Goed en fout
op de Vrije Universiteit
7
De hele dag snotneusjes en luiers
Nederlands Dagblad
BOEKEN
Het Katern vrijdag 31 januari 2003 4 j
REDACTIE: WILLEM BOUWMAN
De Bijbel achterna. Een reis door de vijf boeken van Mozes
Bruce Feiler. Uitg. Atlas Amsterdam. 2002; 511 blz; €24,95
Dit fascinerende reisverhaal beschrijft een reis door het Midden-Oosten die
Bruce Feiler ondernam om erachter te komen wat de verhalen en plaatsen
uit Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium vandaag nog te
zeggen hebben. Via blikken over het bergland van Turkije, een autorit
over de vlakten van Irak naar Haran, een streng beveiligde bezoek aan
Egyptische tempelcomplexen, een paardentocht in Galilea en het zitten
naast een brandende braambos in de Sinaï, komt de omgeving waarin de
Bijbel ontstond tot leven en wordt de wereld die aanleiding gaf tot talloze
verhalen en theorieën over die Bijbel, ontsloten. Hoewel Feilers informatie
over de moderne bijbelwetenschap een enkele keer niet klopt en hij de Bij
bel zelf benadert vanuit een gematigd historisch-kritische invalshoek, is
het gemak waarmee hij achtergrondinformatie met zijn verhaal verweeft,
opmerkelijk. Het boek is uit voor je het weet. Feiler concludeert dat de bij
belboeken hem zijn voorgegaan in een waardevolle worsteling met een
voor hem onbekende God.
Jacques Presser. Het gelijk van de twijfel
Nanda van der Zee. Uitg. Aspekt Soesterberg, 2002; 304 blz., €24,9.8
Dit boek verscheen in 1988 bij uitgeverij Balans en werd toen wegens de
goede research ook goed ontvangen. De herdruk is ontdaan van storende
details (het wat kleffe 'Jacques' werd 'Presser') en taalkundig wat soepeler
gemaakt. Wat blijft, is het onderwerp en dat boeit. Presser schreef immers
niet alleen de twee delen Ondergang, over de Nederlandse Joden in de
Tweede Wereldoorlog, hij was in die boeken zelf - gekweld - aanwezig.
Pressers inzichten zijn achterhaald, maar hij bleef voor alle erfgenamen
van de holocaust zinnebeeld van moeizaam verwerken.
Meneer Aart. Leven en werken van de man die geen kindervriend wil
heten
Sietse van der Hoek. Uitg. L.J. Veen Amsterdam/Antwerpen, 2002; 205 blz.,
14,-.
Weinig kinderen en hun ouders zullen Aart Staartjes niet kennen. 'Meneer
Aart' is al meer dan een kwart eeuw te zien in kinderprogramma's als
Ome Willem, Sesamstraat en Het Klokhuis. Over zijn werk en zijn leven
gaat Meneer Aart. Leven en werken van de man die geen kindervriend wil
heten. In het boek vertellen mensen die met hem werk(t)en over hun er
varingen. Als Staartjes kwam, dan gebeurde er wat, kun je concluderen uit
de verhalen. Hoe was het Aartloze tijdperk in Sesamstraat„Braaf was het
toen, op z'n Amerikaans", zegt Cathrien - leniemienie - van Woerden.
„Door Aart is het programma spannender en levendiger geworden, men
selijker." De foto's in het boek tonen de vele gezichten van Aart Staartjes.
Bijna altijd speelt de man een typetje. Maar Staartjes was ook een van de
eersten in Nederland die droevige en moeilijke dingen in de wereld van de
kinderen aansneden. Hij kan dus met recht de peetvader van de Neder
landse kindertelevisie worden genoemd, vindt schrijver Sietse van de
Hoek.
