Superstorm kan nog altijd komen De delta is de delta niet meer Zaterdag C5 ZATERDAG 1 FEBRUARI 2003HAAGSCHE COURANT HL Zo'n ramp mag nooit meer gebeuren. Dus kwamen er de Deltawerken en werd Zeeland veilig. Daarmee is echter niet alles gezegd en gedaan. Veiligheid is een zaak van voortdurend waakzaam blijven. Ook in de politiek. rampenplan dat bij een calamiteit bewoners per bus worden geëvacu eerd. Hij weet echter dat heel wat gemeenten geen daadwerkelijke afspraken met een busmaatschap pij hebben. "Bij een echte ramp ontstaat dus flinke vertraging." Kerncentrales en industrie vormen vandaag de dag minstens zo grote risico's in Zeeland als het natuurgeweld, foto Koen Suyk Emile Calon Zeeland is veilig, sprak Koningin Beatrix in 1986 bij het voltooien van de Deltawerken. Maar is dat ook echt zo? H. Saeijs heeft zo zijn twijfels. De voormalige hoofd ingenieur-directeur rekent voor dat Zuidwest-Nederland eens in de tweehonderd jaar te maken krijgt met een echt grote overstro ming. Afdoende maatregelen zijn steeds na een ramp genomen. In dat opzicht lijken dijkenbouwers op generaals. Want militairen be reiden zich immers altijd voor op de oorlog die al gevoerd is. Saeijs stond ooit met minister H. Maij-Weggen in een stormnacht bij Domburg en zag vele meters duin in het water ver dwijnen. "Elke golf hapte een me ter weg." Hij bekent dat hem toen een gevoel van angst bekroop. Want daar zag hij maar weer eens met eigen ogen welke onvoorstel bare kracht de natuur heeft. Het moet hem van het hart dat ri sicomanagement een veel te lage prioriteit heeft bij de overheid. "We leven van ramp tot ramp en reageren achteraf." Hij wijst naar de verkiezingsprogramma's van de politieke partijen. Veiligheid wordt daarin te pas en te onpas ge noemd, maar dan gaat het altijd om persoonlijke veiligheid; de vei ligheid van het individu op straat. Rampenbescherming daarente gen ontbreekt. Veiligheid tegen natuurgeweld wordt ook veel te veel beschouwd als een puur technische aangele genheid. "Terwijl het juist een be stuurlijk-politieke aangelegen heid is." Saeijs vindt ook dat te veel vertrouwd wordt op kansbere kening. Hij vraagt zich hardop af of de autoriteiten voldoende in zicht hebben in alle risicofacto ren. "Er wordt te veel uitgegaan van het voorspelbare en te weinig van het voorstelbare." Oefencoördinator A. Franssen van de Zeeuwse regionale brand weer weet daar ook alles van. Hem valt op dat rampenplannen te vaak als dode letters worden be schouwd. Hij maakt mee dat tele foonnummers niet meer kloppen en dat allerlei praktische zaken niet geregeld zijn. Zo staat in elk Callcenter Ook zijn er genoeg gemeenten die geen contacten hebben gelegd met een callcenter. Tijdens een grote storing in het gasnet op Wal cheren anderhalf jaar geleden bleek dat zo'n telefooncentrum met een bijna oneindig aantal lij nen absoluut noodzakelijk is om dat anders de centrale van het ge meentehuis plat wordt gebeld. "Dan komen hulpverleners er dus ook niet meer door waardoor on nodig vertraging optreedt." Die gasstoring leerde ook dat be stuurders vaak handelen in strijd met alle officiële richtlijnen. Zo kropen de burgemeesters bij el kaar voor crisisberaad terwijl ze elk op hun eigen post moesten zit ten. Ook kent Franssen enkele ge meentehuizen die nog steeds niet geschikt zijn om als crisiscentrum te dienèn. De oefencoördinator merkt dat de parate kennis van bestuurders ten aanzien van rampen de afgelopen jaren flink is toegenomen. Niet vreemd, want sinds Enschede en Volendam is er veel meer aan dacht voor veiligheid. Daar weet regionale brandweercomman dant W. van Leersum ook alles van. Jarenlang vroeg hij de ge meenten te letten op zaken als brandveiligheid en de gebruikers vergunning van de horeca. Tot En schede en Volendam werd dat roe pen echter nauwelijks opgemerkt. Van Leersum vindt dat bij veilig heid van Zeeland beslist niet al leen gekeken moet worden naar natuurgeweld. Want om andere redenen is Zeeland, en dan vooral het Westerscheldebekken, het grootste risicogebied van West-Eu ropa. Hij somt op: vijf kerncentra les, twintig zware (petrochemi sche bedrijven en enkele zeer drukke vaarwegen waarover alle mogelijke