Het weekeinde dat God even niet thuis was 1953 De ramp in cijfers Stormvloed kwam als dief in de nacht 2003 weekendbijlage van De Gooi- en Eemlander Grote delen van Zeeland, Zuid-Holland en het westelijk gedeelte van Noord-Brabant werden in de nacht van i februari getroffen door de watersnoodramp. Het reddingswerk kwam langzaam op gang. Foto: United Photos de Boer/Cees de Boer Achtergrond Het lichtschip Goeree meet zaterdag 31 januari om 12.00 uur windkracht 11. Op dat tijdstip blaast de vijfjarige Piet Geluk op Schouwen-Duiveland papieren zakken op. Lachend kijkt het jochie hoe de storm ze als ballonnen wegblaast. Op de Noordzee jaagt het stormveld van 1000 kilometer naar de achilleshiel van laag Neder land, een waterberg voor zich uit stuwend. De kwetsbare archipel van eilanden in de zuid westelijke delta, staat aan de vooravond van een ramp die deze regio totaal zal vernielen en veranderen. En die voor altijd deel zal wor den van onze nationale herinnering. Zuid-West-Nederland waant zich veilig. Wa tersnoden en dijkbreuken door natuurgeweld zijn uit de herinnering verdwenen. Die zater dag is een dag van de gewone rituelen: de kin deren in een teil water, verwarmd op het ko- lenfomuis. Telegram Het waait. Maar ach, Nederland heeft met er ger winden te maken gehad. Om kwart voor zes zaterdagmiddag laat het KNMI een waar schuwingstelegram voor 'gevaarlijk hoog wa ter' uitgaan: alleen bestemd voor abonnees. Die zijn er in het Deltagebied niet veel. In Zeeland maar één: het waterschap Walche ren. In Brabant: burgemeester Corvan der Hooft van Willemstad. In Den Haag bij de hoofddirectie van Rijkswaterstaat blijven vier telegrammen op de bureaus liggen. Het is tenslotte zaterdag. Het is vroeg donker die avond. De bevolking ontspant, geniet van de verdiende rust. Re gen- en sneeuwvlagen zwiepen over de dijken het land binnen. Geen weer om buiten te zijn. Om 10 uur wordt in Vlissingen een windstoot van 120 km per uur gemeten. In zaal Nolet in Yerseke treden de Zingende Zusjes op. In De Korenbeurs in Kortgene vie ren de autoriteiten de opening van het nieu we gemeentehuis. Sommige gasten toasten op het hoge water. Kunnen ze lekker langer feesten. Ze hoeven de laatste boot niet te ha len, want die vaart toch niet. In Breskens nikt de Urker haringvloot ongedurig aan de meer touwen. In het Zeeuws-Vlaamse gehucht Nummer Een ligt de 83-jarige Adriaan Blon- deel in zijn bed te woelen. Hij kent het water en stuurt Johannes, zijn zoon, naar de dijk. De Brabantse Commissaris van de Koningin Jan de Quay keert terug van een visite aan de bur gemeester van Tilburg. Terugrijdend naar Den Bosch ziet hij wat afgewaaide takken op de weg liggen. Om half 11 is het eb in Zuid-West-Nederland. Beter gezegd: Zou het eb moeten zijn. Het zijn deze uren waarin nonchalance, besluiteloos heid en spontane daadkracht het verschil tus sen leven en dood bepalen voor de uren die komen. Neem de Yerseker mosselvisser Jaap van Oost. Na een bezoek aan de Zingende Zusjes gaat hij, macht der gewoonte, nog even naar de kaai. Hij verwacht eb, maar het is hoog water. En het stormt. Jaren later vertelt hij: ,,Ik dacht 'Jaap, jong: dat komt niet klaar'." Hij gaat even langs de wethouder. Die vindt dat er niks aan de hand is. Met een paar andere vissers besluit Jaap toch de vloedplanken in de dijko- pening bij de haven te plaatsen. Hij wordt uit gelachen door andere dorpelingen. Gezwel Dijkwachten op de dijk bij Hoofdplaat zien rond twee uur 's nachts 'gezwel' in het water. Ze waarschuwen wachtmeester Spuessen van de Rijkspolitie. Om 02.20 is de sirene van Hoofdplaat vaag hoorbaar, boven het gehuil van de storm. Zo begint 1 februari, de dag dat God even niet thuis is. Hoe verder landinwaarts, hoe groter de opstuwing. In de zeegaten van de delta be gint de