Dominee op drift
Het venijnige veto
Een scherprechter voor een scheidsrechter
Ad van Gils. Dominee Misdaad Mysterie, deel 1, 2 en 3. Uitg. Westfriesland
Kampen, 2002; 143,143 en 140 blz., per stuk €9,50
Een detective met een dominee in de hoofdrol - dat intrigeert. Sylvester
Stein is een speurder van het type dat de reguliere recherche hinderlijk
voor de voeten loopt, veel slimmer dan zij. In deel 1 komt Stein in zijn
nieuwe gemeente, een fictief dorpje bij Deventer, waar zijn voorganger
spoorloos verdwenen blijkt. De zaak in deel 2 heeft met asielzoekers te
maken, die in deel 3 met mensenhandel. Nergens blijkt dat dominee Stein
wel eens preekt of pastorale bezoeken doet; op één opmerking in deel 2
na ('Ik zou de eerste niet zijn die onschuldig aan de schandpaal wordt ge
nageld. Die eer zou te groot voor mij zijn, veel te groot') blijkt in elk geval
zolang hij speurderswerk verricht, niets van zijn geloof. Daarbij houdt hij
er een lat-relatie op na, die vermoedelijk zelfs een ruimdenkende SoW-ker-
kenraad te gortig zou zijn. Deze dominee lijkt voornamelijk hoofdpersoon
gekozen omdat die veel 'vrije tijd' heeft en allerlei mensen ontmoet. Van
Gils knutselt wel aardige plotjes in elkaar, maar schrijft slordig en houdt
regelmatig informatie die zijn speurder vergaart, voor de lezer achter.
Daar toont hij zijn zwakte als detectiveschrijver. Geen aanwinst voor de
Gids voor het Christelijke Spannende Boek.
De verleiding van het vreemde. Katholieke eigenzinnigheid in de
twintigste eeuw
Judith de Raat, Gian Ackermans en Peter Nissen (red.). Uitg. Verloren Hilver
sum, 2002:203 blz., €18,-
Lange tijd is het rooms-katholicïsme in Nederland gezien als een hecht bol
werk of een onwankelbare zuil, die in de jaren zestig is gaan vergruizelen.
Recent historisch onderzoek nuanceert dat beeld: in de jaren vijftig was
reeds sprake van een 'stille revolutie'. In de bundel De verleiding van het
vreemde staan elf opstellen over katholieken die contact zochten met en
geboeid waren door religieuze bewegingen buiten de kerk: vrijmetselarij
en katholieken rond 1900, winti en katholicisme in Suriname, oosterse be
wegingen en katholieken, het esoterisch katholicisme van Mathieu Schoe-
makers (1875-1944), een priester die de kerk verliet en aansluiting zocht
bij de vrijdenkerij en de theosofie. Tussendoor vertelt Suzanne Knol (1972)
over haar bekering tot het orthodoxe jodendom en prinses Irene over haar
geloof in 'de eenheid van alles'. De samenhang tussen de opstellen is wat
oppervlakkig en een duidelijke teneur ontbreekt.
Couscous met frieten
Mimount Bousakla. Uitg. Houtekiet Amsterdam/Antwerpen, 2002; 127 blz.,
€13,50
Lucifers schikken
Meryem Kagar. Uitg. Houtekiet Amsterdam/Antwerpen, 2002; 207 blz.,
€15,95
Twee boeken van Belgische vrouwelijke en allochtone politici. Mimount
Bousakla (1972) is van Marokkaanse komaf, actief als loco-schepen voor
de SP.A in het district Antwerpen. Ze is vergelijkbaar met 'onze' Nebabat
Albayrak, nummer vier op de PvdA-lijst de afgelopen verkiezingen. Dat be
tekent dat ze vindt dat de criminele landgenootjes, Vlaams of Marok
kaans, moeten worden gestraft, maar dat ook de diepere oorzaken van
hun wangedrag - getto's, geen werk, racisme - moeten worden aangepakt.
