DE BEVELANDER Twee gaten in de dijk bij Kruiningen. EEN INFERNAAL GEWELD VERNIETIGDE OOSTDIJK Herdenkingskrant watersnood Oostdijk Verschillende plaatsen onder water, bevolking opgehoopt in enkele centra. Ongerustheid heerst er over het lot van Noord-Beveland: een onzer verslaggevers heeft door een verrekijker dit eiland zien liggen, maar veel verder zijn we niet gekomen. Telefonische verbinding was niet mogelijk. Hetzelfde geldt voor Tholen en Schouwen-Duiveland trou wens. Vele plaatsen in Zuid-Beveland staan onder water: het ergste zijn Kruiningen, Rilland, Wolphaartsdijk en Ellewoutsdijk eraan toe. Vele huizen zijn vernield of deerlijk gehavend door het water. Overal zijn doden en gewonden gevallen. In deze kolmmen leest II een overzicht van hetgeen Zaterdagnacht en in de loop van de Zondag heeft plaats gevonden. Een duidelijk beeld kunnen we op dit ogenblik nog niet geven, aangezien men niet weet wat de komende nacht (Zondag op Maandag) zal brengen. Anderen konden op het nippertje gered worden doordat men gaten in de zolderingen heeft geslagen waar door men de soms tot over het mid del in het water staande mensen kon redden. Vele huizen zijn ingestort en men weet nog niet wat van de bewo ners is geworden. 4 DODEN TE KRABBENDIJKE. Krabbendijke, gelegen in een dub bele ring van dijken, bleef tot op het ogenblik dat we dit schrijven, droog. Het dorp is geheel geïsoleerd en over vol met geëvacueerden. De Oostdijk staat geheel onder water. Vier mensen hebben hier de dood gevonden, ml. het omstreeks 65 jaar oude echtpaar Komejan, die dood in bsd werden gevonden, de Wed. Minnaaar, pLnu 60 jaar, die zich .te water moest begeven nadat het huis was ingestort en de heer A. Vroegop, buschauffeur van de AJtt.Z. te Krui ningen, die in de omgeving van Krab bendijke dood werd gevonden. Verder zijn er zeven gewonden, waaronder een vrouw met een gebro ken been en de schoondochter van het verdronken echtpaar Komejan, die geopereerd moet worden. Met man en macht heeft men gewerkt en zo heeft men alle anderen kunnen redden, ook al hebben dan velen vier tot vijf uur |op de daken moeten doorbrengen. I De Rijksweg staat bij vloed onder water. Waarde is voor het grootste deel geëvacueerd. Er zijn gaten in de dijk en het water stroomt het dorp Ibinnen. Rilland staat geheel onder water. Ook hier worden mensen v^r- Imist. Commando's uit Rozendaal zijn met behulp van burgers bezig mensen te redden. De Langedijk en de. Rijks weg tussen Krabbendijke en Rilland staan onder water. De inwoners van Kruiningen en het omliggende gebied z(jn door het water in hun slaap verrast. De zeedijk is op twee plaatsen doorgebroken. Het grootste gat is, naar men ons mede deelde, bij de Veerhaven ontstaan, zo groot, dat de veerboot door het gat naar binnen is gespoeld en daar nu nog ligt. Het gebied rond Kruiningen, dat onder water staat, strekt zich uit van. de Zanddijk tot aan de dijk waar de weg zich splitst naar Waarde. Vanuit Goes kan via de Rijksweg, langs de Zanddijk en langs de ka-_ naaldijk hulp geboden worden. Van-~ af het bekend worden van de ramp is een onafgebroken file auto's naar Hansweert-Oost gereden om daar de geëvacueerden op te vangen en naar Goes te brengen waar in het Schut tershof een opvangcentrum is inge richt. Om half twaalf Zondagsochtends moesten in Kruiningen en omgeving nog ongeveer 2500 mensen uit hun huizen worden gehaald. De reddings werkzaamheden liepen ontzaglijk moeilijk want men beschikte slechts over kleine roeibootje» en het was on mogelijk op bet woelige water, dat circa 2'/i m hoog stond, te manoe- vreren. Een der geredden vertelde ons, dat zij met haar man en haar baby van drie maanden via het dak met