Dijkwacht Cees Kooyman meldde naderend onheil via de veldtelefoon Dijkgraaf Provoost: 'We zijn nooit absoluut veilig tegen het water' Watersnoodramp 1953: De Ramp die men vreesde, maar niet voor mogelijk hield 'Waakzaam zijn en waakzaam blijven HET KOMPAS WATERSNOODKRANTK01''° HOEKSCHE WAARD - Op 29 ianuari 1953, vandaag precies 50 iaar geleden, ontwikkelde zich 'op de Atlantische Oceaan ten westen van Schotland een kleine depres sie. Het ging zoals het vaak gaat met de oerkrachten in de natuur: In twee dagen tijd ontwikkelde de onbeduidende depressie zich tot een orkaan met windsnelheden bij de Schotse kust tot wel 180 kilome terper uur. Het water van de Noordzee werd opgezwiept tot een stormvloed. Maar meer ongunstige factoren pakten samen. Die nacht was het volle maan. Zon en maan stonden op één lijn en zogen het water nog hoger op tot een extra hoge vloed, springvloed genaamd. De storm stuwde het zeewater pal tegen de Zeeuwse en Hollandse kust. Toen in de middag van zater dag 31 januari bij eb het water niet of nauwelijks zakte werd de ernst van de situatie langzaamaan dui delijk. Nederland heeft een lange geschie denis in de strijd tegen het water In de vroege ochtenduren van die eer ste februari voltrok zich een ramp in het zuidwesten van Nederland die velen misschien vreesden, maar slechts weinigen voor moge lijk hielden. Vrijwel direct kwam de hulpverlening uit binnen- en bui tenland op gang. Of, zoals Koningin Juliana het een week na de ramp in een radiotoespraak zei: 'De doorbraak van de dijken riep een springvloed van medeleven met elkander op. Wij voelen allen de weldadigheid ervan. Overal waar leed is, is zegen nabij. In totaal kwamen er 1835 mensen om. In de Hoeksche Waard vielen 141 mensenlevens te betreuren. Inmiddels is er veel gebeurd om een ramp van deze omvang nooit meer plaats te laten vinden. De voltooiing van de Deltawerken heeft de veiligheid vergroot. Maar juist in deze dagen zullen bij velen de herinneringen aan destijds weer boven komen. Voor hen die geliefden verloren is de ramp nooit voorbij. Op tal van plaatsen en manieren zal de herdenking van de Watersnoodramp de komende dagen plaats vinden. Deze speciale herdenkingsbijlage bij Het Kompas staat 50 jaar na dato nog eens stil bij deze tragische gebeurtenis die ook het eiland de Hoeksche Waard trof De verhalen zijn opgetekend uit de mond van vele ooggetuigen en nabestaanden, aangevuld met fotomateriaal dat veelal voor het eerst gepubliceerd wordt. Vanaf deze plaats bedanken wij iedereen die aan deze bijlage heeft meegewerkt. leven in gebieden waar veel aardbevingen, orkanen of vulka nen voorkomen zich dat afvra gen. Waarom? We zijn er gebo ren en getogen. We hebben het zelf op de zee veroverd en her overd en zijn daar trots op. We kunnen er, juist door de ligging in die delta, goed ons brood ver dienen met handel, industrie, vruchtbare grond, visvangst en toerisme. We wanen ons er veilig achter hoge, sterke dijken: zijn wij niet de waterbouwers van de wereld? Antwoorden zoeken op die vraag van die buitenlander is voor ons verder niet relevant, omdat de vraag zelf voor ons niet relevant is. Toch betalen wij af en toe een hoge prijs door hier te wonen. Na het gereedkomen van de Delta werken - de reactie op de Ramp van 1953- voelden we ons veilig tegen watersnood. Historisch ge zien is dit absoluut misplaatst. "In de afgelopen 750 jaar, de tijd waarin sprake was van enige zorg tegen hoogwaterbescher ming, zijn er ongeveer 50 grote of kleinere watersnoden geweest, waarvan we een aantal gerust een ramp mogen noemen. De Sint-Aechtenvloed (1288), de Sint-Elizabethvloed (1421), de Sint-Felixvloed 1530), de Aller heiligenvloed (1570) en de ramp van 1953 zijn daar voorbeelden Nooit weer Tijdens de Sint-Aechtenvloed, waarbij de Zuiderzee de vorm van het IJsselmeer vóór de grote inpolderingen kreeg, moeten er zo'n de 40.000 en 50.000 men sen verdronken zijn. Bij de Al lerheiligenvloed vielen 5.000 slachtoffers en een groot deel van Noord-Holland werd ver zwolgen. Maar ook in de eeuwen daartussen gingen vele malen duizenden hectares land verloren en vielen er grote aantallen slachtoffers. In de vorige eeuw waren er