Wedstrijd van de eeuw
'Hoera, vandaag 15 slachtoffers'
Reporter
Boeken over
de ramp
Herdenkingen
Benefiet voor watersnood
zorgde voor invoering
van profvoetbal
Herdenkingsduel
op een achterafveld
R4
ALGEMEEN DAGBLAD Zaterdag 25 januari 2003 n
Om geld in te zamelen voor de slachtoffers van de watersnoodramp speelt een gelegenheidselftal van
Nederlandse voetbalprofs op 12 maart 1953 tegen Frankrijk. Ze winnen verrassend met 2-1. De benefiet is een
cruciale stap die leidt tot het invoeren van betaald voetbal in Nederland, door christi aan ruesink
De 50ste herdenking van de watersnoodramp van 1 fe
bruari 1953 gaat gepaard met de verschijning van een
groot aantal nieuwe boeken en heruitgaven van be?
faamde titels die ingrijpend zijn bewerkt. Een greep
uit het aanbod.
HOOGWATER is het gedenkboek dat is gemaakt in
opdracht van Rijkswaterstaat. Aardig aan dit rijk geïl
lustreerde boek is de toevoeging van een cd-rom met
daarop origineel geluids- en beeldmateriaal van het
Polygoonjournaal over de ramp, en de overzichtskaart
die destijds ook zat bij het fotoboek De Ramp. De
Zeeuwse Inez Flameling heeft met talrijke ooggetui
gen gesproken, maar zij maakt tevens uitstapjes naar
talrijke andere invalshoeken met klimatologen, water
schapbestuurders, dijkbouwers en een hoogleraar die
zich bezighoudt met overstromingen.
Inez Flameling in samenwerking met Rijkswaterstaat: Hoogwa
ter/Bojaar na de watersnoodramp. Kosmos-Ze[K Uitgevers en
Natuur el Techniek, 184 blz., 15,00, inclusief cd-rom en over-
zichtkaart van het rampgebied. ISBN 9021539659.
De veelgeprezen reconstructie van DE RAMP door de
Zeeuwse journalist Kees Slager is door de auteur ge
heel herzien, uitgebreid, en opnieuw uitgegeven door
Atlas. Het indrukwekkende boek is nog indrukwek
kender geworden. Het is completer, op onderdelen ge
corrigeerd en dankzij zijn onderzoek is het officiële
dodental met één slachtoffer verhoogd. Slager heeft
een nieuw ooggetuigeverslag toegevoegd uit het ver
dronken gehucht Capelle op Duiveland, waar in de
rampnacht een jongetje werd geboren dat enkele uren
na zijn geboorte samen met zijn moeder, broertjes en
zusje verdronk. Dat jongetje heeft nooit de burgerlijke
stand gehaald en kwam daardoor niet op de officiële
dodenlijst. De Ramp is een aangrijpend verslag van
menselijk falen en nog altijd onverwerkt verdriet.
Kees Slager: De ramp/Een reconstructie van de watersnood van
1953. Atlas, 558 blz., 29,95. ISBN 9045008157.
Dichter en en docent Nieuwe Nederlandse literatuur
aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, Ad Zuide
rent, was negen jaar tijdens de watersnood. Hij woon
de in 's-Gravendeel, op het eiland de Hoekse Waard.
Hij heeft zijn 20 jaar geleden verschenen bloemle
zing over poëzie en proza over de ramp, 'i FEBRUARI
1953>- grondig herzien, aangevuld en opgepoetst, en
opnieuw doen uitgeven door Querido onder de titel
NA DE WATERSNOOD. Zuiderents prachtige en per
soonlijke verhaal is de inleiding op een grote variatie
aan gedichten en prozafragmenten (journalistiek, to
neel en literair).
Ad Zuiderent: Na de watersnood/Schrijvers en dichters en de
ramp van 1953. Querido, 504 blz., 17,95. ISBN9021489775.
Op 1 februari brengt De Verbeelding het fotoboek DE
RAM P uit. Een fotoboek met die titel werd 50 jaar gele
den ook uitgebracht, maar toen stond bij de foto's niet
wie deze hadden gemaakt. Dat is nu achterhaald en
het werk van Eva Besnyö, Ed van der Elsken, Henk
Jonker, Aart Klein, Ad Windig en Ed van Wijk wordt in
deze nieuwe uitgave aan hen toegeschreven. Boven
dien heeft Gé Dubbelman de getroffen plaatsen op
nieuw bezocht en heeft Otto Snoek de hedendaagse
bewoners van het gebied in beeld gebracht. De dichter
Ad Zuiderent vertelt in 'Beelden van een ontzielde we
reld' over zijn herinneringen aan de foto's van toen, in
een tijd waarin er nog nauwelijks televisie was.
