Aart Klein, fotograaf
WATERSNOOD 1953
Zaterdag 25 januari 2003
Aankomst van een helikopter met evacués in Zierikzee.
:hten de dijk bij Fijnaart.
Haringvlietdam in aanbouw. foto-s aart klein/nfa
'Ik wou mijn paard nog redden, het was zo'n
goed beest, maar toen kwam het water brullend
aan', vertelde de man die door de helikopter
van de RAF was gered aan de verslaggever van
De Spiegel Ik kon mijn huis niet meer halen en
ben bij de buren naar binnen gevlucht, maar ik
wou weg, naar mijn vrouw.' 'Ik was zo bang', zei
zijn vrouw, 'maar hij is toch gekomen, op een
deur. Maar de eerste keer viel hij eraf, ik dacht
dat hij verdronk.'
Televisie was er in 1953 nog niet. De ramp
was het toneel van de radio en de kranten, de
geïllustreerde weekbladen en het wekelijkse
Polygoon-bioscoopjournaal. De complete re
dactie van De Spiegel, het christelijke nationaal
weekblad, was ervoor uitgerukt samen met de
fotografen van het Amsterdamse bureau Parti-
cam, Maria Austria, Henk Jonker en Aart Klein.
De ploeg verslaggevers en fotografen ver
spreidde zich over de Zeeuwse- en Zuidhol
landse eilanden. Aart Klein probeerde Tholen
en Schouwen-Duiveland via Brabant te berei
ken. Die eerste nacht kwam hij in het getroffen
gebied met een militaire hulpcolonne en zag de
ramp in Fijnaart en Heijningen in Brabant,
waar het opgezweepte water uit de zeegaten
Grevelingen en Haringvliet de dijken had ge
broken.
Hij maakte zijn eerste foto van een ploeg mili
tairen, die in de nacht een gat in de dijk pro
beerde te dichten. De volgende dag zag hij de
schade van het ondergelopen land, de verwoes
te huizen en boerderijen en het verdronken vee.
Pas een paar dagen later lukte het hem naar
Zeeland over te steken en bereikte hij Zierik
zee, waar de evacuatie van Schouwen-Duive
land werd gecoördineerd. Hij fotografeerde het
reddingswerk van helicopters van de RAF, die
drenkelingen uit de ondergelopen polders haal
den.
De verbindingen met het achterland waren
slecht, mogelijkheden om foto's te verzenden
waren er nog niet. Het weekblad bracht het ver
slag van de ramp pas in het nummer van 14 fe
bruari, ingehouden, voorzien van de medede
ling: 'Al te dramatische foto's hebben wij ge
meend niet te moeten publiceren.'
Een maand later keerde Aart Klein weer voor
De Spiegel naar het rampgebied terug om de
schade vast te leggen, het bergingswerk en het
begin van het herstel. Hij concenteerde zich op
Stavenisse op het zwaargetroffen eiland Tholen
en fotografeerde hoe lichamen van slachtoffers
werden geborgen en per boot afgevoerd en ka-
daverploegen in de dorpen en polders verdron
ken vee opruimden. Bij de veerhaven van Zijpe,
op Schouwen-Duiveland, trof hij een noodbe-
graafplaats, waar de doden op rij waren begra
ven, onder eenvoudige houten kruizen, met
soms niet meer dan een opschrift 'Onbekend
Meisje'.
Wat er in Zeeland was gebeurd bleef Klein
fascineren. Hij werd later de belangrijkste foto
graaf van de wederopbouw van het land en van
de Deltawerken, het grootse complex van dijk
verhogingen en afsluitingen van zeegaten dat
een herhaling van de ramp voor eeuwig moest
voorkomen. In 1966 fotografeerde hij een gi
gantisch complex van grillig vormgegeven be
tonnen elementen, het waren onderdelen van
de dam die het Haringvliet zou afsluiten.
Willem Ellenbroek
De foto's van Aart Klein zijn onderdeel van de tentoonstelling
'De Ramp van '53. gezien door het oog van de media'. Neder
lands Fotomuseum, Rotterdam, tot en met 9 maart
Opruimen van kadavers in Stavenisse.
Op Tholen.
Stavenisse
Noodkerkhof bij Zijpe.
sife..