Schat aan kennis door stormvloedkering
vrijdag 31 januari 2003 pagina 23
Be Mytillus (mossel) is
speciaal gebouwd om de zqe-?
bodem onder de pijler te ver
dichten. Foto c. Heijkoop
4 Funderingsmatten onder
de loodzware pijlers zijn ge
legd door de Cardium (kok
kel). FotoRD
44 De 'reuzenstofzuiger'
Macoma (nonnetje) is ontwor
pen om de funderingsmatten
Foto Deltaphoto
4 Om de 18.000 ton wegen
de pijlers van de kering op
hun plaats te zetten, is de
a ontwikkeld. Foto anp
drooggepompt bouwdok met een oppervlakte van 1
vierkante kilometer. De bouw van een pijler duurt
iets langer dan anderhalf jaar. Elke twee weken
wordt begonnen met een nieuwe pijler. Daarmee
zijn er in de openluchtfabriek op een gegeven mo
ment dertig pijlers tegelijk in aanbouw. In totaal ver
werken de bouwvakkers zo'n 450.000 kuub beton.
De "Ostrea", een U-vormig hef- en transportschip,
krijgt de taak om de 18.000 ton zware en dik 30 me
ter hoge pijlers uit het inmiddels ondergelopen
bouwdok te halen en op de centimeter nauwkeurig
te plaatsen. Een huzarenstukje van de bovenste
plank. Dit vlaggenschip heeft een hefvermogen van
10.000 ton.
De afmeerponton "Macoma" moet het enorme
transportschip op zijn plaats houden. Tegelijkertijd
moet de 'stofzuiger' op het vaartuig het laatste laag
je zand van de fundatiemat zuigen voordat de pijler
op zijn definitieve plaats belandt. „We hebben sa
men met lierenbouwers een constructie ontwikkeld
die de lier met 1 centimeter tegelijk kon afrollen",
legt Engel uit. „Dat was nog nooit gevraagd. In de
wisten de eisen, sommigen de oplossingen." Volgens
het oud-hoofd Deltadienst heeft het tien jaar geduurd
voordat deze werkwijze elders breed is toegepast.
De veelal jonge ingenieurs staan open voor oncon
ventionele oplossingen. „Wij wisten al bij de bouw
van de Haringvlietdam dat we bij de' Oosterschelde
nooit gebruik zouden kunnen maken van wilgente
nen voor de bodembescherming. Daar heb je wel
tien Biesbosschen voor nodig. Met mensen van de
tapijtindustrie uit Genemuiden is er avondenlang in
een café gebrainstormd over alternatieve oplossin
gen voor de fundatiematten."
De bij de bouw van de Oosterscheldedam opgeda
ne expertise kan „moeilijk overschat worden", aldus
Engel. „De Nederlandse waterbouw heeft een enor
me lift gekregen. Overal in de wereld passen we de
opgedane kennis toe. Wij kunnen een halve eeuw na
dato wereldwijd nog teren op de expertise van de
deltawerken. Nederland kent geen kathedralen, om
dat we ons geld altijd hebben uitgegeven aan de
strijd tegen het water. De dijken en deltawerken zijn
onze kathedralen."
Genemuiden
De Oosterschelde heeft echter meer vernieuwing op
geleverd dan dit soort technische hoogstandjes. En
gel wijst vooral op de interdisciplinaire aanpak van
het project. „Voor het eerst zaten bijvoorbeeld des
kundigen uit waterbouw, beton-, staal- en kunststof
industrie aan tafel om gezamenlijk oplossingen te
bedenken. Dat was nog nooit eerder vertoond. We
hebben alle kennis bij elkaar geschraapt. Sommigen
zeevaart kijkje niet op een paar meter." Beide sche
pen zijn uniek, en alleen bij de bouw van de Oos
terscheldedam zijn gebruikt.
De ingenieurs van Rijkswaterstaat laten een spe
ciaal rupsvoertuig ontwikkelen om de bouw onder
water te kunnen inspecteren. De onderwaterrobot
(gewicht 6,5 ton boven water, 5 ton onder water)
is 6 meter lang en 4 meter breed en bereikt een top
snelheid van 0,5 meter per seconde. Via een 7 cen
timeter dikke en 250 meter lange 'navelstreng' is de
"Portunus" met de inspectiebeeldschermen verbon
den. „Alsof ze er met hun neus bovenop zaten."
