I
Meer wegen leidden naar
de vernietigingskampen
Een vrolijke dissonant
ISBN
Verse Ramsj
'4,905/3,5°
<(c Vol ■■•uit
Vrijdag 31 januari 2003
ADVERTENTIE
[2]
LITERATUUR
De reis van Sint Brandaan
(vert W. Wilmink) 7,15 2,90
Het hart op de tong
Romantische verhalen 22,25 6,90
Herman Gorter De dat gaat open
gouden roos 17,15 3,50
Karei Appel Ode aan het rood
(gedichten) 16,74 5,90
Kathryn Harrison
Een bezoek van het genootschap
voor de rechten van voeten 12,50 3,90
Redmond O'Hanlon Congo 13,57 6,90
Dingen die niet overgaan
Bloemlezing Ned. gedichten
1945-1985) 22,50/5,90
Martin Winckler
De ziekte van Sacks 11,35 3-9°
Wij hebben zes ridders
voorbij zien gaan (Balladen) 22,25 5.9°
Jackie Dewaele
Vrouwen zonder kleren 12,30 5,-
Louis Couperus
De boeken der kleine zielen 18,90 6,90
NON FICTIE
Benno Barnard
Het gat in de wereld 11,34 /5,-
D. Snowdon
Gezegende ouderdom 22,64 6,90
H. Teule (red) Oosterse
christenen binnen de wereld
van de islam 39,95 12,50
G. Breeuwsma Psychologie
de linkerhand 18,90 5,90
J. Secke Gigelo
Mijn leven tussen de lakens 14,80 5,-
C.U. Ariëns Kappers Reiziger in breinen
Herinneringen van een
hersenonderzoeker 20,42 7,90
Michael Paternetti
De hersenen van Einstein 18,11 7,9°
Martens Slavin van de kerk 14,80/ 5,-
P. Tonnard Schone schijn.
Wegwijzer plastische chirurgie 14,80/ 5,—
B. Valman Het zieke kind.
Symtomen, eerste hulp en
thuisverzorging 30,956,90
K.F. Treebus Vormwljzer.
Gids bij vormgeven en produceren
drukwerk
4°-/'7.5°
KOKEN
Deh-Ta Hsiung/
De Chinese keuken
32.5° 9,5°
Pierre Wind
Wind in de eetfabriek
13,90 3,9°
Floriade taste
18.04 6,90
Indiase menuwijzer
'5.-/5,9°
Aziatische menuwijzer
'5.-/5,9°
R. Leenaers Wijn en spijs
18,90/5,9°
Les essences d'Alain
Sushi De geraffineerde
keuken uit Japan
16,50/5,9°
KINDERBOEKEN
Mecka Lind en Lars Rudebjer
Kuk zoekt een man 12,25 3.5°
Kuk heeft de hik 12^5 3,50
Babette Cole Het beestachtige
verjaardagsboek (pop-up) 19,75 5>9°
B.A. Runnersstrom
Arhuaco 12,25 2,9°
Sneeuwwitje en andere sprankelende
sprookjes (pop-up) 19,75/6.9°
KUNST
Naer natueren ghelike Vlaamse
miniaturen voor Van Eyck 12,25 5.-
Ciano Siewert 14,80 7,90
J. van Ackere
Van Bach tot de Jong 12,25 7.9°
J. P. Glerum Het veillngboekje 13,90 5,—
GESCHIEDENIS
Geschiedenis van Indonesië 45,- 19,50
J. Mitchell
Het geheim van Joe Gould
18,11 6,90
H. Rottier Onder dak.
5000 jaar wonen in de
Lage Landen
49,50 9,50
W.H. Salzmann Herstel,
wederopbouw en
Europese samenwerking
31,72/6,90
World Press Photo 1999
13.57/5.-
World Press Photo 2000
13.57 5>—
Josef Ibn Zabara
Reis met de duivel
15,75/5,9°
D. Dwork
Kinderen met een gele ster
3150 9,90
C. ArpsGrootouders in alle
soorten en maten
15,75/5.9°
P. Martinez Montavez
Islam in Europa
61,75/19.5°
Duitsland en de
democratie 1871-1990
19,95/6,90
D. Palmer
Atlas van de prehistorie
36,50/17.90
Boekhandel Steven Sterk
Servetstraat 3 (onder de Dom)
3512 JG Utrecht
tel 030 2340 580 fax 2304 095
e-mall: ramsj@planet.nl
Telefonisch bestellen met creditcard?
