Wederopbouw
na de ramp
'Innovaties gebeuren het snelst onder hoge druk
Cobouw
Dichten stroomgaten duurde maanden
Cobouw in 1953: Een ramp
die zijn weerga niet kent
PROPYLON
LORd
Watersnood
Nummer 21
Vrijdag 31 januari 2003
Jaren van lange dagen en hard werken
Van onze correspondent
Yvonne Ton
zierikzee - "Kijk, dat huisje uit
1800 is blijven staan", wijst Leen
Quant vanuit de auto tijdens een
rondrit over Schouwen-Duiveland.
"Hoe kan dat nou?" Het is voor
oud-aannenier Quant (1925) nog
steeds onbegrijpelijk dat degelijke
boerderijen bij de watersnood
ramp soms compleet werden weg
gevaagd, terwijl oude, bouwvallige
huisjes een klein stukje verderop
stand hielden. Veel van de boerde
rijen op het eiland van na 1953
heeft hij zelf opgebouwd.
Quant werkte nog maar een paar jaar
bij het gelijknamige bouwbedrijf van
zy'n vader en broer in Zierikzee toen
die nacht van zaterdag 31 januari op
zondag 1 februari het leven compleet
op z'n kop zette.
Tijdens de rampnacht vijftig jaar gele
den was Quant op bezoek bij kennis
sen in Oosterland. Zijn familie, die de
ramp thuis in het
centrum van Zierik-
zee overleefde, was
vreselijk ongerust.
Pas dinsdagmiddag
werd Quant gered
door een helikopter
en kon terugkeren
naar Zierikzee.
"Mijn vader dacht al
dat ik dood was." Die eerste periode
was verschrikkelijk, herinnert Quant
zich. Er was veel verdriet, want ieder
een kende wel mensen die waren om
gekomen. Een deel van de stad was
zwaar getroffen, een ander deel was
nog enigszins bewoonbaar, al bleef het
water voor overlast zorgen. "Bij hoog
water stond alles onder water totdat er
een nooddijk opgebouwd was rond
Zierikzee."
Niet zeuren
De wederopbouw begon direct na de
ramp. Alle jonge mannen werden inge
schakeld om te helpen. Eerst moesten
de dijken worden hersteld. Quant: "Ik
heb van alles gedaan, zoals zandzak
ken dragen. Als timmermannen heb
ben we stellingen gemaakt. We werk
ten dan vanuit roeiboten." Ook al be
gon het herstel snel, die eerste weken
waren chaotisch. "Ik weet niet eens of
ik die eerste maand wel geld heb ge
had."
Een groot deel van de eilandbewoners
was maandenlang geëvacueerd, totdat
de dijken waren gedicht en het water
weggepompt. Pas toen konden de be
schadigde huizen weer bewoonbaar
Pas als zij geld
kregen, kregen
wij geld'
worden gemaakt. "Je deed huisje voor
huisje. Je begon één kamer weer netjes
te maken, zodat mensen er konden wo
nen. Later kwam je terug om het af te
maken." Voordat huizen weer helemaal
op orde waren, duurde op die manier
dus wel even. Quant kan zich niet her
inneren daar ook maar één klacht over
te hebben gekregen. "Mensen waren
verdraagzamer. Ze hadden allemaal
hetzelfde meegemaakt. Het verdriet
van je buren was ook jouw verdriet.
Dan ga je niet zeuren: wanneer is myn
huis klaar?"
Afspraken
Ook al was Schouwen-Duiveland een
hele tijd afgesloten van de buitenwe
reld, toch leverde de aanvoer van
bouwmaterialen en het vervoer van ar
beiders in de herinnering van Quant
geen problemen op. Het meeste ver
voer verliep over water. Al een paar
dagen na de ramp meldden de eerste
leveranciers zich per post om afspra
ken te maken over levering.
Financieel is het be
drijf van de familie
Quant niet in de
problemen geko
men. De NAPB, de
Nederlandsche Aan-
nemersbond en Pa
troonsbond voor de
Bouwbedrijven in
Nederland, startte
naast de nationale inzameling via het
Rampenfonds een eigen actie onder de
noemer 'De NAPB helpt mee'. Die gel
den waren onder meer bestemd voor
getroffen collegabedrjjven. De firma
Quant kreeg een overbruggingskrediet
van 500 gulden om te voorkomen dat
het in financiële problemen kwam.
Het duurde immers wat langer dan
normaal voordat het bedrijf betaald
kreeg voor zijn werk. Veel klanten wa
ren afhankelijk van vergoedingen door
de verzekeiing en een speciale schade-
uitkering van het Rijk. "Pas als zij geld
kregen, kregen wij geld."