De Ramp 1 februari 1953/vijfiig jaar later Met een inleiding
van Ad Zuiderent. De Verbeelding, 120 blz., 24,50.
ISBN 9074159585.
In opdracht van de Ambachtsheerlijkheid Cromstrij-
en, een van de grootste landbouwbedrijven van Neder
land, in Numansdorp is een belangrijk boek herdrukt
over de watersnoodramp van 1953. Dit standaardwerk,
'EEN ZEE VAN WATER' van Rien Allewijn, was voor
vele auteurs, onder wie Kees Slager, een belangrijke
bron. Numansdorp, en dan vooral de buurtschap
Schuring, was met 56 slachtoffers de zwaarst getrof
fen gemeente in de Hoekse Waard. De slachtoffers
woonden op twee na op het gebied van de Ambachts
heerlijkheid.
Rien Allewijn Een zee van water/Februarivloed 1953 over de
Hoeksche Waard en het Eiland van Dordrecht. Waterschap De
Groote Waard, 212 blz., 10,00. Verkrijgbaar bij de Ambachts
heerlijkheid Cromstrijen, 0186651077.
De nationale herdenking van de watersnoodramp
wordt op 1 februari gehouden in Ouwerkerk op
Schouwen-Duiveland en Oude Tonge op Goeree-
Overflakkee. Koningin Beatrix zal in beide plaatsen
aanwezig zijn bij de plechtigheden. Daarvan wordt
rechtstreeks verslag gedaan door NOS Actueel (Ne
derland 2, 12.10-17.55 uur). Onderdeel van dit pro
gramma 'De storm, de vloed, de ramp: herdenking
watersnoodramp 1953' is een reportage waarin kroon
prins Willem-Alexander vertelt over de bedreigingen
van het water toen, nu en in de toekomst.
Verder worden in vrijwel alle getroffen plaatsen in het
rampgebied fototentoonstellingen ingericht door his
torische verenigingen en worden overal herdenkings
bijeenkomsten gehouden. Op internet is de volledige
lijst te zien op de officiële herdenkingsite www.Del-
ta2003.nl. Ook de talrijke boekpresentaties zijn daar
op terug te vinden.
NAAM: ROBERT DE J ON G E OU DRAAT - G EBO R EN1921 INDEN HAAG - BEROEP IN 1953: KAPITEIN BIJ DE MARINIERS
Met genoegen kijkt Robert de
Jonge Oudraat terug op de wa
tersnoodramp. „Het klinkt
misschien raar", zegt hij met een trotse
glimlach, „maar het was voor mij een
heel positieve periode."
Voor De Jonge Oudraat was de catastrofe
een van de indrukwekkendste periodes
uitzijn militaire carrière. Eindelijk kon hij
laten zien wat hij kon. „Ik ben trots op
wat ik toen heb gedaan."
„Burgemeester eet uit mijn hand", meld
de de marinierskapitein zijn chef 50 jaar
geleden. Enkele uren nadat hij was aan
gekomen in Den Bommel had hij, naar ei
gen zeggen, het hele burgerbestuur in
zijn broekzak. Hij had de touwtjes in han
den en bepaalde precies wat er in het
dorp ging gebeuren. Dat is 50 jaar later
niet moeilijk voor te stellen. Hij is een
man met een zelfverzekerde uitstraling,
die hard praat en veel lacht Een marinier
in hart en nieren, die veel van de wereld
heeft gezien.
De Jonge Oudraat, de 80 gepasseerd,
vertelt graag over de ramp. „In de eerste
weken nadien had ik het er constant over.
Op een gegeven moment zei mijn vrouw
tegen mij: Ik word er gek van. Hou nou
maar eens op over die ramp." Maar een
halve eeuw later doet hij nog steeds
graag zijn heldendaden uit de doeken. Hij
lijkt nauwelijks te beseffen wat voor een
afschuwelijke tijd het voor veel mensen
was. „Wij kwamen pas donderdag 5 fe
bruari in Den Bommel aan. Dus toen wa
ren alle mensen al weg. De ellende had
plaatsgehad, voordat wij er waren." In
Den Bommel moest kapitein De Jonge
Oudraat, met zijn korps van ioo mari
niers, de dijken dichten. De Jonge Ou
draat wilde snel orde op zaken stellen en
stuurde veel 'ongewenste elementen',
zoals vrijwilligers die waren toegesneld,
naar huis. Pas zaterdagochtend 7 februari
arriveerde een schip met zand in Den
Bommel. Vanaf dat moment was hij met
zijn 'jannen' dag en nacht in de weer met
het herstellen van de dijken. Donderdag
avond was de klus geklaard en keerden ze
'totaal kapot' terug naar de kazerne in
Doorn.