Dat dit geen luxe is, blijkt uit het gerucht onder winkeliers: dat honden
poep het probleem niet is, want het zouden de zwarten zijn die de straat
als wc gebruiken, bij gebrek aan zindelijkheidstraining thuis. Kaqar (1969)
is een groene politica van Turkse komaf; zij hamert op stemrecht als inte
gratiemiddel. In beide boeken overheerst een relativerende, nuchtere
toon; erg aangenaam en bezield met humor. Van meneer Jahjah in Ant
werpen moeten beide auteurs niets hebben.
Leven om het te vertellen
Gabriel Garcia Marquez. Uitg, Meulenhoff Amsterdam, 2003; 574 blz.,
€24,50
In dit boek vertelt de Colombiaanse schrijver Gabriel Garcia Marquez
(1927) over zijn leven. Marquez is een met de Nobelprijs gelauwerde au
teur van bestsellers als Honderd jaar eenzaamheid, De kolonel krijgt nooit
posten Liefde in tijden van cholera. Het boek behandelt het leven van de
schrijver voordat hij schrijver werd. Het moet een aaneenschakeling zijn
geweest van overspelige liefdes, als je de schrijver mag geloven. Of je de
schrijver mag geloven wordt in veel recensies betwijfeld. Bij het verschij
nen van dit boek brengt de uitgever fraaie nieuwe edities op de markt van
bovenstaande bestsellers, aangevuld met Over liefde en andere duivels.
De herfst van de patriarch en de gebonden uitgave van Alle verhalen.
Nieuwetijdsmoederen. Handboek
voor de thuisblijfmoeder
Nicole Orriëns. Uitg. SWP Amsterdam,
2002; 128 blz., €16,-
DOOR NELLEKE VERMEER
Nicole Orriëns is thuisblijfmoeder. Ze
heeft geen baan buitenshuis. Dagelijks
brengt ze kinderen naar school, veegt
snotneusjes, verwisselt luiers en ziet
erop toe dat 's avonds de duploblok-
ken in de duplodoos verdwijnen en de
stiften in de knutseldoos.
Eenmaal per week sopt ze de wc en de
badkamer, dagelijks stofzuigt ze de
huiskamer en poetst ze het aanrecht.
Soms denkt ze: „Heb ik hiervoor nu
psychologie gestudeerd?" Op feestjes
valt een ongemakkelijke stilte wan
neer ze antwoord geeft op de vraag
naar haar beroep. „O, dus je werkt
niet?" is een veelgehoorde reactie.
Met die reactie heeft ze nog steeds
moeite, hoewel ze al zeven jaar thuis
blijfmoeder (tbmj is. Ze wilde zelf
haar kinderen opvoeden, dus toen de
Oudste geboren werd, zegde ze haar
baan op. Haar man Floris werd de eni
ge kostwinner. Inmiddels hebben ze
vier kinderen, dus Floris voedt zes
monden. Dat lukt, hoewel het leven
soberder is geworden. Zo heeft Albert
Heijn als huisleverancier plaatsge
maakt voor de Aldi, dragen de kinde
ren tweedehandskleding en heeft
moeder bewust een kapsel dat weinig
knipbeurten behoeft.
Orriëns beleeft vreugde aan het moe
derschap, is blij dat ze er altijd is voor
haar kinderen, maakt van het huis
houden wat ervan te maken valt en
relativeert inzinkingen met de ge
dachte dat betaald werk ook nadelen
heeft. Niettemin voelt ze zich vaak
eenzaam en miskend. Vrouwen die
„thuiszitten" krijgen volgens haar
weinig waardering. Ze moeten het
hebben van eigen motivatie en zelf
vertrouwen.
Om andere tbm's tot steun te zijn,
schreef Nicole Orriëns Nieuwetijds
moederen. Handboek voor de thuis
blijfmoeder. Ze betoogt daarin dat
thuisblijven zinvol en zwaar is. „Het
werk is intiem, emotioneel en heeft
langetermijndoelen. Een voorbeeld
van zo'n langetermijndoel is je kinde
ren opvoeden tot evenwichtige vol
wassenen. Als thuisblijfmoeder heb je
controle over de tijd die je doorbrengt
met je kinderen, maar juist minder
controle over de rest van je leven.
