Watersnood en watemood Watersnood Talmastraat 14 ËMMBi ioc no Mijn herinneringen aan de Watersnoodramp Herdenking Watersnoodramp 1953 MAASSLUiSE COURANT DeSchakSil --. r Pagina 3 Zaterdag 31 januari 1953 In de namiddag brachten mijn vriendin en ik de kranten rond. Zij had haar wijk in en rond de Fenaco- liuslaan. Het was slecht weer, we moesten via de Havenstraat naar het Zandpad en dat ging met enig klimmen over de vloedplanken maar net. Zondag, 1 februari 1953 Benedendijks hadden we niet zo snel in de gaten wat er die nacht aan de hand was. Wij sliepen aan de achterkant, en toen we opstonden en beneden kwamen werden we door een van de buren op de hoogte gebracht van de situatie. 'Ja' zei mijn oma die aan de voor kant sliep, 'Ik heb wel veel gerij ge hoord vannacht.' In 1953 was er op de Zuiddijk nog weinig verkeer, ze ker 's nachts. Zij was niet nieuws gierig genoeg geweest om te gaan kijken wat er gebeurde. We zagen inderdaad dat een aantal auto' s van garage Wijnands uit de Taanstraat in veiligheid was ge bracht boven op het Rioolgemaal. In de loop van de morgen kwam een oom van mij met z'n zoon uit Naaldwijk, om te kijken hoe de toe stand was en of er een helpende hand geboden kon worden. Het water was intussen op een be hoorlijk hoog peil gekomen, dus was er grote angst dat het over de dijk zou komen. Af en toe gingen we boven op de dijk kijken. We liepen tot bijna aan de Taanstraat, verder konden we niet. Hoogwater was niet helemaal vreemd voor ons. Het gebeurde re gelmatig en dan was je allemaal te vinden rond de Haven. Mijn moeder had kennissen wonen op het Zandpad. Maarten Degel ing was een collega geweest van mijn vader bij Kuiperij De Neeff. Zij no digde de familie uit om bij ons te komen. Mevrouw Degeling kwam met een paar kinderen bij ons in huis, ze bleven ook slapen. Maarten bleef met de oudsten in hun huis en zij sjouwden alles naar boven. En ze bleven er om de boel in de gaten te houden.De mensen kwamen met een bootje naar de Fenacoliuslaan, om droge voeten te houden. Soms kwam Maarten ook een hapje bij ons eten. Er kwam ook waternood, de men sen zaten zonder leidingwater. Daar was ook weer een oplossing voor gevonden. Je ging gewoon met een emmer naar Van der Horststraat 2 en die emmer werd dan vanuit de regenput gevuld. Allemaal kregen ze maar één emmer. Er waren uit zonderingen, in een van de gezin nen was juist een baby geboren, de kraamhulp mocht dan nog wel een keer extra komen. Het water moest via gang, kamer, keuken en serre achter op de plaats geput worden. De regenput leek on uitputtelijk toen. In de kamer moest je dan langs ons dressoir, daar sneuvelde wel eens een sleutel. Van een van de deurtjes. Ook moest af en toe de dweil eraan te pas komen. Het was niet onge zellig, al kreeg je niet altijd de kans om rustig te eten. Mijn moeder had dagwerk aan het waterputten, ze stonden soms in de rij. Ze heeft er vast een putelleboog aan overgehouden. Van sommige mensen kregen we wat fruit of lekkers en van sommi gen een kwartje, dat was natuurlijk helemaal niet nodig. Het was voor ons gewoon burenhulp. Toen het waterpeil gedaald was, en de huizen weer schoon, ging de fa milie Degeling weer weg, het werd ineens wel stilletjes in ons huis. Er werden ook mensen geëva cueerd uit Zeeland en de eilanden, sommigen waren alles kwijt. Er werd een inzameling van kleding, LUCTOR ET EMERGO J. Peters v.