Noordzee als een reusachtige melkko ker over te koken. Rond drie uur 's nachts breken oostelijk van Zierikzee de eerste dij ken. Een paar kilometer verder, achter de dijken van het eiland Tholen, ligt het dorp Stavenis- se, waar men zich vooral druk maakt over Jannetje van achttien die met een kerel van veertig vrijt. Het dorp zal over een paai- dagen in de hele wereld de voorpagina's halen. De onverwoestbaar geachte dijk begint om half vier te trillen. Het water 'spuit uit de konijnen holen. Dan wordt het gevaarte van klei en zand eenvoudig opzij geduwd. Dat gebeurt in enkele seconden, met donderend geraas. 'Waarbij de grond dreunde als bij een bomin slag', schrijft Rijkswaterstaat later. Een me tershoge muur van water bulldozert het ei land Tholen binnen, over een breedte van 1800 meter, en neemt een rij arbeidershuisjes onder aan de dijk van Stavenisse mee. De meeste bewoners worden nooit meer gevon den. Tussen Rilland en Bath klampt op dat mo ment burgemeester Jozef Goffau zich vast aan een boom. Hij is op weg naar het bedreigde Bath, maar daar is de dijk al doorgebroken. Het water komt met zo'n enorme kracht op zetten dat de burgemeester moet loslaten. Elij wordt meegesleurd en verdrinkt. Klokgelui In Kruiningen klinkt klokgelui. De straten zijn nog droog. Slaperige bewoners praten met el kaar, roken een sigaretje. Ja, verderop is een dijk gebroken, de veerboot ligt al in de polder, maar Kruiningen is nog droog. Dan begint het water in de sloten te stijgen. Plotseling ruist het water sissend door kieren en spleten. Kort daarop storten de eerste huizen in. Begeleid door het nerveus luidende kerkklok ken overspoelt bij Hoofdplaat de uit 1828 da terende dijk die vervolgens met volle hoogte in de kaai zakt. Later schrijft de gemeentese cretaris van Hoofdplaat in zijn verslag: „Op zulke momenten was de zee voller dan de dijk hoog was." Op Goeree proberen inwoners van het al overstroomde Stellendam om Melissant te be reiken. In Sirjansland vluchten de mensen in de kerk. Een reumatisch oud-vrouwtje trekt zich omhoog langs de leuning van de preek stoel en blijft daar hoog en droog zitten. In Nieuw-Vossemeer wil de negentienjarige Adriana van Eekelen nog haar nieuwe fiets uit de schuur halen. Het wordt haar dood. Brandweerman Jan Huuskes uit Halsteren grijpt met dekens en al een kind uit de kinder wagen terwijl een enorme vloed over de weg rolt. De kinderwagen spoelt weg, de moeder ook. Jan grijpt een boom, schiet onder water en moet het kind loslaten. Hij ziet twee man nen langs drijven op een rietschol. Even later zijn ze verzwolgen. Het zijn beelden die nooit meer uit de herin nering verdwijnen. Lees verder op de volgende pagina Het begint met een windveld aan de oostkust van de Verenigde Staten, op 26 januari 1953. Het windveld bij IJsland vormt een nieuw lage drukgebied. Dat weersysteem begint steeds sneller rond te tollen en buigt op vrijdag 30 januari dreigend zuidoostwaarts af. Een gigantische zuil vochtige lucht omringd door een massieve muur van wind groeit uit tot een orkaanachtige noordwesterstorm die in Schotland miljoenen bomen ontwortelt. In Zeeland is het die week rustig weer. Op zaterdagmorgen draait de wind van zuidwest naar noordwest en begint aan te wakkeren. Dat weekeinde is hef springtij. door Paul de Schipper Herinneringen van lezers aan de ramp In het Noordzeegebied vallen ongeveer 2300 do den, waarvan volgens de officiële lijst 1835 in Nederland. Aan de oostkust van Engeland ko men 307 mensen om. Op de Noordzee vergaan schepen en België wordt evenmin gespaard. Daar verdrinken 25 mensen. Maar nergens is de ramp zo dramatisch als in Zuidwest-Nederland. Zeeland heeft 873 slachtoffers te betreuren, van wie 525 op Schouwen-Duiveland (91 in Ouwer- kerk, 289 in Nieuwerkerk); in Zuid-Holland val len 