Boeken (net verschenen en ramsj)
binnen één week in huisl
Wilt u op de hoogte blijven van de
nieuwe aanbiedingen?
Bel 030 2340 580, fax of e-mail voor een
gratis abonnement op de Ramsjkrantl
VRIJWEL geen gebeurtenis
heeft zo'n allesoverheersend
stempel gedrukt op de ge
schiedenis van de Tweede
Wereldoorlog als de massale
moord op de Europese joden. We zijn
inmiddels een halve eeuw verder, maar
telkens weer proberen historici raadsels
aan dit fenomeen te ontfutselen. Een
onhoudbare stroom publicaties over de
holocaust rolt al decennialang van de
persen. En het einde daarvan is nog niet
in zicht.
Dat is weieens anders geweest. Tij
dens de naoorlogse jaren kwam het ho-
locaustonderzoek slechts schoorvoe
tend op gang. Voor compassie met het
lot van de joden was jarenlang geen
plaats. Alle aandacht ging uit naar de
economische en politieke wederop
bouw van het aangeslagen Europa. In
1950 lag de eerste studie naar de joden
moord in de Nederlandse boekhandels,
Kroniek der jodenvervolging 1940-1945
van Abel Herzberg, die zelf een verblijf
in het concentratiekamp Bergen-Bel-
sen kon navertellen.
Daarna volgden onderzoekers uit an
dere landen, zoals de Fransman Léon
Poliakov die in 1951 zijn studie Brévai-
re de la haine publiceerde waarin hij
een verklaring voor de genocide zocht
in een doorgeslagen racistische ideolo
gie die aanknoopte bij een jarenlange
traditie van Europese jodenhaat. Of de
Britse onderzoeker Gerald Reitlinger,
die in zijn boek The Final Solution uit
1953 hoofddader Hitier afschilderde als
een geestelijk gestoorde antisemiet, in
1961 gevolgd door het tot de dag van
vandaag als standaardwerk betitelde
The Destruction of the European Jews
(herziene versie verscheen in 1985) van
de Amerikaan Raul Hilberg, waarin
deze de wijdvertakte en goed georgani
seerde nazi-bureacratie aanwees als
doorslaggevende factor voor de fa
brieksmatig geleide massamoord.
Hoe verdienstelijk en baanbrekend
deze studies ook waren, het onderzoek
naar de shoah raakte in 1961 pas in een
stroomversnelling na het proces tegen
Adolf Eichmann in Israël, dat maan
denlang een verbijsterde wereld in de
ban hield. Sindsdien is de holocaust
niet meer in de schaduw geweest. Na
dat de eerste studies zich vooral richt
ten op het lijden van de slachtoffers
onder het nazi-regime en in de kampen
en de antisemitische aspecten van de
nazi-ideologie, schoof het zwaartepunt
van het onderzoek langzaam op naar
werkwijze en motieven van de daders.
Vervolgens kwamen de omstanders in
beeld die toekeken en het lieten gebeu
ren, en niet te vergetende grootschali
ge roof van joods bezit.
Recente studies vertonen opvallende
verschillen in hun verklaringen voor de
toedracht van de holocaust. Schreef
Philip Burrin in Hitler and the Jews
(1989) de jodenmoord nog vooral toe
aan Hitiers obsessie, Götz Aly zag het
in Endlösung (1995), waarin hij de
moordende werkzaamheden van de
Einsatzkommando's onder de loep
nam, vooral als een bijverschijnsel van
de toenmalige bevolkingspolitiek. Om
standigheden en niet de ideologie zou
den het lot van de Europese joden heb
ben bepaald. Nee, beweerde Daniel J.
