Watersnood aan Haven 15
De Watersnood in 1953
Naar veiliger oorden
Maassluizers in Stavenisse tijdens de ramp
Herdenking Watersnoodramp 1953
Als jong zeemansgezin woonden
we, zoals gebruikelijk in die tijd, in
bij de familie De Bruin, rustend
banketbakker, op Haven nr. 15. Ons
gezin telde drie personen, waaron
der ons kleine zoontje. Wij woon
den op de eerste verdieping; bene
den woonden de heer en mevrouw
De Bruin en hun oude moeder, des
tijds ruim 90 jaar.
Op 29 januari, dus twee dagen voor
de watersnood, was Jacques ver
trokken voor een reis van vier
maanden met het m.s. 'Annenkerk'
naar Japan.
Op de eerste zaterdag daar
na, 31 januari, stak een zwa
re NW-storm op. Binnen de
kortste keren stond het wa
ter op de kade, een span
nend gezicht vanuit de er
ker; voor mij en ons jonge
tje van 1 jaar. Maar hoe ge
vaarlijk de situatie zou wor
den werd niet duidelijk. TV
bestond nog niet, ik had
geen radio en geen telefoon.
Meneer De Bruin, geboren
en getogen Maassluizer, die
snel doorhad dat dit niet een
gewoon hoogwater werd,
waarschuwde met de histo
rische woorden: 'Het wordt
gevaarlijk, het water stijgt
over de vloed heen', en
kwam in actie Eerst zijn
vrouw en schoonmoeder
naar de eerste verdieping.
Samen met hem kolen ge
schept om onze kachel
brandende te houden, wat
levensmiddelen uit de al
half ondergelopen kelder
gehaald en al wat belangrijk
was van beneden naar bo
ven gebracht. Voor- en ach
terdeur werden opengezet,
zodat het water vrij kon
doorstromen om druk op
deuren en muren te voorko
men. Totdat het ijskoude
water tot kniehoogte stond
werkten we door. Het licht was al
uitgevallen, een luguber gebeuren,
zeker toen een houten fruitschaal
met ingebouwd muziekmechaniek
in het donker vanuit de kamer
kwam aandrijven, onderwijl een
vrolijk wijsje spelend.
Weg konden we niet meer, wel kre
gen we onverwacht versterking.
Naast ons huis bevond zich toen de
kolenopslagplaats van Van Heyst.
Toen ik in de keuken kwam hoorde
ik buiten roepen, op het dak van zijn
opslagplaats zat Van Heyst, die
daarheen was gevlucht na een po
ging zijn paard van de verdrin
kingsdood te redden. Via het keu
kenraam loodsten we hem met be
hulp van een ladder naar binnen.
Met z'n zessen opgesloten op de
eerste verdieping konden we alleen
maar afwachten of het huis het zou
houden bij het terugstromen van het
water bij het volgende ebtij. De
oude moeder begreep niet-veel van
wat er gebeurde en meldde dat ze
het nu wel tijd vond voor haar
avonddrankje: geklutst ei met cog
nac!
Tegen de ochtend zagen we aan de
traptreden dat het water - dat bijna
een meter hoog in de benedenver
dieping stond - langzaam ging zak-
Het prachtige pand Haven 15, woning van de vroe
gere reder Gaasbeek. Foto: Rien Luijten)
ken, maar het bleef op een halve
meter steken. Met het daglicht
kwam er ook hulp, roeibootjes
haalden oude mensen, zieken en
kinderen op. De oude moeder en
ons zoontje, voorzien van naam
kaartje en adres, werden naar fami
lie achter de dijk gebracht. Van
Heyst waagde het erop om op eigen
gelegenheid te vertrekken en wij
moesten blijven tot het water de
volgende dag gezakt was.
Tot zover het verslag van mijn
vrouw Gerda, want ik zat op zee.
Onderlussen was de 'Annenkerk'
op weg naai- Genua. Via Radio Hol
land ontving de marconist de ver
ontrustende berichten: dijkdoor
braken en grote overstromingen,
hoofdzakelijk Zeeland. Zondag
avond kreeg ik een telegram: 'alles
wel, overstromingen geweldig'.