Maar het werk zat er nog niet op. Een
paar weken later kreeg De Jonge Oudraat
het bevel naar Oude-Tonge te gaan om
'lijken te pikken'. In het dorp waren meer
dan 300 mensen om het leven gekomen
en er waren slechts 140 slachtoffers ge
borgen. Het was de taak van de mari
nierskapitein en zijn korps de rest van de
slachtoffers te vinden. Op de vraag of het
bevel 'lijken pikken' hem afschrok, ant
woordt de marinier: „Oh nee, hoor. Ik zat
meteen te denken hoe we dat het beste
konden aanpakken. Of ik ook straten
moest afzetten, en zo."
Het bergen van de slachtoffers pakt De
Jonge Oudraat systematisch aan. „In het
begin ging het langzaam maar op een ge
geven moment schoot het lekker op. Op
een dag vonden we 15 slachtoffers. Ik
stuurde een rapport: hoera, vandaag 15
slachtoffers. Ik kreeg meteen lik op stuk.
Dat kon je niet zeggen. Maar ik wilde al
leen melden dat het allemaal opschoot",
legt de marinier uit.
Het was ook allerminst de eerste keer dat
De Jonge Oudraat een lijk zag. Tijdens de
Tweede Wereldoorlog zat hij in militaire
dienst in Groot-Brittannië. Vervolgens zat
hij tot 1950 in Nederlands-lndie en maak
te daar twee politionele acties mee. Ook
de mariniersopleiding, die hij in de Ver
enigde Staten volgde, had de Hagenaar
gevormd. „Een harde opleiding waarbij
niet werd teruggedeinsd voor een pak
slaag." Met deze voorgeschiedenis was
de man niet snel van zijn stuk te brengen.
„Misschien ben ik wel hard, maar juist
omdat ik niet werd overmand door emo
ties, kon ik zo goed orde op zaken stellen
in Den Bommel en Oude-Tonge." Dat hij
nooit officieel is bedankt, zit de mari
nierskapitein dwars. „Ik had wel een lint
je verdiend."
Ondanks de gruwelen kijkt De Jonge Ou
draat terug op 'gewoon een leuke perio
de'. Hij schreef in 1999 een biografie over
zijn 27-jarige carrière in de marine. Een
hoofdstuk is gewijd aan de ramp. Een
passage over het 'lijken pikken' luidt:
„Misschien is het goed hierbij op het feit
te wijzen dat dikwijls kinderrijke gezin
nen door het water waren overvallen.
Voor herkenning was het dikwijls on
doenlijk om te bepalen of het gevonden
kind nu Koosje of Marietje was. Zowel bij
het afleggen als kisten werden mariniers
ingezet" Vijftig jaar na de dramatische
gebeurtenissen spreekt hij nog steeds
met weinig medeleven over de slachtof
fers en hun familie. Waar anderen door
het diepste dal in hun leven gingen, be
leefde hij een van de hoogtepunten van
zijn carrière.
Op straat is het doodstil.
In de beslotenheid
van de huiskamer
luisteren de Nederlan
ders naar de radio. Die
verslaat op 12 maart
1953 de historische wedstrijd tussen
Frankrijk en een gelegenheidselftal
van in het buitenland spelende Neder
landse profvoetballers. De sterverslag
gevers van die dagen geven het com
mentaar. Dick van Rijn doet in het uit
verkochte stadion Pare des Princes in
Parijs de voorbeschouwing. Aad van
Leeuwen geeft het commentaar in de
eerste helft, ir Ad van Emmenes neemt
het na rust over. Leo Pagano verzorgt
de nabeschouwing. De vier grote om
roepen werken 'eendrachtig' samen.
Op de tribunes gaat gejuich op als de
Nederlandse ploeg het veld betreedt. Er
zitten naar schatting 7000 meegereis
de supporters op de banken. Aanvoer
der Bram Appel gaat voorop. Gevolgd
door doelman Frans de Munck. „De
sfeer was uniek, de rillingen hepen me
over de rug", herinnert de voormalige
stopperspü Cor van der Hart (75) zich.
De Franse sterrenploeg, met Raymond
Kopa als bekendste speler, treedt op
volle sterkte aan. In de weken voor de
match hebben ze de grootmachten
West-Duitsland (3-1) en Oostenrijk
(2-1) verslagen. Hoe goed de Neder
landse profs zijn, weet niemand. Het is
de eerste keer dat ze samenspelen.
