Oude Tonge AGINA11 EILAnCEn-niEUW5 VRIJDAG 13 SEPTEMBER 2002 De Ramp van 1953 Cadavers in het ruim van een schip te Middelharnis, gereed voor vervoer naar Delft. Op de achtergrond het Vingerling, (toto-A. van Wezel. Mnhlclharnis Maar het werd nog erger voor hen. In de dagen na de Ramp werden zij steeds weer geconfronteerd met de lichamen van men sen die ergens in de polder werden gevon den. Het was op de hoeve van Buijs erg stil. Het onovertroffen drama van de gezinnen van Koos en Hen de Boet die allebei bij Buijs in dienst waren geweeset knaagde aan het zieleleven van de werkgever. Helaas. een ander drama moest daaraan nog wor den toegevoegd. Abraham van Wijk was hoofdknecht bij Jan Buijs. Hij woonde aan de Stationsweg op no. 79. Dit huis. trouwens het hele blok waartoe de woning van Van Wijk had behoord is in die rampzalige nacht in elkaar gestort. Van Wijk heeft kans gezien om met behulp van een stuk hout het vege lijf te redden. De man spoelde aan op het tram station waar Koen Ouwens woonde. Daar wist hij op de zolder bij de familie Ouwens te komen. Maar het leek wel of het water deze arme man bleef achtervolgen. Ook het stationsgebouw stortte in waarna door hem opnieuw een strijd op leven en dood moest worden gevoerd. Van Wijk is op een stuk van het dak kunnen komen en dreef op de woeste golven met de stroom mee in de stikdonkere nacht. Onderweg botste dal stuk dak tegen een drijvende klamp hooi of stro aan dat in de buurt lag van het oude watergemaal (thans watergemaal De Haas van Dorser). Van Wijk heeft de sprong gewaagd en klom bovenop de klamp. Maar, vertelde Piet Buijs mij. Bram had vele verwondingen opgelopen om maar te zwijgen over zijn verdere fysieke gesteld heden door het lange verblijf in het koude water, toen men deze man gevonden had is hij eerst terechtgekomen in het café van Koos Smeets op de Oostdijk van Oude Tonge. Bram van Wijk wérd zo gauw mogelijk naar een ziekenhuis in Rotterdam overgebracht en knapte daar wat op. Doch wat zou er gebeurd zijn met zijn vrouw en kinderen? Zijn vrouw met zeven kinderen zijn op erbarmelijke wijze omgekomen. Hun namen: Maria C. W. van Wijk-Stoop 1913 Petrus G. M. van Wijk 1943 Elizabeth A. van Wijk 1944 Adriana G. van Wijk 1946 Gerardus M. van Wijk 1948 Abraham A. van Wijk 1949 Johannes M. van Wijk 1950 Adrianus W. van Wijk 1952 Wat moesten de overlevenden toch over een groot incasseringsvermogen beschik ken om dit allemaal aan te horen. Bram van Wijk is vanuit het ziekenhuis eerst naar zijn zuster in Dordrecht gegaan maar keerde toch weer terug naai' Oude Tonge. Henrica's Hoeve Het woonhuis van 'Henrica's Hoeve kon niet meer worden bewoond. Dit werd afge broken. In de Kerkring van Oude Tonge bezat juwe lier Willem van den Tol een mooi pand. Van den Tol was met de watersnood naar 't Gooi geëvacueerd maar is daar gebleven. Hij keerde dus niet terug naar Oude Tonge. Zodoende kon Jan Buijs dal pand kopen waarin de familie gehuisvest kon worden na terugkeer uit Breda. In 1956 werd op stee een nieuwe woning gebouwd, de schuur is blijven staan. De derde zoon van Buijs, Joop. heeft later het bedrijf overgenomen maai' omdat hij geen opvolger had werd het bedrijf verkocht aan melkveehouder Pijnenburg uit Brabant. De schuur van 'Henrica's Hoeve' is acht jaar geleden afgebrand dus van de originele boerderij van grootvader Piet Buijs is niets meer terug te vinden. Piet Buijs Jansz. is gehuwd met Maria Pol lemans. Zij hebben vier kinderen: Annelies. Willeke, Marian en