Cana da." De wijze van ontwerpen en bouwen van de Oosterscheldekering (de probabilisti sche aanpak) heeft nationaal en interna tionaal grote invloed gehad. Visser: „Hoe werd de hoogte van dijken tot dan toe berekend? Men keek naar wat ooit de hoogste waterstand was geweest en tel de daar 20 centimeter bij op. Bij de Oos terscheldekering is voor het eerst ge bruik gemaakt van risicobeschouwin gen, kans- en waarschijnlijkheidsbereke ningen." Stuip: „De aanpak houdt rekening met onzekerheden en het eigenzinnige ka rakter van natuur en materialen. Met be hulp daarvan komt een evenwichtig ont werp tot stand, waarbij niet alle risico's tot elke prijs worden voorkomen. Het is de afweging van hoeveel veiligheid je te gen welke prijs wilt realiseren. Honderd procent veiligheid, als je dat al zou kun nen bepalen, is onbetaalbaar." Na het officieel in gebruik nemen van de stormvloedkering is die aanpak uit gangspunt geworden bij andere grote ci viel-technische ontwerpen. Ook in ande re vakgebieden, zoals vervoer van ge vaarlijke stoffen, rivierdijkversterking en offshore-constructies passen ontwerpers de methode toe. Ingenieurs over de hele wereld hebben niet alleen die specifieke aanpak overge nomen, maar gebruiken ook de technie ken die bij de aanleg van de Deltawerken zijn ontwikkeld. „De methode om zeer grote bouwcomponenten, zoals pijlers, op exact de juiste plaats neer te zetten, stamt uit de tijd van de Oosterscheldeke ring", vertelt Stuip. Die techniek kan vol gens hem in de toekomst ook van dienst zijn bij de bouw van grote overspannin gen op het land, zoals magneetbanen en bouwen over bestaande bebouwing heen (dubbel grondgebruik). De offshore-industrie maakt nog steeds gebruik van de kennis die is opgedaan over het dynamisch gedrag van onder grond. De techniek om door middel van naalden de ondergrond te verdichten en dus te verstevigen, wordt nog steeds toe gepast. Het ontwikkelen van de matten die on der de pijlers in de Oosterschelde liggen heeft kennis opgeleverd over geavan ceerde geotextielen. „De funderingsmat- ten zijn gevuld met verschillende soor ten grind. De filterregels die toen zijn ontwikkeld, worden nu nog toegepast bij de aanleg van bijvoorbeeld natuurvrien delijke oevers." De kennis over hoe beton zich gedraagt onder bepaalde omstandigheden in zee water, is gebruikt bij het onderhoud van de pier in Scheveningen en bij de nieu we sluizen van IJmuiden. Fruitteler Piet Flikweert uit Nieuwer- kerk en mosselvisser Ben Schot uit Zie- rikzee. In 1953 het slachtoffer en zijn hulpverlener. Later zouden ze in tegen over elkaar staande kampen terechtko men. Flikweert roerde zich binnen de landbouworganisatie, die in de discus sie over de Oosterschelde veiligheid en vooral de aanwezigheid van zoet water hoog op de lijst van voorkeuren zette en dus voor afsluiting van de zeearm was. Schot daarentegen was, uiter aard, voorstander van beveiliging door dijkverhoging en dus voor het open houden van de Oostefschelde. Als Flikweert in die tijd zijn standpunt verdedigde, werd hij altijd overvallen door een gevoel van onbehagen. Het effect van sluiting van de zeearm zou immers zijn dat de vissers, de redders, van hun broodwinning zouden worden beroofd. „Dat vond ik altijd heel onge makkelijk. Je overtuiging deed mensen aan wie we zoveel te danken hadden ernstige schade." Schot: „Wij hebben nooit met de vei ligheid willen spelen. Er zijn ons wat dat betreft wel verwijten gemaakt en dat was pijnlijk. Alsof wij niet wisten wat er was gebeurd..." door Emile Calon Zeeland is veilig, sprak Koningin Beatrix in 1986 bij het voltooien van de Delta werken. Maar is dat ook echt zo? H. Saeijs heeft zo zijn twijfels. De voormali ge hoofdingenieur- directeur rekent voor dat Zuidwest-Nederland eens in de tweehonderd jaar te maken krijgt met I een echt grote overstroming. Afdoende i maatregelen zijn steeds na een ramp ge nomen. In dat opzicht lijken dijkenbou- wers op generaals. Want militairen berei den zich altijd voor op de oorlog die al gevoerd is. Saeijs stond ooit met minister H. Maij- Weggen in een stormnacht bij Domburg en zag vele meters