Rampstorm
hield ook huis in
Noord-Holland
Provincie nog nooit zo veilig als nu
_ra_
m
M%Ë
Door stormvloed
overmand. Ook
Noord-Holland
werd in de nacht
van 31 januari op 1
februari 1953 gege
seld door een ver
woestende noord
westerstorm met
orkaankracht, die
ongelukkigerwijs
samenviel met
springtij. De zee
werd langs de Noord-Hollandse
kust tot ongekende hoogte opge-
zwiept. In IJmuiden, Petten en
Den Helder steeg de vloed tot res
pectievelijk 3,85 meter, 3,50 meter,
en 3,25 meter boven NAP. Meer
dan 3 meter hoger dan normaal!
Maar een ramp met de omvang
van die op de Zeeuwse en Zuid-
Hollandse eilanden bleef Noord-
Holland echter bespaard. De zee
dijken die de Noordzee buiten
moesten houden, hielden het.
Alleen op Texel bezweek de Wadden
zeedijk van polder De Eendracht. Zes
polderwerkers, opgetrommeld om te red
den wat er te redden viel, konden na de
dijkbreuk niet tijdig aan het wassende JLzl] KlCSCr
water ontsnappen, en verdronken jam
merlijk. Op de Hondsbossche Zeewering
bij Petten viel eveneens een slachtoffer.
ken uit de IJsselmeerdijk werden ge
haald, waarmee de stormschade aan de
gehavende Hondsbossche en Pettemer
Zeewering werd gerepareerd. De dijk bij
Enkhuizen was na voltooiing van de Af
sluitdijk geen zeewering meer, dus kon
den de basaltzuilen best naar de Noord
zeekust bij Petten gebracht worden.
Polder De Eendracht ligt aan de noord
oostkant van Texel. De Eendracht was
ten tijde van de watersnoodramp particu
lier bezit van de gezusters Keijzer, naza
ten van de man die de polder in 1846 be
dijkte. Buitendijks ligt het bekende na
tuurreservaat De Schorren. De polder
meet 247 hectare. Er stonden twee boer
derijen, Zeeburg en Irene, plus enkele
woninkjes. De dijk die de polder scheidt
van het wad is 4 kilometer lang. Het on
derhoud berustte bij de dameseigenaren.
Thijssen schrijft dat op Texel bekend
was dat de dijk van polder De Eendracht
als zeewering niet (meer) deugde. Hij
was te laag, niet erg sterk en de kleilaag
was onvoldoende dik. De eigenaressen
hadden echter geen geld om de zeewe
ring te versterken. In de rampnacht in
1953 werd de sjofele dijk op niet minder
dan 116 plaatsen aangetast, vaak over de
volle breedte van de kruin, en hij be
zweek tenslotte aan het zuideinde.
De gebeurtenissen in Noord-Holland lij
ken een voetnoot in de historie van de
grote watersnoodellende die in totaal
1835 levens kostte en een immense
schade veroorzaakte. Toch diepen de
'Vrienden van de Hondsbossche', lering
voor Noord-Hollandse waterstaatsge
schiedenis, in een speciale uitgave
('Door stormvloed overmand') de ver
vaagde herinneringen op uit februari
1953. Auteur is Wil Thijssen uit Anna
Paulowna.
Basaltblokken
Destijds een joch van 12, dat na de ramp
als padvinder in zijn woonplaats Enkhui
zen geld inzamelde (heitjes voor karwei
tjes) voor de slachtoffers van de waters
nood. Thijssen herinnert zich hoe de
noordwesterstorm het water uit de
grachten en havens van Enkhuizen blies.
De veerdienst Enkhuizen-Stavoren werd
gestaakt. Al het water was naar de Friese
kant geblazen.
En hoe later 5600 ton solide basaltblok
Op 31 januari 1953, om zeven uur s
avonds, stond de zee zo hoog tegen de
dijk van De Eendracht aan dat het zoge
heten dijkleger werd opgeroepen. Van
het dijkleger maakten alle Texelse man
nen tussen de 18 en 51 jaar, en die recht
van lijf en leden waren, deel uit. Ze wa
ren dijkplichtig.
