God was even niet thuis
DE RAMP
trS
Het begint met een windveld aan de oostkust
van de Verenigde Staten, op 26 januari
1953. Het windveld bij IJsland vormt een nieuw
lage drukgebied. Dat weersysteem begint steeds
sneller rond te tollen en buigt op vrijdag 30 ja
nuari dreigend zuidoostwaarts af. Een giganti
sche zuil vochtige lucht omringd door een mas
sieve muur van wind groeit uit tot een orkaan
achtige noordwesterstorm die in Schotland mil
joenen bomen ontwortelt.
Willemstad
reageert snel
BN DeStem
Vrijdag
24 januari 2003
©Krimpen a/d IJssel
iRhoon
kbbèn broek
'oorTugaaf
Helleyoetsluis 21
PUTTEN
'Zuidland
ioudswaard
HOEKSCHEWAARD
-I Grevelingen
Ellemeetj o ~i
Middeiharnis i
OVERFIAKKEE
iumansdorp
brouwershaven
^Ufcloordgouwe
Strijen
SCHOUWEN
Serooskerkt
Laije Zwaluwe
S Dén Bommel
reron9e..y _j
•I
luiytbngg ooIIgeiwpiBsi 1
laafnsdonk
Moerdijk
<werve J
IVELAND
/L
Heijningen:
I'landsiNT.
Fijnaart
Zierikzeil
'HILIPSLAND Dinteloorc
Zevenbergen'
.Phiiipsland
:St.Annaland
THOLEN
uSt. Maartensdijk
Halsteren i
2 Ouderkerk a/d IJssel
Stormvloed
Een gedeelte van
het water van de
stormvloed komt 1
februari 1953 in het
zuiden van de
Noordzee terecht,
opgestuwd door de
noordwestenwind.
VOORNE
WMaassluis
Wissenkerke
Vrouwenpolder
WALCHEREN
Middelburg
Vlissingen
Goes
ergen op Zoom
ZUID-BEVELAND
Breskens
Éb i V
Hoofdplaat
ZEEUWS-VLAANDEREN
Het totale dodental is
vastgesteld op 1836,
meegeteld zijn de
overledenen van wie
later als doodsoorzaak is
vastgesteld: ontberingen
tengevolge van
de overstroming.
Ondergelopen land
Dijkdoorbraak
Zaamslag
Koes Lammers/PZe
Dorpen slapen, mensen slapen. Veel
bejaarden verdrinken eenzaam in
hun bedstee. In één nacht worden
duizenden dakloos en straatarm, ze
verliezen vaders, moeders, kinde
ren, verloofden. Zondag is de 'dag
van de grote stilte. Grote delen van
Zuid-West-Nederland zijn zee ge
worden. In de polders kruipen over
levenden bij elkaar op zolders van
halfingestorte huizen en boerderij
en. Anderen liggen in de luwte van
een stuk dijk en sterven daar van
kou en ontbering. Mensen slaan los
van hun kapot gebeukte huizen,
drijven rond op wrakhout en dak
spanten. Lijken uit losgewoelde en
open gegane kisten van het kerkhof
van Moerdijk, spoelen aan bij Ze
venbergen.
Er zijn geen rampenplannen, geen
waarschuwingssystemen. Het enige
verweer tegen de ramp is initiatief
en improvisatie.
Commando's
Een van de meest voortvarende
mensen is burgemeester Cor van der
Hooft van Willemstad. Hij heeft eer
der die nacht al om militaire bij
stand gevraagd bij de garnizoens
commandant in Bergen op Zoom en
stuit daarbij op de defensiebureau
cratie. Voor militaire inzet moet de
Minister van Oorlog toestemming
geven. En dat lukt niet in het week
einde. Van der Hooft belt een
vriendje bij de commando's in Roo
sendaal. Die belooft dat er diezelfde
nacht nog commando's op weg zul
len gaan naar Willemstad.
En Van. der Hooft gaat door. Hij belt
om vier uur 's nachts Commissaris
van de Koningin De Quay uit bed en
alarmeert generaal Warringa van
het militaire commando Noord-
Brabant in Vught. Om half tien zon
dagmorgen worden alle Nederland
se militairen van weekendverlof te
ruggeroepen. Bij het eerste ochtend
licht zijn dan, na een barre tocht,
acht, druipnatte commando's al wa
dend Willemstad binnengestrom-
peld.
Wat de buitenwereld weet?
Niet veel.
Het ANP-nieuws om acht uur op
zondagmorgen. Geen televisie, geen
sms, geen internet.
Die zondag komen autoriteiten en
hulpverleners niet verder' dan de
randen van het rampgebied.