duin in het water ver dwijnen. „Elke golf hapte een meter weg." Hij bekent dat hem toen een ge voel van angst bekroop. Want daar zag hij maar weer eens met eigen ogen welke onvoorstelbare kracht de natuur heeft. Het moet hem van het hart dat risicoma- nagement een veel te lage prioriteit heeft bij de overheid. „We leven van ramp tot ramp en reageren achteraf." Hij wijst naar de verkiezingsprogramma's van de politieke partijen. Veiligheid wordt daar in te pas en te onpas genoemd maar dan 1 gaat het altijd om persoonlijke veiligheid; de veiligheid van het individu op straat, i": Rampenbescherming daarentegen ont- fpreekt. Veiligheid tegen natuurgeweld wordt ook veel te veel beschouwd als een puur technische aangelegenheid. „Terwijl het juist een bestuurlijk-politieke aangele genheid is." Saeijs vindt ook dat te veel vertrouwd wordt op kansberekening. Hij waagt zich hardop af of de autoriteiten voldoende inzicht hebben in alle risico factoren. „Er wordt te veel uitgegaan van het voorspelbare en te weinig van het voorstelbare." Oefencoördinator A. Franssen van de Zeeuwse regionale brandweer weet daar ook alles van. Hem valt op dat rampen plannen te vaak als dode letters worden beschouwd. Hij maakt mee dat telefoon nummers niet meer kloppen en dat aller lei praktische zaken niet geregeld zijn. Zo staat in elk rampenplan dat bij een cala miteit bewoners per bus worden geëva cueerd. Hij weet echter dat heel wat ge meenten geen daadwerkelijke afspraken met een busmaatschappij hebben. „Bij een echte ramp ontstaat dus flinke ver traging." Franssen merkt wel dat de parate kennis van bestuurders ten aanzien van rampen de afgelopen jaren flink is toegenomen. Niet vreemd, want sinds Enschede en Volendam is er veel meer aandacht voor veiligheid. Wel vreemd is het dat er in Zeeland nog steeds geen rampenbestrijdingsplan is voor het geval de dijken het begeven. Ook is de watersnoodramp nog nooit na gespeeld tijdens een oefening. Een grootschalige evacuatie evenmin. De oorzaak: de remmende voorsprong van de Deltawerken. Dankzij die werken zit ten we nu veilig, is een veel gehoorde op vatting in het Zeeuwse. Dijkgraaf W. Gosselaar van Waterschap Zeeuwse Eilanden weet dat de zeewerin gen een storm als die van 1953 aankun nen. Dat is echter niet voldoende. Er wordt constant onderzoek gedaan naar de veiligheid van de zeewering. Om klaar te zijn voor de superstorm, die volgens berekeningen eens in de 4000 jaar langs komt, worden de glooiingen verder ver beterd. Tegelijkertijd weet hij dat die su perstorm ook volgende week Zeeland kan treffen. „Laten we daar toch vooral op bedacht zijn." Gosselaar bezweert dat het waarschu wingssysteem goed werkt. Als een storm nadert, wordt het waterschap al in een vroegtijdig stadium gewaarschuwd zodat het tijdig kan alarmeren. Het bekijkt mo menteel ook hoe het gesteld is met de tweede verdedigingslinie, de binnendijk- se keringen. „Bij een doorbraak moeten we de schade beperken." De kracht van het water, de kracht van de natuur is enorm, zo weet hij maar al te goed. „La ten we niet onderschatten wat er aan na tuurgeweld mogelijk is." door Robert Verkerk De Biesbosch mag dan in 1421 aan het wa ter zijn gelaten, Zuidwest-Nederland zou na de Watersnoodramp in 1953 worden te ruggewonnen op het water. Aan kustverde diging was vaak jarenlang niets gedaan, maar dat was verleden tijd. Met een Delta plan voor Zuidwest-Nederland werd de aanval op het water ingezet. Sneller dan het zilte water verdampte, was iedereen in Nederland er van overtuigd dat een ramp van deze omvang nooit meer mocht voorkomen, weet ir. Jan Hendrik- sen. Hij was als hoofd van de hoofdafde ling Milieuonderzoek van de Deltadienst bij het project betrokken. Al enkele jaren voor de februariramp zag een waterbouwkundige de noodzaak om de dijken te versterken, vertelt Hendriksen. „Ingenieur Johan van Veen van Rijkswater staat wist al lange tijd dat het menens was. Dat stelde hij onder meer in een interview met Elsevier dat echter bij nader inzien zijn ernstige waarschuwing niet publiceerde. Van Veen voorspelde duizenden doden als gevolg van een