Herdenkingskrant watersnood Oostdijk
verdieping van hun woningen in
veiligheid te brengen. De meesten
gingen naar de Nieuwlandse Bin
nendijk of de Lavendeldijk, want
die zullen het toch wel houden?.
Wie had ooit kunnen denken, dat
even later een bijna 2 meter hoge
vloedgolf Oostdijk zou verzwel
gen? Een vloedgolf die alles op zijn
weg meesleurde en waaraan een
groot aantal woningen van Oostdijk
ten prooi viel. Een vreselijk lot voor
degenen die in de woningen waren
achtergebleven en die een afschu
welijke verdrinkingsdood moesten
sterven. We denken hierbij aan het
echtpaar Komejan-Hoogerheide,
aan weduwe Minnaar-Pouwer, aan
Bartel Verschuure en zijn zuster
Jacoba. Vele huizen zijn wegge
vaagd door een stuk steiger van de
veerboot. Een golf beukte met het,
misschien wel 10 ton, zware stuk
tegen de woningen. Na een paar
golven moesten de huizen wel
instorten. Dit stuk steiger is te zien
op één van de foto's op pagina 4.
Wie beschrijft de gevoelens van
hen, zittend op zolder of op het dak.
Zij hoorden en zagen woningen
rondom hen in elkaar storten en, in
enkele gevallen, moesten zij de
doodstrijd aanhoren van dorpsge
noten. Dit lot kan ook hen elk ogen
blik treffen.
Dit is maar een globale beschrijving
van wat er gebeurde in de zwarte
rampnacht in Oostdijk. Zwart in de
natuur en zwart in de ellende. Hier
ging een buurtschap ten onder in de
golven van een niets ontziende
stormvloed.
Op het punt waar de Lavendeldijk
aansluit op de Nieuwlandse Bin
nendijk ('t Hoekje') hep het water
al snel over de Lavendeldijk. Je
kunt het nog zien dat de dijk afloopt
naar de Nieuwlandse Binnendijk.
Het water stortte hier met grote
kracht over deze dijklaagte in de
nog niet ingelopen Waardse polder,
alles op zijn weg meesleurend. Voor
degenen, die dit van nabij aanza
gen, was het een vreselijk schouw
spel. Wrakhout, vee en ook mensen
schoten als een flits voorbij. Van
enige reddingspoging was geen
sprake. Hier was het dat de 74-
jarige Forra Harthoorn haar einde
vond. Hoe dit allemaal ging wordt
beschreven in "Hoe het was" door
M.J. Harthoorn.
Een aantal mannen hebben nog een
reddingspoging uitgevoerd, een
eind van de overloopplaats verwij
derd. Als een menselijke keten zijn
ze het water ingegaan om drenke
lingen eruit te halen. Hun moedig
optreden heeft nog enkele reeds
verloren gewaande slachtoffers van
de verdrinkingsdood gered.
De redding van de achtergebleven
bewoners van Oostdijk, wier
woningen het lot van de verwoes
ting bespaard bleef, kon pas bij het
aanbreken van de dag worden
begonnen. Eerst moesten daarvoor
enige boten, die Krabbendijke rijk
was, naar Oostdijk worden ver
voerd. De eerste die aankwam was
de boot van visser L. van Iwaarden,
die met een ware zelfopoffering de
reddingspogingen inzette. Ondanks
de grote bergen wrakhout, die op
vele plaatsen het varen belemmerde
en ook het woeste water met z'n
vele draaikolken slaagde hij en later
ook anderen, er in om de in doods
angst verkerende achtergeblevenen
uit hun woningen of van de daken
te redden.
Vrouwen en kinderen zijn naar
Krabbendijke gebracht. De open
bare school aan de Noord weg is in
de loop van de morgen ingericht als
noodziekenhuis. Dit was het werk
van de EHBO-vereniging onder lei
ding van dokter Noome en dhr.
Don. Daar werden de bewoners uit
Oostdijk en later uit Waarde gehol
pen aan kleding, maar ook werden
er een aantal zieken verpleegd. Het
benodigde beddengoed werd spon
taan door de burgers afgestaan en
ook werd, aan ieder die het nodig
had, onderdak geboden.
