Hartstocht r 3 Vijandig water M P «We1 Kushiëjs Braaf criticus, braaf Oorlog M24.50 ro 3 ro P Achterpagina Showing-off 14. |12.50 wt-fS 12. r 24 nrc handelsblad Woensdag 29 januari 2003 n IleenMontijn Wat is het nou - Lapse leisteen, Finse, Zweedse? Er was gedonder over de bekle ding van de nieuwbouw van het Van Abbe- museum, zoals over vrijwel ieder aspect van deze nieuwbouw. Maar ja, er zijn geen mu seumuitbreidingen zonder gedonder, ner gens ter wereld en zeker niet in Nederland. De laatste trend is dat ze worden afgebla zen, dus daar komt Eindhoven nog goed weg. Ik vond het een beetje jammer dat die loodgrijze tegels (van een heel duur soort steen, maar niet zo'n dure als architect Abel Cahen eigenlijk had gewild) niet beter pas ten op de enorme buitenmuren van de nieu we vleugel. Het was alsof iemand maar was begonnen met tegelen, en wel zou zien waar hij uitkwam. Zelf bemoeit een waarlijk he dendaags architect zich niet met zulke de tails. Die tekent grootse gebaren, en laat mindere goden uitrekenen of het te bouwen is, en desgewenst te bekleden. Afgelopen zaterdag wemelde het van de cultuurliefhebbers (smaakvolle schoenen, originele monturen) in hetpasverbouwde en heropende museum. Nee, ik mag het de architect niet aanrekenen dat ik altijd een beetje kregel word van een dergelijk pu bliek, dat gewillig gele stickers op zijn dure truien plakt en zich verdringt, net daar waar ik wil lopen. Ook kan hij het niet hel pen dat de geëxposeerde hedendaagse kunstwerken van zo'n stuitende kinderach tigheid zijn. Maar wat ik nooit zal begrijpen is, dat die cultureel geïnteresseerde menigte zo in- en in-braaf is. Gretig zuigen zij de toelichtingen op die ze van de rondleiders krijgen, geen oneerbiedig woord onsnapt aan hun lippen. Ze zijn dankbaar en blij. De arrogantste medicus, de haaibaaiigste huis vrouw, als zij op stap zijn met hun kunst clubje kennen zij hun plaats en vinden alles boeiend. Een treffende overeenkomst eigenlijk met de architectuurcritici, die door de bank genomen ook reuze volgzaam zijn. Het lijkt alsof hier dezelfde logica aan het werk is als bij de leken en de kunst. Wie sceptische vra gen stelt, bewijst dat hij er niets van heeft begrepen, en telt dus niet meer mee. Niet meetellen is de ergste straf die een architec tuurcriticus kan treffen (al was het maar omdat het schrijven van wervende publica ties over architecten een belangrijke neven- verdienste is). Onlangs, bij een forumdiscussie in Am sterdam, bleek dat weer pijnlijk duidelijk. Architecten en critici debatteerden over de rol van de architectuurkritiek. Alsof een fat soenlijke criticus zich zou willen voegen in een rol die hem wordt toegedacht door de genen over wie hij moet oordelen! De ge suggereerde rollen waren ruwweg die van profeet, klankbord of bemiddelaar, met een sterke voorkeur voor de eerste. Heel even had iemand het over columnisten die over architectuur schreven: een huivering voer door de zaal. Maar ja, dat zijn wel vaak de enigen die blaffen waar de specialisten hun mond hou den. Hoe kan het dat die toevallig altijd eensgezind vinden dat ieder besproken ge bouw een hoogst respectabele schepping (maar meestal iets beters) is? Logischer zou het zijn als nieuwe gebouwen in Nederland niet voor, maar na hun voltooiing echte de batten uitlokten tussen mensen met ver stand van zaken. Dat de een zegt dat het hierom niet deugt, en de ander dat het daar om juist een meesterwerk is. Zonder vrees of ruggespraak, zoals het hoort. Het nieuwe Van Abbe valt van binnen wel mee na die overdonderende grijze buiten kant. Van binnen is het een koel wit muse umgebouw