ö. uorststr Maassluis. WATERSNOOD 1953 1E DAG VAN UITGIFTE dekens, linnengoed enzovoort ge start. Alles moest worden gesor teerd en daarna verdeeld. Mijn moeder hielp daar ook bij. Alles vond plaats in de Dijkschool, op de Zuiddijk boven aan de Afrol.Het was een zware tijd voor veel men sen, je ervoer toen wel hoe hard je elkaar nodig kunt hebben. Na de Watersnood kwamen er aller lei acties met inzamelingen op gang. Het Koningin Wilhelmina Fonds verzorgde een speciale actie met de verkoop van doosjes lucifers voor de prijs van drie Nederlandse centen. Een afbeelding van zo'n doosje treft u hierbij aan. Weet u het ook nog? Ook verscheen er nog een postze gel, brieftarief toen 10 Nederlandse centen, met een toeslag van 10 cent voor de slachtoffers van de Water snoodsramp en uiteraard ook een eerstedagenveloppe met speciaal stempel. Van beide treft u hierbij een afbeelding aan. Dit verhaal geeft weer wat ik me van de Watersnood 1953 herinner als veertienjarige. Maassluis, januari 2003 Jo Luijten-Peterse (Afbeeldingen uil eigen collectie) WATERSNOOD 31 januari 1953. Het leek een ge wone zaterdagavond, met veel wind en regen, dat wel, maar niet zo erg datje ervoor thuis zou moeten blijven. Ik ging dus gewoon naar Vlaardin- gen. Maar toen ik terugkwam bleek mijn pad versperd. Ik kon niet meer via de Kippenbrug (waar nu de Koe- en Paardbrug ligt) over de Ha ven naar het Stort. Ik moest een grote omweg maken over de Fenacoli uslaan en de Zuid dijk, Hoogstraat, Noorddijk naar huis. Het gebeur de dikwijls dat het water over de Ha ven spoelde en dat was op dat mo ment dus eigen lijk niks bijzon ders. Thuisgekomen hing ik mijn natte loden jas op een stoel te drogen en m'n flatjes (schoenen) eron der, dan was de andere morgen al les weer droog, dacht ik. Dus ik naar boven om lekker te gaan slapen, want ik Na de ramp. was toch wel moe na die grote om weg. Nou, dat slapen was maar van korte duur want toen ik net sliep, om één uur 's nachts, werd ik ge roepen door mijn vader. Het water stroomde naar binnen en stond al tot aan de vierde tree van de trap. Mijn vader zette nog wat stempels (dwarsbalken) tegen de voordeur en dat was geen overbodige luxe want water en wind dreunden angstaanjagend. Nu we niet bene den konden blijven moest er wat te eten bij elkaar worden gesprokkeld. Nou, de pakjes margarine kwamen al aandrijven en de juspan was nog droog evenals het brood. Dus we hoefden de eerste tijd geen honger te lijden. Toen was het wachten op het zak ken van het water met angst en wanhoop in het hart. Gelukkig slie pen we boven en konden we naar bed. Maar op een gegeven moment kreeg mijn zus Adri het op haar heupen en wilde naar de wc. Ze zat al halverwege de trap en we moes ten haar al tegenspartelend ophij sen met de angst dat we haar niet konden houden, maar het lukte ge lukkig. Ze begreep er niets van. Het enige wat ons nu te doen stond, was wachten op de ochtend en het zakken van het water. Toen het zover was kwam Arie van Vliet (van de politie) om te kijken hoe het met ons was. De waterstand was toen gelijk met onze kamer vloer en nu konden we eindelijk poolshoogte gaan nemen. Mijn zus Joost wilde ook mee naar beneden maar moest eerst haar kaplaarzen nog aantrekken want ze wilde geen natte voeten in dat koude water. Nou, die droge voeten hield ze niet, want bij het eerste verdwenen vloerluik ging ze kopje onder de kruipruimte in. Inmiddels zakte het water steeds verder en konden we de luiken