Jl Watersnood 1953 Geschiedenis leert dat de zee nooit slaapt Noordhollands Dagblad Een halve eeuw geleden, in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953, veroorzaakte een combinatie van springtij en stormvloed een zo hoge waterstand dat de meeste dijken in Zuidwest-Nederland daar niet tegen bestand waren. Er voltrok zich een natuurramp die 1835 mensen het leven kostte, van wie 873 in Zeeland. In samenwerking met de Provinciale Zeeuwse Courant (PZC) en Dagblad De Stem kijkt het Noordhollands Dagblad terug op de gebeurtenis die ook onze provincie niet ongemoeid heeft gelaten. Chronologie van ramp die in een nacht alles verwoest ZATERDAG 25 JANUARI 2003 Foto GPD/Watersnoodmuseum Ouwerkerk Zeeland is en blijft ontworsteld land. Uit de zee gewon nen. Land, waar het getij het ritme van de tijd aangeeft. Littekens van strijd en oude wonden in de vorm van kre ken en welen zijn overal aanwezig. Het land van nu is omgeven door verdronken land: Zuidland, Reimerswaal, Saeftinge, Orisant, Wulpen. Bewaakt door stoere delta- dammen en -dijken. De overstromingskans is, naar de mens gesproken, teruggebracht tot 1 op de 4000 jaar, in de economisch belangrijker Randstad zelfs 1 op de 10.000 jaar. Maar de bodem daalt en het water stijgt. Reeksen stormvloeden door de eeuwen heen onderstre pen dat de zee nooit slaapt. Er zijn drie natuurrampen die elk een keerpunt in de geschiedenis van Zeeland markeren. Jaartallen die een rechtgeaar de Zeeuw in het hart gegrift moeten zijn, telkens met een tussenpoos van 400 jaar: 1134, 1530 en 1953. De naamloze stormvloed van oktober 1134 is aanlei ding voor het begin van de grote bedij kingen en daarmee vorming van het hui dige Zeeland. Door de Sint-Felixvloed van november 1530 komen grote delen van het gewest langdurig en deels voor goed onder water te staan. Herstel vergt tientallen jaren, mede door nieuwe stormvloeden. Na de Februariramp van 1953 wordt het Deltaplan uitgevoerd, dat de contouren van Zeeland opnieuw ver andert. Omwenteling Meer dan de Tweede Wereldoorlog bete kent de ramp een omwenteling. Het is ook niet 'vóór en na de oorlog', maar 'vóór en na de ramp'. Alles wordt an ders. De verdediging tegen de zee schuift, op de Westerschelde na. naar buiten. De dynamiek van de zee maakt plaats voor een landsysteem. De dam men zorgen voor een compleet gewij zigd patroon van verbindingen. Zeeland is archipel af. Van economische ontwik keling - industrie, recreatie, landbouw - is na de oorlog nauwelijks sprake; na de ramp ontstaat een inhaalslag. In het be stuur van waterschappen en gemeenten is schaalvergroting aan de orde. Op 29 januari 1953 presenteert Rijkswa terstaat de Nota Afsluitingsplannen der Tussenwateren. Daarin staan voorstellen om de zeearmen in de Delta, op de Wes terschelde na, halverwege af te dammen. Op dat moment is ten zuiden van IJs land, op 55 graden noorderbreedte en 33 graden westerlengte, de kiem gelegd voor de zeer zware storm, die in de nacht van 31 januari op 1 februari het water in de Noordzee aan de Nederland se kust tot ongekende hoogte opstuwt. Tegen het gecombineerde geweld van wind en water zijn de veelal te lage zee weringen in de Delta niet bestand. De golven slaan over de dijken en hollen ze aan de binnenzijde uit, waardoor ze bre ken. Ook zwakke binnendijken begeven het. De Februariramp 1953 is een feit. Op zaterdag 31 januari denkt er niemand aan een watersnood. De