'Texel in de rug aangevallen door de zee' Hulpactie 'Vluchtend paard' wereldwijd een groot succes Met de laatste boot naar Texel en met de eerste weer terug i ij m&Mt&M ZATERDAG 25 JANUARI 2003 Marius Eelman stond op 50 jaar na de eenhoged'.ik inzag1"* water de polder instromen. In het zuiden van de Een- drachtpolder op Texel brak zondagmorgen 1 februari over honderd meter de dijk door. De waterwolf hapte toe met grijpgrage golven. De circa dertig dijkwerkers en vrijwilligers die bij boerderij Zeeburg zand zakken vulden, renden naar de Teso-bus. Snel over de polderweg terug naar de hoge Eierlandse dijk. Maar de wolf was snel en sterk. Marius zag de golven de bus half in de sloot duwen. De mannen in paniek eruit. Vechtend voor hun leven. Zes Texelaars werden opge slokt door de golven. Texel lijkt een beetje vergeten als het om de wa tersnood van 1953 gaat. Bijna niemand weet dat zes mannen die gaten in de dijk van polder de Eendracht aan het dichten waren, dat met hun le ven moesten betalen. Op een monumentje op de Eierlandse dijk prijken de namen van Redmar Uska (56), Willem Dijker (57), Theodorus Johan nes (Dirk) Kuip (36), Siebren Walsweer (23), Jan Koopman (48) en Bemardus Wieger (34). Net als Marius Eelman (73) waren ze opgeroepen om sluizen te versterken en gaten te dichten. „Het ging die nacht behoorlijk tekeer", weet Eel man nog. Hij kwam rond middernacht bij zijn vriendin Trijntje Bakker (nu zijn echtgenote) van daan. „Ik ging nog even naar het strand bij De Koog. Het water stond tot aan de top van de dui nen. Ik voelde het zand wegzakken en ben gauw naar huis gegaan. Je werd er bang van." Kerkklokken 's Morgens bleken schoorstenen in het dorp ge sneuveld en het dak van de schuur van Eelman was weggewaaid. De kerkklokken luidden en ie dereen moest zich melden. Bussen van rederij Te- so reden door de dorpen om vrijwilligers naar de zwakke plekken in de dijken te brengen. Het zal een uur of tien geweest zijn dat Marius Eelman en zijn broer Wim in de Eendrachtpolder kwa men. „Die dijk was NAP plus 3,75 meter terwijl de andere dijken vier meter boven NAP waren. Het was het laagste punt van Texel, dat wist ie dereen. Het was springvloed en het water stond tot aan de kruin van de dijk." Die dijk leek wel een gatenkaas. Overal sijpelde water doorheen. Marius Eelman vulde zandzak ken en als er weer een brul kwam: 'Hier komt water door'; rende hij met de zak om een gat te dichten. Zijn broer Wim werkte in de buurt van boerderij Zeeburg. Op het polderweggetje daar naartoe, voltrok zich de Texelse watersnoodramp. Marius die een stuk noordelijker op de dijk rich ting De Cocksdorp stond, zag het voor zijn ogen Het Vluchtende Paard. Tekening C.F.van Neerijnen Het was de liefde die Cees Witte op de avond van 31 januari 1953 naar Texel trok. Cees, afkomstig uit Noord-Scharwoude, had een meisje op het waddeneiland: Gré Smit. „Ik kwam heel vaak een weekend naar Texel. Maar die avond ging het wel heel erg tekeer. Het koffiehuis bij de Teso op het havenhoofd in Den Hel der stond onder water. Maar daar prakkiseerde ik eigenlijk niet verder over. Ik wilde naar mijn vriendin." Met vier man ging Witte in het mid den van het schip zitten. „Het stuiter de alle kanten op. Onvoorstelbaar. Ik was niet bang, maar ik heb nog nooit zulke hoge golven gezien. Bij aan komst stond het parkeerterrein bij Ou- deschild (waar de veerboot in die tijd arriveerde) onder water. We moesten via een paar balken vanaf de reling naar de wal. Beneden stonden een paar mannen met lieslaarzen aan die iedereen zo in de bus mikten. Op het parkeerterrein brandde onder water nog een lantaarnpaal en ik zag de lichten van een auto die onder water stond. Heel onwezenlijk allemaal. We reden weg en ik zag bij huizen in Ou- deschild het water voor de huizen in stromen en achter er weer uitgolven." De bus bracht Cees ondanks de vlie gende storm naar De Cocksdorp waar de familie Smit woonde. In het holst van de nacht werden ze gewekt door brandweer. „Ze hadden hulp nodig want de Schanssluis stond op sprin gen en moest met zandzakken en spoorrails worden versterkt. Er dreig de een dijkdoorbraak. Gré stond er op dat ik meeging, maar ik bleef binnen. Ik had in