Watersnood bracht ons profvoetbal
Scheveningen in nacht vol ontij
De helden van Parijs
Zaterdag C7
ZATERDAG 1 FEBRUARI 2003IHAAGSCHE COURANT
Hart niet veel meer bij dan dat hij hem in
een roes beleefde. De Munck keepte fabel
achtig, een treffer van Jan van Geen
iex-Scheveningen> werd voor rust afge
keurd en halverwege stonden de Fransen
met 1-0 voor. "In de rust hebben we ge
zegd: en nu gaan we voetballen. We speel
den echt heel goed. Eerst maakte Bertus de
Harder 1-1 en tien minuten voor tijd.
scoorde Bram Appel 1-2. Toen werden we
helemaal gek en hebben we het dichtge-t
timmerd."
"Ik besef dat deze wedstrijd later een histo
rische betekenis heeft gekregen, maar daar
waren wij ons op dat moment absoluut
niet van bewust. Pas na afloop, toen al die
duizenden Nederlanders het veld op
stormden en wij op de schouders gingen,
begon het te dagen dat we iets bijzonders
hadden gedaan. Na afloop zijn we eikaar
in de kleedkamer om de nek gevallen,
maar echt feest gevierd hebben we niet.
Een paar uur later zat ik alweer in de trein
Ik moest de volgende dag trainen bij mijn
club en dat gold voor iedereen
Die nuchtere aftocht doet geen recht aan
de betekenis van de watersnoodwedstrijd
in onze nationale voetbalgeschiedenis.
Tot die 12de maart 1953 leidden de Neder
landse profs, verstoten door hun eigen
voetbalbond, een tamelijk anoniem be
staan in de buitenlandse competitie. De
zege op Frankrijk maakte in één klap dui
delijk hoezeer de spelers waren gegroeid
door de extra trainingsarbeid die ze als
profvoetballer verrichtten. "We waren
honderd procent beter gaan voetballen",
verwoordt Van der Hart. "En eigenlijk zon
der dat we het beseften, hebben we dat die
middag laten zien."
Kansloos
De prestatie in Parijs stak pijnlijk schril af
tegen het spel van het officiële Neder
lands elftal. Vijf dagen voor de krachtme
ting met Frankrijk verloor het 'echte Oran
je' kansloos met 1-2 van Denemarken.
Van de zeventien interlands die Neder
land tussen 1950 en de watersnoodwed-
slri jd speelde - en waarin de profs dus wer
den gemeden - werden er dertien verloren
en slechts één gewonnen.
Een dag na Parijs accentueerde Herman
Kuiphof in de Haagsche Courant het ver
schil in niveau. "Laten we dit mogen zeg
gen, dat deze profs hun vak |...)wat de Ne
derlanders betreft nooit en te nimmer met
groter toewijding, met dieper hartstocht
en met groter spelvreugde hebben uitgeoe
fend dan op deze donkere donderdagmid
dag in het Parijse Pare des Princes."
Nu Nederland met eigen ogen het verschil
tussen amateur- en profvoetbal had ge
zien, was de opmars van het betaalde voet
bal ook in ons land niet meer te stuiten.
Nog in 1953 ontstond er een wilde prof
competitie, in de zomer van 1954 ging ein
delijk ook de KNVB overstag en werden be
talingen aan spelers toegestaan. In 1955
werd de eredivisie ingevoerd.Door de wa
tersnoodwedstrijd is de invoering van het
betaalde voetbal in een stroomversnelling
geraakt. Daarvoor moet iedere betaald
voetballer ons nog dankbaar zijn", vindt
Van der Hart.
Het zou sterk overdreven zijn te stellen
dat de elf helden van Parijs in het Pare des
Princes een band voor het leven opbouw
den. Van hen zijn er nog vijf in leven:
naast Van der Hart zijn dat Frans de
Munck, Gerrie Vreeken, Rinus Schaap en
Kees Rijvers. "Ik heb nog wel eens contact
met Kees Rijvers en toevallig had ik vorige
week Gerrie Vreeken aan de lijn", besluit
Van der Hart. "En die enkele keer dat je el
kaar ziet, praat je natuurlijk wel over die
wedstrijd. Ik ben pas 75 geworden. Ik kan
alleen maar zeggen dat ik trots ben dat ik
erbij ben geweest."
de Franse voetbalbond vond dat het initia
tief meer verdiende: ze kwam met de
A-ploeg op de proppen.
