Cruciale rol Urkers bij reddingsacties
Reformatorisch Dagblad
vrijdag 31 januari 2003 pagina
11
De Urker vissers waren snel in het rampgebied.
Terwijl de hulp van de officiële autoriteiten
traag op gang kwam, gingen de Urkers zondags
al op pad om te gaan helpen. Met hun scheeps-
zenders speelden zij een cruciale rol bij de red
dingsacties. „Het was een slagveld."
H. van den Berge
Op vrijdag 30 januari 1953 meerden de tientallen
Urkers kotters weer aan in de haven van Breskens
aan de Westerschelde. „We hadden, zoals gewoonlijk
tijdens de wintermaanden, de hele week in Het Ka
naal op haring gevist", vertelt Jacob Snoek, die toen
als 18-jarige meevoer op de UK 141 van zijn vader.
Na het lossen gingen de meeste vissers snel met de
bus naar Urk om het weekend thuis te zijn. Slechts
een enkeling bleef achter bij de boten.
De orkaan die in de nacht van zaterdag op zondag
over vooral Zuidwest-Nederland trok, richtte op Urk
niet veel schade aan. Maar in de haven van Breskens
was de situatie heel anders. De enorme storm had
een paar kotters radicaal op de kade geworpen.
Kerktijd
De Urker Lou Hoefnagel lag met zijn schip in Bres
kens. 's Nachts ving hij met zijn zender de noodkre
ten op van het jacht May Be in het Zuid-Hollandse
Hellevoetsluis. Dit jacht berichtte als eerste over de
ramp. Nederland bleef echter nog tot acht uur zon
dagmorgen in het ongewisse, want de twee Hilver-
sumse radiozenders hadden zoals gebruikelijk hun
uitzendingen om middernacht gestaakt, hoewel twee
meteorologen van het KNMI in De Bill vanwege hun
vrees voor grote problemen er sterk op hadden aan
gedrongen in de lucht te blijven.
Zondagochtend vroeg hoorde Hessel Snoek -Ja
cobs vader- op de radio de eerste berichten over de
ramp in het deltagebied. Hij was er niet gerust op.
Hoe was het met hun schepen? Toen telefonisch con
tact met Breskens mislukte, nam hij nog voor kerk
tijd contact op met vier andere vissers. Ze besloten
om snel per taxi naar hun schepen in de Zeeuwse ha
ven te gaan. Bovendien konden ze ter plekke mis
schien nog iets voor de mensen in nood betekenen.
Onderweg werd het de vijf vissers duidelijk dat
zich in het zuidwesten een grote ramp had voltrok
ken, waarbij ze met hun schepen wellicht hulp kon
den bieden. Nog voordat de Urkers Breskens hadden
bereikt, belden ze hun bemanning met het verzoek
zo snel mogelijk te komen.
De toen 24-jarige Urker visser Pieter van den Berg
hoorde het nieuws van de ramp in de kerk. „Een van
de ouderlingen deelde het bericht vanaf de kansel
mee. Na de dienst werd er veel gepraat over de ge
volgen voor de kotters in Breskens. Wij vreesden dat
de vloot kapot was. We waren er toen nog lang niet
van doordrongen wat er in het zuidwesten echt aan
de hand was." Toen de ernst van de situatie steeds
duidelijker werd, besloten veel vissers op pad te
gaan, hoewel het zondag was. „De liefde drong ons
om dat te doen", zegt Jacob Snoek. Ook hij en Pie
ter van den Berg gingen mee met de twee bussen
naar de kotters in het rampgebied.
Ondertussen hadden Hessel Snoek en zijn collega's
in Breskens besloten actie te ondernemen. Nog zon
dagsavonds voeren de Urkers naar Vlissingen. Van
hieruit gingen ze met een loods via de Westerschel
de, het Kanaal door Zuid-Beveland en de Ooster-
schelde richting Schouwen-Duiveland.