die tijd een operatie gehad en daardoor een hand waar ik hele maal geen kracht in had, dus ik kon toch weinig doen. Maar Gré was wel een beetje boos. Haar broer Piet ging wel. Ze kwamen polder de Eendracht in waar de Zeedijk op springen stond. Halverwege werden ze weer terugge stuurd want het water kwam er al aan. De mannen die er al aan het werk wa ren, hadden een bus en een motor met zijspan achtergelaten, 'Lopen zo hard als je kunt', had die motoragent ge zegd. Piet probeerde nog een jongen te redden die hij kende: Siebren Wals- meer. Die zat vast in het prikkeldraad, maar ze werden verrast door het water en Siebren verdronk." Ondanks de ramp (op Texel hadden ze nog niks gehoord over Zeeland) ging Cees zondagmorgen met zijn vriendin naar de kerk. Lopend naar Den Burg. „Op de Postweg liepen we schuin tegen de wind. Opeens was er een gat in de grond waar wel een auto in paste. Daar had een boom gestaan. Die was ontworteld en op een huis ge waaid. Toen zag je pas wat voor krachten er aan het werk waren ge weest." Maandagmorgen ging Cees met de eerste de beste boot tenig. „Eigenlijk voeren de schepen alleen voor nood diensten, maar mijn vriendin kende de directeur en die regelde dat ik mee kom Terug bij Den Helder dreef het koffiehuis ons tegemoet. Bang? Nee, maar wel verbijsterd over de natuur krachten." RIEN FLORIS Het is zaterdagavond 31 januari 1953. De orkaan Iaat ruiten springen in het badpaviljoen op de dijk van Huisdui nen, het voormalige walvisvaarders dorpje onder rook van Den Helder. Hoge stortzeeën raken het dak. De zeewering tussen het Wierhoofd aan de kop van de veerhaven en het Huis- duiner strand wordt op twaalf plaat sen zwaar beschadigd en zakt deels in. Honderden ijlings opgeroepen militai ren van de marine vullen de gaten. Ook de duinen bij Den Helder krijgen het zwaar te verduren. Het was sinds mensenheugenis niet voorgekomen dat in één nacht over kilometers lengte de hele buitenste duinregel wegsloeg. In de stad zelf raakten twee huizenblokken aan de Hortensiastraat en de Goudenre genstraat door stormschade geheel onbe woonbaar. Gemiddeld wordt eenmaal per honderd jaar de hoge waterstand van 2.51 meter NAP geregistreerd. Tijdens de ramp nacht bereikte het water een hoogte van 3.25 meter. Het wachtlokaal van de veer dienst naar Texel aan de Buitenhaven kwam volledig onder water te staan en dreigde in te storten. De schepen in de marinehaven kwamen zonder stroom te liggen en havenlichten doofden. In de Buitenhaven ter hoogte van de Atjeh- loods dreigde de kruiser Hr. Ms. Tromp op drift te raken. Niet te voorkomen was dat het achterschip de steven van het op nemingsvaartuig Luymes ramde. Op zee raakte het lichtschip Texel totaal uit po sitie. Ruim negen uur lang had de storm met kracht 11 en meer op het schip ge beukt. De bemanning moest het draai- licht doven. Passerende schepen zouden een verkeerde route kunnen kiezen. Duinenrij Kritiek was ook de situatie ten zuiden van Den Helder. Noordelijk van Groote Keeten bezweek de buitenste duinregel nog voor de springvloed de hoogste stand bereikte. De ter plaatse smalle dui nenrij brak over een lengte van tweehon derd meter open en met woest geweld stroomde het water naar binnen. Buurt bewoners,onder wie oud-akkerbouwer D, Schenk uit Groote Keeten hebben die nacht niet geslapen: het Botgat liep die zaterdagnacht vol met water tot waar nu het fietspad door de duinen loopt. Daar vandaan kreeg het de kans om door een duiker onder de weg van de Zanddijk door te stromen. De duinen kalfden af en de schuif kon het water niet meer keren. Het water stroomde met veel geweld nabij de Helmweg polder het Hoekje in. Iedereen uit de omgeving probeerde samen met mensen van Rijkswaterstaat het gat met zandzakken en takkenbossen te dichten. „Onze grootste angst was dat de duinen het zouden begeven. Pas in de loop van zondag werd het gat gedicht. Het heeft er om gespannen. Was dat niet gelukt dan had onze boerderij tot aan de dak goot onder water gestaan. De Noordkop is toen aan een ramp ontsnapt", aldus Schenk. Op Wieringen bleek na de stormnacht de weg langs Zeebad Quarantaine naar de Noorderbuurt te zijn weggeslagen en het nabij gelegen land stond