Zondagmiddag verkent een Beech-
craft van de vliegbasis Gilze-Rijen
het rampgebied. I-Iet verslag pro
beert de totale verwoesting te be
schrijven: „Mensen staan op inge
storte huizen. Dijken en wegen op
talloze plaatsen doorgebroken. Bij
Oude Tonge zitten mensen op de da
ken, uitgeput. Toestand zeer ernstig,
grote nood. Hulp onmiddellijk ge
wenst." De marineluchtvaartdienst
gooit rubberboten uit. Ze drijven
doelloos rond, want niemand kan
erbij. De Belgische helikopterpiloot
Tremerie maakt als eerste contact
met mensen in het rampgebied. Hij
landt zondagavond op de kade bij
Oude Tonge.
Hulp
Het ANP meldt zondagavond 138
slachtoffers en 'veel vermisten'.
Mossel vissers uit Yerseke wagen
zich, met gevaar voor eigen leven,
door het stroomgat bij Ouwerkerk
en beginnen, rondvarend over
Schouwen-Duiveland, mensen van
de daken te halen. De Urker vissers
vloot schiet vanuit Breskens te hulp
en zorgt voor de radiocommunica
tie. In West-Duitsland gelegerde
Amerikaanse soldaten gaan het
rampgebied binnen met auto's die
kunnen varen: de DUKW's. Uit de
hele wereld arriveren hulpgoederen.
Dorpen en steden worden ontruimd,
maar in Zierikzee moet prins Bem-
hard er persoonlijk aan te pas ko
men om de bevolking over té halen
te evacuerèn.
Op maandag 2 februari is er nog
nauwelijks overzicht. De kranten
proberen de chaos te inventariseren
met opsommingen. Biesbosch:
noodtoestand, Ellewoutsdijk: dijk
gebroken, Goeree: verscheidene
dorpen totaal geïsoleerd. Hontenis-
se: minstens zes mensen omgeko
men. Fijnaart: ontzettend getroffen.
Heijningen: toestand hopeloos.
Over Schouwen-Duiveland geen
woord. Het eiland lijkt van de aard
bodem verdwenen. Feitelijk is dat
ook zo. Het weerbericht meldt: 'Af
nemende wind'.
In Klundert geldt de noodtoestand
en wordt een avondklok ingesteld.
„Niemand mag de gemeente beva
ren zonder toestemming", veror
donneert de burgemeester. Al vanaf
zondag trekt een nooit geziene
vluchtelingenstroom door West-
Brabant hogerop, richting Breda
naar het opvangcentrum in de KMA
en richting Ahoyhallen in Rotter
dam. Het lijkt een exodus in oor
logstijd. Paarden, varkens, kudden
koeien worden over de weg Zeven-
bergen-Breda oostwaarts gedreven.
Daartussen lopen mensen met ver
weesde blik. Beddengoed en kleding
pp hun schouders. Beelden die we
nu kennen uit hongerend Afrika.
Vrachtwagens en militaire voertui
gen op weg naar het rampgebied
worstelen zich door de mensen
stroom. Een week na de' Ramp
wordt er in Zierikzee gepreekt voor
de hulpverleners en militairen die
hier hun 'operatie Noach' uitvoeren.
Dominee Van Roon beklimt de kan
sel: „We hebben de sabbath ver
guisd, teveel vertrouwd op de dijken
en te weinig op God. Het zal op aar
de niet beter worden.
Op Schouwen-Duiveland groeien de
mossels in de zomer van 1953 op de
tarwe-akkers en in de boomgaarden
staan fuiken. Het laatste sluitgat in
Ouwerkerk gaat op 6 november
1953 dicht.
Journalist Piet Bakker schrijft:
„Een vliegtuig gooit een magne
siumfakkel. De hoorn van de Zwar
te Zee, die eerlijke sleepschuit,
schalt door de nacht en tweeduizend
geesten van verdronkenen bidden
'Erbarm u onzer'. In de caissons van
Ouwerkerk is nu het sobere museum
de Watersnood 1953 gevestigd.
Wrake Gods
Na de Ramp wordt niet het zoeken
naar de oorzaak het belangrijkst. Er
is geen Nazorgplan, geen trauma
team. Er zijn geen rondreizende
rampengeleerden die naar de men
selijke fout speuren. De ambulante
geestelijke gezondheidszorg gaat
niet verder dan een fles vieux en
troostende woorden van de ouder
ling die zich beroept op 'de wrake
Gods'.
Uit onderzoekt blijkt dat 33 procent
van de overlevenden in de waters
nood 'de wil van God' ziet.
De balans van de Ramp, die in Bra
bant de Sint Ignatiusvloed heet, is
1836 doden. Het motto: niet treuren,
aanpakken.
Toch is een rampverslag als van de
gemeente Fijnaart en Heijningen
veelzeggend: „De binnendijken bra
ken omdat het dijktalud door land
bouwers was omgeploegd. Of omdat
zich mesthopen in de dijk bevon
den."