getijtafel geeft een laag springtij aan en dan is extra hoogwater normaal. Voor Vlissingen is op zondagmorgen 1 februari een hoog water voorspeld van 1,98 m plus NAR Vergeleken met de recordstand van 3,92 m uit maart 1906, niet bijzonder. De vloed van die middag passeert zonder ophef. Het valt daama sommigen op dat de eb niet doorzet, de waterstand blijft aan de hoge kant. Geen aanleiding tot ongerustheid, er is immers de oude volkswijsheid niet ebben, niet vloeien. Dat die op drijfzand berust, blijkt in de nachtelijke uren. Het weerbericht is gewoon voor de tijd van het jaar De weerkundig medewerker van de PZC kondigt in de krant van de 31e aanvoer van koudere lucht aan en de komst van een regenfront, met tot hard toenemende wind. Die voorspelling wordt 's morgens door de werkelijkheid ingehaald. De Stormvloedseindienst ver zendt om 11.00 uur een telegram aan de groepen Rotterdam, Willemstad, Gorin- chem en Bergen op Zoom, met een waarschuwing voor storm en daarmee gepaard gaand gevaarlijk hoogwater. Over de stand die het water kan berei ken, doet de Stormvloedseindienst geen mededelingen. Dat zit niet in de proce dure. Het leven in het Deltagebied gaat ge woon z'n zaterdagse gang. Her en der staan festiviteiten op het programma, zo als in Kortgene de opening van het nieu we gemeentehuis. Commissaris van de Koningin jonkheer A.F.C. de Casem- broot moet in zijn dienstauto wachten tot het water in de Zandkreek wat gezakt is, voordat het veer Wolphaartsdijk-Kortge- ne hem naar Noord-Beveland kan over zetten. Ook elders ondervinden veer diensten grote problemen door wind en hoog gerezen water. De passagiers van de provinciale boot die 's avonds nog om 20.30 uur vanuit Katseveer naar Zie- rikzee vaart, komen zeeziek en met doodsangst in de ogen van boord. Aan het eind van de middag stuurt de Stormvloedseindienst, ondergebracht bij het KNMI in De Bilt, opnieuw een waarschuwingstelegram, dat ook op de radio in de ANP-nieuwsuitzendingen vanaf 18.00 uur wordt voorgelezen: 'Bo ven het noordelijke en westelijke deel van de Noordzee woedt een zware storm tussen noordwest en noord. Het storm- veld breidt zich verder over het zuidelij ke en oostelijke deel van de Noordzee uit. Verwacht mag worden, dat de storm de hele nacht zal voortduren en in ver band hiermede werden vanmiddag half zes de groepen Rotterdam, Willemstad en Bergen op Zoom gewaarschuwd voor gevaarlijk hoogwater'. Het telegram wordt maar naar een be perkt aantal adressen gezonden: de der tig abonnees, waaronder Rijkswaterstaat en Provinciale Waterstaat. Van de water schappen in Zeeland is alleen Walcheren geabonneerd. Geen wonder dat de waar schuwing van de Stormvloedseindienst nauwelijks tot actie leidt. De elementen vervullen intussen hun verraderlijke rol. De wind raast over de volle lengte van de Noordzee en is vooral gericht op de Nederlandse kust. In Vlissingen bereikt de wind rond 22.00 uur, ruim voor het tijdstip van hoogwater, de maximum- kracht; er wordt een windstoot van 120 km per uur geregistreerd; dat is orkaan- kracht, ofwel 12 Beaufort. Het water in Watersnoodramp Zeeland 1 februari 1953 De watersnoodramp in 1953 werd veroorzaakt door een combinatie van springtij en stormvloed. Tegen deze buitengewone hoge waterstanden waren de meest dijken met bestand. Bij de ramp hebben 1835 mensen het leven verloren, van wie 873 in Zeeland. Stormvloed Een gedeelte van het water van de stormvloed