Oud-Beijerland bleef gespaard en
werd een zegen voor het eiland
WATERSNOODKRANT
Ned. Reis vereniging
Oud-Beijerland en de watersnood; een expositie na 50 jaar
Bus en boot namen vervoer
tijdelijk van RTM tram over
HET KOMPAS
K01-27
De Oud-Bomiventurasedijk in Strijen
STRIJEN - 1 februari 1953. Als een diefin de nacht kon
digt zich De Ramp aan. Een nacht vol rampspoed veran
dert ook het leven van dat toen 14-jarige meisje uit de St-
rijense polder. Met eigen ogen zag ze het complete Hol-
landsch Diep, zoals zij het destijds ervoer, op de boerderij
van haar familie aan komen rollen. Angstig en naïef kruipt
ze ondanks die onbekende dreiging haar bed in op de zol
der. Het water had reeds bezit genomen van de beneden
verdieping en het zolderluik klapperde reeds vervaarlijk.
Op een herfstige dag in oktober
2002 vertelt Toos Smitshoek- van
der Ree vijftig jaar na dato haar
verhaal. Het verhaal van dat 14-ja-
rige meisjes uit de polder van St
rijen. Een kind nog, dat vele ban
ge uren meemaakte en uiteindelijk
haar moeder verloor. Ze is er vol
van en wil meteen beginnen te
vertellen. Uit alles blijkt dat de
dramatische gebeurtenis van de
nu 64-jarige oma van twee klein
kinderen een onuitwisbare herin
nering heeft achtergelaten. Alsof
er een film aan je voorbij trekt
volgt er een ooggetuigenverslag
dat een halve eeuw later nog bijna
van minuut tot minuut in het
hoofd van Toos Smitshoek rond
spookt.
Strijen, Buitendijk 15, anno 1953.
Een klein boerderijtje ten zuiden
van Strijen in de polder Aanwas
sen en Gorzen van de Landen van
Esschen. Op een klein uurtje lo
pen van het dorp. Een hardwer
kende boer probeert met vrouw en
de nog thuiswonende zoon Joost
en twee dochters, Truus en Toos,
een eerlijke boterham te verdie
nen. Zoon Henk was een jaar eer
der naar Heinenoord verhuisd.
Ook de oudste nazaat, Arie Hend
rik, is reeds uitgevlogen en heeft
op nummer 9 een eigen boerenbe-
drijije en gezin gesticht.
Op die zaterdagavond de 31e ja
nuari 1953 stormt het al flink in
de Hoeksche Waard. Het water
van het Hollandsch Diep klotst
alarmerend hoog tegen de dijken.
Reden voor Toos' broer Joost om
niet naar huis te komen en te blij
ven overnachten bij zijn verloofde
op de Bommelskous. Datzelfde
besloot de aanstaande zwager van
Toos, verloofde Bouw Borel. Hij
overnachtte op Buitendijk 15.
Waakhond
Rond 05.00 uur op de vroege zon
dagochtend werd Toos wakker ge
maakt door moeder Geertrui.
'Mijn moeder was altijd net een
waakhond. Ze hoorde alles,' be
gint ze haar verhaal, 'de tijden
weet ik niet meer zo precies, maar
wel hoe het allemaal gegaan is.
Op een gegeven moment zag ik
door het raam het water woest en
wild komen aanrollen. Met grote
schuimende golven. Het was een
donkere nacht, maar die witte
koppen zorgden ervoor dat de om
geving gewoon verlicht werd. Ik
had het gevoel alsof het complete
Hollandsch Diep op ons afkwam.
Van narigheid ben ik in mijn bed
gekropen. Toen mijn moeder het
water dichtbij hoorde pakte ze de
koffie- en theepot en wat brood en
kwam ook naar boven met m'n
zus Truus die toen 18 jaar was.
Mijn zwager en vader zijn, met
een brandende lantaarn, naar de
schuur gegaan om de koeien los te
gaan snijden. Maar dat bleek niet
De Buitendijk behoorde tot één van de zwaarst getroffen gebieden
meer mogelijk. Het water steeg zo
snel dat ze, om hun leven te red
den, vlug op de hooizolder moes
ten kruipen. Bij ons in huis horen
we op een gegeven moment de
buitendeur openslaan en het water
onder ons tekeergaan. Om het wa
ter tegen te houden werd het zol
derluik verzwaard met zakken ko
ren die op de zolder stonden. Dit
maakte echter niets uit. Het luik
lag als een gek te klapperen. Ik
probeerde te slapen, maar dat luk
te natuurlijk niet. Toen sloeg het
water plotseling een groot gat in
de muur onder het raam.