Kabinet aftreden? Parlementaire
enquête? Met zoveel leed, hoor je
niet naar schuld te vragen.
Bronnen:
Archieven BN/DeStem en PZC
'Gedenkboek van de watersnood in
Oost-Zuid-Beveland 1953'
'Gebroken dijken', diverse auteurs
(1954)
Verslag over de stormvloed 1953,
Rijkswaterstaat (1961)
Watersnoodverslag gemeente
Hoofdplaat en gemeente Klundert
'De Ramp, een reconstructie', door
Kees Slager (1992)
Paul de Schipper
In Zeeland is het die week rustig weer. Op
zaterdagmorgen draait de wind van zuidwest
naar noordwest en begint aan te wakkeren.
Dat weekeinde is het springtij.
plaat de uit 1828 daterende dijk die
vervolgens met volle hoogte in de
kaai zakt. Verderop bij het gehucht
Nummer Een, bij Emil Temmerman,
slaat, op dat moment de hond aan.
Emil schrikt wakker, komt uit zijn
bed en staat tot zijn knieën in het
water. Hij alarmeert de gezinnen in
de buurt en brengt vluchtend over
een binnendijk tien mensen in vei
ligheid. Achter zijn rug verdrinkt de
reddende hond. Later schrijft de ge
meentesecretaris van Hoofdplaat in
zijn verslag: „Op zulke momenten
was de zee voller dan de dijk hoog
was."
Op Goeree proberen inwoners van
het al overstroomde Stellendam om
Melissant te bereiken. In Sirjans-
land vluchten de mensen in de kerk.
Een reumatisch oud-vrouwtje trekt
zich omhoog langs de leuning van de
preekstoel en blijft daar hoog en
droog zitten. In Nieuw-Vossemeer
wil de negentienjarige Adriana van
Eekelen nog haar nieuwe fiets uit de
schuur halen. Het wordt haar dood.
Brandweerman Jan Huuskes uit
Halsteren grijpt met dekens en al
een kind uit de kinderwagen terwijl
een enorme vloed over de weg rolt.
De kinderwagen spoelt weg, de
moeder ook. Jan grijpt een boom,
schiet onder water en moet het kind
loslaten. Hij ziet twee mannen langs
drijven op een rietschol. Even later
zijn ze verzwolgen.
Onder water
Het zijn beelden die nooit meer uit
de herinnering verdwijnen.
Om vier uur 's nachts komt. het laat
ste telefoontje uit de verdronken
stad Zierikzee. Het is agent De
Leeuw die Rijkswaterstaat in Mid
delburg waarschuwt: „Zierikzee is
onder water gelopen." Daarna zijn
alle verbindingen met Schouwen-
Duiveland verbroken. In de geschie
denis van de Ramp staat Schouwen-
Duiveland te boek als 'het vergeten
eiland'.
Het is niet de nacht van één ramp,
het is de nacht van duizend rampen.
Het lichtschip Goeree meet zater
dag 31 januari om 12.00 uur
windkracht 11. Op .dat tijdstip
blaast de vijfjarige Piet Geluk op
Schouwen-Duiveland papieren zak
ken op. Lachend kijkt het jochie hoe
de storm ze als ballonnen weg
blaast.
Op Noordzee jaagt het stormveld
van 1000 kilometer naar de achilles
hiel van laag Nederland, een water
berg voor zich uit stuwend.
De kwetsbare archipel van eilanden
in de zuidwestelijke delta, staat aan
de vooravond van een ramp die deze
regio totaal zal vernielen en veran
deren. En die voor altijd deel zal
worden van onze nationale herinne
ring.
Zuid-West-Nederland waant zich
veilig.
Watersnoden en dijkbreuken door
natuurgeweld zijn uit de mensen
heugenis verdwenen. Die zaterdag
is een dag van de gewone rituelen:
de kinderen in een teil water, ver
warmd op het kolenfornuis.
Plet waait, ach, er zijn erger winden
over Nederland gewaaid. Om kwart
voor zes zaterdagmiddag laat het
KNMI een waarschuwingstelegram
voor 'gevaarlijk hoog water' uit
gaan: alleen bestemd voor abonnees.
Die zijn er in het Deltagebied niet
veel. In Zeeland maar één: het wa
terschap Walcheren. In Brabant:
burgemeester Cor van der Hooft van
Willemstad. In Den Haag bij de
hoofddirectie van Rijkswaterstaat
blijven er vier telegrammen op de
bureaus liggen. Het is immers zater
dag.
Het is vroeg donker-die avond. De
bevolking ontspant, geniet van de
verdiende rust. Regen- en sneeuw
vlagen zwiepen over de dijken het
land binnen. Geen weer om buiten
te zijn. Om 10 uur wordt in Vlissin
gen een windstoot van 120 km per
uur gemeten.
