„Groot geworden door de Ramp" Redding nu Jfi) til SïOKjViyiDÊD Bestuurder Huib Eversdijk belichaamt Zeeuwse strijd tegen het water -ISP?! Ramp-coördinator: „Draaiboeken nieuwe watersnood liggen klaar" zaterdag 1 februari 2003 T25 EEN DOCUMENT •StSMegrwf 'l/IIWimm 'J door EMILE BODE RILLAND, zaterdag Vanuit het zolderraam van zijn landhuis Middenhof in de Bathpolder bij Rilland, kan drs. Huib Eversdijk de Oosterschelde en de Westerschelde zien. De zeedijk is een paar honderd meter lopen. Graag mag hij met zijn labradors en Airdale terriër wan delen naar de Rattekaai, het oude getijden- haventje. Ondanks 25 jaar Haagse politiek is hij een Zeeuw in hart en nieren gebleven. Als hij de Kreekrak passeert en de Zuid-Be- velandse bodem onder zijn Mercedes voelt, denkt hij: 'k Bin wee tuus. „Zondagnacht 1 februari 1953 werd ik in mijn ouderlijke woning in Kapelle wakker geschud door de kerkklokken. Ik dacht dat ik me had verslapen voor de kerkdienst, maar het was nog donker. Ik schoot in de kleren, ging de straat op en zag de dorpsomroeper met de bel in de hand opzijn fiets passeren. Hij riep: 'Alle mannen ouder dan achttien jaar moeten zich onmiddellijk met laarzen en een schop bij het raad huis melden'. Het was verschrikke lijk weer, maar we hadden nog geen notie dat er slachtoffers zouden zijn. We maakten grapjes in de trant van: Moeten we het verder gelegen Walcheren weer droogleggen?" Met de vuilniswagen, de enige auto die beschikbaar was, reden ze naar de Bie- zelingsedijk. Daar ver stomden de grapjes. Het water sloeg over de dijk en holde de binnenkant uit. Eversdijk: „Bij boeren vul den we lege graanzakken met klei; zand was er niet. We gooi den de zakken in de gaten en de boerenpaarden, die grote Belgische knollen, stampten de zakken aan. In die tijd waren er nog maar een paar tractoren. We reden daarna in een gammele auto naar Kruinin- gen, aan de andere kant van het Ka naal door Zuid-Beveland. Daar woonden mijn vrienden en mijn le raren. De aanblik was ontzettend. Alles stond onder water. De opge zwollen koeienlichamen en de do de vrouwen in Zeeuwse dracht staan nog steeds onuitwisbaar op mijn netvlies gegrift. En later: de rijen doodskisten in de kerk van KruiningenEen vriendinnetj e van mij zag voor haar ogen haar moeder verdrinken. De watersnoodramp heeft mij n politieke leven volstrekt beïnvloed." Huib Eversdijk: „Zonder dijken en duinen zou Amersfoort onze grootste zeehaven zijn." „De dode vrouwen in Zeeuwse dracht staan onuitwisbaar op mijn netvlies" Iedere Zeeuw met belangstelling voor wa ter kent Huib Eversdijk (69). Als jongeman van negentien jaar verloor hij vrienden en kennissen bij 'de Ramp' en sjouwde hij met kleizakken om het oprukkende water tegen te houden. Bij het zien van zoveel verdron ken mensen in de afschuwelijke nacht van 1 februari 1953 nam hij zich voor om te strijden voor een zeewaterveilig Zeeland. Dat is hem meer dan gelukt. Als gemeente raadslid, Provinciale-Statenlid, lid van de Tweede Kamer, als dijkgraaf en nu nog steeds als senator en voorzitter van legio overlegorganen. Ze noemen hem niet voor niets Mr. Ever Dyke. „Als ik nu over de dijk voor mijn huis loop, voel ik me veilig." Hoechst, Pechiney, de kerncentra le in Borsele en Dow in Terneuzen en later het massatoerisme. Maar voor veel Zeeuwse boeren was er ook geen werk meer. Ze verlieten de provincie. In sommige wijken in Rotterdam-Zuid wonen allemaal oud-Zeeuwen: de Zachariassen, Josiassen, Adriaansen, Jasper- sens." Is de ramp een gevolg van be stuurlijke nalatigheid? Eversdijk: „Het is achteraf erg makkelijk een dergelijk oordeel te vellen. In