Het was de algehele verwachting dat de
Nederlanders tegen dat elftal geen enkele
kans zouden maken. Niet alleen behoorde
Frankrijk tot de sterkste voetballanden
van Europa, de Nederlandse profs waren,
in de woorden van Theo Timmermans
zelf, weinig meer dan een 'bij elkaar ge
raapt zooitje'. "Ik werd gebeld of ik met-
wilde doen", herinnert Van der Hart zich.
"Natuurlijk wilde ik dat, maar niemand
kon vertellen of we wel genoeg spelers
hadden. 'Kom maar naar Parijs, dan zien
we wel', kreeg ik te horen. Uiteindelijk wa
ren er wel genoeg mensen, maar we had
den bijvoorbeeld nauwelijks verdedigers.
Gerrie Vreeken en Arie de Vroet hebben
op de backplaatsen gespeeld, dat was voor
het eerst in hun leven. Toch ging dat ge
weldig. Ach, weet je wat het is: goede voet
ballers verstaan elkaar altijd."
De Nederlandse profs verzamelden zich in
een klein hotelletje tegenover het Gare du
Nord in Parijs. Vrijwel alle spelers kwa
men uit in de Franse profcompetitie, al
leen doelman Frans de Munck (FC Koln)
kwam over uit Duitsland. Faas Wilkes; in
die tijd de absolute vedette van het Neder
lands voetbal, kreeg van zijn club Torino
geen toestemming om mee te spelen.
"Eigenlijk had ik nooit contact met die
jongens", gaat Van der Hart verder.
"Alleen als je tegen elkaar speelde, stond
je een half uurtje te praten. Maar de sfeer
was direct fantastisch. In ons hotel stond
een tafelvoetbalspel, al heel snel stond ie
dereen daar omheen. Er werd alleen maar
gelachen."
Toch bereidden de Nederlanders zich gede
gen voor, ook al omdat ze in hun hart be
vreesd waren voor een afstraffing. Ze ko
zen voor een verdedigende tactiek om de
verwachte Franse stormloop te pareren.
En ze putten extra motivatie uit het feit
dat de KNVB, zelfs nu ze zich inzetten
voor een goed doel, bepaald dwars lag.
De ploeg wilde graag in het oranje spelen,
maar daar stak Karei Lotsy persoonlijk een
stokje voor. Dus werd gekozen voor een
rood shirt, witte broek en blauwe kousen.
De KNVB verbood zelfs het Wilhelmus, zo
dat de profs voor het duel naar het zoetsap
pige 'Wien Neerlands bloed' stonden te
luisteren. "Dat irriteerde behoorlijk", zegt
Van der Hart. "Wij hebben na deze wed
strijd nog voorgesteld om tegen het echte
Nederlands elftal te spelen, ook voor de
slachtoffers van de ramp. We wilden zelfs
onze eigen reis- en verblijfskosten betalen,
maar het is er nooit van gekomen. De
KNVB weigerde gewoon."
Helemaal gek
Van de wedstrijd zelf, die op donderdag
12 maart 1953 werd gespeeld in het ver
maarde Pare des Princes, staat Van der
Frans de Munck is een van de
meest legendarische keepers uit de
Nederlandse voetbalhistorie. De
Zwarte Panter, zoals zijn bijnaam
luidde werd groot bij FC Koln en
beleefde later grote successen bij
Fortuna'54, waarmee hij kampioen
van Nederland werd De Munck
speelde 31 interlands.
