8 Reportage
Gevecht met zee kostte 5 miljard
Belgische piloten als reddende engelen
Geen overlijdensdatum op grafzerken
"Wij zijn die dag niet meer gaan jagen'
GAZET VAN ANTWERPEN
Nederlandse Deltawerken namen 30 jaar in beslag
Zondag 1 februari 1953. Als bijna alle mensen nog slapen, worden op
honderden plaatsen in het Nederlandse Zeeland de dijken aan flarden
gereten. Met grote snelheid, opgestuwd met windkracht 12, overspoelt het
kolkende water het achtergelegen land. In Zuidwest-Nederland verdrinken
1.835 mensen. Ook in België overstromen 63 dorpen en sterven veertien
mensen. Precies vijftig jaar later brengt Gazet van Antwerpen in drie
afleveringen de verhalen achter de grote watersnoodramp. We berichten
over de Antwerpse polders, waar de boerderijen drie maanden na de
overstroming nog onderhevig waren aan de getijdenwerking. En over de
nacht van de dodenvlotten in Zeeland. Vandaag geven we ook een overzicht
van het Deltaplan. Morgen gaan we in op de nasleep van de ramp op het
huidige rivierenland van de Ooster- en de Westerschelde.
Maandag 27 januari 2003
ANTWERPEN - Na de moeder van alle overstromingen beslist Nederland in 1953 om de ultieme krachtmeting met de
zee aan te gaan. Een speciaal opgerichte Deltacommissie stelt voor om niet alleen de bestaande zee- en rivierdijken te ver
hogen maar om drie van de vier grote zeearmen in het Zeeuwse deltagebied volledig af te sluiten. Op die manier moet
de kustlijn met meer dan 600 kilometer worden ingekort. Geen enkel land ter wereld heeft Nederland zoiets ooit voor
gedaan. Het is de start van een nationale onderneming van heroïsche afmetingen die een hele generatie Nederlanders werk
verschaft. De bouw van de hele constructie neemt ongeveer 30 jaar in beslag en kost uiteindelijk 5 miljard euro.
Pieter Leuridan
Wat was het probleem?
Grote delen van Nederland liggen een stuk
onder de zeespiegel en zakken nog elk jaar
centimeters verder weg. Een logisch gevolg
daarvan is dat de hele geschiedenis van
Nederland door overstromingen wordt ge
kenmerkt. Dit eeuwenlange gevecht met het
water heeft van de Nederlanders echte
meesters gemaakt in het bouwen van dij
ken, sluizen en waterkeringen. Op die ma
nier slaagden ze erin tienduizenden hecta
ren vruchtbaar polderland op de zee te ver
overen. Maar de uitzonderlijke stormvloed
van 1953 legde op een catastrofale manier
de zwakheden van hun constructie bloot.
Aangewakkerd door de beukende noord
westerstorm spoelde het water tijdens het
springtij over de veel te lage dijken. Zowat
overal in heel Zeeland werden gigantische
bressen geslagen.
Oplossing: het Deltaplan
In 195S. vijf jaar na de grote overstroming,
heeft de Deltacommissie haar Deltaplan
klaar. Kernidee is dat het onbegonnen werk
is om 700 kilometer kustlijn doeltreffend te
beschermen tegen een dergelijke storm
vloed. Die verdedigingslinie moet dus ver
kleind worden. Daarom stelt de commissie
voor om drie grote zeearmen in het Delta
gebied volledig af te sluiten en alle zeewe
ringen te verhogen. Alleen de Westerschel
de moet open blijven als noodzakelijke
doorgang naar de zee. Het resultaat is dat
de 700 kilometer kustlijn van de Zeeuwse
archipel tol 25 kilometer wordt ingekort.
Het aantal dijken dat rechtstreeks aan een
stormvloed is blootgesteld wordt daarmee
drastisch beperkt.