van een vindingrijk architect, die zijn ouderwets modernistische achter grond niet verloochent. Zoiets zou ik zeg gen. Maar de wereld zou er wijzer van wor den als de gediplomeerde architectuurcriti ci er eens luidkeels over van mening ver schilden, in plaats van braaf in hun rol te blijven. FOKKÈ SUKKE ue&&eiNJ oe AGENPA'S MAAST ELKAAR De voormalige gemeente Duyvendijke bij Brouwershaven op 1 februari 1953. (Foto Gemeentearchief Schouwen-Duivenland) Zaterdag is de Nationale herdenking Watersnoodramp 1953. Rien Vroegindeweij was acht jaar oud toen het water bij hem thuis in het trapgat klotste. Door Rien Vroegindeweij Bij ons kwam het water pas tegen de avond. Het begon al donker te worden. We zagen het aankomen om de hoek van de huizen in aanbouw, zo'n honderd me ter van ons huis vandaan. Een grote golf van grauwgrijs water, die zich als een ta pijt breed uitrolde en zich in luttele mi nuten tegen ons huis wierp. De deuren en ramen kraakten, het hele huis kraakte, we hoorden de kelder vollopen, het water spoot de keuken en de kamer in, het steeg de trap op naar de slaapverdieping waar wij de hele dag op het water hadden zit ten wachten. In nog geen vijf minuten stond ons huis onder. Het waren angstige minuten. Ik wilde steeds naar het trapgat om te zien hoe hoog het water was gestegen. Maar de kinderen moesten in de slaapka mer blijven. Op een gegeven moment hoorde ik mijn vader tegen mijn moeder zeggen dat het water nu niet meer hoger zou komen. Het waren geruststellende woorden en ik twijfelde er niet aan dat mijn vader wist wat hij zei. Op de deur van het schuurtje had hij met menie een meetlat geschilderd, waarop nu af te le zen was dat het water 1,50 meter hoog stond. Hoe was hij op dat idee gekomen? Had hij instructies gekregen toen hij 's mor gens naar het dorp was geweest? Zo had hij ook een trapleer in de gang achter de voordeur gezet, waarmee hij, toen we werden weggehaald, als laatste ons huis kon verlaten. Maar zover was het nog lang niet. We zaten opgesloten, we kon den nergens heen. We waren slachtoffer van de ramp die zich reeds diep in de nacht had voltrokken. Honderden mensen, duizenden dieren waren die nacht verdronken. Maar wij wisten het pas om acht uur 's morgens, toen de buurvrouw ons kwam waarschu wen. Ze belde aan, ze riep dat er waters nood was. In ons huis brak paniek uit, mijn moeder zei dat we ons onmiddellijk moesten aankleden en op onze slaapka mer moesten blijven. Maar er was niets te zien. Zover ik keek was het droog. WATERSNOOD 1953 Buiten zag ik mijn vader die met de buurman stond te praten. Ze kwamen binnen en zetten samen de kolenkachel op de eettafel midden in de huiskamer. Daarna ging hij de buurman met de ka chel helpen. Toen hij zei dat hij even naar het dorp moest, protesteerde mijn moe der, maar hij pakte zijn fiets en reed weg alsof er niets aan de hand was. Gelukkig kwam hij al weer snel terug en zei dat we alles wat draagbaar was naar boven moes ten brengen. Later heb ik begrepen dat wij slachtof fer waren van de tweede vloed. De eerste had, opgezweept door de noordwester storm en opgetild door de magneet van de nieuwe maan, zijn verwoestende wer king gedaan, daarbij geholpen door de slechte staat waarin de dijken op veel plaatsen verkeerden. De storm luwde, het werd eb en het werd weer vloed: de nieuwe vloed spoelde ongehinderd door de gaten in de buitendijken, stuwde het water dat al in de polders stond verder op, over en door de binnendijken, de slapers en de dromers, naar gebieden die niet of ten dele onder water stonden en waar de mensen zich op de zolders van hun hui zen nog betrekkelijk