werkelijkheid was de oorlog net voorbij. In die oorlog werd geen aandacht besteed aan dijkverbetering en na de oorlog wa ren we straatarm. Bovendien was het bestuur versnipperd in honder den waterschappen en kleine ge meenten. Er was een groot gebrek aan materieel. Er waren dijkgraven die zich geweldig inzetten, maar de boerenwaterschappen hadden geen cent te makken. Behalve dat, had niemand dit extreme weer ver wacht. Overigens beschikt Zee land, vijftig jaar na de Ramp, nog steeds niet over een rampenbestrij dingsplan voor overstromingen." De kroon op de Deltawerken moest de aanleg van de Oosterschel- dedam worden Was dat geen waan zinnig duur prestigeproject „Toen de besluitvorming plaats vond, was ik Statenlid en net als vrijwel al mijn collega's wilden wij een relatief goedkope, dichte dam, waardoor de Oosterschelde zoet zou worden. Ik spreek nu van het begin van de jaren zeventig. Het ka binet-Den Uyl (1973-1977) besloot echter anders. De milieulobby, on der aanvoering van D66 en PPR, wilde een ingenieuze stormvloed kering waardoor de Oosterschelde zout zou blijven. De lobby kreeg haar zin. Er is een fantastische stormvloedkering gebouwd, maar die kostte meer dan acht miljard gulden. Ik heb me ertegen verzet. In die tijd gaf de milieulobby mij de bij naam Mister Ever Dyke (Meneer Altij d-een-Dijk)Dat is voor mij een Gedenkboek Huib Eversdijk laat het Gedenk boek van de Watersnood in Oost- Zuid-Beveland zien. Liefst 62 slachtoffers in Kruiningen, twaalf in Rilland-Bath. De vingers glijden over de namen van de gestorvenen: Balkenende, Blok, Dek, Jansen, Rijkse, Saaman, Nijsse. „Mijn dorp Kapelle bleef gespaard, maar iedereen in Zeeland kende wel een familielid, vriend of kennis die was verdronken. Zeeland is immers niet groot en 1835 doden is voor Ne- derlandse begrippen heel veel." „Nederlanders spreken van de tijd vóór en na de oorlog. Wij, Zeeuwen, spreken vaak van de tijd vóór en na de Ramp. Vóór de Ramp was Zeeland een doodlopende weg. Een verzameling eilanden, een land van overkanten. Je moest al tijd met de boot van de ene naar de andere plek. Verkeringen met ie mand van een ander eiland liepen vaak op niets uit omdat zondags om acht uur de laatste pont voer. Na de Ramp verdween ons isole ment. Zeeland - waar nooit iets ge beurde - kreeg voor het eerst aan dacht. Uit de hele wereld. Konin gin Juliana wóónde hier bijna, Wil- helmina kwam langs, Bernhard landde vele malen per helikopter. De actie 'Beurzen Open, Dijken Dicht' werd een groot succes. Mil jarden guldens werden in de Delta werken gestopt. Zeeland werd open, Zeeland ging op de schop. De landbouw maakte deels plaats voor mechanisatie en industrialisatie. In het Sloegebied kwamen Total, door RENE STEENHORST DEN HAAG, zaterdag Als Nederland nü of in de komende jaren zou worden ge troffen door een watersnoodramp die vergelijkbaar is met de catastrofe van 1953, of zelfs groter? „Dan zijn wij klaar voor omvangrijke hulp en bijstand Gerrit van der Meer, de landelijk coördinator groot schalige hulpverlening (bij rampen en evenementen) van het Nederlandse Rode Kruis te Den Haag, is er de man niet naar garanties af te geven als de basis nog wankel is. Maar wanneer hij stelt dat „de draaiboeken klaarliggen, de coördinatie in de hulpver lening helder is en de com municatielijnen zijn uitge stippeld", dan kan eenieder ervan uitgaan dat het Neder landse Rode Kruis zijn zaak jes goed voor elkaar heeft in geval van grootschalige cala miteiten, zoals een catastro fale watervloed. Dié ene staccato zin is van groot belang. Hij bevat korte boodschappen aan de belang hebbenden en direct