gedeeltelijk on der water. In de Marskedijk benoorden Hippolytushoef waren gaten geslagen en in Den Oever kwam de visafslag voor een deel blank te staan. De golven sloe gen over de Molgerdijk tussen Ooster- land en Den Oever heen. In Oosterland kwam een aantal huizen en de jeugdher berg rondom in het water te staan. De bewoners moesten geëvacueerd worden, de schade was groot. De Anna Paulow- napolder liep geen gevaar, alleen de Balgdijk tussen Van Ewijcksluis en De Kooy werd door overkomend zeewater aan de achterzijde beschadigd. Reddingboot Tijdens de stormnacht verkeerden voor de Nederlandse kust veel schepen in nood. Ten westen van Texel verloor de Duitse sleepboot Gulosen Fjord door een gebroken tros haar sleep. Het losge slagen schip, de tanklichter Oder met zes bemanningsleden, was onderweg van Hamburg naar Rotterdam met een lading van 1600 ton olie. De Helderse redding boot Prins Hendrik voer om negen uur zaterdagavond uit en zocht tot zondag middag drie uur tevergeefs naar het schip. De bemanning moest uitgeput de zoektocht op de woeste Noordzee opge- Intussen was bekend geworden dat het schip op de Eierlandse Gronden lag. Het was onverantwoord daar in het donker heen te gaan. De motorstrandredding- boot van De Cocksdorp waagde nog wel een poging en kon het schip tot op zo'n zevenhonderd meter naderen. Verder va ren kon niet want het scheepje werd door de steile grondzeeën soms vrijwel recht op haar kop gezet. Wel had men signalen gezien. Pas later bleek dat de tanklichter in een paar uur in stukken was geslagen. Wonder De Helderse reddingsboot bereikte maandagmorgen om kwart voor zes de gronden, waar de redders de eerste wrakstukken zagen en ook de beman ning vond. Het was een wonder dat zij nog in leven waren. Verkleumd en door weekt stonden zij op de brug van het ge broken schip, in het kolkende water. De Prins Hendrik had vier zware tochten nodig om de zes Duitse schipbreukelin gen van het wrak te halen. Met de vlag van de K.N.Z.H.R.M. in top als symbool van een geslaagde tocht voer de redding boot weer terug naar de Helderse haven. Op de kade aan de Buitenhaven stonden ziekenwagens gereed. Dat bleek niet no- Marinemensen assisteren bij het vullen van de gaten in de zeewering bij het Wierhoofd aan de kop van de veerhaven. dig, wel werden de schipbreukelingen naar de ziekenboeg van de marine ge bracht. Vanuit het hele land werd hulp geboden aan het zwaar getroffen Zee land. Op maandag 2 februari voer een vloot van Helderse en Wieringer kotters naar de Zeeuwse eilanden. Eerder waren al vier mijnenvegers naar het over stroomde gebied vertrokken tegelijk met een groot aantal motorsloepen en vletten van de marine. Over de weg werden met trailers kleine motorsloepen naar het ge teisterde zuiden gebracht Het koninklijk jacht Piet Hein dat op de Rijkswerf in Den Helder in onderhoud lag, werd op koninklijk bevel als nood hospitaalschip ingericht en vertrok ook naar het rampgebied. Op de 153 meter frequentie visserijband werden de af spraken gemaakt. Nuchter en helder. Alsof het hun normale werk was bespra ken de vissers hun opdrachten. Ditmaal geen berichten over de visvangst maar over hun taak vluchtelingen naar veiliger streken brengen. Zoals de HD 7, 24, 26, 37, 67 en 74, die in konvooi 250 evacués van Bruinisse naar Rotterdam over brachten en daarna de bewoners uit Ou de Tonge evacueerden. Zelfs het vaar tuig Hygiea van de Helderse reinigings dienst voer in het overstroomde gebied en deed daar nuttig werk. Na het weekeinde drongen de gevolgen van de ramp in de rest van Nederland door. Op initiatief van burgemeester Re- horst startte in Den Helder een plaatse lijk comité van hulpverlening met de in zameling van geld, kleding, schoeisel en beddengoed. Gymlokalen en klaslokalen lagen in korte tijd vol met door de mee levende bevolking geschonken goede ren. De saamhorigheid was ongekend. Hulpacties Ook in Julianadorp, Texel en op Wierin gen gingen hulpacties van start. Op een schoolbord van de Vakschool, het ge bouw is nu in Den Helder bekend als De Boeg, tekende leraar C. F. van Neerijnen met krijt een tekening van een vluchtend paard. Hiermee wilde hij de leerlingen laten zien hoe men zijn gevoelens