Via een kist en een kast wisten
mijn zus en ik op de balken onder
het dak te klauteren. We wisten
ook mijn moeder met haar 80 kilo
wegend nog met zijn tweeën naar
boven te sjorren. Het water bleef
maar stijgen. Totdat zowel het
huis als de schuur in elkaar stort
ten. Door een gat in de schoor
steen zijn we verder omhoog het
dak op gekropen. Het geluid van
wind en water was oorverdovend,
chaotisch en eng. Vervolgens
klommen we op het dak en wisten
we toch ook weer moeder daarop
te krijgen. Waarschijnlijk heeft
mijn moeder toen een stuk
schoorsteen op haar hoofd gekre
gen of zo, want ze kon op een ge
geven moment niet meer.
Het water bleef maar komen. Het
dak was een soort vlot geworden,
dat aan alle kanten snel afkalfde.
Om ons heen was het één grote
chaos. Balken, strobalen en voor
hun leven spartelende koeien die
op ons vlot probeerden te kruipen.
Opeens zagen we vader en Bouw
die het dak van de schuur als vlot
gebruikten. Het viel me op dat de
lantaarn nog steeds brandde. Over
balken die mijn vader op ons vlot
gooiden zijn we toen naar hun vlot
gekropen.'
Verdwaasd
Op dat moment wordt het Toos
Smitshoek even teveel. De woor
den stokken in haar keel en er ver
schijnen tranen in haar ogen. Voor
de zoveelste keer in haar leven be
leeft ze de bijna onbeschrijflijke
gebeurtenissen. Tijd voor koffie.
'Wat wilt u erin?' Ze houdt haar
zakdoek bij de hand, wanneer ze
haar verhaal vervolgt. 'Ook mijn
moeder wist nog net over te klau-
De Mookhoek bleef niet voor het water gespaard
teren. Ze is toen gaan liggen en
heeft uren niets meer gezegd.
Kletsnat en koud zijn we vervol
gens richting Sas gedreven. De
kat wist ik ook nog op het vlot te
zetten, en die is ook in leven ge
bleven. We hebben waarschijnlijk
zo'n zes of zeven uur op het vlot
gezeten. We waren inmiddels naar
een hoek tussen twee binnendij
ken gedreven. Alles wat los en
vast zat was trouwens in die hoek
gedreven.
We zagen op een gegeven mo
ment een geheel verdwaasde door
de kou bevangen man aan de dijk,
die zich aan graspollen vasthield.
Dat bleek achteraf Harm van
Soest te zijn geweest. Hij heeft
daar waarschijnlijk uren gelegen.
Mensen van Sas die ons die zon
dagmorgen zagen zijn hulp gaan
halen. Tussen de dijk en ons vlot
lag echter allerlei rotzooi zoals ba
len stro en zo. Met planken pro
beerden men bij ons vlot te ko
men, en dat ging even goed. Ik
werd als eerste van het vlot ge
haald. Op de rug van Joost Noten
boom. Hij viel op een gegeven
moment in het water en ik wist me
aan takken vast te houden. Ik weet
niet hoe lang. Je hersens staan stil
op zo'n moment. En dan dat gegil
en gekrijs vanaf het vlot. Dat vlot
met de lantaarn die nog steeds aan
was.
Op een gegeven moment ben ik
aan de dijk gekomen. Daar werd
me verteld dat ik maar naar Sas
moest lopen. Naar het huis van
Overwater.
Dat heb ik toen gedaan. Vallend
en klauterend over planken en
strobalen ben ik gaan lopen. Pijn
voelde ik niet meer door de kou.
Eenmaal in Sas kreeg ik snel dro
ge kleren aan. Ook mijn zus, va
der, zwager en moeder zijn uitein
delijk van het vlot gehaald. Miji
moeder schijnt toen nog even bi
kennis te zijn geweest. Maar he
ging niet goed met haar. Er wa:
ook geen arts op Sas, alleen EH
BO. Op een gegeven momen
hoorde ik dat mijn moeder wa:
overleden.'