686 slachtoffers, van wie 481 op Goeree- Overflakkee (305 in Oude Tonge); Noord-Bra bant telt 254 slachtoffers; in de rest van het land komen 22 mensen om het leven. Uit het ramp gebied, waar in totaal ruim 600.000 mensen woonden, moeten 72.500 mensen worden ge- evacueerd. Er verdrinken rond 20.000 koeien, 12.000 varkens, 1750 paarden, 165.000 stuks pluimvee en 2750 stuks kleinvee als schapen en geiten. Ruim 47.000 gebouwen worden beschadigd, waarvan 10.000 zeer ernstig of onherstelbaar. Deskundigen raamden de schade aan gebou wen op 160 miljoen gulden. Wegen raakten on bruikbaar, spoorwegen verwoest, telefoonver bindingen werkten niet meer. De totale schade werd uiteindelijk geschat op ruim 1,5 miljard gulden. Alleen al voor de landbouw is 400 mil joen gulden nodig. Een oppervlakte van 136.512 Duinen Dijkdoorbraak Zeekering /binnendijk Ondergelopen land Drassig land Stad die gedeeltelijk overspoeld is geweest Hoek vanHolland ha komt onder water te staan en 16.815 ha raakt drassig. In Zuid-Holland hebben dijkdoorbra ken samen een lengte van 17,5 km, in Noord- Brabant 6,7 km en in Zeeland 17,7 km. In Zeeland hebben Walcheren en Zeeuws- Vlaanderen het minst te lijden. Schouwen-Dui veland is het zwaarst getroffen; behalve de dui nen en een gebied in het centrum loopt het hele eiland onder. Van het eiland Tholen (waar het kleine Stavenisse 153 doden telt) verdwijnt ruim 3-' de helft onder water; van Sint-Philipsland blijft Q 10 procent droog. Van Goeree-Overflakkee ver- q dwijnt 82 procent onder de golven. In West-Bra- bant lopen gebieden langs de Eendracht, Vol kerak en het Hollandsch Diep onder. Sommige polders blijven als door een wonder op het nippertje gespaard. Zoals bij Colijnsplaat op Noord-Beveland, bij de stad Tholen en de Kattendijksedijk bij Goes. Veel slachtoffers val len door instortende huizen, zowel bij de eerste als de tweede vloed. Aanvankelijk met de moed der wanhoop komt het reddingwerk op gang. Vissers bewijzen met hun boten onschatbare diensten. Pas in de loop van maandag 2 februari ontstaat enig zicht op de omvang van de ramp en komt de hulpverlening meer gecoördineerd op gang. Ook het buitenland springt, vooral fi- ZEEUWS-^ nancieel, bij. Nederland houdt de actie Beurzen VLAANDEREN open, Dijken dicht. Rotterdam Maassluis Schiedaig... KRIMPEN ER- WAARD cDuderkerk a/d IJssel GOEREE, ALB LASSER WAARD 5apen- drecht 'rdrecbtv HOEK.SCHE WAARD Stpjen PUTTEN _Zuidfand Stellendam >m -Js) VERF LAKK ÊT^o^Nurrtapsdorp SCHOUWEN DUIVELAND'o 0ude Serooskerkec Dreischor 'tyl nryTonge^Y- oHeioingen Rnroh Vrtü Ooster|and gj?.; "Ust^c Mtimp.THOLEN Num|psdorp s4- Willemstad Geertruidenberg 10 km VeerèTV ,WALCHEREN Go|5 V.. IK o Y' ZUID-0 Middelburg BEVELAND Terneuzen Kruipingen J Stormvloed Een gedeelte van het water van de stormvloed komt 1 februari 1953 in het zuiden van de Noordzèe terecht, opgestuwd door de noordwestenwind. ANP bron: De Deltawerken, Nederland en de zee Er zijn drie natuurrampen die elk een keerpunt in de geschiedenis van Zee land markeren. Jaartallen die een rechtgeaarde Zeeuw in het hart ge grift moeten zijn, telkens met een tussenpoos van 400 jaar: 1134,1530 en 1953. De naamloze stormvloed van oktober 1134 is aanleiding voor het be gin van de grote bedijkingen en daar mee vorming van het huidige Zee land. Door de Sint-Felixvloed van no vember 1530 komen grote delen van het gewest langdurig en deels voor goed onder water te staan. Herstel vergt tientallen jaren, mede door nieuwe stormvloeden. Na de Februa- riramp van 1953 wordt het Deltaplan uitgevoerd, dat de contouren van Zeeland opnieuw verandert. Interview Radioreporter Jan deTroye berichtte als eerste uit rampgebied Een nacht lang drijven op een stuk zoldervloer

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2003 | | pagina 1