veilig waanden. Bij de tweede vloed zijn de meeste mensen verdronken. Dat alles wist ik natuurlijk niet toen we in angstige spanning de nacht in gingen. Ik was acht; het water stond hoger dan ik zelf was en ik kon niet zwemmen. Het was koud, het regende, in het trapgat klotste het vijandige water. Hoe lang moesten we hier blijven? Noach had maar één boot en dobberde honderdvijftig dagen over de wateren tot zijn ark vastliep op de Ararat. Maar toen ik de volgende dag uit het raam keek was het in mijn straat een drukte van belang. Een vreemde vloot van vlotten, roeibo ten, motorvletten, kano's en pieremacho- chels voer door de straat, beladen met ge zinnen die kleumend in elkaar gedoken zaten. De evacuatie was al op gang geko men. Maar wij werden pas de volgende dag opgehaald. Een voor een liet mijn va der ons aan een touw onder de armen naar beneden zakken, we werden door sterke handen gegrepen en in de schom melende roeiboot onder het raam gezet. Mijn vader klom via de trapleer in de gang in de boot. Toen hij zat trok hij de deur achter zich dicht, stak zijn hand in het water en deed hem op het nachtslot. We waren gered. DAG Midden in de nacht opgestaan om Bush zijn 'State of the Uni on' te horen uitserveren. Om mij heen sliep Amsterdam een gat in het donker, en ook Nederland 1, 2 en 3 en alle commerciële om roepen sliepen rustig verder- een nationale traditie, stam mend uit de jaren dertig van de vorige eeuw. Maar gelukkig is er altijd nog CNN (en de BBC). Als je wilde weten of het oor log werd, móest je kijken, vond ik. In de journaals zie je later al leen maar steeds dezelfde flit sen, maar het gaat bij dergelijke redevoeringen vooral om de sfeer en de retoriek. Wie oorlog wil, bedient zich van het daarbij behorende pathos. Komt die oorlog er? Nou en of. De toespraak van Bush vol deed aan alle eisen van de oor- logsretoriek. In de eerste plaats was er de toon: Bush sprak drei gend en gespannen, maar nog net niet te nerveus. Zijn woor den waren gedrenkt in een saus van patriottische trots, en ze hadden een ultimatieve teneur: tot hier en niet verder. Dan was er, vooral tegen het einde, die cumulatie van kers verse spreuken waarop de speechwriters zo lang hadden gewerkt in de hoop dat ze klas siek zullen worden. Je voelde ze aankomen. Bush liet telkens een korte stilte vallen, nam een aan loopje en sprong dan naar het galmgat. „If this is not evil, then evil has no name." Tegen de militairen in het Midden-Oosten: „You believe in America and America believes in you." Pakkend was ook de belofte aan het volk van Irak: „...and we will bring you food and supplies and (korte pauze) freedom!" Na elk adagium sprongen de congresleden in de benen en ap plaudisseerden luid. Het appèl aan de militairen werd zelfs ge volgd door een voldaan gejoel, zoals je wel hoort in de schouw burg als het publiek de acteurs een staande ovatie brengt. Iedereen was erg tevreden, de CNN-commentatoren onder lei ding van de onsterfelijke Wolf Blitzer voorop. Alleen bij de BBC verzuchtte iemand dat er nog steeds geen duidelijke bewijzen waren omtrent het Iraakse wa penarsenaal, maar senator Way ne Allard knorde meteen dat „Colorado stands firmly behind the president". Dat gaat dus de goede kant op, of niet? Ik worstelde de afgelopen we ken nogal met die vraag, en ik kwam maar niet boven. Daarom ging ik gisteravond te rade bij de wijze Amerika-deskundige Maarten van Rossem, bekend van de televisie en de televisie. Hij hield voor studenten een le zing in de uitpuilende kelder van het Utrechtse café The Flo rin. Een uur lang een boeiend betoog uit de losse, ironische