in een tekening tot uiting kan brengen. De reacties over de tekening waren zo overweldigend dat drukkerij De Boer de tekening op kaarten afdrukte. De school jeugd verkocht ze voor een kwartje. Door de verkoop tot over de hele wereld van minstens 200.000 kaarten werd de actie een enorm succes. De gemeenten gaven ook directe hulp door getroffen Zeeuwse gemeenten te adopteren. De Noordkop, waaronder Den Helder, steunde op die wijze Stavenisse en Sint Maartensdijk op het eiland Tholen. RENSSCHENDELAAR firaviMumcww; I mn MI. "RHiMEE I ISWtoh II. MyWjlï'M.VV h OR, i ïi i 'i,tik'- .i if A II «nniisvrnioi.:! gebeuren. Hoe vanuit het zuiden het water kwam aanzwellen en hoe de mannen in paniek de bus instapten „Het water kwam van de Waddenkant. Niemand had ooit gedacht dat dat zou gebeuren en zo werden ze in de rug aangevallen." De lood zware Teso-bus werd door het water de sloot in geduwd. „De mannen die uit de bus kwamen, tol den in het rond in de tocht waar het water inkolk- te. Sommigen raakten in het prikkeldraad en ver dronken. Omdat overal water stond (ze stonden er af en toe tot hun middel in) kon je de sloot niet meer zien. Iemand kwam op het idee om elkaar een arm te geven. Zo liepen ze met z'n allen naar de Eierlandse dijk. Wie alleen ging zwemmen, was verloren. Bij ons op de dijk haalden we nog een man naar boven die de zwempartij wel over leefde Er was er ook één die langs het schrik draad liep om niet in de sloot te raken. Zo wist hij de dijk te bereiken." Het was paniek en onkunde waardoor die zes zijn verdronken, zegt Eelman. „Maar dat is natuurlijk achteraf praten. In paniek wilde iedereen weg, maar ze hadden beter bij boerderij Zeeburg kun Marius Eelman bij de tochtsloot in polder De Eendracht waar zes Texelse vrijwilligers verdronken. Inzet: het monumentje met de namen van de zes. Foto's Edo Kooiman Alle Texelaars hingen affiches van de actie 'Dij ken omhoog' op de ramen. Er werden bussen ge huurd en een paar honderd eilanders trokken naar Den Haag om de woorden kracht bij te zetten. Resultaat was dat de Texelse dijken eerder op Deltahoogte werden gebracht. Tot ongenoegen van Wieringen, dat daardoor wat langer moest wachten. Maar tot blijdschap van de Texelaars. „Als je het goed bekijkt, zitten we hier rondom in het water. Dat merkje vooral als de boot niet kan varen. Wij vinden dat lekker rustig, maar nieuwe bewoners van Texel krijgen het dan wel eens be nauwd", zegt Trijntje. RIEN FLORIS Op Texel worden twee exposities gewijd aan de waters nood van 1953. De Historische Vereniging laat in 'Tusse de Banke' zien wat er in die nacht en de daaropvolgen de dagen gebeurde. In het Maritiem en Juttersmuseuni is een tentoonstelling over de waterstaatkundige gevol gen van de ramp en het daarmee veranderende land schap van Texel. «Sa» nen blijven. Dat was namelijk het hoogste punt van de polder. Maar ze sprongen in de bus en re den naar het laagste punt van de polder waar het water ze verraste. Het was een enorme kracht. Een huisje langs de weg stortte als een kaarten huis in elkaar." De vrijwilligers moesten zich melden in hotel De Hoop in De Cocksdorp, maar Marius en Wim gingen naar huis. „We hadden er genoeg van. Kleddernat liepen we dwars door het veld terug." Thuis waren inmiddels de berichten over Zeeland binnengekomen. Trijntje: „Iedereen zat aan de ra dio gekluisterd. Het was verschrikkelijk. Mensen die op de daken waren gevlucht voor het water. Ik zie het nog voor me. En in het dorp hoorden we toen over onze melkboer Dirk Kuip. Zo'n aardige man, altijd lachend langs de deuren, iedereen kende Dirk en nou was hij bij onze eigen waters nood verdronken." De ramp in Zeeland was groter, dat begrepen de bewoners van het Waddeneiland. Dus ging ook het meeste geld naar de Zeeuwse eilanden. Maar op Texel hielden ze hun hart vast als het weer be gon te stormen met hoog water. Marius: „De dij ken hier moesten ook omhoog. Bij Oosterend was het weer een keer kritiek geweest en toen kwamen we in actie. Jo Roeper, marktkoopman en 'de burgemeester van Oosterend' genoemd, begon de actie aan te zwengelen en ik zat bij het comité in De Koog."

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2003 | | pagina 3