Reformatorisch Dagblad vrijdag 31 januari 2003 pagina 19
nog 11.000 elders en in het voorjaar van 1954 waren
dat er nog 5000.
De wil om terug te gaan, was overigens sterk. Bij
een enquête in april, twee maanden na de vloed, gaf
80 procent van de' vluchtelingen aan terug te willen.
De verknochtheid aan de geboortegrond was groot.
Van de anderen was 7 procent nog aan het twij
felen, wilde 6 procent zich blijvend vestigen in de
plaats waarheen men geëvacueerd was en wilde 3
procent emigreren of zich elders in Nederland vesti
gen. Er waren er die toch al min of meer van plan
waren geweest om naar Canada te gaan. De ramp gaf
soms de doorslag. Tot degenen die niet van plan wa
ren om terug te gaan naar hun woonplaats, behoor
den ook degenen die niet terug konden, zoals boeren
die hun land kwijt waren en ambtenaren die waren
overgeplaatst.
Het gros van de bevolking wilde dus terug naar
huis, ook al was daar in letterlijke zin soms niets van
over. Er waren 3000 woningen en 300 boerderijen
verwoest en meer dan 40.000 woningen en 3000
boerderijen beschadigd. Bijna 200.000 hectare
grond was onder water komen te staan. Kadaver-
ploegen waren lange tijd bezig met het opruimen van
de 47.000 stuks vee en 140.000 stuks pluimvee die
waren omgekomen. De totale materiële schade werd
geschat op ruim 1,5 miljard gulden.
„Het land leek wel een zoutvlakte en in het dorp
was veel verwoest", vertelde een evacué. „Ons huis
moest eerst van modder ontdaan worden. Daarna
volgde de schoonmaak. Het eerste jaar legden we
geen vloerbedekking, omdat het hout eerst moest
drogen. Veel meubels waren onbruikbaar geworden
en ook alle boeken waren vernield. De familiefoto's
waren eveneens verdwenen. Zodoende hebben we
geen enkele foto van voor de ramp meer."
Een nieuw begin
Geen wonder dat sommige bewoners er geen gat in
zagen om de chaos aan te pakken. Anderen waren zo
bang voor het water geworden dat ze niet meer in het
lage land achter de dijken durfden te gaan wonen. De
angst zat diep. In de eerste tijd na de ramp was er in
het getroffen gebied soms grote opschudding als het
water iets hoger kwam dan normaal of wanneer het
hard waaide.
Een ouderling uit Oude-Tonge vertelde later dat hij
aanvankelijk geen zin had om terug te gaan, maar dat
hij zich daar van godswege toe gedrongen wist. Hij
ging uiteindelijk toch terug en vatte ook zijn ambte
lijk werk weer op.
Inwoners van het rampgebied die naar Canada of
naar de Noordoostpolder wilden, kregen voorrang
boven andere gegadigden. Ook mensen die zelf niet
in het water hadden gezeten, profiteerden daarvan.
Canada liet inmiddels alleen landverhuizers toe die
ten minste vier kinderen boven de 16 jaar meebrach
ten. Dankzij de watersnood kon echter ook een
Krabbendijkenaar met zes kleine kinderen de oceaan
oversteken. In de Noordoostpolder kregen boeren
wier boerderij vernield was grond toegewezen. Tege
lijk werd er in de getroffen gebieden ruilverkaveling
toegepast.
Huwelijken
Tot degenen die niet terugkeerden, behoorden ook
verscheidene inwoners die tijdens de evacuatie hun
toekomstige levensgezel hadden ontmoet. Ze vestig
den zich definitiefin hun tijdelijke woonplaats.
Marie Meganck was zo iemand. De 24-jarige
vrouw woonde in 1953 in Eikerzee op Schouwen-
Duiveland, een dorp vlak bij Scharendijke dat ern
stig werd getroffen. Marie en haar familie moesten
ook halsoverkop evacueren. In Almen in de Achter
hoek kwamen ze terecht. „Mijn moeder vroeg zich
later vaak af hoe het zou zijn met de mensen bij wie
ze gewoond had. Ze had het vaak over een predikant
die veel steun had gegeven", vertelt Ton Hoogeveen,
de zoon van de inmiddels overleden Marie Meganck.