pols. Van Rossem vertelde dat hij destijds vóór de Golfoorlog was geweest, maar dat hij geen heil ziet in nieuwe avonturen in Irak. „Om de simpele reden dat zo'n oorlog meer nieuwe risico's met zich meebrengt dan de contain- ment-politiek die tot dusver te gen Irak is gehanteerd." Ging het om de olie? Nee, hij dacht dat Amerika eerder handelde uit ideologische, en zelfs religieuze, motieven. Er viel, zoals altijd bij Van Rossem, veel te lachen, maar toch ging ik enigszins bedrukt huiswaarts met de gedachte: hij kon wel eens (groot) gelijk heb ben. Frits Abrahams Voor het rode licht stopt een scoo ter met twee jongens. Ze dragen zonnebrillen en hun naar achteren gekamde haar is met gel geplet. Als echte maffiahelden houden ze hun schouders in de lage ik-ben-niet- bangstand, de mondhoeken ver veeld naar beneden. Een omvangrijke vrouwelijke parkeerwacht die vanaf de stoep het tweetal gadeslaat, zegt pla gend: „Zo, échte mannen!" De 'maffiosi' reageren zoals hun rol het vereist: met schouders als bok sers in de aanval en monden recht als messen, draaien ze razendsnel en precies tegelijk hun hoofd naar de plaagster. Vier duistere glazen staren haar secondenlang aan. Dan schieten ze alledrie in de lach. Het licht springt op groen. Ter wijl de scooter weghobbelt, smakt de jongen achterop een kus in haar richting. Monica Metz Meesterverteller Gabriel Garcia Marquez! Met passie en humor beschrijft Gabriel Garcia Marquez de gebeurtenissen die hem vormden - een schitterend en ontroerend boek, dat de schrijver en zijn werk in een nieuw perspectief plaatst. Gabriel Garcia Marquez, Leven om het te vertellen. 30 januari t/m 8 februari Uitverkoop bij Kooyker, Breestraat 93, Leiden. 31 januari: Donner, Rotterdam: Informatieavond over zowel georganiseerde als individu ele reizen naar Lissabon. Reserveren bij Reisburo Rottink, o.a. gevestigd in Donner. Aanvang 18.30 uur. Zaterdag 1 februari: Donner, Rotterdam: In de week van het Internationaal Filmfestival Rotterdam presenteert regisseur en auteur Peter Greenaway zijn nieuwe roman Gold bij Donner. Aanvang 14.00 uur. CD rD rt Zondag 2 februari: Presentatie De kleine ark Presentatie van De kleine ark van de vorig jaar overleden auteur Jan de Hartog. Aanvang 14.00 uur. 11 februari: Gianotten, Tilburg: Harry Kuitert presenteert zijn nieu we roman \hor een tijd een plaats van God. Aanvang 20.00 uur. 'Overzichtelijker..., meer voor beelden..., simpelweg veel beter leesbaar" - Quote Finance 2002. D. van den Hoeven en Ali heeft Iran verlaten om in Nederland te studeren, waar hij verliefd wordt op Suzanne. Op een dag is Ali verdwenen. 'Reken er niet op dat ik nog terugkom,' staat er in zijn afscheidsbrief. Dat is voor Suzanne het startsein voor een moeizame zoektocht door Iran. Carolien Omidi, Het vuur van Perzië. Prometheus I Bert Bakker Astrid Joosten interviewde elf vrouwen over hun langdurige liefdesgeschiedenis met een bezette man. Met haar betrok ken en directe manier van vragen stellen geeft ze deze vrouwen, die anders altijd geheim moeten blijven, voor het eerst een gezicht. Astrid Joosten, Verboden liefdes. Prometheus I Bert Bakker 'Ik hield van hemik hield van haar is een prachtige variatie op het thema van de mislukte liefde' - Le Figaro 'Anna Gavalda is een literair fenomeen' - Le Monde 'Een schitterende, bitterzoete roman' - Le Soir Anna Gavalda, Ik hield van hem, ik hield van haar. Prometheus I Bert Bakker 95 fel W.A.M. Fermont, Kluwer Belastinggids 2003. Kluwer Phèdre wordt als jong meisje als dienstmeid verkocht aan een van de grote Huizen van Terre d'Ange. Ze groeit op tot een beeldschone vrouw en wordt verkocht aan de enigmatische edelman Delaunay, die haar in de meest uiteenlopende zaken onder wijst. Gewapend met haar uiterlijk en verfijnde manieren stuurt hij haar als zijn spion tussen de edelen van Terre D'Ange. Op een van haar missies stuit ze op een duister geheim dat het hele land bedreigt... Voor de lezers van Robin Hobb... Jacqueline Carey, Kushiëls pijl. Uitgeverij M UITGEVERIJ j.