Jan. De laatste zult u kunnen aantreffen op De Bouwstee BV aan de oude Oude Tongese Langeweg 43. Over vroeger Zo'n beetje net na de Tweede Wereldoor log ging Piet Buijs met zijn broertjes en zusjes naar school. Met hen gingen de broertjes en zusjes van de familie De Boet ook mee naar school. Altijd lopen, de hele groep. Met mooi weer liepen ze over de dijk heen, maar als de wind nogal straf was liepen ze als schapen op een rij onderaan de dijk links of rechts afhankelijk van de windrichting. Door het regelmatig gebruik van hetzelfde tracé was daar een looppad ontstaan. Na schooltijd waren ze ook wel bij elkaar te vinden. Ravotten, slootje springen en ook wel bloemen plukken die toen in overvloed aan de dijken groeiden. Vooral madeliefjes en pinksterbloemen spraken het kinderhart erg aan. En was het niet aardig van zo'n kind als hel met een bosje vers geplukte veldbloemen bij moe der thuis kwam? Wij gingen in de zomer ook met een hele kro zwemmen in het buitenwater van de Krammer, vertelde Piet Buijs. Wij letten altijd goed op de tijden van eb en vloed. In hel ongunstigste geval zwommen wij in een kreek die onderaan de buitendijk lag op het nogal smalle gors langs de Kram mer. Ook dat zijn herinneringen en vele ervan, heel vele zelfs, zijn meegenomen naar het Massagraf van Oude Tonge. Met dank aan Piet Buijs Janzn. wordt vervolgd) D. Hoogzand Kerkstraat Oude Tonge. tfnmjn «i» Kampen i (deel 16) Ilissen Oude Tonge en Batte- noord heeft het water in 1953 op Goeree-Overflakkee de grootste verwoestingen aan gericht. Het poldergebied moest het daar zeer ontgel den. Reeds om vier uur in de nacht werd de Buitendijk van polder Zuiderland over een grote lengte weggeslagen en liep deze polder geheel onder. De Zuiderlandsedijk, de Helledijk, de Oudelandse- dijk en de dijk tussen de Suispolder en de Molenpol der braken door. Er ontstonden in de Oudelandsedijk enorme gaten en het water baande zich een weg naar het noorden en oosten. Het water stroomde met enorme kracht en met grote snelheid niet in 'l minst naar het laagst gele gen deel van polder 'Het Oudeland van Oude Tonge' en juist op dat gedeelte werd ongelukkigerwijze in het veme verleden met de bouw van het dorp begonnen. Ook cle Buitendijk van de Suispolder brak door met als gevolg dat het water zich een weg baande door de Molenpolder en zich ver mengde met het water uit de polder Zuider land. Eén dezer dagen stelde Piel Buijs uit Oude Tonge mij voor om een oriëntatierit te (naken in het genoemde poldergebied. Piet Buijs was tijdens de geweldieg overstro mingen bij zijn ouders thuis. Hij was toen zeventien jaar. Piet zijn opa Piet Buijs heeft in zijn leven een boerderij met zo'n 50 ha bouwland gekocht en hij gaf aan de stee de naam: 'Henrica's Hoeve'. Henrica was de voornaam van zijn vrouw, tnaar dat had u al geraden. Ook schippers |>aven heel dikwijls de voornaam van hun yrouw aan het schip, be stee stond en staat nog aan de noord grens van polder Zuiderland dus langs de pudelandsedijk. Tijdens de Ramp woonde fer Jan Buijs Pzn. die gehuwd was met Jans ollemans. Zij hadden toen acht kinderen: iet, Jan, Joop, Joke, Henny, de tweeling ^ie cn Ton en de jongste was Bep. De Zoons Jan en Joop waren niet thuis, zij stu deerden in Noord Brabant. De burgemeester van Oude Tonge had aan jiostkantoorhouder Holleman het verzoek gedaan om de buitenboeren voor zover zij telefonisch te bereiken waren, te waarschu wen voor dijkdoorbraken of acuut overstro- hiingsgebaar. Lang niet