Gerrie Vreeken (geboren in Den
Haag), in Parijs rechtsback, maakte
naam als de frivole aanvaller van het
ADO dat in de Tweede Wereldoorlog
tweemaal kampioen van Nederland
werd. Tegelijk was hij berucht,
omdat hij in die tijd lid was van de
NSB en daar openlijk mee koketteer
de. Na de oorlog vluchtte Vreeken
min of meer naar Frankrijk, waar hij
prof werd bij Nantes en nog altijd
woont. Hij speelde nooit in Oranje
Arie de Vroet, linksback, was op
het moment van de watersnood
wedstrijd al 34 jaar oud. Opgegroeid
bij Feyenoord koos hij na 22 inter
lands voor een profavontuur bij Le
Havre en daarna Rouen. De Vroet
was na zijn loopbaan jarenlang
betrokken als verzorger bij het
Nederlands elftal. Hij overleed in
1999
Rinus Schaap was een van de
beste middenvelders die Nederland
kort na de Tweede Wereldoorlog rijk
was. Schaap, van 22 februari 1922,
kwam via 't Gooi in Frankrijk
terecht. Eerst bij Toulouse, later bij
Racing Paris. Op voorspraak van Abe
Lenstra speelde hij later ook nog
voor SC Enschede. Schaap speelde
dertien interlands (een goal)
Cor van der Hart is een van de
beste centrumverdedigers die ons
land ooit kende. Sterk in duel, goed
in de lucht, prachtige trap in de
benen. Zijn carrière voerde hem van
Ajax naar Lille en Fortuna'54. Van
der Hart, geboren op 25 januari
1928, was later trainer van onder
meer Holland Sport en FC Den Haag.
Hij speelde 44 interlands.
Joop de Kubber was een van de
onbekende uitblinkers in het Pare
des Princes Een voetbalperiode bij
VUC leidde tot een profbestaan bij
Bordeaux waar hij samen met Bertus
de Harder speelde. Middenvelder De
Kubber haalde nooit het Nederlands
elftal. Hij overleed vorig jaar juli op
74-jarige leeftijd.
Bram Appel was een van de
eerste voetbalnomaden van ons
land Hij versleet een aantal clubs in
de Haagse regio voordat hij in de
oorlog naar Duitsland werd afge
voerd, waar hij voor Hertha BSC
uitkwam Na de wereldbrand
speelde de aanvaller voor ADO, in
Sittard, bij Stade Reims, Lausanne
Sports en Fortuna'54 Bram Appel
(twaalf officiële interlands) overleed
op 31 oktober 1997, een dag na zijn
76ste verjaardag,
Theo Timmermans speelde zijn
hele leven voor ADO, met uitzonde
ring van zijn profperiode bij Nimes.
Aanvaller Timmersmans was de
initiator van de watersnoodwed
strijd. Hij speelde twaalf keer in
Oranje en overleed in 1995.
Jan van Geen was een hardwer
kende centrumspits, die via Scheve-
mngen bij het Franse Nantes terecht
kwam. Hij speelde ook nog voor
Holland Sport voordat hij trainer
werd bij ADS. Van Geen, die nooit
het echte Nederlands elftal haalde,
overleed in september 1980. Hij was
toen pas 57 jaar oud.
Kees Rijvers, geboren en getogen
in Breda, speelde bij NAC en kwam
zo bij het Franse St.Etienne terecht.
Geboren op 27 mei 1926 speelde de
aanvaller later lange tijd voor
Feyenoord. Na zijn carrière werd de
33-voudig international trainer van
onder meer FC Twente, PSV en het
Nederlands elftal
Bertus de Harder verdiende in
Den Haag bij VUC al bijnamen als
de Goddelijke Kale en de Braziliaan
van de Schilderswijk, voordat hij bij
Bordeaux van het voetballen zijn
werk maakte. In 1954 keerde hij
terug in Den Haag om te spelen
voor de lokale profclub en Holland
Sport. Toch keerde de spits, 33
interlands, nog een keer terug naar
Bordeaux. Geboren op 14 januari
1920 overleed De Harder in 1982
Cor van der Hart was 22 toen
hij van het voetballen zijn
beroep maakte. Hij week
noodgedwongen uit naar
Frankrijk, omdat profvoetbal
in Nederland nog te vuur en
te zwaard werd bestreden.
De watersnoodwedstrijd van
1953 bracht een
paleisrevolutie teweeg.
door
Peter van Duyl
Het is inmiddels een halve eeuw geleden.