Rond 1950 kent het Nederlands
voetbal alleen amateurs. In het buiten
land betalen clubs forse bedragen voor
spelers, maar KNVB-voorzitter Karei
Lotsy is een fel tegenstander van be
taald voetbal. Steeds meer internatio
nals bezwijken voor aanbiedingen van
buitenlandse topclubs. Faas Wilkes
gaat in 1949 als een van de eersten naar
Inter Milaan. De meeste Nederlandse
profs komen terecht in Frankrijk. De
vertrekkers verliezen htm plaats in het
Nederlands elftal. De KNVB accepteert
geen profs en neemt de vele nederla
gen van Oranje voor Hef. Als enige top-
speler zwicht Abe Lenstra van Heeren
veen niet voor het geld. Maar hij kan
niet voorkomen dat het Nederlands elf
tal tussen 1949 en 1954 22 van de 28
duels verliest.
Direct na de dramatische nacht van
31 januari op 1 februari 1953 in Zuid-
west-Nederland, kan niemand bevroe
den dat de ramp mede zal leiden tot de
invoering van betaald voetbal. Holland
is in rouw. In Nimes volgt Theo Tim
mermans de gebeurtenissen op de
voet. De Haagse aanvaller komt in ac
tie.
„Toen de omvang van de ramp me
duidelijk werd, vond ik dat ik als Neder
lander in den vreemde iets moest doen:
solidariteit tonen met de getroffen
mensen", zegt de inmid
dels overleden Timmer
mans in 1993 tegen Het
Parool. Na een kledings-
inzamelingsactie voor de
getroffen Zeeuwen be
sluit Timmermans een
benefietwedstrijd te or
ganiseren; de opbrengst
moet naar het Nationaal
Rampenfonds. Hij benadert de Franse
bond die een duel voorstelt tussen het
officiële Oranje en Frankrijk.
Op 6 februari wij st Lotsy het verzoek
van de hand. Hij vreest een afgang. Bo
vendien heeft de KNVB al een benefiet
in gedachten. Op 7 maart speelt het Ne
derlands elftal in Rotterdam tegen De
nemarken. Het stadion is met 63.000
toeschouwers uitverkocht. De op
brengst is 200.000 gulden voor het
Rampenfonds. Daarmee is het doel be
reikt, maar het al zo zwaar getroffen
Nederlandse volk is teleurgesteld door
de 2-1 nederlaag en het zwakke spel.
Het volk stort zich massaal op die an
dere wedstrijd die Timmermans, na de
afwijzing van de KNVB, in Parijs oppo
ten heeft gezet.
Het elftal van de watersnoodwedstrijd. Bovenste rij (vlnr) reserve Röhrig (Roubaix), Vreeken (Nantes), Schaap (Racing Club de Paris), De Munck (Köln), Van der Hart (Lille), De Kubber (Bor
deaux), De Vroet (Rouen), reserve Van Lent (Lens). Onderste rij (vlnr) Appel (Stade de Reims), Rijvers (Saint-Etienne), Van Geen (Nantes), Timmermans (Ntmes), De Harder (Bordeaux) en
Lo Brunt, secretaris-penningmees-
ter van de bond en de enige bestuurder
die inziet dat betaald voetbal onvermij
delijk is, adviseert hem prins Bemhard
in te schakelen. Die is meteen enthou
siast, waarna de wedstrijd officieel
wordt vastgesteld. De samenstelling
van de selectie laat Timmermans over
aan Bram Appel. De aanvaller van Sta
de de Reims kiest tien spelers uit de
Franse competitie en haalt doelman
Frans de Munck over uit FC Köln. De
poging Faas Wilkes erbij te betrekken,
mislukt. Zijn club, Torino, geeft geen
toestemming.
De media geven veel aandacht aan
de wedstrijd. Iedereen is benieuwd wat
de voetballers hebben bijgeleerd. Er
komt een massale volksverhuizing van
7000 voetbalfans op gang. „Het is voor
het eerst dat zo veel mensen naar het
buitenland gaan om een voetbalwed
strijd te zien", zegt Matty Verkamman,
die de historie van het Nederlands elf
tal heeft vastgelegd. „Lotsy voorspelde
dat 'die wedstrijd geen hond zou inte
resseren'. Later schreven de kranten
over de 7000 honden van Lotsy die
kwamen kijken."