Het herstel zorgde voor veel werk. Niet
alleen voor de 42 metsel- en timmerbe-
dryljes in Zierikzee en omgeving,
waaronder Quant, maar ook voor bou
wers uit de rest van het land. Eerst
leenden de bouwbedrijven van buiten
het eiland alleen hun werknemers uit.
"By ons hebben maandenlang twee
vreemde arbeiders gewerkt. Ze lagen
bij ons in de kost." Pas by de opbouw
van vernielde huizen en gebouwen gin
gen de bouwers uit de rest van het
land ook zelf aan de slag. Scheve ogen
heeft dat volgens Quant nooit gegeven.
"Ze kwamen overal vandaan om boer-
Het herstel van de dijken begon
direct na de ramp in nauwe af
stemming tussen Rijkswaterstaat,
waterschappen, provincie en ge
meenten. De kleinere stroomga
ten werden de eerste dagen voor
zover mogelijk gedicht met zand
zakken. In de weken daarna wer
den die nooddichtingen versterkt
met steen, matten, kistdammen
en bootjes.
Het sluiten van de grote stroomga
ten gebeurde in de loop van 1953
door Rijkswaterstaat met caissons
en ander groot materieel. Om die
enorme klus te klaren stuurde
Rijkswaterstaat ingenieurs en aan
nemers van de Zuiderzeedienst
naar Zeeland. Speciaal voor het
herstellen van de dijken zette
Rijkswaterstaat de Dienst Dijkher
stel Zeeland op. Begin november
werd in Zeeland het laatste grote
stroomgat gedicht bij Ouwerkerk.
Maar ook daarna was die dienst
nog geruime tijd bezig met het her
stellen van de zwaar beschadigde
dijken om ze weer in hun oude
staat te brengen.
Het schoonmaken en herstellen
van beschadigde huizen en gebou
wen kon pas beginnen na het
droompompen van de ondergelo
pen gebieden. Vaak gingen daar
maanden overheen.
Bij de ramp raakten 43.000 wo
ningen en boerderijen in de drie
getroffen provincies beschadigd.
Er werden 3300 woningen en
boerderijen totaal verwoest.
Naar schatting kwam de totale
materiële schade op ruim ander
half miljard gulden.
Veel Scandinavische landen zeg
den toe prefab huizen te willen le
veren om zo de wederopbouw
snel te kunnen starten. De over
heid was enthousiast, maar er
moest tussen alle partijen over
eenstemming worden bereikt om
te kunnen voldoen aan allerlei
plaatselijke bouwverordeningen.
Daarna konden architecten bin
nen en buiten Nederland aan de
slag om enkele typen prefab hui
zen te ontwerpen. De toewijzing
van die huizen gebeurde door het
Nederlandse Rode Kruis, geadvi
seerd door de gemeenten.
Door de overheid ingestelde re
constructiecommissies kregen de
opdracht om per gebied plannen
te maken voor herstel. Ze advi
seerden ook over de wederop
bouw van dorpen en woonker-
van de wederopbouw, brak direct
daarna een slappe tyd aan. "Er was
weinig werk, want alles was net ver
nieuwd." Noodgedwongen zocht Quant
z'n heil toen elders in het land. Zo
werkte het bedrijf als onderaannemer
mee aan een project in Denekamp.
Foto: Rein Geleijnse Fotografie/Bjom Staps
Eindjaren zestig trok het weer aan en
dat bleef ook zo. Het voormalige tim-
merbedryfje is uitgegroeid tot allround
bouwbedryf met 24 werknemers. Va
der Leen Quant heeft al jaren geleden
plaatsgemaakt voor zoon Dick, de der
de generatie inmiddels.
Leen Quant: "Het verdriet van je buren was ook jouw verdriet."
derijen te bouwen. Maar ja, wy hadden
ook werk zat. Je mocht toen bly zy'n
dat er een aannemer kwam."
In de eerste jaren na de ramp is bouwbe
drijf Quant vooral bezig geweest met de
opbouw van nieuwe boerderijen. Ook
werkte het bedryf als onderaannemer
mee aan de bouw van plan-Buyse, de
eerste nieuwe woonwijk na de ramp, aan
de westkant van Zierikzee. Met de pre
fab noodwoningen die overal in hoog
tempo verrezen, had Quant geen be
moeienis. "We hebben wel een houten
noodkerkje dat eerst in Noordgouwe
stond, overgezet naar Kerkwerve. Het
heeft daar nog jaren dienst gedaan."
Het heeft wel geduurd tot 1960, schat
Quant, voordat alle schade goed en
wel hersteld was op het eiland. Jaren
van lange dagen maken en hard wer
ken. "Maar ja, je was jong." Als gevolg
april de Waardepolder afgesloten.