In zaal Nolet in Yerseke treden de
Zingende Zusjes op. In De Koren
beurs in Kortgene vieren de autori
teiten de opening van het nieuwe
gemeentehuis. Sommige gasten to
asten op het hoge water. Kunnen ze
lekker langer feesten. Ze hoeven de
laatste boot niet te halen, want die
vaart toch niet. In Breskens rukt de
Urker haringvloot ongedurig aan de
meertouwen. In het Zeeuwsvlaamse
gehucht Nummer Een ligt de 83-ja
rige Adriaan Blondeel in zijn bed te
woelen. Hij kent het water en stuurt
Johannes, zijn zoon, naar de dijk.
De Brabantse Commissaris van de
Koningin Jan de Quay keert terug
van een visite aan de burgemeester
van Tilburg. Terugrijdend naar Den
Bosch ziet hij wat afgewaaide tak
ken op de weg liggen.
Om half 11 is het eb in Zuid-West-
Nederland. Zou het eb moeten zijn!
Terwijl er nog geen druppel zout
water over de dijkkruinen is ge
spoeld, zijn het deze uren waarin
nonchalance, besluiteloosheid en
spontane daadkracht het verschil
tussen leven en dood bepalen voor
de uren die komen.
Vloedplanken
Neem de Yersekse mosselvisser Jaap
van Oost. Na een bezoek aan de Zin
gende Zusjes gaat hij, macht der ge
woonte, nog even naar de kaai. Hij
verwacht eb, maar het is hoog wa
ter. „En het was openbaar storm. Ik
dacht 'Jaap, jong: dat komt niet
klaar'", vertelt hij jaren later. Jaap
gaat even langs de wethouder. Die
vindt dat er niks aan de hand is. Met
een paar andere vissers besluit Jaap
toch de vloedplanken in de dijkope-
ning bij de haven te plaatsen, uitge
lachen door andere dorpelingen.
In een café aan de Ring in Ouwer
kerk op Schouwen-Duiveland wor
den rond die tijd de biljartballen op
geborgen. In het kilometers van zee
gelegen Nieuwerkerk is de toneel
vereniging nog niet terug van een
uitvoering in Brouwershaven. Dat
komt doordat bij Zonnemaix-e de
tram verstrikt is geraakt in kapot
gewaaide telefoondraden. Er moet
een bus uit Zierikzee komen.
Gezwel
Dijkwachten op de dijk bij Hoofd
plaat zien rond twee urn- 's nachts
'gezwel' in het water. Ze waarschu
wen wachtmeester Spuessen van de
Rijkspolitie. Om 02.20 is de sirene
van Hoofdplaat va.ag hoorbaar, bo
ven het gehuil van de storm.
Zo begint 1 februari, de dag dat God
even niet thuis is. Hoe verder land
inwaarts, hoe groter de opstuwing.
In de zeegaten van de delta begint
de Noordzee als een reusachtige
melkkoker over te koken.
Rond drie uur 's nachts breken oos
telijk van Zierikzee de eerste dijken.
Een paar kilometer verder, achter
de dijken van het eiland Tholen,
slaapt het dorp Stavenisse. Het
dorp, waar men zich op dat moment
druk maakt over Jannetje van acht
tien die met een kerel van veertig
vrijt, zal over een paar dagen in heel
de wereld de voorpagina's halen.
De onverwoestbaar geachte dijk bij
Stavenisse begint om half vier te
trillen. Het water spuit uit de konij
nenholen. Dan duwt het water het
gevaarte van klei en zand eenvoudig
opzij. Dat gebeurt in enkele secon
den, met donderend geraas. 'Waar
bij de grond dreunde als bij een
bominslag', schrijft Rijkswaterstaat
later. Een metershoge muur van wa
ter bulldozert het eiland Tholen bin
nen, over een breedte van 1800 me
ter en neemt een rij arbeidershuisjes
onder aan de dijk van Stavenisse
mee. De meeste bewoners worden
nooit meer gevonden.
Tussen Rilland en Bath klampt op
dat moment burgemeester Jozef
Goffau zich vast aan een boom. Hij
is op weg naar het bedreigde Bath,
maar de dijk bij Bath is al doorge
broken. Het water komt met zo'n
enorme kracht opzetten dat de bur
gemeester moet loslaten. Hij wordt
meegesleurd en verdrinkt.
In Kruiningen alarmeert klokgelui
de bewoners. De straten zijn dan
nog droog. Slaperige bewoners pra
ten met elkaar, roken een sigaretje.
Ja, verderop is een dijk gebroken, de
veerboot ligt al in de polder, maar
Kruiningen is nog droog. Dan be
gint het water in de sloten te stijgen.
Plotseling ruist het water sissend
door kieren en spleten. Kort daarop
storten de eerste huizen in.
Begeleid door het nerveus luidende
kerkklokken overspoelt bij Hoofd