Wist je in je baan dat als je A deed, het
resultaat B was, als thuisblijfmoeder
heb je die zekerheid niet."
Het boek is aangenaam voor thuis
blijfmoeders die behoefte hebben aan
herkenning en erkenning. Orriëns
presenteert zich als een goede beken
de met therapeutische kwaliteiten. Ze
spreekt de lezers metje" aan en ver
telt openhartig over zichzelf en haar
gezin. De schrijfster toont gevoel voor
mensen en gebruikt haar psychologi
sche kennis. Ze weet hoe ze moet op
beuren en motiveren. Ook geeft ze
bruikbare praktische suggesties over
zuinigheid, kinderfeestjes en speel
goed.
Soms verlaagt ze zich tot peptalk. Met
loze kreten als „je bent het waard",je
verdient het" en „kijk in de spiegel en
vertel jezelf hoe fantastisch je bent" is
niemand gebaat. Eigenaardig is de tip
voor moeders die hun huwelijk nieuw
leven willen inblazen: „Vertel je part
ner dat je geen ondergoed draagt".
Onnavolgbaar zijn Orriëns'uitlatingen
over televisie- en computergebruik.
Urenlang computeren vindt ze over
dadig, maar ze wil er niet moeilijk
over doen. „Veel spelletjes zijn educa
tief en dus verantwoord." Voor tvkij-
ken streeft ze naar maximaal ander
half uur per dag, dat noemt ze „spaar
zaam". Het betekent dat haar kinder
tjes ruim een werkdag per week voor
de televisie mogen doorbrengen.
Nieuwetijds moederen. Handboek
voor de thuisblijfmoeder is een boek
om te bewaren. Over dertig jaar geeft
het een goede indruk van hoe aan het
begin van de eeuw werd geschreven
over rolpatronen en gezinsleven.
Dr. L. de Jong schetst het beeld van het kleine Nederland dat overvallen werd door een brute bezetter.
Gjalt Zondergeld herkent dat beeld.
FOTO UIT DOCUMENTAIRE NEOERLAND EN DE TWEEDE WERELDOORLOG
Geen duimbreed?! De Vrije
Universiteit tijdens de Duitse
bezetting
Gjalt Zondergeld. Uitg. Meinema
Zoetermeer, 2002; 295 blz.,
€18,-
Goed en kwaad. Vijftien op
stellen, van fascisme tot paci
fisme van Rudolf Steiner tot
Colijn
Gjalt Zondergeld. Uitg. Garant
Apeldoorn, 2002; 249 blz.,
€26,90
DOOR WIM BERKELAAR
é&s«^elden zal een hoog
leraar bij zijn aantreden zoveel
stof hebben doen opwaaien als
Hans Blom. Toen de huidige di
recteur van het Nederlands In
stituut voor Oorlogsdocumen
tatie in 1983 professor in de
nieuwste geschiedenis werd,
sprak hij de oratie In de ban van
goed en fout uit. Daarin stelde
hij de geschiedschrijving over
de Tweede Wereldoorlog ter
discussie. Of liever gezegd: hak
te hij in op het monument dat
Loe de Jong oprichtte met zijn
vele delen tellende Het Konink
rijk der Nederlanden in de
Tweede Wereldoorlog. Het
standaardwerk van De Jong
borduurde voort op de emotio
nele aanklacht die historicus
Jacques Presser in 1965 had ge
uit in zijn studie Ondergang. De
vervolging en verdelging van
het Nederlandse Jodendom.
Beiden schetsten een beeld van
het kleine Nederland dat over
vallen werd door een brute be
zetter, die het land knechtte en
uitbuitte. Hun geschiedschrij
ving stond in het teken van col
laboratie en verzet.