De kleinste opening in het weste
lijk stroomgat in de zeedijk wordt
eenvoudig met klei en steen ge
dicht. De dichting van de groot
ste opening, met zes gekoppelde
eenheidscaissons, is een worste
ling. Een breuk in de verbin
dingsbouten van de eenheids
caissons zorgt ervoor dat ze de
polder in drijven. Sleepboten
krygen ze toch weer op hun
plaats.
Het oostgat vereist een andere
aanpak. Veertig caissonelementen
zonder bodem worden gebruikt
om zevenhonderd meter ringdijk
en tweehonderd meter kade aan te
leggen. Met een gekoppelde een
heidscaisson van 33 meter wordt
uiteindelijk op 14 juni de ringdijk
voltooid.
De laatste opening, in de veerha
ven van Kruiningen, is de lastigste.
Het stroomgat dat hier is gefor
meerd -150 meter breed en 10 me
ter diep - wordt uiteindelijk op 24
juli met twee enonne Phoenix-cais-
sons en vijf eenheidscaissons ge
dicht. De eigenlijke afwerking en
versterking van beschadigde dyk-
vlakken - die over vele kilometers
waren gescheurd door afschuivin
gen als gevolg van golfoverslag -
kan dan pas beginnen.
Reddeloos
Op tientallen andere plaatsen in
het rampgebied worden die zomer
vergelijkbare klussen geklaard.
Eén doorbraakgebied ljjkt redde
loos. Eenheidscaissons worden
bij Ouwerkerk weggespoeld als lu
ciferdoosjes. De Phoenix-caissons
waarmee uiteindelijk op 7 novem
ber het laatste stroomgat toch
wordt gedicht staan er nu nog, als
monument voor de geleverde
prestaties.
Agema: "Bij het Deltaplan hadden
we tyd voor wetenschappelijke on
derbouwing, maar het dijkherstel
gebeurde volgens keiharde werk
schema's. We moesten forse risi
co's nemen, die we vooraf overi
gens nauwkeurig analyseerden.
Dat gaat niet altyd goed. Maar het
heeft de Nederlandse waterbouw
kunde enorm veel opgeleverd. Be
denken van innovaties gebeurt
nou eenmaal het snelst onder hoge
druk."
Van onze correspondent
Edo Beerda
Rotterdam - Duizenden arbei
ders en een enorme vloot aan
materieel werden direct na de
Watersnoodramp van 1 febru
ari 1953 naar Zeeland gediri
geerd voor herstel van de dij
ken. De ramp was echter zo
omvangrijk dat het tot 7 no
vember zou duren voor het
laatste stroomgat was gedicht.
Waterbouwkundige prof.dr. ir.
Jan Agema nam per helikopter
de schade op voor Rijkswaters
taat en was nauw betrokken
bij de aanpak van de monster
klus.
"Overweldigend was het, die gi
gantische schade," herinnert Age
ma (83) zich. "Maar een verras
sing? Nee. We kenden het rapport,
van Rijkswaterstaat uit 1940,
waarin werd gemeld dat de dyken
te laag waren. De:;politièk heeft
daarop niet gerea&eëi*d."
De stormvloed resulteerde in onV
geveer honderd stroomgaten,
waarvan 67 grote, vijfhonderd
bressen en herder schade aan
ruim 800 kilometer dyklichaam.
Snelle aanpak was noodzakelijk,
want ieder gety sleet stroomgaten
in dyken verder uit en veroorzaak
te geulvorming achter dyken. Dui
zenden vrijwilligers en mensen
van de Arbeidsinzet maakten di
rect na de ramp met zandzakken
nooddichtingen, die vervolgens
met matten en steen werden ver
stevigd. Hout, steen en matten Plaatsing van een caisson bij Kruiningen op 24 juli 1953.
werden gebruikt om bressen te
schappelijke supervisie op de uit-
voexing in de polders Kruiningen
en Waarde. Vier stroomgaten in
zeedijken en twaalf stroomgaten in
binnendijken zorgden hier voor de
inundatie van 2200 hectare land.
Agema's werk bestond uit het ma
ken van ontwerpen, risicoanalyses
en het invoegen van resultaten van
tests en getijdenberekeningen die
het Waterloopkundig Laboratori
um deed voorafgaand aan sluitin
gen. In een tent naby het werk be
keken ontwerpers en aannemers
simulaties. De droge modellen ga
ven een beeld van de te dichten
stroomgaten, met. inbegrip van al
le daarbij benodigde caissons,
sleepboten, bakken en kranen. In
dichten.
Inventiviteit
De grote stroomgaten vereisten
meer inventiviteit. Zonder cais
sons was dichten van deze gaten
een onmogelijke opgave geweest.
Gebruik van caissons stamde uit
de Tweede Wereldoorlog. De geal
lieerden gebruikten de drijvende
betonnen dozen om pieren te bou
wen op de kusten van Normandië.