De aanleg van de deltawerken heeft miljarden
gekost. Maar de waterbouwkundige werken
hebben ook een schat aan kennis opgeleverd.
Over de gehele wereld hebben Nederlandse nat
te aannemers hun expertise kunnen toepassen
en zo hun positie versterkt.
Op tal van terreinen hebben Nederlandse ingeni
eurs bij de bouw van de deltawerken het wiel moe
ten uitvinden. De destijds beschikbare rekenmetho-
dieken voor de realisering van deze beweegbare
kering in —vrijwel- open zee waren volstrekt on
toereikend.
Stukje bij beetje heeft Rijkswaterstaat samen met
de aannemers door onderzoek de benodigde kennis
bij elkaar moeten sprokkelen. Ir. A. G. M. Groot
huizen' van Van Oord ACZ -destijds nauw betrok
ken bij de deltawerken- noemt onder andere de ont
wikkeling van nieuwe bagger-, fundatie- en
bodembeschermingstechnieken.
Handmatig veiwerkt rijshout en riet voor bodem
bescherming moest plaatsmaken voor machinaal
geproduceerd geotextiel (geweven doeken, meestal
van polypropyleen). „Door de omvang van het pro
ject waren we gedwongen de stap te zetten van
handmatig werken naar een fabrieksmatige produc
tie." Een doorbraak. „Een van de vindingen met
wereldwijde gevolgen", stelt Groothuizen. „Om het
probleem van erosie te tackelen wordt tegenwoor
dig nog altijd op grote schaal gebruikgemaakt van
dit materiaal."
De deltawerken hebben een „onvoorstelbaar" gro
te impact gehad op de Nederlandse grond-, weg- en
waterbouw. „Het project heeft bijvoorbeeld een
enorme impuls gegeven aan de mechanisering. De
sector is in een stroomversnelling terechtgeko
men." De waterbouwkundig ingenieur wijst bij
voorbeeld op de ontwikkeling van stortschepen.
„Ons land beschikt sindsdien over de grootste vloot
steenstorters ter wereld."
Nederland heeft dankbaar gebruik kunnen maken
van de opgedane technische expertise. Het water
bouwkundige hoogstandje voor de bescherming
van ons land heeft de basis gelegd voor het huidige
succes van de Nederlandse waterbouw, stelt Groot
huizen. „De Nederlandse voorsprong op dit gebied
is regelrecht te herleiden tot de deltawerken."
Nog altijd kan Nederland teren op de destijds ont
wikkelde technieken. „Uiteraard is de kennis door
uitgebreide research verder verfijnd en geculti
veerd. Maar het is niet voor niets dat Nederland een
vooraanstaande positie inneemt op de wereldwijde
markt van weg- en waterbouw."
De technische kennis over de deltawerken is on
der andere toegepast bij de bouw van de Theems
Barrier, de stormvloedkering die Londen tegen
hoog water moet beschermen. Ook bij maritieme
projecten in Canada, Bangladesh, het Midden- en
het Verre Oosten hebben de Nederlandse aanne
mers ruimschoots gebruik kunnen maken van de
opgedane ervaring.
Met de aanleg van de Oosterscheldedam in de ja
ren '70 en '80 was een investering gemoeid van
zo'n 2,3 miljard euro (5 miljard gulden). Groothui
zen durft niet te zeggen of Nederland deze miljar
den inmiddels in het buitenland heeft terugver
diend. „Dat is een goeie vraag. Het lijkt me niet.
Dat zou wel erg veel zijn. Het is moeilijk te zeggen
wat de situatie van de Nederlandse waterbouw zón
der de deltawerken zou zijn. Dit is een vergelijking
waarvan de uitkomst niet te bepalen is."
De waterbouwkundig ingenieur wijst erop dat de
kosten voor de deltawerken zijn gemaakt om bij
calamiteiten nog grotere kosten te voorkomen. „Er
zijn 1835 mensen omgekomen bij de watersnood
van 1953. Dat is een enorme schade, ook econo
misch. Nederland heeft maatregelen genomen om
herhaling te voorkomen. Daarbij is voor het eerst in
Nederland, en waarschijnlijk ook wereldwijd, een
economische waarde toegekend aan een mensen
leven.". -.