Blom wilde af van dat knellende
keurslijf dat volgens hem de
wetenschap geen stap verder
hielp. Het werd tijd voor breder
onderzoek, dat niet op voor
hand naar goed en fout vroeg,
maar zich uitbreidde tot het al
ledaagse leven tijdens de Duitse
bezetting. Hij wees op het werk
dat in de Duitse deelstaat Bei
eren was verricht door de histo
ricus Martin Broszat. In de
meerdelige serie die onder de
droge titel Beieren in de natio-
naal-socialistische tijd ver
scheen, was onder diens redac
tie het alledaagse leven van
Duitsers in kaart gebracht. Geen
opwindende maar wel een ver
helderende studie. Werd het
geen tijd voor zo'n geschied
schrijving in Nederland?
Gjalt Zondergeld
De meeste vakgenoten reageer
den opgetogen, moe als ze wa
ren van het opgeheven vinger
tje van Loe de Jong, wiens
grootheid ze slechts knarsetan
dend wensten te erkennen.
Maar er waren uitzonderingen.
De meest opvallende heette
Gjalt Zondergeld. Deze VU-his-
toricus genoot onder het grote
publiek geen faam, maar was
wel bekend onder vakgenoten
door zijn proefschrift De Friese
beweging in het tijdvak der bei
de wereldoorlogen, waarop hij
in 1978 in Groningen was ge
promoveerd. Wie dat boek las,
wist dat Zondergeld in tegen
stelling tot Blom wel degelijk in
termen van goed en fout dacht.
Toen de oratie van Blom ver
scheen, was Zondergeld dan
ook niet zo blij. Wat heet: hij
ontplofte van woede en schreef
een onbesuisd artikel waarin
hij Blom 'ronduit kwaadaardig'
noemde. Dat stak de ijdele
Blom weer, waardoor elke dis
cussie over het toch belang
wekkende onderwerp achter
wege bleef.
Nu, bijna 20 jaar later, is het ar
tikel van Zondergeld opnieuw
afgedrukt en wel in een bundel
die hem werd aangeboden bij
zijn afscheid als docent geschie
denis aan de Vrije Universiteit.
Opmerkelijk is dat de woorden
'ronduit kwaadaardig' er niet
meer in terug te vinden zijn.
Een stilzwijgende erkenning
dat hij in 1983 te ver gegaan
was? Dat kan het haast niet
zijn, want de veertien andere
artikelen in deze bundel staan
al even zeer in het teken van
'goed en kwaad'. Iedereen die
ook maar enigszins rechts-ex-
treme of racistische denkbeel
den huldigt, krijgt ervan langs.
Zo passeren antroposoof Rudolf
Steiner en de alternatieve goe
roe Mellie Uyldert de revue.
Maar ook Colijn ontsnapt niet
aan het oordeel van Zonder
geld: hij had bloed aan zijn
handen sinds zijn verblijf als
beroepssoldaat in Nederlands-
Indië (1893-1909). Al die arti
kelen kenmerken zich door
nauwgezet bronnenonderzoek
en imponerende kennis van za
ken, waardoor er inhoudelijk
zelden iets tegen Zondergeld
valt in te brengen. Dat hij het
verleden bovendien langs de
meetlat van de moraal houdt,
mag ook niet op bezwaar stui
ten. Het geeft zijn artikelen iets
prikkelends.
En toch wringt er iets. Je hebt
steeds het gevoel dat Zonder
geld meer beoordeelt dan be
grijpt - toch de eerste taak van
de historicus die zich niet alleen
in 'andere tijden' maar ook in
'andere zeden' verdiept. Neem
zijn artikel tegen Blom. Zonder
geld is niet nieuwsgierig naar
het beloofde nieuwe onder
zoek. Nee, hij is vooral bang -
bang dat het verzet er bekaaid
afkomt, bang dat scholieren op
den duur niet meer weten dat
Nederland ook helden heeft ge
kend die zich tegen de bezetter
hebben geweerd. Het geeft zijn
artikel iets defensiefs, iets ang
stigs.
Vrije Universiteit
Heel wat beter is Zondergeld op
dreef als hij zijn kijk op de oor
log niet in polemieken verde
digt (Zondergeld mist de
scherpte en brutaliteit van de
ware polemist), maar eenvou
dig geschiedenis schrijft. Dat
doet hij met verve in zijn boek
over de Vrije Universiteit tij
dens de Duitse bezetting, dat
gelezen kan worden als een
hommage aan zijn werkgever.
