Herdenkingskrant watersnood Oostdijk dan zien dat alleen voor de Nieuw- landse Binnendijk ruim 400.000 zakken zijn gevuld dan kunnen we niet anders dan concluderen dat er ontzettend hard is gewerkt. Vanaf Oostdijk tot aan de St. Pieterspolder is een zandzakkentalud opge bouwd. Om te voorkomen dat de zandzakken zouden gaan schuiven, werd er aan de onderkant van de dijk een rij perkoenpalen geslagen. Deze rij dient tevens ter bescher ming tegen het wrakhout. Op woensdag 4 februari waaide er een harde noordwesten wind, die het water in de Kruiningenpolder hoog opstuwde. Zo hoog was deze opstuwing, dat het water over een lengte van 100 meter de Nieuw- landse Binnendijk overliep, en dat een paar uur achter elkaar. Dit had tot gevolg dat de Nieuwlandepolder onder water kwam te staan. Dit was een echt alarmsignaal voor Krab- bendijke. Dit was dan ook het sig naal om over te gaan tot evacuatie van de gehele bevolking. Zelfs de grootste optimist, die tot nu toe had gedacht dat Krabbendijke geen gevaar liep, sloeg nu de schrik om het hart. De Nieuwlandse Binnen dijk was dan nog niet doorgebro ken, maar dit kon, ten gevolge van de verzwakking van de overloop, bij elk tij gebeuren. De Lavendel- dijk was hiervan het schrikwek kende voorbeeld. Als dat gebeurd zou zijn, dan was het gedaan met Krabbendijke, want de nu nog over gebleven 2.70 meter hoge Lapdijk kwam niet als waterkering in aan merking. Het water stond er op sommige plaatsen al 1 meter hoog. De leiding van de gecombineerde polderbesturen nam het besluit om de Lapdijk te verhogen door er een kistdam op te bouwen. De uitvoering hiervan is in een zeer hoog tempo gedaan. Alleen dege nen die er daadwerkelijk aan mee gewerkt hebben, weten hoeveel moeite dat heeft gekost om het zover te krijgen. In drie dagen was de 1000 meter lange dijk 1.25 meter verhoogd met een bekisting en bin nen veertien dagen was deze kist gevuld met klei. Daarna is aan de binnenzijde van de kistdam een kleibedekking opgeworpen, terwijl aan de buitenzijde zandzakken zijn aangebracht. Het grondwerk is ver richt door 2 graafmachines. Om die machines daar te krijgen heeft nog heel wat moeite gekost. Geen aan nemer wilde zijn kostbare machines afstaan aan het reeds opgegeven Krabbendijke. Hoge militaire en burgerlijke autoriteiten moesten eraan te pas komen. Het versterken van de Lapdijk had als doel: het beveiligen van Krab bendijke tegen het water uit de Nieuwlandepolder, die al gedeelte lijk was ingelopen. Daarnaast werd ook al het mogelijke gedaan om de Nieuwlandse Binnendijk te verzwa ren en te verhogen. Over de hele lengte van de dijk is toen een zand- zakkendam gelegd van 1 meter hoog en breed. Hiervoor is het mili taire bataljon Johan Willem Friso ingezet, die tijdelijk hun werkzaam heden in de Emanuelpolder hier voor hebben gestaakt. Hoe het was - door A. Minnaard, Krabbendijke Wat een storm, 's zaterdagsavonds was ik met mijn vriend Joh. Sinke, naar Krabbendijke geweest. Toen we weer terug kwamen konden we zo hard trappen als we wilden, maar soms stonden we gewoon stil. Mijn neef, Izak Zuidweg, kwam diezelfde avond uit de richting van Kruiningen, hij had de wind achter. Later vertelde hij dat hij ongeveer niet getrapt had, maar gewoon naar huis is "gewaaid". Thuis aangekomen ben ik naar bed gegaan, ik sliep beneden in de bedstee, en was de harde wind al gauw ver geten. Mijn moeder is wakker geworden van een voorbijkomende toeterende bus chauffeur P. van den Berge. Toen bemerkten mijn vader en moeder al gauw dat er iets ernstigs aan de hand was met de wind, het water en de dijken. Mijn vader heeft toen heel hard mijn naam geroepen en op een nachtkastje getimmerd om mij wakker te krijgen. Toen dat eindelijk gelukt was en ik rechtop in bed wilde gaan zitten, stootte ik mijn hoofd tegen het plafond. Ik was met bed en al gaan drijven!! Ik heb zo goed en kwaad als het ging het trapgat kunnen bereiken en ben op de zolder geklommen. Helemaal nat natuurlijk. We begrepen dat het daar ook niet meer veilig genoeg was. Samen met mijn vader heb ik toen mijn moeder en mijn zus op het dak gekregen. Om het dak lichter te maken en om ook wat meer stevigheid te krijgen heb ik heel wat dakpannen van het dak gegooid. De wind woei nog verschrikkelijk hard, maar boven dat geloei van die storm uit hoorden we ook verschillende mensen om hulp roepen. De huizen rondom ons huis storten bijna allemaal in. Dat kwam in hoofdzaak doordat een stuk steiger van de veerhaven daartegen ramde. Rondom ons huis waren allemaal pak ken stro van de boerderij van Jan Sinke, misschien is dat wel het behoud geweest. We zijn uiteindelijk gered door mijn oom Nic. Minnaard met een boot. Die boot heeft hij samen met Gebr Butijn naar Oostdijk gehaald. Mijn oom had een transportbedrijf in de 2e Vlietweg, maar had z'n auto's 's nachts al naar Krabbendijke gebracht, zijn bedrijf is helemaal verwoest. Boven op de dijk kregen we gelijk warme soep van het Leger des Heils. We hebben een paar nachten doorgebracht in een loods van C.F. Weststrate. 's Maandags zijn we tiaar Ossendrecht gebracht en later met een bus naar Eindhoven voor een evacuatieperiode van ong. 6 weken. We zijn daar heel hartelijk opgevangen en hebben daar, naar omstandigheden, een goede tijd gehad. Een bijzonder verhaal is nog wel, dat toen wij na de evacuatie weer op Oostdijk kwamen werd ons verteld dat onze poes "Pietje" nog in leven was. Na het roepen van zijn naam, kwam hij aan. Hij is meeverhuisd naar 's Gravenpolder, waar wij zijn gaan wonen en heeft daar nog verschillende jaren geleefd. De hofstede van de fam. Mesu. Het woonhuis is al verwoest. Oostdijk in de golven

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2003 | | pagina 4