Goldhagen een jaar later in Hitler's wil
ling executioners, de vernietiging van
de joden voltrok zich met instemming
van het Duitse volk tegen een traditio
nele achtergrond van hardnekkig anti
semitisme en nationalisme. Met de stu
die van Saul Friedlander, Germany and
the jews (1997), en Politik der Vemich-
tung (1998) van Peter Longerich lijkt
het onderzoek zich opnieuw in de eer
ste plaats te richten op het verschijnsel
van antisemitisme en het racisme van
Hitiers ideeën.
Het zojuist verschenen boek De holo
caust van de Amerikaanse historici De
borah Dwork en Robert Jan van Pelt
Gevangenen uit Dachau worden op 29 april 1945 in een zogenoemde dodenmars afgevoerd naar de gaskamers.
FOTO UIT 'ZEG DAT WE HET NIET VERGETEN'
Veelomvattend boek over de moord op zes miljoen joden
sluit daarbij aan, maar wil tegelijkertijd
completer zijn dan voorgaande studies.
In dit boek is het niet alleen de omnipo
tente jodenhaat die aanzette tot de mas
samoord in de gaskamers, maar worden
meer wegen genoemd die uitmondden
in de vernietigingskampen. Een zo veel
omvattend boek als dit werd node ge
mist, want een Nederlandstalige studie
die een goed, recent en tamelijk volle
dig overzicht geeft van de jodenmoord,
was er al jaren niet. Alleen al daarom
valt de verschijning ervan bijzonder toe
te juichen. De auteurs, die samen eerder
een studie over Auschwitz publiceer
den, hadden bij hun onderzoek wel het
comfort dat zij konden kiezen uit een
rijke bron van duizenden boeken waar
in evenzoveel aspecten van de holo
caust worden beschreven. Veel graaf
werk in archieven is hun bespaard ge
bleven. Wel interviewden ze overleven
den en verwerkten die in de tekst.
Over keuzes en indeling vallen wel
enige opmerkingen te maken. Zo ruim
den Dwork en Van Pelt voor de holo
caust zelf in him boek slechts één
hoofdstuk in van een magere dertig pa
gina's. Op een boek van vierhonderd
bladzijden tekst oogt dat tamelijk ge
ring, maar het ging de auteurs hier om
iets anders, namelijk het verduidelijken
van een context waarin die massale uit
roeiing plaatshad. Met een inzichtelijke
schets van de positie van de joden in
Europa vanaf de Middeleeuwen zetten
zij de anti-joodse ressentimenten in
perspectief, die uiteindelijk leidden tot
Hitiers verpolitiekte antisemitisme.
Waarom zij daarbij voorbijgaan aan de
wegbereiders van die opvattingen, is
niet duidelijk. Theodor Fritsch bijvoor
beeld, de door de nazi's zo hoog ge
waardeerde grootmeester van het Duit
se antisemitisme, die met zijn reeds in
1893 gepubliceerde Handbuch der Ju-
denfrage (voor het eerst verschenen in
1887 als Der antisemitische Katechis-
mus en tot 1944 49 maal herdrukt) een
arsenaal aan anti-joodse stellingen
bood, ontbreekt geheel. Ook over con
servatieve uitgevers als Eugen Diede-
richs Verlag en J F Lehmanns Verlag,
die met hun uitgaven veel geestelijk
grondwerk voor de nationaal-socialis-
ten verrichtten, geen woord. Hetzelfde
geldt voor Die Sünde zoider das Blut. In
deze uiterst vileine, antisemitische best
seller uit 1917 beschrijft Artur Dinter
de verderfelijke invloed van interraciaal
geslachtsverkeer, uitgevoerd door een
rijke jood die de brutaliteit had een
raszuivere Duitse vrouw te verkrach
ten. Goedkope clichés wellicht, maar
toen behoorden dergelijke opvattingen
tot het standaardgedachtegoed van de
doorsnee antisemiet Kort na Hitiers
machtsovername haastten de nazi's
zich dan ook om via hun Neurenbergse
wetgeving 'ter bescherming van het
Duitse bloed' dergelijke vormen van
'rassenschande' strafbaar te stellen.
Ook over de invloed van Hans F.K.