Overstromingen in Maassluis? Zijn
de vloedplanken dan te laat opge
zet? Duidelijk dus dat ik geen idee
had wat er zich thuis had afge
speeld.
Bij aankomst Genua lag er een brief
van thuis met het verslag van de
spannende dagen. De watersnood
had ook in het buitenland diepe in
druk gemaakt. Her en der werden
geld en goederen ingeza
meld, ook in Italië. De dag
na onze aankomst zou er in
heel Italië een straatcollecte
worden gehouden. Dat
bracht onze stuwadoor op
een idee: Was er iemand aan
boord van ons schip die een
verhaal kon vertellen, over
wat familie in het over
stroomde gebied was over
komen? Die avond zou een
radioprogramma worden
uitgezonden over Radio Ita
lia ter voorbereiding van de
collecte. Een verhaal had
ik, maar niet in het Itali
aans. Geen bezwaar, het
zou worden vertaald en ik
hoefde het alleen maar voor
de microfoon op te lezen.
De volgende dag kwamen
tientallen Italianen hun me
deleven betuigen met de
verschrikkelijke dingen die
vrouw en kind waren over
komen. Ik werd wat ach
terdochtig. Zo levensbedr
eigend was het toch niet ge
weest. Ik vroeg een Hollan
der van ons agentschap het
Italiaanse verhaal te verta
len en toen bleek dat mijn
oorspronkelijke verhaal ge
weldig was aangedikt.
Vloedgolven die dwars
door het huis spoelden,
doodsbenauwde bewoners,
die het instorten van het huis af
wachtten, een bijna verdronken
kind. het was angstaanjagend, dra
matisch. Protest bij de man die de
Italiaanse versie had opgesteld
werd weggewuifd: 'Italianen wil
len groot drama horen, dat maakt
indruk.' Dat de werkelijkheid zwaar
overdreven was zou de opbrengst
van de collecte alleen maar sterk
vergroten.
Wat de inzameling heeft opge
bracht heb ik nooit gehoord, maar
een ding wist ik sindsdien: Een Ita
liaans verhaal moet je met een hele
schep zout nemen.
Barendrechl
J. van der Hidde
Afsluitingen legen de wateroverlast langs de Haven bij de Zure Vissteeg. (Foto 's: Archief HVM)
De vloedplanken aan de Taanstraat, gezien vanaf de Havenkom met links 'De Put' en rechts te slopen panden.
In de huiskamer van de Willem de
Zwijgerstraat 20 speelt de kleine
Keesje Leune met een plastic au
tootje. Dat is zijn herinnering aan
de Ahoy-hallen en aan de laatste lo
geerpartij bij grootmoeder in Stave-
nisse. Daar, in het geweld van ork
aan en stormvloed zijn een paar
stukjes speelgoed van de driejarige
peuter verloren gegaan. Dat is - ge
lukkig - vrijwel het enige, dat het
kind weet te vertellen van de ge
beurtenissen in Stavenisse. Het
speelt weer in de kamer en weetniet
van de talloze doden, van de rouw
en het verdriet.
's Zaterdagsmorgens was Keesje
met zijn vader A.J. Leune uit Maas
sluis en zijn moeder naar grootva
der en grootmoeder gegaan, die in
de Voorstraat te Stavenisse wonen.
Grootvader, 74 jaar oud, had daar
een kruidenierswinkel.
Om kwart over twaalf ging men te
vreden naar bed. Het stormde be
hoorlijk, maar niemand dacht aan
gevaar en toen om twee uur de sire
ne loeide, was de ontsteltenis groot.
'Gevaarlijk hoog water', was het
alarmerende bericht. De heer A.J.
Leune uit Maassluis, die zeifin Sta
venisse geboren is, liep direct naar
de haven. Die was boordevol water
en er werd al met zandzakken ge
sjouwd.
Het 'Nieuwlandje' stond blank,
maar niettemin steeg het water in de
haven weer snel. De kleine ka bij de
sluis kon de druk niet meer weer
staan en werd ingedrukt. Toen
spoelde het eerste huisje van Stave
nisse de polder in. Niemand wist
wat er nog volgen zou.