De dijkplichtigen konden in geval van
nood opgeroepen worden en moesten
zich, gewapend met schop of spade, naar
de plek des onheil begeven en de op
drachten uitvoeren van dijkgraaf en/of
heemraden. Eigenaren en bestuurders
van nuttige motorvoertuigen zoals trac
toren werden idem dito ingeschakeld.
Hun dijkplicht betrof het vervoer van
materialen.
In de rampnacht stonden verspreid op de
dijk leden van het dijkleger op wacht.
De eerste schade kon nog provisorisch
hersteld worden, maar in de vroege och
tend van 1 februari draaide de wind
enigszins en was er geen houden meer
aan. Om 08.15 uur was de dijkbreuk een
feit. Het zoute water gulpte ongehinderd
de polder binnen. Op dat moment was er
i, il
J "V
Dijkwerker Jan Boon, die zijn jas in de rampnacht kwijtraakte, hijst medio 1953 de vlag in top als het laatste gat in de dijk van polder De Eendracht is gedicht. Foto gemeentearchief Texel
Hoeve Irene in polder De Eendracht op Texel. De dijkdoorbraak zette het boerenbedrijf flink onder wa
ter. Foto gemeentearchief Texel
net een Teso-bus met verse hulptroepen
onderweg. Geconfronteerd met het sterk
stromende water probeerden die zich in
veiligheid te stellen, door naar de nog
droge Eierlandse dijk te vluchten. Maar
de stroming was hevig. De bus werd van
de weg in de bermsloot gedrukt. Tiental
len mannen probeerden vervolgens het
vege lijf te voet te redden. In het zicht
van de dijk slaagden zes dijkplichtigen
daar niet in. Ze werden meegesleurd en
verdronken.
De verslagenheid op Texel, dat een
hechte eilandgemeenschap is, was
enorm. Vooral het dorp De Waal rouw
de. Vier van de zes slachtoffers kwamen
daar vandaan. De andere twee kwamen
uit respectievelijk De Koog en De
Cocksdorp.
Monument
Op de dijk tussen de Texelse polders Ei-
erland en de Eendracht herinnert een
klein monument aan de ramp. 'Door
stormvloed overmand bij de bescher
ming van het land' luidt de tekst. Het
eenvoudige monument werd door steen
zetters van Texel gemaakt.
Elk drama kent zijn helden. Op Texel
deed lang het verhaal de ronde over dij-
kwacht Jan Boon, die met zijn jas een
gat in de dijk zou hebben gestopt. Zeg
maar de Texelse Hansje Brinkers. Boon
heeft de mythe naderhand zelf ontze
nuwd. Hij was zijn jas weliswaar in de
rampnacht kwijtgeraakt, maar had het
kledingstuk beslist niet in een gat ge
propt.
Op vrijdag 13 februari bezochten konin
gin Juliana en Prins Bernhard Texel.
Ook zij hoorden het verhaal over Boon.
En waar of niet, na het bezoek van het
koninklijk paar kon Boon een nieuwe jas
kopen, betaald uit het rampenfonds.
Nadat de zee polder De Eendracht ver
zwolgen had, dreigde ook overstroming
van de aangrenzende polder 't Noorden,
1000 hectare groot. Het dijkje dat de zee
tegen moest houden was niet veel soeps.
Toen in de loop van de ochtend op 1 fe
bruari het water begon te zakken leek
het grootste gevaar voor 't Noorden ge
weken. Toch werd bij elke boerderij in
de bedreigde polder uit voorzorg een ge
charterde auto voor evacuatie neergezet.
En bij de kwetsbare binnendijk stond
een brandweerwagen die met zwaailicht
en sirene direct alarm moest slaan als de
woeste baren door de polderdijk zouden
breken.
Kantjeboord
Ook andere zeedijken op Texel kregen
het zwaar te verduren. Er had na de or
kaan uit het noordwesten niet nog zo'n
zware storm over het eiland moeten ra
zen. Op tal van plekken was het kantje
boord. Zoals langs de zeedijk van de
Dertig Gemeenschappelijke Polders.
Vooral het dijkvak ten oosten van Oos
terend moest schade incasseren. Tiental
len gaten werden geslagen, maar breken
deed de dijk niet.