waterramp. Maar in de ogen van zijn meerderen was Van Veen een lastpak. Dus werd er niets gedaan." Later zou deze klokkenluider zitting krijgen in de Deltacommissie die het Deltaplan voorbe reidde. Elsevier plaatste het interview 25 jaar na dato alsnog. Hoewel na de ramp dijken werden gedicht en versterkt voor de volgende winter, moest er meer gebeuren om een nieuwe aanval van het water te weerstaan. Het idee, dat ook al voor 1953 was opgekomen, was om alle zeegaten af te sluiten. „De kustlijn van Zeeland werd teruggebracht van enkele honderden kilometers naar 25 kilometer dijk en duin, omdat die zo mak kelijker te verdedigen was", vertelt Hen driksen. Alles werd uitgewerkt in het zoge heten Deltaplan. Daarin werd vastgelegd om alle zeeweringen op 'deltahoogte' te brengen. Daarvoor gold een waterhoogte van 5 meter boven NAP bij Hoek van Hol land: De overstromingskans zou met die gege vens uitkomen op gemiddeld eens in de 4000 jaar voor het Deltagebied en gemid deld eens in de 10.000 jaar voor de Rand stad. Het parlement keurde het uiteindelij ke Deltaplan in 1957 goed. Belangrijkste doel van het plan was het vergroten van de veiligheid, maar daarnaast moest het zor gen voor zoet water voor de landbouw, nieuwe recreatiegebieden en betere ont sluiting van Zeeland en de Zuid-Hollandse eilanden. De eerste kering, de stormvloedkering in de Hollandsche IJssel bij Krimpen aan den IJs- sel kwam er in 1958. De laatste in 1997 werd de Maeslantkering in de Nieuwe Wa terweg bij Hoek van Holland. Volgens het prijspeil van 2002 kostte het volledige Del taproject tussen de 8 en 10 miljard euro. In bijna veertig jaar werden elf waterbouw kundige werken gerealiseerd, met als hoog tepunt de Oosterscheldekering - ook wel het achtste wereldwonder genoemd - tus sen Noord-Beveland en Schouwen-Duive- land, die in oktober 1986 door koningin Beatrix werd geopend. Het werd een open waterkering die bij gevaarlijk hoog water kan worden gesloten. De kering kreeg aan dacht vanuit de hele wereld. Dat was niet gebeurd als de eerste plannen zouden zijn uitgevoerd: een dam die de Oosterschelde volledig zou afsluiten. Ir. Hendriksen: „In de jaren zestig en ze ventig ontstond verzet tegen de gevestigde orde en werd natuur en milieu een politiek item. Bovendien kwam er steeds meer aan dacht voor de sterk vervuilde Rijn. In die atmosfeer gedijde het protest tegen het af sluiten van de Oosterschelde." Het zou het milieu in eëri van de meest bijzondere ge- tijdegebieden ter wereld onherstelbaar be schadigen. Bovendien zou de afgesloten Oosterschelde het brood uit de mond sto ten van de oester- en mosselvissers en zou de Oosterschelde gaan bestaan uit vervuild Rijnwater. Daar door groeide met-succes het protest onder leiding van de actiegroep Ooster schelde Open. Tegenstanders hamerden op de hoge kosten van het Oosterscheldepro- ject - zo'n 2,5 miljard euro - en de veilig heidsaspecten van afsluiting. Bovendien was al 200 miljoen gulden uitgegeven voor het aanvankelijke plan: een dichte dam. „Uiteindelijk kregen beide kampen in de politiek hun gelijk met een typisch polder compromis. De voorstanders van een open Oosterschelde stelden 'Zie je, het gebied blijft open' en de tegenstanders stelden 'Kijk het gebied kan toch dicht'." Haringvlietdam^ Brouwersdarh q Stormvloedkering Oosterschelde- Deltawerken Maeslantkering 5lormvloedkering -.Hollandse IJssel 1 ■Volkerakdam p^Gievelingendam j I St. Philipsdam Veerse Gatdam -orZandkreekdam Neeltje Jans O^^am^^^Markiezaatskade L Bathse Spuikanaal en Spuisluis Met de bouw van de Deltawerken werd begonnen in 1954 om het zuidwesten van Nederland te beschermen tegen stormvloeden. Stormvloedkering Hollandse IJssel NNI Volkerakdam Haringvlietdam Zandkreekdam Veerse Gatdam Grevelingendam Brouwersdam Stormvloedkering Oosterschelde St. Philipsdam Oesteraam Markiezaatskade Bathse Spuikanaal en Spuisluis Maeslantkering De Grevelingendam was halverwege de jaren zestig klaar. Foto: Archief ANP 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 I I I I I i 1 I si bouwtijd 4

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2003 | | pagina 4