watersnoden vanuit zee in 1906, 1916 en 1953. Elke ramp ging gepaard met veel per soonlijk leed. Getallen waarin we de omvang van een ramp wil len begrijpen schieten tekort. De watersnoodramp in 1953 tel de 1835 doden, waarvan 141 in het gebied van het waterschap De Groote Waard. "Pas als de cijfers worden teruggebracht tot herkenbare proporties beginnen we iets van de Ramp te begrij pen. Als bijna hele gezinnen en buurtschappen verdrinken zoals in 's-Gravendeel of in Numans- dorp bij de Schuringsekade en op het Hogezand begint er een menselijke proportie bij deze ge tallen te komen: het verdriet en de uitzichtloosheid die er voor veel families moet zijn geweest," zegt de dijkgraaf, "het is goed om 50 jaar na dato al deze slachtoffers te herdenken en stil te staan bij de reddeloosheid van wat ze achterlieten. Het is óók goed om stil te staan bij de toe komst: dat nooit weer." Tussen 1750 en 1800 kende het rivierengebied maar liefst 152 dijkdoorbraken. Sinds 1780 ge beurde dat nog maar 6 keer, omdat na de oprichting van het "Bureau voor den waterstaat" (het huidige Rijkswaterstaat) de dijkzorg snel verbeterde. "Juist vanwege die lange lijst van overstromingen en rampen werd er in Nederland voor ge kozen het hele land te 'bedek ken' met waterschappen die geen andere taken hebben dan de zorg voor de dijken, de wa terhuishouding en hier en daar de wegen." Landen met veel waterproblemen komen deze organisatievorm de laatste tijd kopiëren voor hun eigen situ atie. De frequentie van watersnood als gevolg van dijkdoorbraken is door de toegenomen kennis, de technische hulpmiddelen en de organisatie van de waters taatszorg duidelijk afgenomen. Een krachtige Rijks waterstaat organisatie en zo'n 50 water schappen die verantwoordelijk zijn voor de regionale en lokale waterstaatszorg hebben de vei ligheid enorm vergroot. Waan van de dag "We hebben het dus goed voor elkaar, maar we zijn er nog niet en we zullen er ook nooit ko men", vindt de dijkgraaf, "want absolute veiligheid tegen na tuurrampen kunnen we in dit land van zee en rivier, ondanks alle zorg, niet geven." Na het uitvoeren van de Deltawerken is berekend dat de overstromings- Het leegpompen van de Molenpolder in Goudswaard kans in het gebied van water schap De Groote Waard 1 keer per 2000 jaar is. Dat sluit vol gens Provoost niet alle risico's uit. "We vergeten daarbij dat die ene keer dat het water hoger komt, morgen kan zijn. Door betere hoogwaterbescherming en minder rampen beseffen we de voortdurende dreiging van het water niet meer." Ook de regering lijkt hiervan niet voldoende doordrongen. "Het woord water kwam in de laatste regeringsverklaring niet voor, ondanks de extreem hoge rivierstanden in 1993 en 1995 en de pessimistische vooruit zichten voor wat betreft de stij ging van zee -en rivierniveau. Misschien schuilt daarin wel het grootste gevaar voor ons al lemaal: dat we zo kort van me morie zijn en liever over de waan van de dag praten." "Nederland is nooit veilig, als het om watersnoden gaat," zegt Provoost stellig, "laat met het herdenken van de slachtoffers van de Ramp óók het bewust zijn aanwezig blijven dat het water een voortdurende bedrei ging vormt. De waterstanden in rivieren en zeeën zullen in deze eeuw stijgen. Dat rechtvaardigt op geen enkele manier dat we ons veilig kunnen wanen tegen het water." De komende decennia blijven maatregelen voor de veiligheid dus noodzakelijk. "Ik hoop dat die maatregelen op een stevig draagvlak in de samenleving kunnen rekenen. Als dijkgraaf van het waterschap De Groote Waard wil ik graag dat op die wijze de Ramp wordt herdacht: waakzaam zijn en waakzaam blijven!" De dijken kregen het zwaar te verduren Tienduizenden huisvrouwen ondervinden reeds dagelijks hoe snel eri goed de Ruton 10 het werk doet. Deze mooie stofzuiger blinkt uit door de krachtige motor en het grote zuigvermogen. Overal wordt stof, vuil en zand weggezogen zonder enige in spanning. De draaibare zuigmond is boven dien voorzien van glijers en rubber opnemers. v Draden en haren wor- Cees Kooyman heeft veel herinneringen aan de veldtelefoon van weleer BLAAKSED1JK - Terwijl enige honderden meters verder het geluid van de auto's