I J 4 w"M»2«»3 De Watersnoodkrant Vloed over vloed Die zondag is er zoveel gebeurd dat de her inneringen door elkaar lopen. "We hebben vlotten gebouwd en nog veel mensen van de daken van achteraf gelegen boerderijen weten te redden, 's Middags zou het eb moeten worden. Het water hoorde dan te dalen. Maar dat gebeurde niet. De oude mensen in het dorp voelden dat het niet goed zat. Ze spraken van "vloed overvloed". Zo volgde er weer een angstige nacht. Boven in het huis van mijn grootouders zaten we met de hele familie. We zagen het water steeds hoger komen. Wrakhout, soms ook zware balken, bonkte tegen het huis. We waren bang dat het zou instorten. Er stond iemand bij de trap om het water in de gaten te houden. Hij meldde dat het water de eer ste tree bereikt had, daarna de tweede tree, de derde... Na een paar uur hield eindelijk het stijgen op. Mijn vader opende de voordeur en tot zijn opluchting liep het water naar buiten. Zo wisten we dat ze het ergste gehad hadden. Wat we bui ten aantroffen, was onwezenlijk. Lijken, kada vers, wrakhout, modder. En tussen die ravage liep hier en daar rustig een hond, een koe of een paard rond. Het dorp was onbereikbaar gewor den, een eiland midden in het water. We vingen regenwater op om te drinken. Pas dinsdagavond slaagde de eerste boot er in het dorp te bereiken. De schipper was Hubrecht Koster. Vrij snel daar na kwamen er meer boten en sloepen. Op ver schillende plaatsen in het dorp werden aanleg steigers gebouwd. Vrijwel het hele dorp werd geëvacueerd, eerst naar Yerseke en van daar uit naar Goes. De mosselschippers hebben hier veel goed werk verricht. Met een van hen heb ik nog steeds contact." "Er stond iemand bij de trap om het water in de gaten te houden. Hij meldde dat het water de eerste tree bereikt had, daarna de tweede tree, de derde... Na vier dagen ging een groep jongens en mannen terug om op te ruimen. In een mossel schip uit Yerseke. En vervolgens vele maanden lang, brood mee voor de hele week. Eerst om de lijken te bergen en de kadavers op te ruimen, daarna om met het puinruimen, schoonmaken en opknappen van machines te beginnen. "We sliepen in de pastorie op de Ring, in een vrij wel verlaten dorp. In de onder gelopen tuin van de pastorie was een grote aanlegsteiger gebouwd. Half augustus begon nen de eerste mensen naar het dorp terug te keren en half november, toen eindelijk het laatste gat in de dijk dicht was, volgden er meer. Stapje voor stapje pakten de mensen het gewone leven weer op. Wij waren alles kwijt. Maar we spra ken er niet over. We leefden nog, dat was het belangrijkste. "Wat we buiten aantroffen, was onwezenlijk. Lijken, kadavers, wrakhout, modder. En tussen die ravage liep hier en daar rustig een hond, een koe of een paard rond." Negenentachtig mensen in het dorp hadden de ramp niet over leefd. Ook daarover werd niet veel gesproken. Dat kwam pas later, toen de sport- en muziek verenigingen weer nieuw leven ingeblazen werd. Hebben we wel een elftal? Hebben we wel voldoende mensen voor een orkest? De planten, struiken en bomen overleefden ook niet. Het eerste jaar dat de grond weer droog was, leek het alsof ze doorgroeiden. De fruitbomen gaven nog bloemen, maar stier ven daarna. Ik heb horen vertel len dat er perenbomen waren die nog peren voortbrachten, toen ze hun blad al verloren waren. Alle beplanting in het dorp is nieuw. De ramp zelf is nooit uit Ouwerkerk vertrokken. We hebben het altijd over vóór of na de ramp." Watersnoodramp 1953 Foto; De straat waar Wim Kuijper woonde In de rechterbovenhoek de ondergelopen huizenrij Aan de meest linkse van de drie A-palen voor de huizenrij bond de buurman zich vast Straatnamen vertellen een verhaal Wim Kuijper woont in de Phoenixstraat in Ouwerkerk. Die