behulp van een vlot uit haar huis je gehaald moest worden. Dit huisje was slechts enkele tiefitallen meters van de veilige Zanddijk af- - H«t_ g ek' tel Zeeuwsch Dagblad, 2 februari I9S3. Vier doden, twee vermisten Spookbeeld van menselijke ellende Oostdijk bestaat bijna niet meer. Het razende water heeft deze buurtschap, die gedeeltelijk tot de gemeente Krabbendijke en gedeeltelijk aan Kruiningen behoort, grotendeels geslecht. De meeste huizen zijn onder het infernaal geweld Ineenge stort of bestaan nog slechts uit griezelige fragmenten. Het gehucht, dat bereikbaar is van de Nieuwlandse binnendijk, die het gehouden heeft, is thans alleen nog maar een onbeschrijflijke chaos van puin, hout en stro, waarin de vroegere bewo ners gistermiddag met de handen zaten te wroeten, zoekend naar restanten van hun huisraad. Oostdijk is een gruwelijke nachtmerrie, een spookbeeld van vernie ling, dood verderf en menselijke ellende, bij het aanschouwen waarvan men slechts huiveren kan. De koeiencadavers en de paarden- lijken liggen langs de dijk, die in koortsachtig tempo versterkt wordt om verdere overstroming van de pol ders aan de andere zijde te voorko men. Onder aan de dijk steken de restanten van wat ééns kapitale hof steden waren boven het water uit. Gevels zijn compleet weggerukt of er zijn enorme bressen in geslagen, grote schuren zijn ingestort, rondom is er een moeras van stro, planken, brok stukken van schuurtjes, huisraad. De bewoners pogen met behulp van klei ne vlotten nog wat meubels in veilig heid te brengen. Op een eilandje van stro zit, omgeven door wrakhout, een gans. Hü zit er onbewegelijk, al twee dagen lang. Landbouwwerktuigen, tractoren, vrachtauto's staan hulpeloos op de overspoelde erven. Maar deze verschrikking is nog niets vergeleken bij de aanblik, die Oostdijk biedt. Mannen, vrouwen, kinderen scharrelen tussen het puin, dat over woekerd is door drijfnat stro en be strooid met uien, appelen, maiskolven en een ondefinieerbare rommel en zoeken naar hun bezittingen. Ja, wat bezitten zij nog? Een jong meisje vindt enkele theekopjes, die zo waar nog heel zijn en die zij afspoelt in wat modderwater, een vrouw komt trots aandragen met enkele weckflessen, die niet sneuvelden. Zomaar midden in de moddervloed, die eens een straat was, prijkt een naaimachine of wat daar nog voor door moet gaan. Er worden nog bedden ontdekt en matrassen en wat doorweekt beddegoed. Een ver roeste kinderpo is op een stuk ruïne geplaatst, die gaat dadelijk óók mee, wanneer de wagens komen. Een stoel staat zielig verlaten in een modder plas. Alle bomen hebben sluiex's gekregen van stro- en vlasslierten. De garage van het dorp bestaat nog slechts uit een dak, dat in het midden gedragen wordt door een brok muur en een trap. Aan de overzijde waadt boer Sinke door het puin van wat zijn mooie boerenbedrijf] e was. Tussen de rommel zien we een onbeschadigd ge bleven kindertractortje; de échte landbouwwerktuigen zijn verdronken. Sinke maakt een vermoeide indruk. „Ik heb geen beesten meer, ik heb niets meer", roept hij hevig bewogen uit. Moeizaam vertelt hij dan, hoe hy en zijn gezin aan de dood zyn ont snapt. Men was op het dak gevlucht, het dak, dat .aan de ene kant steunde op een muur, aan de andere zyde op het water Onbegrijpelijk en tot dankbaarheid stemmend is het, dat de ramp van Oostdijk zo weinigslachtoffers heeft geëist: vier mensen zijn verdronken en twee worden vermist. Honderd woningen zijn verwoest. J. Sinke (Jan van Toon) bij de ravage. Zeeuwsch Dagblad, 4 februari 1953. De ravage achter de huizen aan de 2e Oostdijkweg Oostdijk in de golven 2

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2003 | | pagina 2