Maar nog altijd gebeurt het dat Cor van
der Hart, genietend van een kop koffie in
een restaurant of zelfs zomaar op straat,
wordt herkend en aangesproken. En vrij
wel zonder uitzondering leiden die ge
sprekken naar de legendarische waters
noodwedstrijd van 1953, toen een elftal
van Nederlandse profvoetballers in Parijs
met 2-1 van Frankrijk won. Het duel lever
de niet alleen 120.000 gulden op voor de
slachtoffers van de ramp, het betekende
een cruciale doorbraak in de professionali
sering van de voetbalsport in ons land.
Toen de springvloed in de nacht van 1 fe
bruari zijn fatale werk deed en in grote de
len van Zuid-West Nederland tot blinde
paniek en diep leed leidde, lag Cor van der
Hart nietsvermoedend in zijn warme bed
bij een gastgezin in Lille. De geboren Am
sterdammer, opgegroeid bij Ajax, verdien
de sinds de zomer van 1950 zijn boterham
als profvoetballer in Noord-Frankrijk.
Van der Hart tekende zijn eerste prof
contract een dag nadat Ajax in het Olym
pisch Stadion met 6-0 was afgedroogd
door Limburgia. De liefde voor Ajax was
groot, de aantrekkingskracht van de dikke
stapel bankbiljetten én het avontuur in Lil
le nog vele malen groter. De sterke stop
per-spil nam het voor lief dat hij in Frank
rijk zijn kansen op het Nederlands elftal
vergooide. De KNVB, onder leiding van de
oer-conservatieve Karei Lotsy, verfoeide
het voetballen voor geld hartgrondig. Spe
lers die voor een profbestaan in het buiten
land kozen - die zich in de visie van de
bond tot slaaf van hun club maakten-
werden direct uitgesloten van Oranje.
Contract
Die banvloek speelde geen enkele rol in de
beslissing van Van der Hart. "Wij gingen
met Ajax wel eens naar het buitenland en
zagen welk leven profvoetballers daar leid
den. Hoe ze gekleed gingen, dat ze een au
tootje hadden. Bovendien was mijn vader
overleden, ik probeerde met dat contract
ook mijn moeder en zussen te ondersteu
nen."
Natuurlijk hoorde Van der Hart op de mor
gen van 1 februari het nieuws van de
ramp in zijn eigen land. Maar de werkelij
ke ernst van de situatie zou pas dagen la
ter tot hem doordringen: toen hij steeds
meer foto's in kranten en tijdschriften on
der ogen kreeg, toen kille cijfers de rauwe
De watersnoodwedstrijd Frankrijk-Nederland op 12 maart 1953 in Parijs, archieffoto ANP
realiteit almaar scherper tekenden. Hij aar
zelde dan ook geen moment toen hem
werd gevraagd of hij mee wilde spelen In
een benefietwedstrijd voor de slachtoffers.
Het initiatief voor het duel kwam van
Theo Timmermans, die via ADO bij Olvm-
pique Nimes was beland, en Bram Appel,
die bij Stade Reims speelde. De Hagenaars
hadden in eerste instantie een wedstrijd te
gen het Franse B-elftal in gedachten, maar
Hoog water in de Keizerstraat, foto Charles Smith collectie Museum Sceveningen
In Scheveningen spiegelde de
watersnoodramp zich af met
storm, schade en overlast.
Waar de nood wél hoog was,
sprongen de Scheveningers te
hulp met mannen en sloepen.
Zevenhonderd mensen redden
zij van de verdrinkingsdood.
door
Monique van Oostrum
Vader Pronk had het zijn zoons be
loofd. Om vijf uur 's ochtends zou hij
de wekker zetten en hen wakker ma
ken. Dat was het tijdstip waarop het
springtij wordt.
Pronk vertrouwde de situatie in de
nacht van zaterdag 1 februari 1953
voor geen cent. Die middag hadden
hevige regenbuien en stormachtige
wind Scheveningen geteisterd. Het ge
zin woonde recht tegenover de haven,
aan de Vissershavenweg. Bij slecht
weer was de familie Pronk altijd ge
spitst.
Om tien uur 's avonds, de wind was in
middels uitgegroeid tot een fikse
storm, ging dan ook de radio aan. Een
tje mét visserijband, zoals elke Scheve-
ningse familie had. Zo kon je afstem
men op Scheveningen Radio en de vis-
serijberichten opvangen. Die avond
ging de knop naar kanaal 181, de
noodfrequentie. 'Op verschillende
plaatsen zijn dijken doorgebroken. Er
verkeren mensen in moeilijkheden'.