Günther, de bekendste rassenvorser
van het Derde Rijk, wordt de lezer niet
geïnformeerd. De auteurs memoreren
weliswaar een uitspraak van hem over
Sinti en Roma, maar zijn belangrijke en
in grote oplagen verspreide werken als
Rassenkunde des deutschen Volkes en
Rassenkunde des jüdischen Volkes
worden genegeerd. Terwijl hij in het
laatste werk toch voor een nazi-weten-
schapper de opmerkelijke opvatting
ventileerde dat er geen wetenschappe
lijk bewijs was voor het bestaan van een
'joods ras'. In hoeverre en in welke
mate deze ideeën de bevolking hebben
bereikt, zijn vragen die een antwoord
zouden kunnen opleveren dat licht
werpt op de geschiedenis van de antise
mitische mentaliteit in Duitsland.
Dwork en Van Pelt hadden méér te
beschrijven dan dat. Uitvoerig gaan zij
in op brandende vragen, zoals: wat de
geallieerden hadden kunnen doen om
de joden te redden en waarom zij dat
niet deden. Verder geven zij een beeld
van de hoop die de vervolgden koester
den vanwege de onderduikacties die in
heel Europa op touw werden gezet.
Maar niets over het leven in de schuil-
plaatsonderduik, zoals dat door Anne
Frank in haar dagboek is beschreven.
Haar getuigenis en de invloed ervan op
de perceptie van de holocaust in de rest
van de wereld laten de auteurs onbe
sproken.
Datzelfde geldt voor de grootschalige
beroving van de joden, waarover de
laatste jaren veel onthullingen zijn ge
daan. En voor de Historikerstreit en de
discussies die naar aanleiding van
Goldhagens boek internationaal zijn
gevoerd. Maar ook dat zijn keuzes die
'een geschiedenis' van de holocaust niet
minder verhelderend hoeven te maken.
De auteurs presenteren hun boek blij
kens de ondertitel nadrukkelijk als een
onderdeel van een doorgaand gesprek.
Het laatste woord over de holocaust is
nog niet gesproken, maar dit boek heeft
beslist enige klaarheid gebracht in een
lastige historische materie. Ondanks de
vreemde plek die de auteurs toekenden
aan hoofdstuk 14, waarin de lezer na
afloop van de oorlog wederom de we
reld van het concentratiekamp wordt
binnengetrokken, biedt De holocaust
een zeer brede en gevarieerde blik op
het moeilijk te vatten, gruwelijke ver
haal van de ondergang van zes miljoen
joden.
Gerard Groeneveld
Debórah Dwork en Robert Jan van Pelt: De holo
caust - Een geschiedenis.
Boom; 504 pagina's; 29,90.
ISBN 90 5352 843 1.
Biografie schetst de vergroeidheid van opvatting en ervaring in Machiavelli's leven
VRIJWEL alle klassieke politieke
theorieën zijn aan de schrijftafel
of in de bibliotheek ontstaan, dat
wil zeggen: uitgedacht op basis van ide
alen of ergernissen en uitgewerkt met
behulp van historische literatuur. In het
beste geval waren ze, van Plato tot
Marx, de uitkomst van een verstands
huwelijk tussen geschiedenis en filoso
fie: de ergernis over wat er in het be
stuur van de samenleving misloopt
wordt de drijfveer voor het bedenken
van een ideële versie, het strenge ideaal
wordt als vrucht van het zuivere den
ken geënt op de beperkingen die de
geschiedenis ten voorbeeld stelt.
Het is wonderlijk dat politicologie
niet veeleer een gedragswetenschap is,
als academische discipline onderge
bracht bij de vakgroep ethologie of in
gericht als een specialisatie van de bio
logie. Maar wie dat betoogt wordt al
gauw buiten de orde gesteld als reduc
tionist of materialist. Zelfs aan de socio
biologie, het vak dat vanuit een
biologisch oogpunt naar dierlijke sa
menlevingsvormen kijkt, zit een lucht
je. Politiek theoretici kijken vooruit en
formuleren normen, in het laborato
rium zijn zij zelden te vinden.