Kaststel
Via onder meer het Feyenoord
stadion en de Ahoyhallen is he
gezin Van der Ree uiteindelijk op
gevangen in Kethel, een kleii
dorpje bij Schiedam. Met zijn el
ven verbleven zij een viertal we
ken in het katholieke verenigings
gebouw van de padvinders. He
contact met de Kethelse koste
Henk Lansbergen is tot aan ziji
dood jaren gebleven. „Ik weet noj
goed dat er vlakbij een treinrail:
lag. Vaak zat ik 's nachts stij
overeind in bed van de treinen di<
voorbij denderde. Later ben il
nog regelmatig wakker geschrok
ken als er buiten lawaai was,' ver
telt Toos Smitshock.
Tot december 1954 logeerden zi
op de zolder van de boerderij var
Klaas de Jong. Een tiental meten
van het eigen verdronken erf. Bij
na dagelijks moest ze langs de ruï
nes van wat ooit een vriendelijk
boerenbedrijf aan de Buitendijl
15 was geweest. Alleen de pulpsi-
lo en een relatief nieuw varkens
kot stonden nog overeind.
Uit de puinhopen werd ondei
meer een rood kaststel gered. On
danks de zichtbare barsten heef
het een prominent plaatsje gekre
gen in de huidige huiskamer var
Toos Smitshoek. Het 14-jarige
meisje dat, als zovelen, in een paai
uur tijd haar moeder, huis er
haard en jeugd verloor.
De toen nog buitendijks gelegen Havendam liep wel volledig onder water
OUD-BEIJERLAND - Een
uitstekende aanvoerhaven,
in tact gebleven voorzienin
gen zoals water en elektrici
teit, grote gebouwen die
men benutte voor opvang,
opslag en organisatie, Oud-
Beijerland werd nauwelijks
getroffen door het water, en
kon daardoor het eiland
grote steun bieden.
In de pers werd vooral vol
lof gesproken over de rol
van Oud-Beijerland bij de
coördinatie van alle activi
teiten door het waterschap
samen met de burgemees
ters, de zogenoemde Gene
rale Staf. Die samenwerking
verliep voorbeeldig. Het
dagblad "Trouw" noemde
Oud-Beijerland in die tijd
een zegen voor de Hoeksche
Waard. De Stichting "Het
Oude Raadhuis" herdenkt
met een tentoonstelling de
Watersnood, vanuit het per
spectief van Oud-Beijer
land.
"Een tentoonstelling over Oud-
Beijerland en de Watersnood," zal
men zich afvragen, "dat is toch
niet getroffen door de water
snood?" Helemaal juist is die ge
dachte overigens niet: De Beeren-
plaat, die deel uitmaakt van het
grondgebied van de gemeente, is
wel degelijk overstroomd en alle
bewoners daar moesten geëva
cueerd worden. Ook de in 1953
nog buitendijks gelegen "Oude
Tol" werd zo zwaar getroffen dat
de familie die daar woonde, moest
vluchten. Op de tentoonstelling
zijn daar beelden van te zien.
Maar inderdaad, Oud-Beijerland
kwam er verder met een flinke
wateroverlast vanaf. En - het be
langrijkste - er vielen geen slacht
offers.
De expositie gaat voornamelijk
over de grote rol die Oud-Beijer
land in die barre februarimaand
van 1953 speelde voor het groten
deels verdronken eiland.
Foto's, overzichtskaarten, kranten
artikelen, brieven, documenten,
interviews en enkele objecten
waaronder een ouderwetse tele
fooncentrale, laten dat zien op de
expositie in "Het Oude Raadhuis"
te Oud-Beijerland.
In de zwaar getroffen overstroom
de delen van de Hoeksche Waard
leerde men de Oud-Beijerlanders
van een andere kant kennen dan
"normaal" In één van de inter-
viewfragmenten die op de exposi
tie valt te lezen, wordt dat als
volgt gezegd: "Oud-Beijerland
werd in de Hoeksche Waard vaak
met scheve ogen bekeken: Oud-
Beijerlanders zus en Oud-Beijer
landers zo, maar de Oud-Beijer
landers, die hebben zich van hun
goede kant laten zien. Er werd niet
gepraat over vergoeding voor het
dijkwerk, nee. En voor de rest zei
den wij, maandagmorgen 2 febru
ari, jongens, ze hebben mensen
nodig om te helpen aan de dijken.
We gaan. En zo waren er zo veel."