er weer op leggen. Nou dan kun je be ginnen, maar waarmee? Eén grote rotzooi in huis. Je wist niet waar te beginnen. Ge lukkig hadden we gewoon zeil op de vloer en niet dat luxueuze par- ketgedoe, maar alles moest er wel af. Je had er niks meer aan. Wat ons in die tijd opviel was de steun van de mensen om je heen. Ik kreeg zelfs ongevraagd vrije dagen van m'n baas om onze puinhopen op te mimen. Gelukkig scheen de zon de volgen de dag en legden we alles te drogen op het kippenhok waar heel zielig de barnevelders en de kalkoen wa ren verdronken. Het waren miserabele dagen met toch een typisch gezellige sfeer met hard werken, teuten en koffieteu ten. Dit is mijn rampverhaal. Aja de Boer-Slagboom Hei gezin van Joost Slagboom, wethouder van Maassluis, voor Talmastraat 14 in betere tijden. (Foto: Collectie Aja de Boer-Slagboom Zaterdag 1 februari 2003 is het 50 jaar geleden dat Nederland werd getroffen door de Watersnoodramp. In dat kader heb ik mijn herinnerin gen op papier ge zet. Door mij ge maakte foto's vor men de rode draad van dit relaas. Die avond was ik op een verlo vingsfeest van Lou Vreugdenhil en Truus Marcus, Lou was een broer van mijn vriend Guus en zodoen de was ook ik uit genodigd. Het feest werd gevierd in de woning van de ouders van Tr uus, die toen bo ven de Nutsspaar- bank in de Korte Boonestraat woonden. Tijdens het feest had ik een aantal foto's gemaakt en dat gaf altijd de nodi ge hilariteit. Flitslicht maakte ik al tijd met zakjes magnesiumpoeder die ik liet ontploffen om een goede foto te maken. Dat had ik geleerd van de heer Oberreiter bij wie ik toen werkte. Tegen twaalf uur, op de avond van 31 januari 1953 liep ik de Breede Trappen op om door de Schans naar het Stort te gaan. Boven aan de dijk nummer 6 woonde. Het stormde en toen ik om de hoek keek, bij Van St- rijen de melkboer, stond het water al in de Keucheniusstraat. Maar ik De weggespoelde huizen in de Piersonstraat. De boog van het poortje rechts is nog juist te zien alsmede deantieke brandweerwagen. (Foto: Aad Sluijter) gekomen zag ik dat mij dat niet meer zou lukken. Het water stond daar al flink hoog. Toen ben ik maar langs de Noorddijk via de Stortweg (toen nog A.E. Maasstraat) naar het Mackayplein gelopen, waar ik op Van slapen kwam die nacht niet veel, het was erg beangstigend. We gingen af en toe beneden aan de trap kijken tot hoe hoog het water was gekomen. We schenen met de zaklamp, want de elektriciteit was uitgevallen. Toen het waterpeil niet meer steeg, dachten wij dat het water over de dijk was gegaan. Bij de buren van nummer vier was door de storm de schoorsteen naar beneden geko men. De buurvrouw van nummer acht moest zo nodig naar de wc, dat ze haar behoefte maar op de Libel- Ie heeft gedaan en dat uit het raam gegooid. Dit hoorden we natuurlijk pas naderhand. Op het Stort, in de Piersonstraat, waren twee huizen weg-gespoeld. Daar heb ik nog foto's van gemaakt. Ook van het hoge water in de pol der, achter de Rode Villa op het Schanshoofd. Op zondag 1 februari 1953 maakte ik die foto en ook een van het leegpompen van de kelders in de Taanstraat. 