Het moet met optimisme te maken
hebben - en met geloof in de vooruit
gang van de geschiedenis, de maak
baarheid van samenleving. Wij zijn be
tere mensen dan onze voorouders: we
leren van onze fouten en daarin schuilt
reeds een begin van vooruitgang. Poli
tieke theorie is traditioneel een progres
sief vak en het wordt overwegend beoe
fend door lui met linkse idealen.
Alleen al daarom is het een verruk
king het werk of een biografie van Nic-
colö Machiavelli te lezen, want hij is de
vrolijke dissonant in dit blije koor. Het
werk zelf of de levensbeschrijving, dat
maakt niet veel verschil: ze zijn onont
warbaar met elkaar verweven en daar
uit spreekt meteen zijn opvatting van
politiek, politieke theorie, geschiedenis,
verbeterbaarheid en vooruitgang. Hij
was een empiricus van de zuiverste
soort, wiens gedachten over de inrich
ting van de staat en de wijze waarop de
samenleving het best bestuurd kan wor
den steevast teruggingen op wat hij be
leefd had.
Wat hij gezien of gehoord had - en
vervolgens had overdacht - mocht hij
graag illustreren met historische voor
beelden, maar eerder alsof hij een bota
nicus was die varianten binnen de soort
inventariseert dan als een filosoof die
met behulp van die voorbeelden zijn
theorie gezag probeert te verlenen. Het
is in dat verband karakteristiek dat Plu-
tarchus' Parallelle levens tot zijn favo
riete boeken behoorde: Plutarchus had
geprobeerd de overeenkomsten tussen
de biografieën van beroemde Grieken
en Romeinen te tonen, Machiavelli
zocht en vond in de geschiedenis paral
lellen voor het politieke ondernemen
dat hij in zijn ambtelijke en diplomatie
ke loopbaan ook had waargenomen.
In de biografie die de Amerikaans-
Italiaanse politicoloog Maurizio Viroli
van Machiavelli schreef, De glimlach
van Niccolö, gaat het om die vergroeid
heid van opvatting en ervaring in Ma
chiavelli's leven, om de empirische
wordingsgeschiedenis ervan. Daardoor
is het boek strikt genomen geen biogra
fie en al helemaal geen schrijversbio
grafie, maar een geschiedenis en een
ideeëngeschiedenis ineen, verteld langs
de lijnen van een mensenleven. Dat is
Niccolö Machiavelli
FOTO UIT'DE WERELDGESCHIEDENIS'
tegelijkertijd keuze en noodzaak: alles
wat Machiavelli geschreven heeft is ver
bonden met zijn praktische werk en
over zijn werkzaamheden kan hij niet
berichten zonder er prompt ook zijn
door lectuur gevormde oordeel bij te
geven.
En dus vloeien citaten uit zijn corres
pondentie met het stadsbestuur van
Florence moeiteloos over in alinea's uit
zijn beschouwelijke werk. Dat laatste
heeft politiek-theoretische ambities,
maar is altijd ingebed in commentaar
op historische gebeurtenissen, of die nu
zijn ontleend aan zijn eigen ervaringen
of aan zijn lectuur van vooral klassieke
geschiedschrijvers
Hij is een pragmaticus; zelfs zijn idee
van een sociale ethiek komt niet voort
uit een hoger ideaal, uit verheven noties
van rechtvaardigheid, maar uit de aard
se opvatting dat bestuurlijke fouten in
niemands belang zijn. De mate waarin
je iets van de geschiedenis kunt leren is
vergelijkbaar met de mate waarin je bij
het schaken kunt leren dat bepaalde
zetten tot uitzichtloze stellingen of de
sastreuze chaos leiden. Zijn versie van
het vooruitgangsgeloof richt zich op
slimheid en raffinement, niet op het
streven naar superieure samenlevings
vormen.
Viroli schreef zijn Machiavelli-bio-
grafie uit kennelijke sympathie, en het
gevolg daarvan is een sympathiek en bij
vlagen lucide boek. In die glimlach uit
de titel kan gemakkelijk iets meewarigs
gelezen worden, de superieure glimlach
van iemand die omdat hij beter meent
te weten afstand houdt, maar dat is niet
Viroli's bedoeling. De glimlach is die
van reële geamuseerdheid, van een le
venshouding die eerder vitaal is dan
illusieloos. Het gaat Viroli om die vitali
teit van Machiavelli.