betrok kenen, dat alles voor elkaar is, goed doorgesproken en vooral duidelijk. Met. andere woorden: als de nood hoog is, is de redding nabij Het Nederlandse Rode Kruis sloot daartoe in de voorbije jaren overeenkom sten met overheidsinstanties en andere organisaties. Daar bij werd de inzet van mensen en middelen en de samen werking met ook andere hulpverleningdiensten gere geld. Dat betekent bijvoor beeld dat Rode-Kruisteams, gespecialiseerd in opvang en verzorging, vanuit heel Ne derland binnen enkele uren in de getroffen gebieden ac tief kunnen zijn. Opvangcentra Uit het draaiboek: 'Hulp materiaal uit zeven magazij nen' wordt naar opvangcen tra vervoerd met vrachtwa gens die permanent beschik baar zijn. Logistieke vrijwilligers (in ieder maga zijn één team) zijn op elk mo ment van de dag inzetbaar. Binnen twee tot drie uur kan op iedere plaats in Nederland een opvangcentrum worden opgezet en ingericht, inclu sief bedden, linnengoed, toi letsets, kamerschermen en EIIBO-materiaal. En: op het landelijk bureau in Den Haag zal het Rode Kruis sa men met de overheid een centraal coördinatiecentrum inrichten, waarbij de over heid haar eigen verantwoor delijkheden behoudt. Het centrum kan 24 uur per dag operationeel zijn en zal de in zet van honderden, desnoods duizenden vrijwilligers kun nen ondersteunen. Ofwel, indien Nederland opnieuw ten prooi valt aan overvloedig instromend wa ter, dan ontrolt zich een im mens tapijt van hulpverle ning, dat zoveel mogelijk mensen en dieren op het dro ge trekt. „Maar ik kan me nauwelijks voorstellen", zegt Gerrit van der Meer, die exact 23 dagen na de ramp van 1953 werd geboren, „dat het water ooit nog van de zee kant Nederland zal bedrei gen. Althans, de komende de cennia zal dat mijns inziens niet gebeuren, door alle maatregelen die sinds '53 zijn genomen. In 1995 kwam de wateroverlast van de andere kant. Daardoor was de nood, die ook hoog was, van een heel andere orde. Er was wel iswaar heel veel materiële schade, maar er waren geen mensenlevens te betreuren. Een wezenlijk verschil. In het rampjaar 1953 had nie mand het water zien aanko men, het overviel Nederland in de nacht." Rode-Kruis-ramp- coördinator Gerrit van der Meer: „Veel vrijwilligers uit 1953 zijn nog steeds bij ons." FOTO: RENÉ OUDSHOORN Van der Meer raakte in 1986 raakte betrokken bij het Nederlandse Rode Kruis. Als consulent, waar bij hij vrijwilligers adviseer de en ondersteunde. „Een van de eerste verhalen over de hulpverlening die indruk op me maakte", zegt hij, „natuurlijk naast alle men selijke ellende die ik van filmbeelden en uit schrifte lijke verslagen kende, was het verhaal van een colon necommandant die als jon ge arts bij het Nederlandse Rode Kruis was begonnen. Hij vertelde me van een im mense berg schoeisel die zich had gevormd in het in- zamelcentrum in de Rotter dam Ahoy'. Vele duizenden paren schoenen en laarzen, voor jong en oud, waren bij eengebracht tijdens een grootscheepse huis-aan- huisactie in heel Nederland. Alles lag dwars door elkaar op één gigantische hoop. Linker- en rechterschoenen, oud en nieuw... Er viel niet tegenop te sorteren. Uitein delijk is maar besloten om alles met een bulldozer te la ten weghalen en vernieti gen. Het had anders maan den gekost alles te rang schikken." De coördinatie op landelijk niveau van een eventuele wa tersnoodramp wordt door be roepskrachten uitgevoerd, meldt het Nederlandse Rode Kruis. Maar bijna alles valt of staat bij de inzet van vrijwilli gers. Vraag: is dat niet een wat wankele basis? Dit is im mers niet de tijd die uitblinkt door saamhorigheid en het wijgevoel. Mensen