komt 1 februari 1953 in het zuiden van de Noordzee terecht, opgestuwd door de noordwestenwind. Dijkdoorbraak Zeekenng /binnendijk Ondergelopen land Drassig land Stad die gedeeltelijk overspoeld is geweest Slachtoffers in gemeente die percentueel het zwaarst zi/n getroffen. Vlaardirigen Barendrecht 6 L A S S E R W NE -'MONDE dracht' Stiedrecht MHÏÏ'"- Hmbw B.'ESBJS.C" GOEREfj(1 -f61 SU 161 HOE K-S C H E Striien 4DVERPLAKKEN A R D - f 4© 'V NieSe Tonos Nieuwe Tongé SCHOUWEN 32 - „nc 115 0 UIVELA fiB"Ji'su i - 305 Oude Serooskerkë Dreischor Tonge m- Oosterland es iWh Nieuwerkerk. - T" k oWidëWistad Heiningen V-SÉVElAND Kortgene f 49 t9?"- "V .stavenisse ~t156 „VTHOLEN Nieuw 150 Deltawerken Met de bouw in 1954 begonnen van Nederland voortaan te beschermen tegen stormvloeden. Maeslantkering stormvloedkenng HollandseIJsset Hanngvlietdam -i Geertruidenberg - Brouwersdam—p'" Volkerakdam Stormvloedkering "V. Oosterschelde J Grevelingendam 1Sl Philiosdam Veerse Galdam— NeeltjeJans Oesterdam- ^B: Markiezaatskade WALCHEREN Goes Middelburg o ZUID- Kruinmgen BEVELAND +62 Vlissingen t T Was te.. f'V "°Terneuzen De meeste dijken braken door aan de zuidelijke kusten. Deels I omdat de noordelijke dijken hoger waren gemaakt in verband met de golloploop bij noordwesterstormen. Dat de zware en langdurige noordwesterslorm, die zondag 31 januari op de Noordzeekust beukte, ook aan de zuidkant het waterpeil j enorm deed toenemen, was niet voorzien. bouwtijd 1950 1955 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 Stormvloedkering Hollandse IJsset Volkerakdam mm Haringvlietdam Zandkreekdam Veerse Gatdam Grevelingendam Brouwersdam Stormvloedkering Oosterschelde St. Philipsdam aro/bion De Deltawerken. Nederland en de ze de trechter van de zuidelijke Noordzee wordt door de storm tot ongekende hoogte opgewaaid. Kort na 24.00 uur wordt in Vlissingen 3,10 m vastgesteld, ongeveer drie uur voor het tijdstip van de lage springvloed. Om 03.24 uur is de opwaaiing nog 2,60 m en het peil komt op de nieuwe recordhoogte van 4,55 m plus NAP. Terwijl het sneeuwt zijn dan al op verschillende plaatsen de dijken bezweken. De meeste mensen worden door het met grote kracht binnendrin gende water verrast. Waarschuwen is er in veel gevallen niet bij. Voor de zoveel ste maal in de geschiedenis zijn grote delen van de Delta door het water ver zwolgen. Dijkbreuken De vernieling voltrekt zich binnen zes uur, in complete duisternis. Veel dijken breken zonder dat iemand het tijdig merkt. Coupures (doorgangen in een dijk die met planken of een deur kunnen worden afgegrendeld) worden niet ge sloten. Buitenhaventjes vormen extra zwakke schakels. Binnendijken, bedoeld als tweede waterkering, houden niet stand. Het volgende hoogwater, op zon dagmiddag 1 februari, maakt de cata strofe nog groter. De zeeweringen raken over een lengte van 187 kilometer (ern stig) beschadigd. Er blijken 89 stroom- gaten te zijn. Mondjesmaat sijpelt de ernst van de situatie door en groeit het besef dat er vele mensen in groot gevaar verkeren. In het Noordzeegebied vallen ongeveer 2300 doden, waarvan volgens de offici ële lijst 1835 in Nederland. Aan de oost kust van Engeland, met name Essex, ko men 307 mensen om. Zeeland heeft 873 slachtoffers te betreuren, waarvan 525 op Schouwen-Duiveland (91 in Ouwer kerk, 289 in Nieuwerkerk); in Zuid-Hol land vallen 686 slachtoffers, waarvan 481 op Goeree-Overflakkee (305 in