De Deltawerken
In 1958 wordt meteen begonnen met de
bouw van de dam in het Veerse Gat en de
Zandkreek. Bij de voltooiing in 1961 zijn de
eilanden Walcheren, Noord-Beveland en
Zuid-Beveland met elkaar verbonden en is
20 km Rotterdams Deltawerken Zeeland
-Spmmels.dijk
o
Zierikzee
Bergen-op-Zoom
Veerse Gatdam
Middelburg
o
VllssTngen.
Temeuze? Antwerpen fase 1 1958-1961
Grevelinqendam
Haringylietdam Oosterscheldekering
Brouwersdam V
V
e2 1960-1965 fase 3 1956-1971 fase 4 1967-1986
de eerste zeearm van hel deltagebied afge
sloten. Daarmee is ook het Veerse meer ge
boren, wat nog steeds een drukbezocht re
creatiegebied is. Vijf jaar later, in 1965. is
ook de 6 kilometer lange Grevelingendam
tussen Schouwen-Duiveland en Goeree-
Overflakkee een feit. Om het enorme zee
gat te dichten moesten de ingenieurs een
nieuw procédé bedenken. Ze overspanden
de zeearm met een kabelbaan waaraan
gondels hingen die grote betonblokken in
het water lieten vallen.
Dezelfde techniek werd ook gebruikt bij de
constructie van de Haringvlietdam en de
Brouwersdam. De constructie van de eerste
was al in 1956 begonnen. Zeven jaar later
begint men zanddammen op te spuiten
voor de aanleg van de Brouwersdam. In
1971 zijn beide bouwwerken haast gelijktij
dig klaar.
Oosterscheldekering
Maar dit was slechts de generale repetitie
voor het huzarenstuk van de Deltawerken:
de Oosterscheldekering. Bij de aanvang van
de werken in 1967 is de overheid van plan
om ook hier een gigantische dam aan te leg
gen. Maar dat idee stuit op hevig verzet van
zowat alle grote milieuverenigingen. Die
voorspellen een ecologische ramp indien dit
unieke natuurgebied van de open zee
wordt afgesloten. In 1975 zwicht de regering
voor hun argumenten en besluit ze om een
stormvloedkering met beweegbare schui
ven te bouwen. Een megalomane onderne
ming waarvoor speciale schepen en nieuwe
machines moeten worden ontworpen. De
kering bestaat uit 65 pijlers van elk 60 me
ter hoog. De pijlers steunen op dikke mat
ten die op de zeebodem zijn gelegd. Tussen
de pijlers zijn gigantische schuiven geplaatst
die bij stormweer kunnen worden neerge
laten. In oktober 1986 neemt koningin Be
atrix de Oosterscheldekering officieel in ge
bruik. Het meest prestigieuze en duurste
(3,5 miljard) onderdeel van het project,
vormt het sluitstuk van de Deltawerken.
NIEUWERKERK (NEDERLAND) -
Het is heel kil op het kerkhof van Nieuwer-
kerk op Schouwen-Duiveland, het dorp dat
289 doden begroef. Zeshonderd vierkante
meter keurig aangeharkt leed. Onder de
kruinen van vier wilgen liggen alle zerkjes
plat op de grond, een toonbeeld van calvi
nistische soberheid. De stenen vermelden
alleen een geboortedatum, nergens een
overlijdensdag. Het zijn allemaal doden van
1 februari 1953, het jaartal dat is weggelaten.
Centraal op de begraafplaats liggen de
slachtoffers van de ramp. Middenin staat
het monument, een door de wind verweer
de vogel met opengesperde bek. Is het een
stormmeeuw? De paadjes zijn verhard met
schelpen uit de Oosterschelde, omdat de
mensen die hier rusten door het water wer
den verzwolgen.
En dan zie ik het ineens en krijg ik hel pas
echt goed koud. De zerken zijn verdeeld in
perken, en elk perk omarmt mensen van
dezelfde familie. Soms één, soms drie, maar
er zijn zelfs perken van twaalf zerken, zo
als dat van de familie Hoogerland. Zou hun
hele huis zijn weggespoeld? Aan de ingang
liggen Jan Kooyman 1946), Leendert Koo-
yman (1944) en Joke Kooyman (1937). Ze
ven, negen en zestien jaar ten tijde van de
ramp. Hoe overleeft een gezin het verlies
van drie kinderen?