Italië is, aan het eind van de vijftiende
en het begin van de zestiende eeuw, de
decennia van Machiavelli's arbeidzame
leven, niet alleen de speeltuin van kun
stenaars en geleerden, maar bovenal
het toneel van kuiperij, arglist en strijd.
Machiavelli heeft daar als vertegen
woordiger van het stadsbestuur van de
arrogante, welvarende maar tegelijker
tijd krachteloze en bestuurlijk dikwijls
hopeloos in zichzelf verdeelde repu
bliek Florence een goed deel vanaf de
eerste rang van gezien. Soms heeft hij
het stuk zelfs enigszins kunnen regisse
ren. De ruzies en irritaties tussen de
stadjes van Toscane - Florence tegen
Pisa, Florence tegen Vol terra, Florence
tegen Siena - ontstijgen zelden het ni
veau van burenruzies, van rivaliteit tus
sen kleine gemeenschappen, en daar
aan ontleent Machiavelli zijn optiek:
besturen is mensenwerk en daarom is
het denken erover ook tamelijk ele
mentair. Hij stelt zich op als een ge
dragswetenschapper die een kostelijke
laboratoriumpopulatie ter beschikking
gesteld heeft gekregen.
En hij doet zijn werk overwegend met
een goed humeur, zelfs als hij erdoor in
de gevangenis belandt. Zijn brieven,
hoe gewichtig de aanleiding om ze te
schrijven ook mag zijn, doen aan co
lumns denken. Persoonlijke ontboeze
mingen en analyses wisselen elkaar af,
officiële berichten en verslagen staan
op dezelfde bladzijde als individuele
terzijdes. Die aanpak is aanstekelijk en
dat is aan Viroli's boek goed te merken.
Net als zijn onderwerp waagt hij het te
speculeren en te psychologiseren, en
zoals Machiavelli er vooral op lette hoe
zijn opdrachtgevers of onderhande
lingspartijen iets zeiden en op grond
daarvan beoordeelde wat zij zeiden,
verplaatst Viroli zich met een voor aca
demische begrippen grote schaamte
loosheid in zijn onderwerp.
Dat is even leuk als leerzaam. En het
werpt een onthutsend licht op een hele
reeks uitgangspunten en begrippen van
de gangbare politicologische bespiege
lingen.
Michaël Zeeman
Maurizio Viroli: De glimlach van Niccolö - Een
biografie van Machiavelli.
Uit het Italiaans vertaald door Mieke Geuzebroek
en Pietha de Voogd.
Mets Schilt; 317 pagina's; 25,-.
ISBN 90 5330 350 2.
25
>- De debuutroman van de Duitse Elke
Schmitter (1961), Mevrouw Sartoris,
werd in eigen land en elders enthou
siast ontvangen, het vorig jaar versche
nen Leichte Verfehlungen een stuk
minder. In deze, nu als Lichte dwalin
gen vertaalde roman (De Bezige Bij;
19,50) zoeken drukbezette vrouwen
naar vervulling, liefst in de liefde. Jan
Luijten schreef op 17-5-2002 in Cicero.
'Is dit nu het culturele wereldje van
Berlijn? Of heeft hier iemand met veel
ironie een bepaald milieu beschreven?'
Het glazen paleis, een sprookjesach
tige roman van de Indiase schrijver
Amitav Ghosh, was wereldwijd een
groot succes. Bij uitgeverij Bert Bakker
verschijnt nu een boek uit 1988, Lief-
deslijnen 19,95). Dit liefdesverhaal,
vertaald door Frans de Haan, ver
scheen in 1994 al bij Arena.
>- Eva Gerlach schreef de bundel van
de gisteren gevierde Gedichtendag,
Daar ligt het. Haar eerste prozaboek
(De Arbeiderspers; 13,95) heet Losse
bedrading, een verzameling stukjes die
ze schreef voor De Morgen.