Maar de onrust was er.
In allerijl begon de familie een en
ander op te ruimen en boven te
een dijk en toen was de Scheldepol-
der het slachtoffer. Dit betekende
dat een groot deel van het dorp on
der water kwam te staan. En hoe!
Een verschrikkelijke vloedgolf
wieip zich op het dorp en vernielde
De leden van de familie Leune, die geïsoleerd waren in het huis in de
Stavenisse. Keesje is nog een beetje bedremmeld. Fotoherkomst.
brengen, de oude moeder werd bij
familieleden in veiligheid gebracht.
Tien minuten later brak er opnieuw
de Kerkweg. Ook in de Voorstraat
beleefde men angstige momenten.
Binnen een kwartier stond het wa-
Maassluis, zaterdag 31 januari
1953
Er waait een harde wind uit het
zuidwesten. Echt koud is het niet.
In de loop van de dag ruimt de wind
naar het westen, naar het noord
westen. Het is springvloed, de wind
neemt toe, ja zelfs tot storm. Het
water in de haven komt steeds ho
ger, dat zal wel weer over de kades
gaan stromen, de vloedplanken lig
gen klaar, gemeentewerken is pa
raat. Veel mensen gaan, zoals altijd,
kijken naar het hoge water. Maar
het water komt steeds hoger, steeds
verder. Het Stort, de Fenacoliu-
slaan, de Taanstraat, ja de oude ge
dempte Zuidgeer beginnen vol te
lopen. Je kijkt je ogen uit, ongelo
felijk wat een water. De wind blijft
maar gieren, het water komt tot aan
de kruin van de Dijk. Ik meen dat
zelfs de KW-laan niet helemaal
droog blijft. Dit is nog nooit voor
gekomen.
Wat er nu gebeurt had ik nog nooit
gezien. Ik denk niet dat veel men
sen toen al het gevoel hadden dat
zich een grote ramp in zuidwest Ne
derland aan het voltrekken was. In
de late avond heb ik nog geprobeerd
bij Jan Eijsberg in zijn bakkerij (nu
een stuk van het Gemeentemuse
um) de elektromotoren van de
deegmachines los te maken, om ze
te behoeden voor het zoute water,
maar nee, dat lukte niet, het water
steeg veel te snel daar onder aan de
Zuiddijk. Afwachten maar wat er
verder zou gaan gebeuren.
Veel rust had je die nacht niet. De
volgende morgen, zondag 1 febru
ari, zullen er wel weinig kerkgan
gers geweest zijn. Velen gingen kij
ken naar de aangerichte ravage, nog
veel meer mensen waren bezig hun
bezittingen te inspecteren, te red
den wat er nog te redden valt, het
water weg te pompen, dat ging ook
met emmers. Het water stond nog
steeds erg hoog, maar was al een
heel eind gezakt. Ik herinner mij dat
op de Fenacoliuslaan nog behoor
lijk wat water stond, daar bleek ook
helaas een slachtoffer gevallen te
zijn, achteraf gelukkig maar het
enige in Maassluis. Later, veel later,
bleek dat de ramp, want dat was het,
ongeveer 1.850 slachtoffers had
geëist, afgezien van de enorme ma
teriële schade.
De Maassluise brandweer, ge
meentewerken, gemeentelijke
energiebedrijven, kortom iedereen
ging of was aan de gang om op te
ruimen, te herstellen, het leven zijn
normale gang te laten gaan.
Er moest heel wat geïmproviseerd
worden, want over rampenplannen
had men in die tijd nog niet ge
hoord. Ik geloof dat 'het Stadhuis',
de organisatie gehuisvest in de
Rode Villa in die dagen nog een
nieuwe moderne radio-ontvanger
aanschafte om beter de berichtge
ving te kunnen volgen, instructies
te ontvangen, etc. Ik herinner me
dat de communicatie van en naar
Zierikzee door een studiegenoot,
een radioamateur, onderhouden
werd.