gevaarlijke stoffen ver voerd worden. Hij geeft aan dat Zeeland, met z'n 370.000 inwo ners, niet in staat is al die risico's te behappen. Als er echt iets ern stigs gebeurt, wordt het improvise ren. Want de Zeeuwse hulpdien- j sten kunnen nu eenmaal maar een beperkte hoeveelheid mensen en materiaal in stelling brengen En als een ramp langer duurt j moet aflossing van buitenaf ko- j men. De commandant merkt ook op dat door de toegenomen veilig heid op de Westerschelde het i moeilijker wordt rampen op het water te bestrijden. Een ogen schijnlijke tegenstrijdigheid, geeft hij direct toe. Desondanks is het iets waar hij zich zorgen over maakt. Jaren geleden, toen bijna wekelijks een schip strandde of j botste, waren er voldoende sleep- j boten die bij een calamiteit toe snelden. Nu strandingen zo goed,; als verleden tijd zijn liggen er nau welijks nog slepers te wachten en is de bluscapaciteit op de Wester schelde dan ook enorm afgeno men. Nagespeeld Vreemd genoeg is er in Zeeland nog steeds geen rampenbestij-: dingsplan voor het geval de dij-' ken het begeven en is een ramp: als 1953 ook nog nooit nage speeld tijdens een oefening. Een: grootschalige evacuatie evenmin. De oorzaak: de remmende voor sprong van de Deltawerken. Dank zij die werken zitten we nu veilig,; is een veel gehoorde opvatting in het Zeeuwse. Dijkgraaf W. Gosselaar van Water schap Zeeuwse Eilanden weet dar de zeeweringen een storm als die van 1953 aankunnen. Dat is ech-j ter niet voldoende. Er wordt con-j stant onderzoek gedaan naar de veiligheid van de zeewering. Om) klaar te zijn voor de superstorm, die volgens berekeningen eens in de 4000 jaar langs komt, worden de glooiingen verder verbeterd. Tegelijkertijd weet hij dat die su perstorm ook volgende week Zee-, land kan treffen. "Laten we daar toch vooral op bedacht zijn." Gosselaar bezweert dat het waar schuwingssysteem goed werkt. Als een storm nadert, wordt het: waterschap al in een vroegtijdig'; stadium gewaarschuwd zodat het tijdig kan alarmeren. Het bekijkt} momenteel ook hoe het gesteld isj met de tweede verdedigingslinie, de binnendijkse keringen. "Bij een doorbraak moeten we de scha de beperken." De kracht van het water, de kracht van de natuur is enorm, zoj weet de Zeeuwse dijkgraaf maar al te goed. "Laten we niet onder schatten wat er aan natuurgeweld mogelijk is." De Oosterscheldedam heeft grote invloed gehad op de achterliggende natuur, foto ANP De Deltawerken verbeterden de veiligheid en ontsloten Zuidwest-Nederland voor industrie en recreatie. Natuur en landschap hebben hun eigen verhaal. 'Het nettoresultaat is dat Zeeland minder met de zee is verbonden en een meer zoet landsysteem is geworden.' door Rinus Antonisse "De urgentie van het moment maakt het begrijpelijk dat toen de veiligheid bijna volledig de doorslag gaf", zegt Marten Hemminga, directeur van stichting Het Zeeuwse Landschap (HZL) over de geringe aandacht die er voor de ecologische gevolgen van de waterstaatkundige ingrepen was. Met spijt stelt hij vast dat diezelfde urgen tie er nu bepaald niet is om fouten en nadelen - die voor een deel bekend waren, maar voor lief werden geno men - te herstellen. Er ligt een toe komstvisie voor de deltawateren met voorstellen om de kwalen aan te pak ken. Of daar ook genoeg geld voor be schikbaar komt, is twijfelachtig. Hemminga wil de Deltawerken niet volledig tot hét keerpunt voor natuur en landschap bestempelen. Hij zet een stap terug, tot in de tweede helft van de 19e eeuw. "De delta was een uniek gebied waar drie Europese rivieren ge zamenlijk uitmondden. Eén groot es tuarium. Daar kwam een eind aan door de afdamming van Kreekrak en Sloe. De Schelde werd losgekoppeld van de Oosterschelde. Dat had voor dit estuarium grote betekenis. De in vloed van zoet water vanuit het zui den stopte. De Westerschelde werd de enige uitstroom." In dezelfde periode werd de Nieuwe Waterweg aangelegd. Rijn en Maas kregen een nieuwe uitgang naar de Noordzee en het aanbod van zoet wa ter van Hollandsch Diep naar Vol kerak nam beduidend af. Het vervloch ten zijn van de drie grote rivieren ver anderde dus al ruim vóór de Deltawer ken, constateert Hemminga. De groot ste omwenteling