>- Acht jaar geleden schreef de Brit
Blake Morrison een indrukwekkend
boek over zijn vader, And When Did
You Last See Your Father? In zijn
nieuwste boek wil hij weten wie zijn
moeder was. Nijgh Van Ditmar
brengt nu de vertaling uit van dit enke
le maanden geleden in Groot-Brittanië
verschenen boek (besproken door Mi
chaël Zeeman in Cicero van 29-11-
2002), onder de titel: Wat mijn moeder
mij nooit verteld heeft 19,95).
De vrucht van steen, de tweede, nu
in vertaling uitgekomen roman van de
Amerikaan Mark Spragg, is een loflied
op het Wilde Westen. Twee gezworen
vrienden houden allebei van Gretchen.
Maar zij vertrekt om elders een nieuw
leven te beginnen. Ze reizen haar ach
terna (De Bezige Bij; 19,90).
>- Het merendeel van de poëzie in Ne
derland en Vlaanderen is nog altijd ge
worteld in de 120 jaar oude opvattin
gen van de Tachtigers, meent Jos Joos-
ten, poëziecriticus voor de Standaard
der Letteren. De tendens die hij be
speurt is Onttachtiging, tevens de titel
van zijn bundel over 'eigentijdse poëzie
en poëziekritiek' (Van Tilt; 18,95).
Het chaotische jaar 2002 is voor al
tijd vastgelegd in CaMu 2000 - Het
jaaroverzicht van Jan Mulder en Rem-
co Campert (De Bezige Bij; 15,-).
Naar zijn zeggen leest Kees van Koo-
ten elke ochtend de column CaMu op
de voorpagina van de Volkskrant 'op
blote voeten, omdat ik niet kan wach
ten'. Op 2 januari schreef Campert
over de eerste dag van het jaar dat er
Ca (rechts) en Mu.
toen nog zo ongerept bij lag. Op 7 mei
herschrijft Mulder 'na de moord' zijn
column over Pim Fortuyn.
>- Montaigne zei al dat men met de
dood voor ogen de waarheid spreekt.
Wat is interessanter dan de waarheid
uit de mond van grote namen uit de
wereldgeschiedenis? In Lexicon van
laatste woorden - Van Alexander de
Grote tot Malcolm X (Bert Bakker;
17,50) collectioneerde Wemer Fuld
honderden van die laatste uitspraken.
Voordat Jimmy Glass in 1987 op de
elektrische stoel plaatsnam, merkte hij
op: 'Ik was vandaag liever gaan vissen.'
>- Eind januari 1995 steeg het water in
het rivierengebied tot alarmerende
hoogte. In Hoog Water - De macht van
de boerenrepublieken in het rivierenge
bied (Contact; 12,50) beschrijft Ru-
die van Meurs, die al eerder over de
watersnoodramp van 1953 een hoor
spel schreef, de gebeurtenissen in die
dagen. 'Niet het hoge water, maar het
gebrek aan kennis over de stabiliteit
van de dijken was het gevaar.'
>- In haar historische roman Asicius,
de beklaagde (Podium; 17,50) roept
de Nederlandse schrijfster Adelheid
van Beuningen, die geschiedenis stu
deerde aan het University College Lon
don, het oude Rome op. Als de jonge
Asicius vanwege een beschamende
daad door zijn vader uit het ouderlijk
huis verbannen wordt, vertrekt hij naar
Rome. Hij raakt er verstrikt in een web
van samenzweringen en politieke intri
ges. Hij pleegt een moord en, tot ieders
verrassing, neemt Cicero de verdedi
ging van deze zaak op zich.
>- 'Cultuur is communicatie en com
municatie is cultuur', schreef Edward
T. Hall. Zoals culturen verschillen in
normen en waarden, verschillen ze
ook in wijze van communiceren. In
Culturele waarden en communicatie in
internationaal perspectief (Coutinho;
24,50) ontrafelen Marie-Thérèse
Claes en Marinel Gerritsen die ver
schillen, én de overeenkomsten. Uit
gangspunt van het boek is een vergelij
king tussen Nederland en Vlaanderen.