Net als elders langs de kust van Noord-
Holland kregen ook de duinen aan de
Noordzeekant van het eiland ongenadig
op hun falie. Met bruut geweld slokte de
zee massa's zand op. De duinvoet werd
20 tot ruim 30 meter terug geslagen. Bij
De Cocksdorp stond plotsklaps de vuur
toren vlak aan zee.
Op het vasteland moesten de Helderse
zeewering en de Hondsbossche Zeewe
ring het zoute water zien te keren. Als ze
waren bezweken, zou de ellende niet te
overzien zijn geweest. In Den Helder is
in de stormnacht van 31 januari op 1 fe
bruari nooit echt gevaar voor doorbraak
geweest, de dijk hield zich kranig.
De glooiing werd op verschillende pun
ten wel ernstig beschadigd. De zee stond
ook tegen de dijkmuur en resten van de
Atlantikwal aan te klotsen. Verzakkin
gen werden bestreden met zandzakken,
gevuld door honderden te hulp geroepen
matrozen. Het was letterlijk alle hens
aan dek. Bunkers uit de 'moffentijd',
langs de Helderse kust stonden er nog
velen in de zeereep, zakten naar bene
den.
Dertig kilometer verderop, bij Petten,
sloegen op 1 februari 1953 's morgens
om vijf uur op vele plaatsen enorme gol
ven over de Hondsbossche. Vijf eeuwen
was er aan de dijk gewerkt, nu spande
het erom. Hield 'ie het of hield 'ie het
niet? Zout water liep over de dijkkruin
het dorp Petten in. De elektriciteit viel
uit. De angstige bevolking had de kof
fers gepakt en stond klaar om te vluch
ten voor de vloed die zij vreesden.
Mannen van het hoogheemraadschap
aanschouwden de stormvloed. Ze kon
den trots zijn. Natuurlijk boezemde het
natuurgeweld hen angst in, en ontstond
er grote schade aan het dijklichaam.
Maar de stoere Hondsbossche bezweek
niet. Ongeveer 1500 meter basaltglooi
ing verdween in zee. Dijkgraaf A, Kamp
sprak naderhand van 'een sombere, maar
prachtige stormloop van de zee'.
Toen op 31 januari het water langs de
kust van Noord-Holland onrustbarend
begon te stijgen, zocht dijkwerker F. de
Waard de dijk op. Hij wilde voor zijn
baas op de dijk liggende materialen vei
ligstellen. De Waard keerde niet terug en
men nam in Petten aan dat hij door een
golf was overvallen en meegesleurd. La
ter werd hij, door zand overstoven, ge
vonden in een duinpan. Niet de zee had
hem gedood, de dijkwerker stierf aan
een herseninfarct.
Net als op Texel werd overal de duinvoet
door de orkaan tientallen meters terug
gedrongen. Ten noorden van het dorp
Groote Keeten brak de zee door de zee-
reep heen, waardoor het gebied Botgat -
thans schietterrein - onderliep. Een an
tieke zanddijk uit 1610 moest voorko
men dat achter de smalle duinenrij lig
gende polders kopje onder gingen. Tus
sen Camperduin en Bergen aan Zee brak
de zeereep op de plek waar nu De Kerf
furore maakt.
Het duurde na de ramp 28 jaar, tot
1981, voor alle zeeweringen in Noord-
Holland op deltahoogte waren. Op Texel
zijn ze er niet helemaal gerust op. Het
dijkleger is er - uniek - nog springlevend
en telt momenteel circa 40 leden. Bij
storm en ontij staan ze klaar om wad
denparel Texel voor overstroming te be
hoeden.
BERT DE JONG
'Door stormvloed overmand'. Uitgave Vrien
den van de Hondsbossche, over watersnood
1953 op Texel, te Den Helder en langs de
Hondsbossche Zeewering. Prijs 10 inclusief
verzendkosten. Te bestellen via postbus 850,
1440 AW Purmerend, of telefonisch: 0299-
663000.
'U zoekt familie? Kijk
maar in het mortuarium'
Ze zaten in Zaandam naar de radio te luisteren. De familie
Van Dongen met Heieen, de vriendin van zoon Henk. Heieen
werkte in Amsterdam als leerling-verpleegster. Ze was af
komstig uit Heijningen, een dorpje in de Sabinapolder in
Noord-West Brabant. Toen de radio op zondagochtend meld
de dat de Sabinapolder was overstroomd, slaakte ze een gil
van angst. 'Negentien inwoners van deze polder zijn verdron
ken', zei de omroeper erbij. Bijna drie dagen is ze op zoek ge
weest naar zekerheid over haar familie.