Al 's nachts hadden de vissers besloten hun zenders
continu aan te houden. „We zagen grote stukken on
dergelopen land en hoorden vele noodroepen", ver
telt Pieter van den Berg, die meevoer op de UK 60.
Dit schip bleef in Hansweert achter, omdat het met
zijn sterke zender het contact met Radio Schevenin-.
gen zou onderhouden. De anderen gingen verder. Op
de Oosterschelde werd de ernst van de situatie dui
delijk zichtbaar toen de mannen vele lichamen en
kadavers zagen drijven. In de loop van maandag
morgen arriveerde de vloot in Zierikzee.
Een groot probleem in het rampgebied vormde de
communicatie, omdat de telefoonverbindingen kapot
waren. De zenders op de kotters waren dan ook een
uitkomst. Op initiatief van een marineofficier vorm
den de Urker boten een soort ring rond Schouwen-
Duiveland, zodat ze als radioposten konden dienen.
Dankzij dit communicatienetwerk kregen de autori
teiten snel een duidelijker beeld van de vreselijke
gevolgen van de orkaan op het Zeeuwse eiland.
Coördinator van deze hulp was de daadkrachtige
Hessel Snoek, die met zijn kotter in Zierikzee bleef
liggen. „Continu kwamen er noodberichten binnen
over welke gebieden er waren ondergelopen en waar
er nog mensen op de daken zaten. Ook kwamen
er vragen om medische hulp, voedsel, drinken et
cetera. Al deze informatie gaven wij door, zodat er
hulp kon worden geboden", aldus Jacob Snoek.
Ondertussen waren er ook vissers die er met sloe
pen op uit gingen om mensen te redden, „Mijn broer
ging naar huizen en boerderijen waar mannen, vrou
wen en kinderen op de daken zaten. Zij maakten veel
mee", vertelt Pieter van den Berg, die zelf op het
schip bij de zender bleef. „Maar ook wat ik heb ge
zien, valt met geen pen te beschrijven. Er kwam van
alles uit die polders. Het was een slagveld."
De Urkers stonden in hun reddingswerk zeker niet
alleen. Vissers uit plaatsen als Yerseke, Zierikzee,
Bruinisse, Tholen en Den Helder en ook vele andere
schepen waren volop bezig. Jacob Snoek: „Er waren
Zeeuwse mosselvissers die echt met gevaar voor ei
gen leven door de dijkgaten voeren."
Toen in de loop van de week het leger en andere of
ficiële instanties de hulpverlening steeds meer over
namen, gingen de eerste Urkers weer weg. Maar de
UK 141 van Hessel Snoek bleef tot 17 februari ac
tief als zenuwcentrum voor het zendverkeer.
Groot litteken
De ramp van 1953 staat Jacob Snoek nog steeds hel
der voor de geest. „Toen was ik nog jong en dan kun
je aardig wat hebben, maar later besef je dat er ruim
1800 mensen zijn verdronken. En die moesten voor
Gods rechterstoel verschijnen. Het was heel ingrij
pend en daarom ben ik blij dat we wat hebben kun
nen helpen." Pieter van den Berg ging later nog
regelmatig naar Zeeland. „Dan komen de herinnerin
gen weer terug. Wij waren er om te helpen, maar als
je ziet wat die mensen hebben meegemaakt, dat is
verschrikkelijk. In de 'rampgebieden zijn er nog
steeds velen die vanwege het verlies van geliefden tot
hun dood moeten rondlopen met een groot litteken."
•a. Prins Bernhcird had tij
dens zijn bezoek aan Zierikzee
ook een gesprek met de Urker
visser Hessel Snoek (r.).
Foto RD
ii In de haven van Breskens
had de orkaan een paar Urker
kotters op de kade geworpen.
Foto Zeeuws
Documentatiecentrum
i Bij de reddingsacties was
inzet van viskotters en vele
andere boten erg belangrijk.
Foto De Spiegel
2003