De Watersnoodkrant 1953 2003 ^DELTfl2003 mm n f ^È£WÉjf%- I W-', W PROVINCIALE ZEEI Regen zet Nederland op zijn kop Na de ramp scholenproiect Uiteindelijk gaat het om je eigen ervaring Overstromingen zijn van alle tijden. We kennen niet alleen de verhalen van ooggetuigen van de ramp van 1953. In de kranten lezen we regelmatig over overstromingen in de hele wereld. Ver weg, in Azië, maar ook dichterbij. We hadden hierover een gesprek met acht brugklasleerlingen van het St. Willibrord- college in Goes, Saskia Hietbrink, Ros Sanabria, Alexander Sinke, Lisa Aupperlee, Jopke van der Borgt, Anne Wil Speelman, Milou van Steenbergen en Larissa Colijn. Bijna allemaal kennen ze wel brug, die vol scheuren zat en iemand die afgelopen zomer op vakantie met watersnood te maken kreeg. Zo heeft Jopke van een bekende gehoord over de overstromin gen in Duitsland. "De mensen waren erg bang. Er waren doden en je zag drijvende hui zen." Ze kent ook een verhaal over een mevrouw die in een elektriciteitspaal geklommen was en daar heel lang op hulp moest wachten. Larissa ver telt dat een vriend van haar in Tsjechië was en bijna niet meer weg kon komen. "Er was geen drinkwater meer en er stond een hele lange file. Ze moesten over een smalle er was maar één rijbaan in plaats van twee." Anne Wil kent ook iemand die vastzat in Tsjechië, in een huisje in een bungalowpark. Een ander weet van iemand die achten twintig uur in een auto heeft moeten zitten. Saskia zegt dat ze in augustus in Limburg nog zandzakken voor de deu ren gelegd hebben om het water tegen te houden. Jopke: "Het is allemaal nog maar pas geleden." Ze noemen ook voorbeelden nog dichter bij huis. Kelders die blank ston den in 's-Heer Arendskerke en Kamperland. Straten en woningen onder water, gebouwen storten gedeeltelijk m Rampenpakketje Als je overvallen wordt door een overstroming, kun je niet veel doen. Je kunt niet weg, niet fiet sen, niet autorijden. Het water stroomt door de straten en je hebt alleen wat aan een boot. En als je een boot hebt, moet je er nog bij zien te komen, 's Winters liggen die vaak in een loods. Jopke: "leder mens zou een rampenpakketje moeten hebben. Met een rubberboot, eten en overlevingsspullen. Ook de ille galen en de zwervers moeten dat krijgen." Larissa vindt dat wel een goed idee, maar denkt ook dat dit wel erg duur zou worden. "Binnen ieder gezin zou je moeten afspreken wie wat meeneemt als er een ramp komt." Kun je je voorbereiden op een ramp? Larissa: "Binnen ieder gezin zou je moeten afspreken wie wat meeneemt als er een ramp komt. Anders sta je met zijn allen aan hetzelfde te ruk ken." Anne Wil: "En je moet blij ven oefenen en herhalen." Ros: "Met reclame kunnen ze ook vertellen wat je moet doen als er een ramp is." Alexander is het daarmee eens en denkt dat je zo kunt proberen te voorkomen dat mensen in paniek raken. Ze denken na over wat ze zou den meenemen, als daar nog tijd voor is. Milou denkt het eerst aan de huisdieren. Ros ook. Zijn hond kan niet alleen de trap op, dus zou hij hem naar boven dragen. Een ander denkt weer aan de papegaai, die niet kan vliegen. Van alles wordt genoemd. Knuffels, elektrische spullen, telefoons, eten, dekens, erfstukken, sieraden en geld. En drinkwater, want dat is er bij een ramp meestal niet meer. Als er een baby is, luiers en andere babyspulletjes. En de baby zelf natuurlijk. vervolg: zie pagina 2 Het is bijna vijftig jaar na de ramp. Op 1 februari 1953 overstroomden grote delen van Zeeland, Zuid-Holland en West-Brabant. Ook West-Vlaanderen in België en Engeland hoorden tot het rampgebied. De oorzaken van de overstroming waren een zware storm, springvloed en slechte conditie van de dijken. Als je 'de ramp' zegt, weet iedereen die in het Deltagebied woont wat je bedoelt. Hieruit blijkt hoe ingrijpend de ramp was. Bij veel mensen is hun geheugen er door in tweeën geknipt. Ze hebben het over 'voor de ramp' en 'na de ramp'. Maar als je wat jonger bent, denk je misschien eerder aan de rampen in Enschede en Volendam. Of aan de WTC-crash. Of aan de recente overstromingen van de rivieren in het oosten van ons land, Duitsland en Oost-Europa. In deze krant kun je lezen wat mensen hebben meege maakt in de nacht van 1 februari en de tijd erna. Je vindt er informatie over de Deltawerken. Die moeten een nieuwe ramp voorko men. De ramp wordt in februari 2003 herdacht. Er zijn allerlei activiteiten. Ook daarover staat het nodige in deze krant. Op school zul je in sommige lessen meer te weten komen over de ramp en andere over stromingen. Het is belangrijk om terug te kijken. Je begrijpt sommige dingen beter. Waarom veel oude mensen nog steeds bang zijn voor storm bijvoorbeeld. Maar je kunt er ook iets van leren. Daarom besteden we in deze krant ook aandacht aan het nu en kijken we naar de toe komst. Groep zeven en acht van OBS Voorhoute in Kruiningen Verhalen van opa en oma De ramp van 1953. Ook al heb je hem niet meegemaakt, je hebt er vast wel over gehoord. Wat weet jij van de gebeurtenissen? We gingen op bezoek in Kruiningen bij de leerlingen van groep zeven en acht van basisschool Voorhoute. Ze kennen de ramp vooral uit verhalen van opa's en oma's en buren. Sommige kinderen zijn naar het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk geweest of hebben een boek over de ramp gelezen. De leerlingen vertellen: "In Kruiningen zie je nog herinne ringen aan 1953, de merksteen in de Burg. Elenbaasstraat. Na de ramp zijn er nieuwe huizen gebouwd. In sommige is een steen gemetseld waarop staat hoe hoog het water stond." Andere leerlingen kennen het standbeeld van de ramp. Of noemen weer andere herinne ringen: "De groene huizen in het dorp zijn door de Zweden geschonken. En op het kerkhof is een speciale hoek. Daar lig gen de mensen begraven die zijn verdronken." vervolg: zie pagina 2

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2003 | | pagina 1