alle mensen beschikten over telefoon en zeker niet de kleinere boeren en arbeiders. Even voor half vier rinkelde de telefoon op .'Henrica's Hoeve'. Vader Buijs maakte zijn Zoon Piet wakker en samen wilden ze eerst haar de Buitendijk gaan lopen om daar een (kijkje' te gaan nemen. De afstand van de ptee tot de Zuiderlandse Zeedijk bedroeg ongeveer 400 meter. Tussen de dijk en de hoeve lag een rechte dreef. Maar het voor nemen om te gaan kijken bleek al spoedig niet haalbaar want het geluid van stromend water en de witte afspiegeling daarvan die in de donkere nacht goed waarneembaar was, vormde een surrealistisch beeld dat alleen maar grote angst inboezemde. "Ga onmiddellijk naar Koos de Boet toe en waarschuw hem voor het aanstormende water", droeg Buijs zijn zoon op. De arbei derswoning waarin de familie De Boet woonde stond op ongeveer 100 meter afstand van de stee. Zoon Piet ging er heen maar het toestromende water verhinderde hem om dichtbij de woning te komen. Er brandde geen licht. Piet heeft staan roepen zo hard hij kon! Daarna ging hij terug naar stee. Het erf van de boerderij lag wel een meter boven het maaiveld en dat was zijn geluk. Via de achterdeur kon hij nog net naar binnen gaan. Zó hoog was het water al gestegen. Iedereen moest onmiddellijk naar boven. Vader Buijs had zijn jachtgeweer van beneden mee naar boven genomen. Daarmee begon Buijs te knallen in de hoop dat zijn voorman Koos de Boet alsnog gealarmeerd zou worden. Men denkt nog licht te hebben gezien boven in de woning van De Boet. Kwart voor vier, vier uur, zal het zijn geweest. De familie Buijs moest intussen van de zol der naar de vliering gaan want het water was al tot zo'n 15 cm op de zolder geko men. Op een wankel trapje bereikten de huisgenoten het enige kamertje dat daar gesitueerd was. In zo'n kamertje sliep vroe ger de dienstmeid. Toen zij daar allen bijeen zaten, bemerkten ze dat het water ineens vrij snel ging zakken! De oorzaak? Recht voor hel huisje van Koos de Boet was de dijk finaal doorgebroken en door de gewel dige stroom die daardoor ontstond werd gelijk het hele huis in brokstukken meege sleurd met alles er omheen en met iedereen die zich daarin bevond. In deel 13 staan de slachtoffers vermeld van dit vreselijk gebeuren. Alleen de oudste zoon, Adrianus Johannes de Boel was niet thuis. Hij stond in militaire dienst. Thkis woont hij in Heemstede. Maar vader en moeder met negen van hun tien kinderen vonden de dood. Ook Gerard Tuns die verkering had met Maria Theresia de Boet en daar overnachtte is omgekomen in dat onvoorstelbare natuurgeweld dat niet anders te omschrijven valt dan een kolken de woestenij. Op die plek aan de andere kant van de dijk is een enorm groot spoel- gat ontstaan. Daar is later van het woonhuis niets terug gevonden dan wat stukken van een vloer en wat brokstukken van de funde ring. De lichamen van de getroffenen zijn later verspreid over een groot gebied gevonden. Ondertussen verkeerde de familie Buijs in grote angst. De achtergevel van de woning stortte namelijk in. Ook de zijmuren brok kelden voor een deel af. De boerenwoning was gewoonweg opengescheurd. Het stro mende water teisterde alle gebouwen door dat de grond onder de woningen en schuren wegspoelde. Na lange tijd hield de stroom van het water op. Kennelijk was het Oude land van Oude Tonge volgestroomd. Toen het begon te dagen had men boven in het huis vrij uitzicht en wat zij toen zagen, konden ze eigenlijk niet geloven. Boerderij en en huizen