Onder de eerste wilg ligt Marina Overbee-
ke-Jonker (1891), vermist. Stom eigenlijk, ik
had er nooit bij stilgestaan dal zo'n ramp
ook iets anders dan doden kan achterlaten.
Zelfs dié werden op 1 februari 1953 niet ge
rust gelaten. In Moerdijk sloeg het water
een stuk oud kerkhof weg. Aan Zeven-
bergschen Hoek werd een open doodskist
teruggevonden.
KMa
Kristin Matthyssen
BRUSSEL - "Ik heb mijn plicht gedaan.
Er was veel water. Wat moet ik er nog over
zeggen?" Dat is al wat Gérard Trémerie
(82) wenst te vertellen over zijn reddende
bijdrage tijdens de rampdagen van febru
ari 1953. Hij heeft destijds zijn rapport ge
schreven en dat was het. De oud-helikop-
terpiloot leeft nu teruggetrokken in Brus
sel.
GPD
LILLO - Luc Grosfeld (60) was een ventje
van tien toen zijn bomma 'Joske' in café
Scaldis in Lillo verdronk bij de watersnood.
"Koning Boudewijn is achteraf nog een
hand komen geven aan mijn bompa. Ik zou
die dag samen met mijn pa en nonkel gaan
jagen in de polder van Stabroek, maar dat
is niet doorgegaan."
Luc Grosfeld nam nadien het café van zijn
grootouders over. In Lillo spreken ze van
het accidentals het over de dood van de
waardin gaat. In de Antwerpse polder vie
len in totaal drie doden.
Het duurt even voor Luc Grosfeld op de
naam van zijn grootmoeder kan komen.
"Voor ons was het de bomma." Ze heette
Josephine Baetens en was afkomstig uit
Heist-op-den-Berg. De nacht van de ramp,
kwam de douanier van wacht uit zijn huis
je de dijk afgelopen.
"Hij verwittigde de mensen in de Stroom-
straat dat het een gevaarlijk giertij kon wor
den. Het woei en stormde, er stond al water
in de straten. Mijn grootouders woonden
boven hun café. Ze kwamen uit hun bed,
om beneden nog iets te doen. Een paar fles
sen wijn droog zetten, werd achteraf in de
kranten geschreven, maar dat weet ik niet
met zekerheid."
De Belgische helikopterpiloten die tijdens de rampdagen van 1953 tientallen mensen red
den. Vl.n.r. Armand Vervoort. Gérard Trémerie en Alplionse D 'Hondt. (Foto Achille Rely)
maar honderden mensen lagen en zaten
op daken en droge plekjes dijk. Hoopvol
keken ze omhoog naar de ronkende engel
die uit de hemel kwam.
Trémerie zette zijn toestel neer, hopend
dat de doorweekte dijk het gewicht zou
kunnen dragen. Hij had niets bij zich, geen
hulpgoederen. 'Alleen hoop", schreef hij
later. Ondertussen is in de bewoonde
wereld alarm geslagen: "Belgische heli-
Kopterpilool vermist boven hel rampge
bied."
Tot personeel van de luchtmachtbasis
Woensdrecht in de late maandagochtend
plotseling geronk in de verte hoorde, een
geluid dat ze niet konden thuisbrengen.
Het is Gérard Trémerie, de doodgewaan
de Sabenapiloot. In zijn cockpit liggen ge
schreven boodschappen, noodkreten uit
Oude Tonge. De gewaagde tocht van Tré
merie is hel begin van een grootscheepse
reddingsactie vanuit de lucht. Behalve Tré
merie komen ook zijn Sabena-collega's
Armand Vervoort en Alphonse D'Hondt
in actie. Een Nederlandse marinehelikop
ter komt pas de volgende dag in de lucht.
Luc Grosfeld blijft de Schelde
een machtige stroom vinden.
(Foto Frederik IVeekx)
Keldergat
"Ze stonden juist op de trap om terug naar
boven te gaan, toen de dijk doorbrak. Het
water rolde als een muur het café binnen, in
één keer tot tegen het plafond. Het groot
raam werd door de klap naar binnen gesla
gen. Bompa greep zich aan de trap vast.