's Maandags ging ik naar het huis van mijn baas de heer Oberreiter, die naast het runnen van zijn zaak, een meubel-stoffeerderij. ook de te ken- en schilder-kunst beoefende. Op de Fenacoliuslaan waar hij woonde en zijn zaak had, was het water ook tot flinke hoogte geko men. Op de foto hieronder kunnen we op de muur zien hoe hoog het water gestaan heeft. Voor de meubelstoffeerderij brak Op het stort, drinkwater halen bij de tankwagen Foto: Aad Sluijter) was gelukkig met droge voeten thuisgekomen en kroop snel in bed. Ongeveer een uur later werd er hard gebeld en gebonkt op de voordeur. Het was Han van Strijen. Hij liep heel de straat af om iedereen te waarschuwen voor het hoge wa ter. Het water stroomde inmid dels de huizen al binnen. We brach ten snel wat kleine dingen naar bo ven, maar de rest was niet meer te redden. Het water kwam al tot onze knieën. Boven ge komen hoorden we de haard in de woonkamer, die 's nachts altijd op een laag pitje stond, sissen. Ook hoorden we in de kelder de weck flessen tegen el kaar tikken. Het pand van baas Oberreiter aan de Fenacoliuslaan. Op de muur is duidelijk te zien tot hoe hoog het water daar heeft gestaan. (Foto: Aad Sluijter 's Morgens zagen we de ravage. Het water had ongeveer 75 centimeter in de kamer gestaan, maar nu was het ook in ons huis weer eb. De in houd van het riool was mee naar bo ven gekomen; bij de wc zag het er niet al te best uit. Gelukkig hadden wij de deuren dichtgehouden. Bij de buren van nummer vier zat de in houd van de wc tegen de muren. De meubels hadden ook in het water gestaan. We hebben eerst de vloer bedekking uit de woonkamer ges loopt en het water met emmers uit de kelder gehaald. Er was geen drinkwater die dag. Bij een tankwagen die bij ons op het plein kwam, haalden we emmers water. een drukke tijd aan. Meubels die onder water hadden gestaan, moes ten geheel worden afgesloopt tot de Het pompen aan de Taanstraat gezien vanaf de Fenacoliuslaan, links gebouw 'Sursum CordaFoto: Aad Sluijter) houten romp. Het zoute water had alles aangetast, alles moest dus op nieuw gestoffeerd worden. Er wa ren ook mensen die hun meubels lieten drogen bij de stomerij. Die meubels kwamen weliswaar droog terug, maar al spoedig waren ze weer vochtig vanwege het zout, dat er ingetrokken was. Bij ons thuis moest ik ook alle meu bels afslopen en opnieuw stofferen. Zelfs de fietsen die in de schuur achter het huis stonden, zijn hele maal uit elkaar gehaald, dit deed Jan van der Vaart. Het duurde nog maanden voordat alles weer in de oude staat terug was. We hebben nog wekenlang op de plankenvloer gelopen. M'n vader hield z'n klom pen zelfs binnen aan. Ik kan me nog herinneren dat een aantal gezinnen uit het overstro mingsgebied in Maassluis kwam wonen. De meeste van deze gezin nen zijn inwoners van Maassluis gebleven. Doordat we snel alle sporen die het zoute water in huis had achtergela ten hadden weggewerkt, liepen we het verzekeringsgeld mis. De be kleding van de stoelen en fauteuils hadden we uitgewassen en weer ge bruikt bij het stofferen. Maanden later hoorde mijn vader tijdens zijn werk bij de Verenigde Touwfabrieken (VT), dat er nog een mogelijkheid bestond om schade te claimen. Hiervoor moest hij een halve snipperdag nemen en hele maal met de trein naar Rotterdam gaan. Een tijd later kregen we daardoor nog een pakket thuisgebracht. Het was een soort Rode Kruis pakket, met lakens en andere huishoudelij ke artikelen. Het pakket kwam op dat moment goed van pas, want mijn moeder was zwanger van mijn jongste zus. Aad Sluijter Deze twee aan elkaar geplakte foto 's geven de situatie bij de Rode Villa en de spoordijk weer. (Foto: Aad Sluijter)

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2003 | | pagina 2