lijken vandaag de dag maar bitter weinig voor elkaar over te hebben. Weliswaar zamelen we veel geld in als zich ergens ter wereld een catastrofe voordoet, maar soms lijkt dat op een afkoopregeling van het geweten. Gerrit van der Meer is het duidelijk niet met deze bena dering eens. „Nee, ik be strijd dat. Onze vrijwilligers, dat zijn er ruim 34.000, vor men onbetwistbaar de be langrijkste pijlers van onze organisatie. Het zijn pijlers waarop we kunnen bouwen en die we vertrouwen. Wist u dat er zelfs nog heel veel vrij willigers op de lijst staan die in 1953 voor het eerst betrok ken raakten bij hulpverle ning? Vanaf dat moment is er tussen hen en het Rode Kruis een onwrikbare relatie ontstaan." erenaam, want al die miljarden voor een peilerdam was in finan cieel opzicht een onverantwoorde beslissing. Het is aan buitenlanders ook bij na niet uit te leggen. Een tij d- j e geleden zei ik tegen bezoekers uit Noord-Afrika dat we meer dan acht miljard gulden hebben uitgegeven om zout water zout te houden. Een van de gasten tikte me op de schou der en zei: U bedoelt toch dat u acht miljard hebt uitgegeven om het wa ter zoet te maken, want voor die mensen is zoet water natuurlijk veel belangrijker dan zout water." Nu heeft Eversdijk vrede met de stormvloedkering. „Het is een prachtig project. De Oosterschelde is één van de schoonste wateren en een veilig natuurgebied. Maar de rekening was hoog, heel hoog." De Deltawerken zijn voltooid, maar Huib Eversdijk houdt alles nog scherp in de gaten. „Zo is er een discussie over ontpoldering. Om dat de Westerschelde is verdiept, zijn er mensen zoals de commissa ris van de Koningin Van Gelder, die menen dat er ook ontpolderd moet worden of wel polders terug geven aan het water. Als dijkgraaf heb ik me daartegen met succes verzet. Zeeuwen begrijpen niets van ontpoldering. Zij hebben dij ken zien bouwen en eeuwenlang te gen het water gestreden. Dan ga je polders, kostbare landbouwgrond, toch niet opofferen aan het milieu. Dat is vloeken in de kerk." Is Zeeland na de Ramp veran derd? „Onze provincie is opengelegd, maai- is gelukkig niet massaal volge stroomd. Hier wonen 375.000 men sen. De stad Almere heeft over een paar jaar net zo veel inwoners. Zeeuwen blijven Zeeuwen. Al dat water heeft ons knoesterige karak ter gevormd. We hebben nog onze eigen cultuur en gewoontes. Ik praat nog onversneden Zeeuws. Jan Peter Balkenende, Zeeuw van geboorte, spreekt het ook, maar door de import wordt het dialect minder. Bij ons is een tandem in het dialect een aanmekarefiets en een jongen die graag aan een meisje frunnikt is a-me-kommerig. Hier, in Zuid-Beveland, verwisselen we de G. voor de H. Bij ons is geel, heel. God is Hod en Hup Goes is Gup Hoes. Het is nogal verwarrend voor buitenstaanders. Als ik me in de Tweede Kamer kwaad maakte, merkten mijn collega's dat. Dan sprak ik de G voor een H uit." Veilig Is Zeeland voor altijd veilig? Eversdijk hoeft niet lang na te denken. „Ik voel me veilig en ik denk dat dit voor de meeste Zeeu wen geldt. Maar het gevaar mag jé nooit verwaarlozen. Wij moeten de kracht van wind en water weer staan. U weet toch ook: zonder dij ken en duinen, zou Amersfoort on ze grootste zeehaven zijn." De Ramp wordt dezer dagen overal in Zeeland herdacht. Evers dijk: „Ons karakter leent zich niet voor uitbundige feesten. Er zijn nog heel veel mensen die de Ramp met zich meedragen. Zeker als je dierbaren hebt verloren. Ik ben er zonder kleerscheuren afgekomen, maar voor mij geldt ook: ik ben als jongere groot geworden door de Ramp."

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2003 | | pagina 5