\CQUi:tl \l CARlY i. 32.51 geb. Al 40 jaar het best verkochte jaaroverzicht. Met alle hoogte- en diep tepunten uit het nieuws, zowel regionaal, landelijk als nationaal en internationaal. Om slechts enkele zaken te noemen: de invoering van de euro, de economische crisis die Argentinië teistert, het bloedbad op een school in Erfurt, het vijftigjarig regeringsjubi leum van koningin Elizabeth II van Engeland, de moord op Pim Forruyn de nieuwe cd van K3 en het overlijden van Claus. Het aanzien van 2002. Het Spectrum 14.50 -het 1 aanzien s van 2002 Het allerleukste jaaroverzicht met alle hoogte- en dieptepunten zoals de moord op Pim Fortuyn, de LPF, normen en waarden, de bouwfraude, het overlijden van Claus en kogelbrieven. Reid, Gelei jnse van Tol, Fokke Sukke: het afzien van 2002. De Harmonie het afeiéri van TOOI SS-E 9 60 Ingmar Heytze, Alle goeds. Podium Verzamelbundel. Als ik niet aan je denk of raak ïfbis ik mij denkend met je u Dat is volmaakt - Dat ik niet met je slaap maakt echter Dat ik denken moet je aan te raken - Waardoor ik waak - tikje niet meer zag Moei ik zelfs volstaan met in gedachten je te sprekett - En ik raak van slag - Wüz de verbeelding niet vermag! Uit niets schept zij je naakt en datje praat En dat je naast me beru. Dag en nacht neem je mijn gedachten in beslag - Dat ik je één moment Als het met van ons is wil ik het niet, dit voorjaar met zijn springvloed van licht, zijn rondspattende kleuren. De bronzen wolken, weelderig opgestapeld tegen vlammend blauw, de met het allerfijnste groen bespikkelde bomen roerloos in de duifgrtjze avond en de opalen glimlach van wereldomspannende regenbogen zijn aan mij alleen niet besteed. Hanny Micbaelis Ingmar Heytze, Het ging over rozen. Podium Hanny Michaelis, Verst verleden. G.A. van Oorschot 14. 50 Het spookhuis verliefd Vanaf de eerste kermisdag heb ik op je gewacht. Ik wachtte met mijn vermolmde klapdeur. Ik wachtte met mijn piepende rails. Ik wachtte met al mijn knarsende karretjes. Ik wachtte met mijn halfversleten band vol kreten, onverwachte slierten plastic, plotse stilstand m het schemerdonker en mijn rubberen vogelspin. De geraamtes rammelden al dagen nergens anders over. Jij zou in mij verdwijnen. Dan zou ik vervagen tot een gele afdruk in het gras - voor eeuwig samen. Voor iedere week een sonnet. Gerrit Korarij, 52 Sonnetten. Bert Bakker Een mug houdt het een dag uit, een roos drie dagen. Een kat leeft dertien jaar, de liefde drie. Het is niet Hanny Michaelis, Verzamelde gedichten. G.A. van Oorschot geb. 25.- Wie wil er nu eerst n spiegelpaJets i r het Ouder worden Hij sliep voor het eerst Met een vrouto die haar Leeftijd niet wilde zeggen Bij het wakker worden Wut hij meteen dat hij Nu zelf ook ouder was Martin Bril, Verzameld WerkI Gedichten. Uitgeverij 521 geb. T MET DEZE~BON 2/ KORTING j OP VERZAMELD WERK/GEDICHTEN 11 I VAN MARTIN 8R1LI I U betaalt slechts €14,* i.p.v. €17,'". 1 Geldig tot en met 15 februari 2003 0K1 1 ISBN 9076927170 Actienr.: 531-73935 Broese Dekker v.d. Vegt Donner Gianotten Kooyker Bestellingen en winkeladressen: Van Piere Scheltema Scholtens Wristers De Tille Verwijs www.boekenmeer.nl

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2003 | | pagina 4