op de A 29 verwaait in de januariwind, staat Cees Kooyman bij een groen, verweerd kastje aan de voet van de Buitendijk, die de polder tegen het wa ter van de Oude Maas be schermt. Het sleuteltje van weleer past niet meer in het mo derne hangslot. Hij kan zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en gluurt door de kieren naar binnen. "Jammer, ik had gehoopt dat die telefoon er nog in zat," zegt hij teleurgesteld. In 1953 zag Cees Kooyman op ongeveer dezelfde plek de ramp aankomen. In het kastje zat een veldtelefoon, waarmee de toen malige dijkwacht aan het water schap meldde dat het Maaswa ter gevaarlijk hoog stond. We lopen verder langs de Bui tendijk. Achter ons ligt de Zo- merlandse polder waar Kooy man als jongen urenlang door heen zwierf. We komen bij de plaats waar hij in die februari- nacht van '53 zag aankomen dat de dijk het zou begeven. "Dat was hier," zegt hij en wijst de plek feilloos aan, "in de oorlog was hier ook nog Duits afweer geschut ingegraven. Later is dat weggehaald, maar het is een zwakke plek gebleven." Het werd de mannen snel dui delijk dat telefoneren niet vol doende was. Daarvoor stond het water reeds te hoog en was de golfslag te sterk. Ze zijn toen teruggerend naar de Mollekade om de bewoners te waarschu wen. "Veel mensen wilden het niet geloven en dachten we hen in de maling namen." Het te gendeel werd al snel bewezen, want met oorverdovend lawaai nam het water bezit van de pol der en sloeg een bres in de Blaaksedijk. Vrijwel direct gin gen vrijwilligers met zandzak ken het gat te lijf. Zo wist men op miraculeuze wijze te voor komen dat de dijk het begaf. Meerdere doeleinden Kooyman werd dijkwacht, om dat hij was afgekeurd voor mili taire dienst. "Je was verplicht om dan bij de BB, de Bescher ming Burgerbevolking, te gaan. Maar omdat ik toch altijd in die polder zat werd ik dijkwacht. Die organisatie viel onder de BB." Samen met Leen van Bo- choven en de inmiddels overle den Bram Korpel, twee andere bewoners van de Mollekade, kreeg hij het dijkvak tussen het Kuipersveer en Heinenoord on der zijn hoede. Als het water gevaarlijk hoog kwam, werd dat via de veldtele foon aan het waterschap ge meld. "Meestal belde Bram, omdat hij oudste was," weet Kooyman, "maar telefoneren was toen niet zo eenvoudig als nu. Eerst kreeg je verbinding met de centrale in het gemeen tehuis van Mijnsheerenland en daar werd je doorverbonden met degene die je wilde spre ken." In de jaren vijftig was de tele foon nog een bijzonderheid. Behalve de burgemeester, dok ter, dominee en veldwachter waren er maar weinig toestellen in omloop. Kooyman gebruikte de telefoon dan ook wel eens voor andere doeleinden dan hoogwatermeldingen. "Ik leen de de sleutel van dit kastje wei eens om stiekem de telefoniste, Ineke Rongen, te bellen", lacht hij. Nu, bijna vijftig jaar later, loopt de dijkwacht van weleer heel wat rustiger terug naar de Mol lekade. Nog even werpt Kooij- man een blik op het kastje. "Toch jammer van die tele foon," zegt hij spijtig. De noodpompen hij gemaal 't Hoofd van Benthuizen draaien op volle toeren -t HOEKSCHE WAARD - Krijn Jan Provoost, dijk graaf van waterschap De Groote Waard, is geboren op Walcheren, een eiland dat in 1953 grotendeels voor het water gespaard is gebleven. "Ik ben van 'na het water'. De onderwater zetting van Walcheren tij dens de Tweede Wereldoor log had kennelijk een grote re impact dan de oorlog zelf, of de Ramp. Op ande re Zeeuwse en Zuid-Hol landse eilanden ligt dat an ders. Daar ben je van vóór of na de oorlog of van vóór of na de ramp." De dijkgraaf vindt het her denken van de ramp een goede zaak. "We moeten be seffen dat veiligheid een be trekkelijk begrip is, zelfs na de voltooiing van de Delta werken." Als er geen dijken en duinen zouden zijn zou tweederde deel van ons land regelmatig onder water komen te staan. Buitenlan ders vragen zich daarom wel eens af waarom we hier willen wonen met die voortdurende be dreiging vanuit zee en rivier. Wij vragen ons dat niet af, als bewo ners van dit land. Net zomin als andere bewoners van deltagebie den op de wereld of mensen die

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2002 | | pagina 1