Ou de Tonge); Noord-Brabant telt 254 slachtoffers; in de rest van het land ko men 22 mensen om het leven. Uit het rampgebied moeten 72.500 mensen wor den geëvacueerd. Er verdrinken 20.000 koeien, 12.000 varkens, 1750 paarden, 165.000 stuks pluimvee en 2750 stuks kleinvee als schapen en geiten. Ruim 47.000 gebouwen worden bescha digd. waarvan 10.000 zeer ernstig of on herstelbaar. Herstel van de schade komt op zeker 1,5 miljard gulden; alleen al voor de landbouw is 400 miljoen nodig. Een oppervlakte van 136.512 ha komt onder water te staan en 16.815 ha raakt drassig. In Zuid-Holland hebben dijk doorbraken samen een lengte van 17,5 km, in Noord-Brabant 6,7 km en in Zee land 17,7 km. In Zeeland hebben Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen het minst te lijden. Schouwen-Duiveland is het zwaarst ge troffen; behalve de duinen en een gebied in het centrum loopt het hele eiland on der. Van het eiland Tholen (waar het kleine Stavenisse 153 doden telt) ver dwijnt ruim de helft onder water; van Sint-Philipsland blijft 10 procent droog. Van Goeree-Overflakkee verdwijnt 82 procent onder de golven. In West-Bra bant lopen gebieden langs de Eendracht, Volkerak en het Hollandsch Diep onder. Sommige polders blijven als door een wonder op het nippertje gespaard. Zoals bij Colijnsplaat op Noord-Beveland, bij de stad Tholen en de Kattendijksedijk bij Goes. Veel slachtoffers vallen door instortende huizen, zowel bij de eerste als de tweede vloed. Aanvankelijk met de moed der wanhoop komt het redding- werk op gang. Vissers bewijzen met hun boten onschatbare diensten. Pas in de loop van maandag 2 februari ontstaat enig zicht op de omvang van de ramp en komt de hulpverlening meer gecoördi neerd op gang. Ook het buitenland springt bij. Nederland houdt de actie Beurzen open. Dijken dicht. Na het redden van men sen krijgt herstel van de dijken voorrang. Op 6 februari is de Klaas van Steenlandpolder op Tholen als eerste weer droog, twee maanden later zijn de meeste pol ders aan de invloed van de zee onttrokken. Be halve de vier gebieden achter grote stroomgaten, w aarvan dichting veel tijd kost: Bath, Kruiningen, Schelphoek (Schouwen) en Ouwerkerk. De ervarin gen opgedaan bij het dichten van de ge bombardeerde zeeweringen op Walche ren in 1945/46, komen goed van pas. Caissons blijken onmisbaar te zijn. In de nacht van 6 op 7 november kan als laat ste het Brokkengat bij Ouwerkerk wor den gesloten. Nederland volgt de opera tie via het radioverslag van Jan de Troye. Rouwverwerking Er is weinig ruimte voor rouwverwer king. Commissaris De Casembroot zegt: „Të veel ontroering is niet goed. Daar slijt een mens van. Dat kost kolen." De Zeeuwse wapenspreuk 'Luctor et emer- go' is leidraad. Versterking van de zee weringen wordt, in tegenstelling tot de periode vóór de Februariramp, snel aan gepakt en het Deltaplan van 12 miljard gulden op poten gezet, met de storm vloedkering in de Hollandse IJssel (1958) als begin, de stormvloedkenng in de Oosterschelde 1986) als hoogtepunt en de stonnvloedkering in de Nieuwe Waterweg (1997) als sluitstuk. De zee in Zuidwest-Nederland lijkt te zijn bedwongen. Voorgoed? In 1976 reikt het waterpeil in Vlissingen tot 3,94 m plus NAP en in 1990 tot 3,84 m. De geschiedenis leert dat stormvloeden elke eeuw optreden. Dat zal ook in de 21e eeuw zo zijn. RINUS ANTONISSE

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2003 | | pagina 1