Maar mijn bomma was nogal corpulent, ze
kon zich niet vasthouden. Hij zag haar ver-
Luc Grosfeld.
(Foto Frederik Weekx)
Het ondergelopen huis van café Scaldis. (Foto GvA)
goed verbouwd. Luc verhuisde met zijn ou
ders van de stad naar Lillo, om bompa bij te
staan in de zaak. Luc heeft zelf een jaar ge
varen. "Als het 's nachts stormt, trek ik mijn
jas aan en ga ik op de dijk slaan. Niet uit
schrik, maar omdat ik de Schelde zo
machtig vind. Die stroom met die getijden
intrigeert mij. De Schelde is machtiger dan
de zee. Ik heb liever dat het overstroomt,
dan dat hel brandt. Want als het brandt, heb
je niks meer. In een overstroomd huis kan
je nog altijd terug gaan wonen."
ACV-Polder, tentoonstelling 50 jaar over
stroming Berendrecht, Zandvliet, Lillo, ont
moetingscentrum 'De Schelde', De Keyser-
hoeve 66, Zandvliet. 1 februari (15-17.30u),
2 februari (14-17.30u), 8 februari (14-
17.30u), 9 februari (14-17.30u)
MORGEN:
De gevolgen voor het Antwerpse
havengebied
Dat was vijftig jaar geleden anders.Terwijl
de enige beschikbare Nederlandse heli
kopter niet opsteeg vanwege de storm,
vloog een eenzame Belg in zijn kwetsbaar
libelle-achtig hefschroefvliegtuig het wa-
tersnoodgebied van Zuidwest-Nederland
binnen. Als eerste. Met een Michelin-
wegenkaart op de knieën, navigerend bo
ven een land dal geen land meer was, maar
een uitloper van de Noordzee.
Zondag 1 februari zat Sabena-piloot Tré
merie thuis in Brussel toen zijn chef hem
belde. Die had een noodkreet op de
Nederlandse radio gehoord. "Maak de
Bell 47 klaar en ga maar kijken of je kan
helpen", droeg hij Trémerie op. Zondag
middag in de late namiddag steeg de piloot
op van het vliegveld Melsele.
De storm bleek bijna even sterk als het
toestel want na een uur vliegen was Tré
merie niet veel verder dan Antwerpen. Uit
zijn koptelefoon kraakte een boodschap:
"Hier Antwerpen-Tower. Tussen Oude en
Nieuwe Tonge zijn twaalf mensen door het
water ingesloten."
Trémerie dacht even na. Zijn Bell had een
vliegbereik van 280 kilometer. Zou hij op
Woensdrecht bijtanken of moest hij de
sprong naar het nog verre Zuid-Holland
se eiland wagen? Trémerie vloog door.
Wat hij zag, verbijsterde hem. Niet twaalf,
dwijnen in de nacht. Alles was pikkedonker,
want de elektriciteit lag uit."
"Pas twee dagen later, bij het leegpompen
van de kelders, hebben ze haar terugge
vonden. Ze was het keldergat ingezogen.
Voor hetzelfde geld hadden ze haar nooit
meer teruggevonden."
"Er was nog een tweede slachtoffer in Lil
lo, Roos Post. Zij sliep op het gelijkvloers
omdat ze wat gehandicapt was. Verderop is
er nog iemand in de beek gesukkeld en ver
dronken."
"Wij zouden die morgen gaan jagen. Mijn
vader was tandlechnicus in Antwerpen. Wij
stonden aan de Blauwhoef in Stabroek toen
de politie ons legenliield. Naar Lillo kunt ge
niet door. klonk het. Mijn vader is zo ver ge
reden als hij kon. Later op de dag vernamen
we dat de bomma vermist was. We zijn die
zondag niet gaan jagen. Dat beeld van de
caféstoelen die in de luchters hingen, zie ik
nog voor me."
Tegen Pasen ging de Scaldis weer open.