Het werd ernst. Ook in Scheveningen.
Woeste golven beukten op de kust. De
striemende wind haalde snelheden
van 180 kilometer per uur.
Zoon Karei Pronk, destijds 19 jaar
oud, graaft vijftig jaar na dato in zijn
geheugen en haalt zich die bewuste
dag weer voor de geest. "Het leek wel
hoog water in de haven, terwijl dat
pas uren later zou moeten komen.
Mijn vader had nog naar het seinhuis
gebeld om seinwachter Cor den Duik
-vorige week is hij overleden- te
waarschuwen. We zijn gewoon naar
bed gegaan. Ik weet nog dat ik goed
heb geslapen. Van mijn vader durf ik
dat niet te zeggen. De wekker liep af
en met mijn vader en twee broers gin
gen we op pad. Het water sloeg tegen
de kant van de weg."
Boulevard
"We probeerden het strand op te ko
men. Dat lukte niet. We wilden naar
het seinhuis maar ook dat kon niet.
Zeewater stroomde de doorgang van
de boulevard naar de haven in. Stuk
ken van de dijken werden afgeslagen.
We waren de enigen die buiten lie
pen. De situatie was gevaarlijk, maar
op dat moment beseften we dat niet
Binnendoor lopend kwamen we aan
bij de Keizerstraat. Die was compleet
ondergelopen. Het water stroomde zo
de Oude Kerk aan de kop van de Kei
zerstraat binnen."
De ravage was enorm. Golven waren
over de boulevardmuur geslagen en
hadden het wegdek over de lengte
van een kilometer compleet vernield.
Een deel van de bestrating was geheel
weggespoeld. Watermassa's vaagden
de brede stenen borstwering voor Cor
den Dulks seinhuisje weg en het zwa
re ijzeren geraamte waar de seinen
aan worden opgehangen, dreigde in
de kolkende zee te verdwijnen. Ter
hoogte van het Savoy hotel strandde
het vrachtschip de Carthage uit Tunis.
Volledig overgeleverd aan het natuur
geweld.
De zee was één grote massa wit
schuim. Al maakte de harde wind
goed zicht onmogelijk. Of om met Ka-
rel Pronk te spreken: 'Je kon je kop
niet meer in de wind krijgen'.
Ook de Scheveningse haven werd niet
gespaard. Tienduizend voor de export
bestemde haringtonnen spoelden de
binnenhaven in. Vele sloegen kapot.
De kades lagen bezaaid met dode vis
sen, netten en stukgeslagen tonnen.
De lucht vulde zich met grote zwer
men meeuwen die zich dit buitenkans
je niet lieten ontnemen.
Vissers probeerden met prikhaken zo
veel mogelijk ongeschonden tonnen
te redden. "Wij hadden een karperij
en kregen die tonnen terug. Vol gaten
met van de prikhaken. Door hier en
daar een duig te vervangen konden
we ze weer gebruiken", vertelt Pronk.
Op zondagochtend om tien uur zat ie
dereen in de kerk, alsof er niets was ge
beurd.
Alleen de zware eikenhouten deur van
de Oude Kerk bleef dicht. De golven
waren door de opengeslagen deur aan
de zeezijde de kerk in gespoeld. Het
schip stond volledig blank. Met ver
eende krachten konden politieman
nen de deur weer sluiten.
Ook de familie Pronk ging als alle zon
dagen ter kerke. "We hadden alleen
even andere kleren aangetrokken."
Geen spoor van paniek? Geen onrust
in de bankjes? Pronk lijkt verbaasd
over de suggestie. "Van alarm in Sche
veningen was geen sprake. Er kwam
wel eens vaker water op de boulevard.
Men dacht gewoon aan een hele zwa
re storm. Voor de dienst begon, had
de dominee nog wel een mededeling.
Alle militaire verloven waren ingetrok
ken."