Die jongens uit dit interview wer
den vanaf het raadhuis op vracht
wagens gereden naar de Blaakse-
dijk. Het behoud van die dijk was
noodzakelijk om het nog droge
gedeelte van de Hoeksche Waard
ook droog te houden. En voor de
secretarie van Strijen verscheen
tijdens die allereerste dagen na de
ramp zomaar ineens een bakker
uit Oud-Beijerland die daar vier
honderd broden neerlegde. Dit
zijn slechts twee voorbeelden van
de grote inzet van de bevolking
van het dorp. Die inzet was na
tuurlijk was van wezenlijk belang,
maar bovendien beschikte het
dorp voor de hulpverlening en het
De „Frankrijk"-avond van 4 Febr. a.s.,
is tot nader datum UITGESTELD
BEKENDMAKING INZAKE LANDBOUWTREKKERS
Eigenaars van trekkers en andere landbouwwerk
tuigen met motoren welke onder water staan of ge
staan hebben, wordt aangeraden zich in verbinding te
stellen met hun dealers, en zodra de trekkers geborgen
zijn, deze direct ter reparatie bij de dealers te brengen.
Het is na onderzoek gebleken, dat er voldoende
gelegenheid tot directe verzorging bij de dealers in de
Hoeksche Waard en omgeving aanwezig is, zodat het
verstandig is, om niet zelf te gaan werken aan de ma
chines, omdat het zeer moeilijk is, ter plaatse de
nodige voorzieningen te treffen.
Mochten, er tpoeilijkheden bij het bergen of ver-
van. Jrépeers. e.d. pfrtrecU©v-dan - kanonder*
"getekende de noafg^ hulp verlenen.
Ook voor het geval .de dealer niet te bereiken is
kan de P. B. H. inlichtingen verstrekken, op welke wijze
en door wie de frèkker e.d. zo snel mogelijk tegen ver
der bederf geconserveerd kén worden.
Mede namens de Rijksvoorlichtingsdienst
A. W. VISK1L.
dijkherstel over diverse noodza
kelijke voorzieningen en facilitei
ten. De wederopbouw van de ver
woeste dorpen en later, de uitvoe
ring van de Deltawerken, veran
derden het aanschijn en het karak
ter van het rampgebied. Oud-Be
ijerland zelf was dan wel voor de
grote ramp gespaard, maar de uit
voering van de Deltawerken liet
zich ook hier gelden. Er kwam
een waterkerende sluis bij de in
gang van de haven en er werd,
vlak langs het Spui, een dijk op
deltahoogte gebouwd. Foto's vóór,
tijdens en na de ingreep laten dan
ook zien, hoe het dorp aan het
Spui veranderde in het dorp achter
de dijk. "Oud-Beijerland en de
Watersnood" is het kernthema van
de expositie. Daarnaast wordt ook
een beeld opgeroepen van de
ramp in de Hoeksche Waard en de
ramp in zijn geheel. Van de Hoek
sche Waard is onder andere een
grote overzichtskaart, enkele fo
to's van de zwaar getroffen dorpen
en een lijst met de namen van de
slachtoffers per dorp te zien.
Een kranteninterview met de au
teur van het standaardwerk over
de ramp in de Hoeksche Waard
"Een zee van water"R. Allewijn,
mocht op deze expositie niet ont
breken. Van de vele informatie die
zijn boek geeft kon bij de samen
stelling van de expositie dankbaar
gebruik gemaakt worden.
De bezoeker kan een indruk van
de ramp in zijn totaliteit opdoen
door bijvoorbeeld te luisteren naar
de prachtige CD van A. J. Koppe-
nol met de authentieke opnamen
van allerlei radioberichten en re
portages.
Andere tijden
Ook zijn enkele gedichten te lezen
die ongetwijfeld de sfeer van die
tijd oproepen.
De expositie vertelt over de water
snood, nu vijftig jaar geleden. Kij
kend naar de beelden en teksten of
luisterend naar de CD lijkt het
misschien veel langer geleden. Zo
totaal anders lijken het dorp en het
hele land van toen en nu.
Met een mobieltje door het cen
trum van Oud-Beijerland lopend,
is het nauwelijks voor te stellen
Het water stijgt, de foto is genomen op het Gedempte Spui, in de volksmond Ach
terspui, ter hoogte van de plek waar nu de ingang van het Vierwiekenplein is
dat elk telefoongesprek in die tijd
nog aangevraagd moest worden
via een telefoniste in het postkan
toor. En levend in een tijd van vol
strekte gelijkheid van man en
vrouw valt de toen nog heersende
traditionele rolverdeling tussen
man en vrouw op. De "Generale
Staf" riep op 2 februari voor dijk
versterking en hulpverlening al
leen de weerbare mannen op.