Tegen de avond was het weer hoog
water. De aanhoudende noordwes
ter storm stuwde ook het water
weer hoog op in zuidwest Neder
land. De Lavendeldijk en de Kadijk
zijn toen bezweken. Daardoor is
Hoe het was - door M.J. Harthoorn, Oostdijk
Jongens zullen we vanavond naar Yerseke gaan, zegt de 17-jarige Rinus
tegen z 'n maats. Ja, dat doen we, maar het waait wel erg hard. Dat wordt
een stevige rit, maar waar een wil is, is een weg. Dan fietsen we wel langs
de zeedijk, want het is laag water. Als we dan aan de buitenkant fietsen
hebben we minder last van de wind. Bij de dijk gekomen lijkt het alsof ze
een denkfout hebben gemaakt, want het water staat nog een eind tegen de
dijk. De jongens denken er verder niet veel over na: Yerseke, dat is hun
doel.
Halverwege de avond vertrekt het groepje jongens naar Kruiningen om
daar ook nog eens even te kijken. Ze moeten stevig op de trappers, maar ze
zijn er gekomen. Na een uur gaan ze naar huis, trappen hoeft niet meer met
zo 'n storm in de rug. Vermoeid zijn ze al snel in slaap gevallen.
Om 5 uur wordt er op het raam gebonsd. Het is oom Arjaan die ons het
naderende onheil komt vertellen: Het water komt al over de dijk bij Krui
ningen. Samen met vader ben ik snel naar opa en oma gerend om hen te
waarschuwen. We hebben ze toen meegenomen naar ons huis Lavendel
dijk 35). Toen ze bij de Lavendeldijk aanlcwamen liepen ze al tot hun
knieën door het water. Vader had nog wel kans gezien om het varken mee te
nemen op het droge.
Nog geen half uur later komt het water al over de Lavendeldijk bij het
Ouwe Kaaitje". Het is nu ongeveer 7 uur. Daar stort het water met
geweld over de dijk en oma maakt zich ongerust. Ze zegt: "de dijk zal het
niet houden en dan stroomt ook jullie huis vol. We moeten weg, anders
wordt het onze ondergang Opa wil nog een poosje wachten maar oma
wil nu gaan, want ze kan haast niet uit de voeten. Ze is van anderen afhan-
kelijk. De knoop wordt door gehakt: z.e gaan weg.
Mijn ouderlijk huis aan de Lavendeldijk met mijn vader op de voorgrond.
Daar gaan ze dan door de geweldige storm: Forra, Mina en haar ver
loofde, Henk, Rina en Kees hand in hand door de stroom die over de dijk
hoosde naar het hoekje. Midden op de dijk lag een hoop rommel, dat al
was aangespoeld. De broers en zussen en ik met moeder, die ziek was, op
mijn rug gingen aan de linkerkant langs die rommel. Vader, oma en opa
zijn er aan de rechterkant langs gegaan. Aan deze kant had het water al
gaten geslagen en daar stapte vader, met oma op zijn rug, en opa erachter
aan in een put en vielen toen. De stroom voerde hen mee het 'Ouwe
Kaaitje' in. Omstanders zien kans om vader snel uit het water te halen en
opa een eindje verder. Oma is verdronken, zes weken later is ze pas gevon
den.
In het huisje aan de Lavendeldijk konden ze niet meer. Piet Hollestelle
heeft ze toen meegenomen naar Krabbendijke.
Toen het licht werd, zakte het water en hebben ze met man en macht gepro
beerd zoveel mogelijk mensen uit hun huizen te halen. Ook zaten er enkelen
in een boom, te roepen om hulp. Met vlotten en roeiboten zijn ze er toen op
aan gegaan.
Binnen enkele dagen moesten de vrouwen en kinderen onder de 18 jaar
evacueren. Vanuit Krabbendijke zijn de mensen toen met legervoertuigen
gebracht naar Hoeve Middenhof en vandaar met bussen verder vervoerd
naar de kazerne in Ossendrecht. Dit was alleen voor tijdelijke opvang.
Daarna gingen velen naar West-Brabant, maar anderen zaten in Eindho
ven en omgeving.
De 2e Vlietweg vanuit de richting van 't Hoekje. Links hulpagent Jacob Harthoorn.
Oostdijk in de golven