Het hoge water had ook ons eigen
drinkwaterbedrijf bij de watertoren
bereikt en de bassins vervuild. Er
was dus weinig of geen drinkwater.
Ik werkte in die jaren veel met Flip
Quack, onze buurman, die geluids
installaties verhuurde. Zodoende
heb ik in een geluidswagen, een
Skoda, nogal wat keren rondgere
den om de Maassluizers te informe
ren in opdracht van het gemeente
bestuur, bijvoorbeeld over de
drinkwatervoorziening. Dat ging
met de middelen van die tijd. Een
geluidsversterker met stroom uit de
auto-accu, twee luidsprekers op het
dak en een oude opwind-grammo-
foon als draaitafel. U weet wel vijf
minuten opwinden en twee minu
ten muziek. Geen geluidsbanden,
laat staan cassettes, gewoon een 78-
toeren plaat en na twee of drie pla
ten de naald verwisselen en dan de
boodschap maar roepen. Gelukkig
werd er niet gecontroleerd op rijbe
wijzen, dat delict zal nu wel ver
jaard zijn.
De opbouw van de getroffen gebie
den werd voortvarend aangepakt.
Nederland wist nog wel hoe dat
moest, zo kort na de verwoestingen
van de Tweede Wereldoorlog. De
motivatie, de saamhorigheid was
groot. Weet u nog de actie op de ra
dio, Johan Bodegraven, beurzen
open, dijken dicht. De internationa
le hulp, noodwoningen, noodzie
kenhuizen, noem maar op. Ook
Maassluis veranderde, de Delta-
dijk, de toegang tot het Hoofd. Het
Deltaplan, afsluiten van de zeega
ten, verhogen van de zee- en rivier
dijken.
Zomaar wat herinneringen van een
oud-Maassluizer over de gebeurte
nissen van 50 jaar geleden.
Velsen-Zuid, december 2002
Piet van Rijn
ter tot aan het plafond.
De familie Leune bracht die nacht
op de bovenverdieping door, terwijl
het water tegen het plafond kabbel
de. Er was geen enkele zekerheid
dat het niet hoger zou komen. Zo
zat men daar bij
een, geslingerd
tussen hoop en
vrees, steeds 't
oog op het water
en uitziende naai
de redding die nog
niet kwam. Er was
geen licht, geen
water, geen voed
sel, men zat op de
rand van het bed
bij het licht van
een kaarsvlam
metje en de heer
Leune uit Maas
sluis liep van ka
mer tot kamer om
uit te zien.
Eindelijk brak de
dag aan. Er kwa
men roeibootjes
in het gezicht, be
mand met kerels
die werkten als
paarden om de
ergste gevallen te
kunnen helpen. In
het voorbijgaan
stelden zij de be
woners gerust.
'Eerst de noodge
vallen. Jullie komen aan de beurt.'
De noodgevallen. Dat waren de
boer en de boerin die heel die lange
nacht verkleumd in een telefoon
paal hingen; dat waren de mensen
in bomen en op de resten van stuk
geslagen huizen. Dat waren Sta
venisse bood een verschrikkelijke
aanblik die morgen en men moest
sterk zijn om te kunnen redden.
En eindelijk kwam het bootje dat de
familie Leune in veiligheid ging
brengen.
Maar er was zoveel nood, die nacht.
Ook in het bedreigde huis van de fa
milie Leune. De dorst was een vij
and die hen besloop en de kelen
droog maakte. Men at het enig eet
bare dat er boven te vinden was:
Appels, maar niet lang daarna was
de verfrissing uitgewerkt.
Het was vijf uur Maandagmiddag
toen er een einde kwam aan die
nacht die de familie Leune niet licht
vergeten zal.
Voorstraat te
onbekend)
Naar een krantenknipsel van fe
bruari 1953 uit een onbekende
courant en onbekende auteur.
Op de zaterdagmiddag van 31 janu
ari 1953, prinses Beatrix was jarig,
speelde ik buiten en hoorde dat het
springtij zou worden. Ons gezin
woonde toen aan de Fenacoliuslaan
en aan de achterkant keken we op
de woningen aan het Zandpad.