die stuk voor stuk bewoond waren geweest door buren en bekenden waren uit het landschap verdwenen. Van de grote Buitendijk zagen zij slechts hier en daar een stomp boven het wateroppervlak en al die stompen maakten eens deel uit van de eerste waterkering waarachter men al eeuwen lang betrekkelijk veilig had gewoond. Maar dat het huis van Koos de Boet weg was en het huis van Hendrik de Boet ook: 't zal toch niet waar zijn dat ook daar de zee alles verzwolgen zal hebben!? Zo dachten zij. Hen, een broer van Koos die ook bij Jan Buijs werkte? Ja, Hendrik de Boet met zijn vrouw Wilhelmina Stam en hun twaalf kin deren zouden nooit meer op 'Henrica's Hoeve' verschijnen. Het kon gewoon niet anders zijn dan dat zij allen waren omgekomen. Wonderen bestaan niet in wat door mensen voor onmogelijk wordt gehouden, dus het ergste, ja. het allerergste moest worden gevreesd! Ze zagen nog veel meer. De hele omgeving was geteisterd door ont embare krachten die in de voorgaande nacht hadden huisgehouden. De boerderij van de gebroeders Hobbel was uit het vertrouwde beeld verdwenen. Hend rik en Jacob Hobbel waren ongehuwd maar men zou de beide broers nooit meer zien. Het dijkboerderijtje van Joost Verweij zag men ook niet meer staan. Joost Verweij was gehuwd met Cornelia Breeman. Zij waren in het gelukkige bezit van een dochter, Cornelia genaamd. Zij was in 1928 geboren. Alle drie verdronken. En waar stond eens de woning van Petrus Dirkx en zijn vrouw Johanna Maria van de Capelle? Ook weg! Het waren mensen van in de zeventig. Verdronken. Het ene beeld na het andere was al even bizar. Als er weer een sneeuw- of hagelbui voor bij was getrokken en de winterlucht zo hel der als kristal tevoorschijn kwam, zag Piet Buijs met zijn vader nog veel meer dat hun de schrik om het hart bleef slaan! Verderop, richting Battenoord. was de boerderij van Adrianus Pie terse totaal kapot. Ook verder op, bij Nagtegaal was alles weg (beide gevallen zie deel 10). Ook aan de andere kant van de horizon het zelfde beeld. Het beeld van golvend water met witte schuimkoppen en slechts ver woeste gebouwen erboven. De boerderij van Toon Krouwer aan de Oudelandsedijk was ook verdwenen. En de bewoners? Anthony W. R. Krouwer was gehuwd met Johanna M. Nijsse. Er waren al enige kin deren uit dat gezin getrouwd of het huis uit. Maar de kinderen Comelis, Elisabeth M. en Margaretha zijn met hun ouders verdron ken. Was er dan niemand die op tijd gewaar schuwd was en op tijd was weg kunnen komen? Ja, toch! Toon Korteweg was met zijn hele familie op het dorp kunnen komen voordat de wil de golven hadden kunnen toeslaan. Het gezin van Jan Buijs zat nog steeds op zolder. Op de zoldervloer van het open gereten deel van het huis hadden zij wat schoteltjes en/of busjes neergezet om wat hagel of natte, sneeuw te kunnen opvangen. Zo nu en dan trok zo'n winterse bui voorbij en leek het alsof het ondergelopen land nog meer moest worden gestriemd. Maar de smeltende neerslag was bij Buijs toch wel welkom.jZij,hadden niets geen proviand boven.