Toen na enige tijd de ondergelo
pen dorpen te betreden waren,
kwamen de schoonmaakploegen
in actie: deze ploegen bestonden
uitsluitend uit vrouwen.
Het verhaal over de watersnood
wordt bijna geheel weergegeven
in de beelden, de teksten en het
gesproken woord van die tijd.
Daardoor valt nog een verschil op
tussen toen en nu: het verschil in
de wijze van berichtgeving.
De kranten ademden destijds een
sfeer van nationale eenheid. Uit
de krantenkoppen van de eerste
dagen na de ramp sprak alom ver
bijstering. Binnen een week over
heerste de toon van vastberaden
strijd tegen de vijand. De vraag of
de ramp voorkomen had kunnen
worden, wordt slechts terloops ge
steld. De expliciete schuldvraag,
die vandaag de dag gelijktijdig
met de berichtgeving over een
ramp aan de orde komt, ontbreekt
in 1953.
In onze tijd zijn we gewend aan
schokkende foto's, onder de foto's
van toen zitten geen horrorbeel-
den. Wel geven ze een feitelijk en
overtuigend beeld van de aange
richte ravage en vluchtende men
sen. De angst en de verschrikking
in de ogen, de reddingsacties en
het verdriet van kinderen.
Ook de radioreportages op de CD,
zijn veel terughoudender van toon
dan tegenwoordig. De feiten en de
emoties spreken voor zich - een
nu gebruikelijke vraag als "Wat
ging er door u heen? past daar
niet bij. De woordkeus lijkt heel
wat formeler dan die van nu en de
reporter verraadt zijn eigen emo
tie voornamelijk in de trilling van
zijn stem.
De Stichting "Het Oude Raad
huis" herdenkt met deze tentoon
stelling de Watersnood, vanuit het
perspectief van Oud-Beijerland.
Tegelijkertijd brengt het bezoe
kers terug in een heel andere tijd.
De expositie "Oud-Beijerland en
de Watersnood" is voor bezoekers
geopend van zaterdag 1 februari
tot 30 april, elke zaterdag en
woensdag van 13 uur tot 16 uur.
HOEKSCHE WAARD - De enige vorm van openbaar vervoer ten tijde
van de Watersnood bestond uit een tram verbinding. De RTM onderhield
een verbinding vanuit Rotterdam met Zeeland. In de Hoeksche Waard
vertakte de hoofdverbinding zich via twee zogeheten 'zijlijnen,' zodat
ook plaatsen als Numansdorp, Goudswaard en Strijen bereikbaar wer
den. De tram kwam vanaf de Barendrechtse brug de Hoeksche Waard
binnen. De Boonsweg was de hoofdverbinding tussen de stad en het ach
terland.
Enkele dagen na de ramp was de schade aardig in beeld gebracht en
bleek deze gelukkig mee te vallen. De RTM kon de schade aan de ver
schillende spoorbaanvakken vrij snel en met eigen materiaal herstellen.
Toch stond er tussen de 70 en 80 centimeter water op de trambaan en
ook elders, tussen Piershil en Goudswaard, waren sommige baanvakken
onder water verdwenen. Op de foto is te zien hoe het RTM-personeel de
schade op het baanvak Boonsweg opneemt. Vooral de kruising met het
Zomerland had flink te lijden gehad.
Al vrij snel kwam er een tijdelijke bootverbinding tot stand, die via een
nooddienstregeling het reizigersvervoer tussen Oud-Beijerland en Rot
terdam regelde. Vanuit Oud-Beijerland ging de tocht per bus verder naai
de niet overstroomde gebieden. Kennelijk was er destijds ook al sprake
van het verschijnsel 'ramptoerisme' getuige de volgende oproep die in
de kranten verscheen. 'De regering doet een dringend beroep op de be
volking zich niet onnodig naar het rampgebied te begeven. Met name
kijklustigen en personen, die familieleden of bekenden in het rampge
bied willen opzoeken, kunnen de hulpverlening en de herstelwerkzaam
heden belemmeren.' Ook de post voor de Hoeksche Waard kwam uit
Rotterdam. Via het veer bij Nieuw-Beijerland ging er dagelijks een pos
tauto van en naar Oud-Beijerland. Van daaruit vond de verdere versprei
ding plaats. Ook de post vanuit de Hoeksche Waard naar bestemmingen
buiten het eiland werd op het postkantoor in Oud-Beijerland verzameld.
RTM-personeel op inspectietocht langs de Boonsweg