Heieen Geuze wilde wat anders, als meisje. Verder kijken dan
de boerderij thuis. Zó was ze in Amsterdam terechtgekomen.
En omdat ze met de zus van Zaanse Henk had gewerkt, was
de verkering 'aan' geraakt. Het was een bijzondere zondag,
voor het stel in Zaandam. Haar Henk (toen 22) deed belijde
nis in de gereformeerde kerk. Zijn woorden gingen groten
deels verloren door de storm die buiten woedde. Na kerktijd
kwam het onheilspellende radiobericht over de ondergelopen
polder van haar ouderlijk huis. Waarna ze maar één ding wil
de weten: hoe het was met haar ouders en haai" broertjes van
veertien en negen jaar.
„Tegen alle adviezen in zijn we op de trein naar het zuiden
gestapt", vertelt Henk van Dongen. „Het kostte ons de halve
maandag om bij ons werk vrij te krijgen, want de chefs zagen
er de noodzaak niet van in. Maar we gingen tóch, want er
moest een einde komen aan de onzekerheid."
„De treinreis eindigde dinsdag in Oudenbosch. Dichterbij
konden we niet komen. In Roosendaal was de centrale regi
stratie van slachtoffers en vermisten. Hele rijen loketten met
papieren maar op geen enkel stond de naam van mijn schoon
familie. 'Gaat u hier maar even verderop kijken', zeiden ze-
.'Daar is een mortuarium. Daar zijn nog twintig lichamen die
niet geïdentificeerd zij, misschien liggen ze ertussen.'
„We liepen erheen. Onderweg kwamen we mensen tegen die
Heieen uit de Sabinapolder kende. Allemaal ontwijkende
blikken. Niemand die wat durfde te zeggen. Daaruit maakte
ze voor zichzelf op dat het helemaal verkeerd zat. Dat haar fa
milieleden allemaal verdronken moesten zijn. Nog nooit was
een wandeling zo zwaar. Tot we de laatste hoek om gingen.
Toen kwamen we een oom en tante van haar tegen. Die had
den goed nieuws. 'Ze zijn terecht', zei tante."
„Later hoorden we dat mijn schoonfamilie in Bergen op
Zoom was beland. Met een legertruc waren ze over een dijkje
in veiligheid gebracht, maar ze waren nog niet als gevonden
geregistreerd. We zijn er meteen heen gegaan. De begroeting
daar ben ik nooit vergeten. Het was heel emotioneel. Innerlijk
bewogen, maar van buiten lieten ze dat niet zo zien. Daar zijn
Zeeuwen heel anders in dan wij."
JAN VRIEND
'Dat nooit meer' was het motto na de waters
nood in februari 1953. Overal langs de kust
werden plannen gemaakt voor versterking van
de zeeweringen: het deltaplan. Ook in Noord-
Holland. Zo werd de Hondsbossche Zeewering
vier meter verhoogd en anderszins versterkt.
De ramp leerde de mensen anders te kijken
naar water. Want de natuur had aangetoond
in staat te zijn de eigen records ruimschoots te
verbeteren. Dat kan weer gebeuren.
De dijken waren in de jaren vijftig op de meeste
plaatsen te laag, te smal, matig onderhouden.
Willem van der Ploeg, directeur watersystemen
bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorder
kwartier: „Ze waren berekend op een storm die
gemiddeld eens per 300 jaar huis zou houden.
Dat leek toen een veilige norm. Nu zijn de zee
weringen berekend op een superstorm die gemid
deld eens per 10.000 jaar kan plaatsvinden."
Wie in Noord-Holland over de zeeweringen bij
Petten, Den Helder of op Texel wandelt of fietst,
ziet wat het resultaat van de deltanorm is. Het
lijkt zeer onwaarschijnlijk dat de massieve dijken
ooit nog zullen bezwijken, Het geld, honderden
miljoenen guldens, is goed besteed.
Er wordt de laatste tijd veel gediscussieerd over
de klimaatveranderingen en de gevolgen daarvan
voor het buiten de deur houden van de zee in het
laaggelegen Noord-Holland. Zoals extra stijging
van de zeespiegel, en het toenemen van de kracht
van de golven.