Vissers
De zondagmiddagdienst werd wél
overgeslagen. Rederijen haalden hun
sloepen van de boten om ze te kun
nen inzetten in het ondergelopen Zee
land. Leeftijdgenoot Nico Pronk (geen
familie) herinnert zich dat de wagens
met de sloepen daarop onder politie
begeleiding vertrokken.
Niet elke reder bleek bereid zijn sloe
pen af te staan. 'Prima dat er wat ge
beurt, maar niet met mijn sloep'. Een
sloep kostte duizend gulden, een ver
mogen in die tijd. Uiteindelijk vertrok
een twintigtal sloepen naar het ramp
gebied. Vissers, maar ook kantoorper
soneel van de rederijen vormden de
bemanning. De Scheveningse hulp
troepen redden zevenhonderd men
sen van de verdrinkingsdood door ze
van zolders, daken en uit bomen te
plukken. Maarten Rog meldde zich als
achttienjarige knaap aan als vrijwilli
ger voor de 'hulptroepen'. Samen met
zijn broer toog hij naar de Fahren-
heitstraat in Den Haag om Éich in te
schrijven. "Ik hoorde de oproep op de
radio en dacht onmiddellijk 'Niet pra
ten, maar doen Er was toch hulp no
dig? Met z'n allen werden we in een le
gertruck gestopt. Toen we in het ramp
gebied aankwamen was het al donker.
Ik kan me nog wel herinneren dat het
die nacht wan zondag op maandag
prachtig mooi weer was. Een heldere
maan scheen."
Doodgeschoten
"De volgende dag zag ik de schade.
Volgelopen polders, alleen de daken
van de huisjes staken er nog bovenuit.
Onze taak bestond uit het vullen en
plaatsen van zandzakken. Alles werd
professioneel gecoördineerd. Plotse
ling werd er een vuurpijl afgestoken.
Op dat moment brak de dijk door. De
koeien kwamen aandrijven. De dieren
die niet meer de redden waren, wer
den door militairen doodgeschoten.
Het beeld van die polder, de beesten
die werden weggespoeld, alles wat
door het water werd meegesleurd,
hazen, konijnen. Het staat voor altijd
op mijn netvlies."
Rog is een dag of vier gebleven. De
ploeg die hen zou aflossen, bleek niet
meer nodig. "Er was voldoende hulp.
Eén ding weet ik zeker. Als deze ramp
vandaag weer zou gebeuren, zou ieder
een weer massaal te hulp schieten."
Hoe goed bedoeld ook, niet alle hulp
was even welkom. Over het gezicht
van Karei Pronk trekt een glimlach
"De magazijnmeester van vliegveld
Ypenburg had vijftig kolenkachels
staan. Met de gedachte 'Die mensen
zullen het wel koud hebben' stuurde
hij de zending naar Zeeland. Maar
daar zaten geen kolen bij. En wat had
den de mensen met die kachels gemoe
ten? Hun huizen waren immers volle
dig ondergelopen! De zending kwam
dus weer terug. Het gaf wel aan dat ie
dereen zijn steentje wilde bijdragen."
Maarten Rog herinnert zich de eerste
evacués nog goed. "Een gezin uit Stel
lendam, alles kwijt. Onmiddellijk
werd kleding ingezameld. Uit die tijd
stamt de leus: 'beurzen open, dijken
dicht'. Karei Pronk schiet de naam
Hans van Lenten te binnen. "Een eva
cué uit Stellendam. Hij was net in de
leeftijd dat je naar de meisjes keek.
Hier ontmoette hij Annie. Ze werden
verliefd, 'lot op de dag van vandaag
zijn ze samen. Ze wonen nog altijd op
Scheveningen."
Over die eerste februari van 1953
wordt in Scheveningen eigenlijk niet
meer gesproken. Pronk nuchter: "Zo
zijn wij hier niet. Voor mensen die ge
troffen zijn door het verlies van een
dierbare ligt dat natuurlijk anders. Wij
hebben tenslotte alleen materiële
schade geleden."
Maar nu de watersnoodramp een hal
ve eeuw achter hem ligt, moet Pronk
toegeven dat dit moment hem meer
doet dan hij dacht. "Ineens komt alles
weer boven. Ik besef dat het niet denk
beeldig is dat zo'n ramp opnieuw ge
beurt. Uiteindelijk is de natuur altijd
sterker."