naam is ontleend aan de Phoenix-caissons, waarmee de grootste dijkdoorbraken gedicht zijn. Er zijn nog meer namen in het dorp die aan de ramp herinneren. In de Noorse Straat staan de door Noorwegen geschonken houten noodwoningen. In de Zweedse Straat was op de hoek het Groene Kruisgebouw (medisch centrum), dat door Zweden geschon ken is. Ernaast stond het badhuis. Nu is het een particulier huis. Zo is er ook een Enschedestraat, omdat Enschede na de ramp Ouwerkerk en Nieuwerkerk adop teerde. Na de vuurwerkramp in Enschede drie jaar geleden hebben de twee dorpen iets teruggedaan: ze zamelden vijftigduizend gulden in. In de Koningin Julianastraat is nu geen water te bekennen, maar in 1953 kwam de koningin er in een bootje aan. Dan heb je nog de Hubrecht Kosterstraat. Die is genoemd naar de eerste schipper die het dorp wist te bereiken. De grote Amerikaanse eik die op de Ring staat, is geschonken door de Vereniging van Wereldveteranen. Dus is er ook een Wereldveteranenlaan. De bekende Jack Russell, een invalide journalist, plantte het toen nog kleine boompje. En de bomen aan de Weg van de Buitenlandse Pers komen van een internationale journalïstenclub. Het gebied rond Ouwerkerk heeft het langst onder water gestaan van alle over stroomde gebieden. Toen in november 1953 de caissons bij Ouwerkerk in de dijk geplaatst werden, was dat voor Nederland een gedenkwaardig moment. Het Watersnoodmuseum is in zo'n caisson gevestigd. De zaterdagavond van de water snood was Wim Kuijper, zeven tien jaar toen, met een paar vrienden aan het biljarten in café Vijverberg in de Zuidstraat. Om twaalf uur moesten ze thuis zijn. De vier vrienden woonden in dezelfde straat en liepen samen op. "Buiten merkten we meteen dat het ongewoon hard stormde. En toen we de hoek om gingen, kwamen we niet meer vooruit. We moesten ons arm in arm tegen de storm in vechten. Het was een paar hon derd meter naar de rij huizen achter de boerderij. Om half vier 's nachts werd ik door mijn vader van mijn bed gelicht. Mijn zwager, die de kerkklokken gehoord had, was komen waar schuwen voor de dijkdoorbraak. Er stond een halve meter water in huis. Ik ben met mijn moeder en jongste zus naar de Ring gelopen naar het huis van de ouders van mijn moeder. We lie pen tot ons middel in het water. Mijn vader en mijn zwager heb ben nog mensen gewaarschuwd en zijn ook naar het huis van mijn grootouders gegaan. Dat was de redding van ons gezin. De Ring is hoger gelegen, er stond nog geen water." Een merksteen op de hoek van de Ring en de straat waar Wim woonde, geeft aan hoe hoog het water er zou komen te staan. Als je 1.70 meter lang bent, tot ooghoogte. "Twee vrienden met wie ik die avond was uitgegaan, hebben het niet gered. Ze waren broers. Eén van hen hield zich vast aan de A-palen voor het huis, maar kon het niet meer houden. A-palen werden vroeger gebruikt als lantaarnpaal en voor de telefoon- en elektriciteitsdraden. De vader van mijn vriend hing ook aan zo'n paal, maar had zich met de elektrici- teitssnoeren kunnen vastbinden. Hij overleefde het, maar verloor die zaterdagnacht zijn hele gezin: vrouw en vier kinderen." schade aan 47.300 gebouwen, waarvan 10.000 onherstelbaar De start van Stoffels Cleaning ligt in de jaren na 1953, toen ondergelopen kelders moesten worden leeggepompt. Elk jaar looft dit bedrijf een prijs uit voor scholen die een pro ject bedenken en uitvoeren waar de maatschappij wat aan heeft. Dit jaar is het thema 'Water'. Groep 7 en 8 van de basisschool en alle klassen van het voortgezet onderwijs in Zeeland, West- en Midden Brabant kunnen meedoen en een prijs winnen van 4.500,-. Meer weten? Kijk op: www.ideeinuitvoering.nl

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2003 | | pagina 3