Omdat het al Hink stormde waren
ze van de gemeente, zoals gebrui-
Ruim 10 centimeter water stond er.
(Foto: Wim van der Stelt)
kelijk, bezig de vloedplanken aan te
brengen op de strategische plaatsen
om gezien vanaf de Haven de Taan
straat en de Havenstraat af te sluiten
om wateroverlast in de woningen
aan het Zandpad en de Fenacoliu
slaan te voorkomen. Banjerend
door het water bekeek ik het gedoe
allemaal. Het kwam wel vaker voor
dat dit gebeurde maar deze keer zou
het spannend kunnen worden.
Maar mijn vader dacht dat het wel
weer zou meevallen en we gingen
gewoon naar bed. Maar van diepe
rust was geen sprake want om twee
uur 's nachts belde de politie ons
wakker omdat het water al bij ons
het huis in stroomde. In eerste in
stantie via de kelder. Mijn broertje
Rob van 1 jaar, die evenals mijn
ouders beneden
sliep, werd bij mij
in bed gelegd want
ik sliep boven.
Mijn ouders pro
beerden nog te red
den wat er te red
den viel, maar het
was eigenlijk al te
laat. Even latei-
hoorden wij gerof
fel en bleek dat de
afscheidingsmuren
in de Havenstraat
onder de grote wa
terdruk waren be
zweken. Het water
steeg in ons huis
toen tot net boven
de schoorsteen
mantel.
Ons gezin heeft
toen samen met
mijn oma en mijn
tante Aad die bo
ven woonden van
af die bovenverdie
ping naar een rivier
in plaats van een
straat gekeken.
Slapen was er die
nacht niet meer bij.
Toen het licht werd zagen wij de ra
vage. Onze houten tuinbank hing in
de waslijnen van de familie Plaisier
aan het Zandpad en op het terrein
van kuiperij A. de Neeff lagen de
boomstammen her en der ver
spreid. Van de mooie houtstapels
met gezaagde delen die altijd op dr
ogen stonden was niets meer te be
kennen, alles was her en der weg
gespoeld. Die zondagmorgen van 1
februari 1953 zijnde bewoners van
de Fenacoliuslaan door hulpverle
ners uit hun huizen geëvacueerd
want in de huizen was het één grote
vieze moddertroep.
Zoals u op bijgaande foto ziet wer
den we naar veiliger oorden ge
bracht door hulpverleners uit de be
volking.
Mijn oma (Marie Kwak-van der
Hoest) wordt hier gedragen door de
heer Ruighaver en Paul 't Hart had
een wat lichtere last aan mij, toen
een jochie van acht jaar. Toen we
gehaald werden stond het water bij
ons in huis nog ongeveer een halve
meter hoog. Op de foto stond het
water nog zo'n tien centimeter
hoog. Mevrouw Huisman en de fa
milie Doelman keken ons toen na.
In het boek 'Mammoet op Zondag"
schrijft Maarten 't Hart dat, zodra
hij over 1 februari 1953 hoort pra
ten, hij onmiddellijk aan deze foto
moet denken.
Die zondag hebben wij met z'n al
len doorgebracht bij Piet en Coby
Zevenhuizen-Groenewegen aan de
Zuiddijk 34. Wij zaten er lekker
warm na alle geleden kou en heb
ben er ook nog heerlijk gegeten.
Onze kachel (een blanke kolen
haard) bleek, nadat het water was
gezakt, één bonk roest te zijn ge
worden. De haardenspecialist van
de firma Cats uit de Nieuwstraat
heeft 'm weer helemaal opgeknapt
en ook onze tuinbank, die in de
waslijnen hing, heeft nog jarenlang
dienstgedaan.
Maanden later raapte ik nog cokes
op uit onze tuin, die vermoedelijk
afkomstig was van kolenhandel
Van Gelderen die aan de Haven
straat/Haven was gevestigd.
Zomaar een kort relaas van de her
inneringen van een jochie van acht
jaar aan de rampdag 1 februari
1953.
Maasdijk, november 2002
Kees Koevoet
MAASSLUISE COURANT 7