in het karakter van de Delta kwam na de februariramp 1953 door aanleg van de dammen. De HZL-directeur tempert de dramatiek enigszins. "Er zijn nog steeds heel mooie gebieden; de Oosterschelde is niet voor niets Nationaal Park." Zandhonger Hij erkent dat het mooie en waardevol le van nu het echter niet haalt bij het mooie en waardevolle van een halve eeuw geleden. Elk deltawater kent zo zijn eigen problemen en kwalen. In de Oosterschelde is door de dammen en de getijvermindering eenderde van het bijzondere intergetijdegebied ver dwenen: een oppervlakte van liefst 50 tot 60 vierkante kilometer. Er is nog 110 vierkante kilometer over, maar door de 'zandhonger' (het vollopen van de geulen) daalt de omvang ge staag. "Zeker op termijn is het een groot ecologisch probleem." En neem de zoute, getijloze Grevelin- gen. "Daar begon het eerst hartstikke goed. Er kwamen enorme zeegrasvel den, wel 4400 hectare, nergens in Ne derland meer te vinden. Dat leverde tijdelijk een situatie op om van te lik kebaarden. Niet alleen het zeegras zeil - het is ook een bodembedekker, die grote invloed heeft op dierlijk leven", vertelt Hemminga, die in Nijmegen ge ruime tijd de leerstoel Estuariene Oe- cologie bezette. Het zeegras is op enke le vierkante meters na verdwenen, het doorzicht van het water vermindert en de bodemfauna verschraalt. "In de Grevelingen is sprake van een onnatuurlijke situatie. Een stagnerend zout meer is niet natuurlijk in Noord west-Europa. Elke keer blijkt dat als je systemen onnatuurlijk maakt, de eco logie klappen krijgt", betoogt Hem minga. "Het is nog geen ecologisch rampgebied, maar je ziet signalen die duiden op grotere problemen in de toekomst." Het Veerse Meer is er met de slechte waterkwaliteit en de problemen met stinkende zeesla weinig beter aan toe, al wordt een eerste aanzet tot verbete ring gegeven door aanleg van een doorlaatmiddel in de Zandkreekdam. Van een rampsituatie kan volgens Marten Hemminga wel gesproken wor den in de oostelijke randmeren: Kram mer-Volkerak en Zoommeer. Door uit bundige bloei van giftige blauwalgen stierven zomer 2002 duizenden vo gels. In voorgaande jaren waren er al teke nen dat het flink mis is met de zoete meren. Hemminga heeft de vrees dat het alleen maar erger wordt. Een ont wikkeling die zich bijna in alle stilte voltrekt. "Beelden van vogels na een olieramp staan op ieders netvlies ge grift. Hier hebben we zonder opschud ding duizenden dode vogels opge raapt." De directeur van het Zeeuwse Land schap tekent erbij aan dat de toestand ook gevaarlijk is voor andere dieren én mensen. Een zwemverbod wordt niet zomaar ingesteld. De enige afdoende oplossing is weer het terugbrengen van een flinke getij beweging op Krammer-Volkerak en Zoommeer, met een behoorlijke toe vloed van zoet en zout water, meent Hemminga. Dat betekent het voor een deel weer open maken van de compartimenteringsdammen die ove rigens uit veiligheidsoogpunt gemist kunnen worden. Hi| beseft dat aan zo'n ingreep veel haken en ogen zit ten. De beschikbaarheid van zoet wa ter vanuit het Hollandsch Diep is daar bij het grootste probleem. Ecoschok Als tijdelijke tussenoplossing kiest Hemminga voor doorspoeling van Krammer-Volkerak via de Grevelin gen, waar al de Brouwerssluis en Flak- keese Spuisluis beschikbaar zijn. "Je krijgt geen ecoschok en voor de mees te organismen in de Grevelingen is het geen probleem." Doorspoelen op de Westerschelde acht hij minder gewenst, omdat dit een te sterke verzoeting bij het Ver dronken Land van Saeftinge veroor zaakt. Zijn er voor de natuur na de Deltawer ken dan helemaal geen pluspunten? Hemminga moet er diep over naden ken. Zijn afweging is uiteindelijk nega tief. "De delta is minder estuarien. Ook op land is het een ander systeem geworden door ontwikkelingen na de Deltawerken. Er zijn dijkverzwaringen geweest, ruilverkavelingen, recreatie ve ontwikkelingen. De verparking van Nederland is aan de delta niet voorbij gegaan. Het nettoresultaat is dat Zee land een minder met de zee verbon den estuarium en een meer zoet land- systeem geworden is. Zeeland is we zenlijk veranderd."

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2003 | | pagina 3