Watersnoodramp
Reformatorisch Dagblad
Kruiningen
Halsteren
Foto
r*-- - -\
r N^EVELAND
Domburg O
WALCHEREN j
Middelburg Arnemuidëu
ZUID-
BEVELAND
Kruiningëi
Rilland
L Oh
Borssele
VJissingen
^yrV.
Westersche/c/(
Ellewoutsdijk
Bresken:
Terneuzen
Maasslui
Vla.ardingen g:.
G rei/e/,t
1FLAKKEE
Oude-Tonge
iii 1305
SCHOUWEN
Serooskerke
115
Nieuwerkerk
«880
KfOuwerkerk
:zee 191
St. Philipstand
;ch elde
Nieum-
Vosserrie
tarvemsse
1156
r -
N-'BEVELAND
Iedere 24 uur en 50 minuten stijgt en daalt
het zeewater tweemaal. Vloed en eb worden
veroorzaakt door de aantrekkingskracht van
de zon en vooral de maan. Na volle en nieu
we maan is de stand van het hoge water
maximaal (springtij). Zon en maan laten dan
tegelijkertijd hun aantrekkingskracht gelden.
Het verschil tussen hoog en laag water (getij-
denverschil) varieert van plaats tot plaats. Dit
kan komen doordat diepteverschillen de wa
terverplaatsing belemmeren. Getijdenverschil-
len hangen ook samen met de vorm van de
Noordzee. Door de trechtervorm wordt het
water in het smalle, zuidelijke deel van de
Noordzee verder opgestuwd dan in het brede,
noordelijke deel. Zeeland kent daardoor een
getijdenverschil van circa 3 meter, terwijl het
in Den Helder om ruim een meter gaat. Ook
de wind kan de stand van het water verhogen
of verlagen. Zo kan een westerstorm het wa
ter doen stijgen (stormvloed), terwijl een oos
tenwind voor lager water zorgt. Een combina
tie van springtij en stormvloed veroorzaakt
buitengewoon hoge waterstanden. Dat was
ook 1 februari 1953 het geval.
Illustraties: Bron ANP, RD Fenny Haase