Van der Ploeg: „Anders dan mensen denken is
daar in het ontwerp van de nieuwe dijken wel de
gelijk rekening mee gehouden. De kennisinstitu
ten in ons land waren er wat dat betreft op tijd
bij. Bovendien checken we de veiligheid van alle
Golven sloegen in de rampnacht over de Hondsbossche heen en richten z
e schade aan. Maar de dijk bezweek niet. Ook de aangrenzende duinen incasseerden zware klappen.
zeeweringen eens per 5 jaar. Dan wordt gekeken
of die norm van gemiddeld één superstorm per
10.000 jaar nog gehaald wordt."
Tot nu toe is dat volgens Van der Ploeg ruim
schoots het geval. Noord-Holland is nog nooit zo
veilig geweest. De zeeweringen worden bewaakt
door een krachtig hoogheemraadschap, dat geen
enkel veiligheidsrisico accepteert. En er is daar
om, ondanks de klimaatveranderingen, volgens
het hoogheemraadschap geen enkele reden voor
ongerustheid. Het op korte termijn treffen van ex
tra maatregelen is niet nodig.
„Er zijn wel enkele plaatsen, zoals de duinen bij
Callantsoog, waar we ons voor de verre toekomst
zorgen over moeten maken. Maar vergis je niet.
Als die superstorm morgen plaatsvindt zal het
duin bij Callantsoog weliswaar flink slinken, ech
ter volgens onze berekeningen is de veiligheid
niet in het geding. De duinen bij Callantsoog vol
doen aan de Deltanormen en zullen dat blijven
doen. Het houden van droge voeten staat voor
op", aldus Van der Ploeg. Niet alleen de Honds
bossche en Pettemer Zeewering zijn in het kader
van het Deltaplan fors verhoogd, ook de wadden
dijken op Texel kregen een facelift. Van der
Ploeg: „Voor Texel geldt echter niet de norm van
een superstorm eens in de 10.000 jaar, maar eens
in de 4000 jaar. Statistisch gezien lopen de pol
ders op Texel dus wat meer risico. Dat heeft te
maken met het (geringe) inwoneraantal van die
polders en de economische waarde. Ofwel: hoe
veel heb je er voor over?" De zeeweringen zijn
niet alleen opgehoogd, ze zijn ook veel breder en
sterker dan in 1953. Er is bij de versterking ge
bruik gemaakt van nieuwe kennis over bijvoor
beeld grondmechanica. Op een aantal plaatsen is
bij het op deltahoogte brengen van dijken alvast
rekening gehouden met nieuwe versterkingen in
de vene toekomst. Al zijn er plekken waar dat
grote problemen gaat opleveren.
Erfenissen van verkeerd ruimtelijk beleid. Zo ligt
achter de Hondsbossche het natuurreservaat De
Putten, grenst de westelijke bebouwing van Pet
ten en Callantsoog dicht tegen dijk en duinen, en
zal een volgende versterking van de Helderse
zeewering problemen kunnen geven met bebou
wing aan de dijkvoet. Er zijn nog steeds gemeen
ten die niet snappen wat er aan de hand is, zegt
Van der Ploeg. Zo willen ondernemers in Bergen.;
aan Zee een parkeergarage in de zeewering bou
wen. Omdat daar nog mimte zou zijn.
Van der Ploeg benadrukt nog een groot verschil
met 1953. Toen werd Nederland 's nachts verrast,
volkomen overrompeld. Mensen werden te laat of
helemaal niet gewaarschuwd, ze waren veel min
der mobiel en konden niet op tijd voor het water
vluchten, rampenplannen ontbraken, enzovoorts.
Van der Ploeg: „De weersvoorspellingen zijn te
genwoordig een stuk beter. Als het onverhoopt
tóch mis zou gaan, is er meer tijd de mensen te
waarschuwen. We hebben daarnaast onze secun
daire zeeweringen, de zogeheten slaperdijken, be
hoorlijk versterkt. Ook dat geeft ons in geval van
doorbraken en overstromingen extra tijd de men
sen er uit te halen. En er zijn nu goede rampen
plannen, waarmee regelmatig wordt geoefend."
BERT DE JONG