„Ze heeft er goede contacten aan overgehouden."
In de kop van Noord-Holland was echter meer
werk. Daarom trokken de Elkerzeese evacués naar
de hoek van de Anna Paulownapolder en de Wierin-
germeer. „Een nieuwe plek, met meer en beter be
taald werk en veel Zeeuwen."
Daar liep Marie haar man tegen het lijf. „Die
woonde in Wieringerwaard. Daar bloeide iets op en
zo is mijn moeder er blijven hangen. Ze heeft nog
wel eens overwogen terug te gaan, maar in Eikerzee
was toen inmiddels veel veranderd, al woonde er wel
familie, en nog steeds."
De moeder van Ton Hoogeveen sprak niet veel over
de ramp. „Ze was geen prater. Ik ben weg uit Zee
land, zei ze dan. Ze had een paar foto's van kort na
de ramp en van de evacuatie, maar veel erover ver
tellen, deed ze niet."
Marie Meganck raakte de ramp nooit helemaal
kwijt. Haai" zoon: „Als het 's nachts stormde, sliep
mijn moeder slecht. Dan zat ze vaak beneden in de
kamer. Dat had ongetwijfeld met 1953 te maken.
Dan was ze soms een paar dagen anders dan anders."
Verbroedering
De evacuatieperiode was door het gemeenschappe
lijke slachtofferschap en het gemeenschappelijke
verlangen naar huis nogal eens een tijd van verbroe
dering. Na de terugkeer verdween het gevoel van
eenheid soms weer snel.
Familie- en dorpsgemeenschappen hadden maan
denlang uit elkaar gelegen en de oude verhoudingen
herstelden zich niet altijd moeiteloos. Ook de kerke
lijke gemeenten hadden enige tijd niet gefunctio
neerd. Het had bijvoorbeeld tot gevolg dat de scheu
ring in de Gereformeerde Gemeenten in de zomer
van 1953 zich in Zeeland soms wat later voltrok. De
scheuring had in deze streek overigens geen grote
uitwerking. Wellicht is een breuk hier en daar zelfs
achterwege gebleven door wat men gezamenlijk had
meegemaakt.
Tegenstellingen
Na de ramp stroomden de hulpgoederen binnen. De
verdeling ervan leverde soms spanningen op, zeker
als mensen of dorpen meer kregen dan ze verloren of
strikt nodig hadden. Ook de ruilverkaveling zorgde
wel eens voor twist en tweedracht, evenals de lang
durige aanwezigheid van herstelwerkers van elders,
die zich soms met allerlei plaatselijke aangelegen
heden gingen bemoeien.
Onder de teruggekeerden traden ook tegenstellin
gen aan het licht tussen mensen die de oude, ver
trouwde situatie zo goed mogelijk wilden herstellen
en degenen die in het herstel kansen zagen om aller
lei dingen te veranderen. Dergelijke tegenstellingen
hadden zich acht jaar eerder ook voorgedaan bij de
terugkeer van de geëvacueerde Wieringermeer-
bevolking.
Anderzijds gebeurde het ook wel dat sluimerende
tegenstellingen door de ramp juist tot een. oplossing
kwamen. Nieuwe ideeën kregen een kans en nieuwe
vormen van samenwerking ontstonden. Het leidde
bij de volgende verkiezingen op diverse plaatsen tot
een verschuiving in de samenstelling van gemeente
raden.
-a. Vluchten over een spoorbaan. Warme kleren en wal dekens lamnen mee, de rest blijft achter.
Foto uit herdenkingsboek "De Ramp"
-a. De ramp laat sporen achter bij jong en oud. Foto uit herdenkingsboek "De Ramp"
Oudere evacués wachten op transport naar elders.
Foto uit herdenkingsboek "De.Ramp"
■a. De koninklijke familie geeft jonge evacuêtjes een warm onthaal op Paleis Soestdijk.
Prinses Beatrix deel wat lekkers uit. Foto De Spiegel
Veilig aangekomen in de Ahoy-hallen in Rotterdam. De kleine vraagt weer om ver
zorging. Foto De Spiegel