Het is merkwaardig dat die ge
schiedenis nog niet eerder is ge
boekstaafd. Niet alleen omdat
de gereformeerde rol tijdens de
bezetting inmiddels uitputtend
is beschreven, maar ook omdat
andere universiteiten allang
hun bezettingsgeschiedenis
hebben. De Utrechtse universi
teit bijvoorbeeld is al in 1995
beschreven door historicus en
journalist Sander van Walsum
onder de titel Ook al voelt men
zich gewond.
Vreemd dat dit boek onge
noemd blijft bij Zondergeld.
Wie het boek kent, wordt ge
troffen door het verschil in op
stelling van studenten en do
centen. Waar in Utrecht stu
denten merendeels de loyali
teitsverklaring aan de Duitse
bezetter tekenden, de hooglera
ren en de rector magnificus met
tegenzin en halfhartig pacteer
den met het aan hen opgelegde
bestuur - daar gingen de gere
formeerde studenten in staking
en zelfs in het verzet, voorge
gaan door standvastige hoogle
raren als rector magnificus en
jurist Victor Rutgers, pedagoog
Jan Waterink en de scheikundi
ge Jan Coops.
Zondergeld beschrijft met on
verholen en begrijpelijke be
wondering hoe de mannen
broeders de Duitse druk weer
stonden en zich inspanden om
Joodse studenten aan de VU een
plaats te blijven geven. Hij
maakt er daarbij geen simpel
heldenepos van. Genuanceerd
zet Zondergeld uiteen dat er in
de aanloop naar de Tweede We
reldoorlog ook bij VU-hooglera-
ren een ambivalente houding
was tegenover het Duitse anti
semitisme. Iets van het genera
liserend denken over 'de Jood'
kleefde ook hen aan. Zonder
geld noemt met name de jurist
P.A. Diepenhorst. Maar daar -
staat tegenover de principiële
houding van zoveel anderen als
de jurist Anema en de filosofen
Dooyeweerd en Vollenhoven.
Hoe moet het doorgaans krach
tige verzet van de gereformeer
den worden verklaard? Daar
voor levert Zondergeld geen
verklaring. Die is ook niet een
voudig te geven. Toch wil ik wel
een poging doen: wie een over
tuiging heeft, laat zich niet door
de waan van de dag omver bla
zen. Dan nog is het niet zo sim
pel, want ook met Duitsland
sympathiserende VU-theologen
als H.H. Kuyper en V. Hepp wa
ren de gereformeerde beginse
len toegedaan, om van de colla
borateur H.W. van der Vaart
Smit maar te zwijgen. Maar
toch: de overweldigende meer
derheid van gereformeerden
verzette zich tegen de bezetter
op grond van de diepe overtui
ging dat Hitier de belichaming
van het Kwaad was.
Ik schrijf dit hier zo nadrukke
lijk op, omdat dominee J. Rid
derbos Nzn. in Trouw van 14
november 2002 het verzet van
de VU in een zuur artikel pro
beerde te relativeren. Volgens
Ridderbos had Zondergeld geen
goede kwantitatieve analyse
gegeven van het percentage
VU-docenten en -studenten dat
in het verzet was gegaan. En
dus mocht hij de conclusie dat
de VU over het algemeen 'goed'
was, niet trekken. Ridderbos
zoekt, niet voor het eerst overi
gens, spijkers op laag water.
Alsof een 'kwantitatieve analy
se' een andere uitkomst zou
bieden dan wat Zondergeld in
glasheldere bewoordingen aan
toont: bij al hun gebreken, aar
zelingen en onvolkomenheden
hebben docenten en studenten
van de Vrije Universiteit het
woord 'vrij' tussen 1940 en
1945 een nieuwe invulling ge
geven: vrij van dictatuur en ti
rannie.