Het gelegenheidselftal treedt aan in
wijnrode shirts zonder embleem, witte
broeken en blauwe kousen. De KNVB
wil niet dat de ploeg in het officiële
Oranje tenue speelt. In plaats van het
Wilhelmus klinkt de hymne Wien
Neerlands Bloed. Als coach van het re
latief oude (gemiddeld 29 jaar) Neder
landse elftal zit de Fransman Edmond
Delfour op.de bank. Herman Kuiphof
in Sportkroniek: „Er was een Neder
lands legioen zoals we dat slechts uit de
jaren 1934-1937 herinneren."
Na een 1-0 achter stand wint het gele
genheidsteam in een bijzonder enerve
rende tweede helft, waarin De Harder
uitblinkt, met 2-1. Na afloop gaan' de
spelers op de schouders van de Neder
landse fans die massaal het veld bestor
men. Onder hen tekenaar Dik Bruy-
nestein, die De Munck in
de lucht tilt. Op de pers
tribune ziet Abe Lenstra
de wedstrijd aan. Zijn
voorspelling dat 'het wel
een nulletje of vier' zou
worden, moet hij inslik
ken. De wedstrijd levert
110.000 gulden op voor
het Rampenfonds en, be
langrijker, luidt een nieuwe periode in
het Nederlandse voetbal.
Tussen het publiek zit de Limburgse
bouwondernemer Egidius Joosten. Hij
voelt dat dit het moment is zijn plan
om betaald voetbal op te zetten door te
zetten. Op 20 december 1953 richt
Joosten de Nederlandse Beroeps Voet
balbond (NBVB) op, met tien prof
clubs. Op 14 augustus 1954 spelen in
Alkmaar, voor 13.000 enthousiaste toe
schouwers, Alkmaar '54 en Venlo de
eerste profwedstrijd. Klaas Smit maakt
het eerste doelpunt. De zege levert de
Alkmaarders 40 gulden op.
De KNVB realiseert zich dat de stap
naar betaald voetbal onafwendbaar is
en besluit betalingen toe te staan. Vier
maanden lang kent Nederland twee
Ruim een jaar na het historische
duel in het Pare des Princes
vond op een achterafveld in Zeeland
een andere watersnoodwedstrijd
plaats, tussen de amateurs van Zon-
nemaire en SVOWKuit Ouwerkerk.
Tientallen toeschouwers herdach
ten voor de aftrap de tien leden van
SVOWK, die tijdens de rampnacht
waren verdronken.
Het eerste elftal was door de ramp
bijna gehalveerd: vijf doden onder
wie de plaatselijke vedetten, drie
broers uit het zwaar getroffen gezin
Bolijn. „Wij waren met ons hoofd
nog niet helemaal bij het voetbal",
herinnert zich Piet Remeeus, een
van de spelers van SVOWK: „Zon-
nemaire, dat bijna geen last had ge
had van de watersnood, ging er
daarentegen flink tegenaan. Het
werd niet helemaal het vriendschap
pelijk partijtje, datwe in gedachten
hadden."
Van SVOWK resteerde na de ramp
niet meer dan een prijzenkast met
bekers, die aan de muur hing in een
café op het hoogste punt van Ou
werkerk. Het sportveld was veran
derd in een diepe kreek. Kleedka
mers en materialen waren wegge
spoeld.
Ouwerkerk had echter andere zaken
dan voetbal aan het hoofd. In het
Zeeuwse dorp waren in totaal 91
mensen omgekomen. Remeeus was
24 jaar oud tijdens de ramp. Na het
eerste alarm trok hij erop uit om
dorpsgenoten wakker te maken, tot
dat het wassende water hem terug
dreef naar de terp waarop Ouwer
kerk is gebouwd. Tientallen bewo
ners van de polder konden niet meer
worden bereikt en verdronken zon
dagmiddag, toen het water nog ver
der steeg.
Ouwerkerk kreeg na de ramp eerst
een noodveld in een droogggevallen
polder. In 1957 werd een nieuwter-
rein, aangelegd met hulp uit Amster
dam, ingewijd met een wedstrijd tus
sen Ajax en Blauw Wit. „Het gekke
was, dat je op het veld nooit aan de
verdronken jongens dacht", zegt Re
meeus. „Een heel enkele keer maak
te je een opmerking in de kleedka
mer. Zo van: met hem erbij, zouden
we dat en dat hebben gedaan. Over
de ramp werd niet gepraat. De emo
ties komen nu pas los."
competities, totdat op 25 november de
beide bonden vrede sluiten en er één
competitie ontstaat. Precies 20 maan
den na de watersnoodwedstrijd in Pa
rijs. Van der Hart: „Nooit hebben we
ons gerealiseerd dat wij toen de aanzet
hebben gegeven tot het invoeren van
betaald voetbal in Nederland."