Ze waren ook onmisbaar by het
herstel van de dyken van Walche
ren, dat in 1944 door de geallieer
den onder water was gezet. Met
'eenheidscaissons' - geprefabri
ceerde elementen die werden ge
koppeld tot caissons van gewens
te grootte - viel in 1953 het leeu
wendeel van de gaten te dichten.
By de meest complexe stroomga
ten werden enorme Phoenix-cais
sons ingezet. "Het succes van zo'n
operatie staat of valt bij een goe
de, vlakke aansluiting van het
caisson op de stenen drempel.
Want als er sterke stroming onder
ontstaat spoelt een caisson zo
weg," vertelt de voormalig hoof
dingenieur van Rijkswaterstaat.
De drempel werd gemaakt met
ryshouten zinkstukken waarop
een laag van stenen werd gestort.
In veel gevallen werden eerst lus-
vormige 'inlaagdyken' aangelegd,
omdat het gat in de djjk te diep
was. Uitvoering gebeurde in de
eerste dagen door vrijwilligers en
leger. Maar binnen enkele weken
waren diverse contacten gelegd
met aannemers die massaal naar
het gebied trokken. Regiecontrac
ten bevatten vaste winstpercenta
ges, maar lieten voldoende ruimte
voor goede verdiensten. De Zui
derzeewerken werden stilgelegd
en aaimemers die daaraan werk
ten werden naar het rampgebied
gedirigeerd.
Kruiningen
Van het rampgebied, dat in vakken
was opgedeeld, kreeg Agema niet
het minste vak toegewezen. Hy
was plaatsvervangend unithoofd,
belast met ontwerp van en weten-
Archieffoto Spaamestad
Agema's sector waren Dirk Ver
stoep, Breejenbout, Bos en Kalis
actief als grotere aannemers.
De operatie begon met het herstel
met traditionele middelen van de
totaal vernielde binnendijken.
Loodzwaar handwerk, want groot
materieel kon in de ondergelopen
polder niet komen. "Het gebeurde
deels door vaklui, deels door ar-
beidsreservisten. We hanteerden
de formule datje overdag twee en
's nachts zelfs drie arbeidsreser-
visten nodig had voor één vakman:
sommigen gingen liggen pitten in
een perspijp of zaten te kaarten
onder een zaklantaarn." Alle te
genslagen ten spyt - bijvoorbeeld
een springtij op 12 april - is op 23
Mario Silvester
den haag - "Heel ons volk is ge
troffen door een ramp, die zijn
weerga in de moderne geschie
denis niet kent", schreef F.W.
van Gulick op 6 februari 1953,
vijf dagen na de waters
noodramp, in het Centraal Or
gaan voor de Bouwnijverheid,
zoals Cobouw destijds heette.
"Menig bouwbedrijf mist zijn
patroon, een knecht, een voor
man."
De redacteur van deze krant, die
toen nog wekelijks verscheen,
stond ook stil bij de materiële
schade die het wassende water
had aangericht. Niet alleen huizen
en boerderijen waren wegge
spoeld, ook de bloeiende bouwin-
dustrie binnen het rampgebied
was zwaar getroffen.
"Vele fabrieken van bouwmateria
len, timmerfabrieken, opslag
plaatsen, aannemersbedrijven,
bouwmachines, bedrijfspanden en
bedryfsuitrustingen zyn een prooi
der golven geworden."
Ooggetuigenverslag
Aannemer L. Dekker uit Kloetin-
ge, schreef in een ooggetuigen
verslag hoe hy 's avonds thuis
kwam en daar de voorzitter van de
regionale aannemersvereniging
aantrof. De xxoodsituatie had de
preses er niet van weerhouden om
voordat hy zichzelf in veiligheid
bracht de geldkist van de vereni
ging te redden. "Hy was de kas.
nat en wel, wezen brengen van de
provinciale afdeling, waarvan hy
penningmeester was. Ja, wel de
kas had hij met moeite kunnen
redden, maar ook niet meer, alle
bescheiden zijn verdwenen.
De bouw nam een bewogen initia
tief. Aannemers riepen hun perso
neel op om een uurloon te storten
op rekening van het Nationaal
Rampenfonds of nog liever om
De bouw stelde niet alleen geld,
maar ook materieel beschik
baar voor het rampgebied.
over te werken en het extraatje te
bestemmen voor het noodgebied.
De werkgevers zegden toe het ver
gaarde bedrag te verdubbelen.
Het Sociaal Fonds Bouwnijver
heid bood de mogelijkheid om va
kantiebonnen te verzilveren ten
bate van de slachtoffers.
www.propylon.nl
DETACHERING - WERVING&SELECTIE
h05tac0-rdtter0am
MOET
er
.weer
BOVEN