^Éiéliell&óridag brachten zé in een volkomen isolement door. Ook de daarop volgende nacht. Maar toen het ochtendglo ren van de tweede februari een nieuwe dag aankondigdetzagen zij bij het dorp enige activiteiteh.pjaatsvinden die er op wezen dat er naar hen en naar alle andere mensen die rondom Oude Tonge nog steeds in grote nood verkeerden, gezocht werd. Jan Buijs en zijn zoon Piet durfden het op die ochtend aan om tot borsthoogte door het ijskoude water te gaan. Al wadend bereik ten zi j de schuur. Daaruit namen zij een flink Éafaattbalken en met de zo genoemde achterlijnen die men in de zomer bij het mennen van hooi, tarwe en stro gebruikten, maakten zij een sterk vlot. Op dat vlot wis ten zij ook nog een lege, oude linnen kast in liggendêjhouding te plaatsen. De vrouw van Buijs Was'in verwachting van haar' negende kind en daarom kreeg zij extra aandacht met het overstappen op het vlot. De kinde ren waren vlug genoeg en konden dat zelf wel. Er werd van boven ook nog ver- schoongoed meegenomen want dat zou zeker van pas komen. Het vlot werd naai' de Oudelandsedijk gedreven maar dichtbij de boerderij was daar niets meer van over behalve een stuk talud met een smal stuk van de berm. Daar moest het hele gezin op bivakkeren tot er hulp kwam. Vader en zoon Buijs trokken daar droge kleren aan en toen ze die aan hadden voelde dat lekker warm aan. Gelukkig zijn ze niet ziek geworden van het lopen en staan in dat gol vende, koude water van hooguit 4° Celcius. Buijs stak een stok in de drassige grond en knoopte er een wit laken aan. Een teken van: hier staan we! De redding Of het nou één uur of twee uur is geweest, wie zal het zeggen. Zij wisten van geen uur of tijd. Maar wat zij allen hun hele leven zouden onthouden was. dat er een helicop ter kwam aanwentelen. Die kon daar echter onmogelijk landen. Het was Nederland's eerste en enige heliocpter. bestuurd door kolonel Idzerda. De kolonel-piloot keek strak voor zich uit en wist met ware stuur manskunst het neuswiel tegen het overge bleven stukje di jk te houden om tenminste enige stabiliteit in de lucht te verkrijgen. Zijn assistent bediende de hijsinstallatie en kon met de redding worden begonnen. Eerst moeder! Toen nog twee kinderen. En weg vloog de heli naar de Kaai van Oude Tonge waar nog een klein stukje als landingsplaats kon worden gebruikt. De Belg Trémiere had die zondag er voor al het voorbeeld gegeven dat dit kon. Spoedig kwam de helicopter terug en nam weer enige kinderen mee naar de Kaai. De derde en laatste rit was bestemd voor vader Jan en zoon Piet Buijs. Ook zij landden op de Kaai. Vijftien jaar geleden ontmoetten Piet Buijs en zijn redder kolonel Idzerda in een televi sieprogramma: TV show van Ivo Niehe. Mogelijk staat een volgende TV ontmoe ting op de agenda. Overigens beschikt Piet Buijs zelf over een vliegbrevet dat hij in 1974 te Zeppe bij Roosendaal heeft behaald. Hij zou dus met een sportvliegtuig kolonel Idzerda een vliegrilje kunnen aan bieden... Het hele gezin van Jan Buijs werd gehuis vest in café Van de Tonnekreek. Daar brachten zij de nacht door. De volgende dag, dinsdag, werden zij per binnenschip overgevaren naar Dintel. Vandaar reisden zij per bus naar Hoeven waai' zij in een klooster werden opgevangen. En hoe! Daar kregen zij een warme maaltijd aangeboden: boerenkool met worst. Het werd een koningsmaal! Een zuster van Jan Buijs woonde in Breda en daar trok het gezin naar toe. Op 1 april 1953 is daar de kleine Yvonne geboren. Zij bleven daar totdat zij weer terug konden keren naar Oude Tonge. Maai' dat gold niet voor de mannen. Vader en zoon Buijs gin gen terug naar stee. De boerderij was droog komen te staan, die stond immers op ver hoogde erfgrond. Buijs was aanwezig bij het afvoeren van de cadavers. Die werden met duke's naar de Kaai van Oude Tonge vervoerd waar zij met kranen van de firma Pulleman in het ruim van een schip werden gehesen. Dat was een zeer moeilijk karwei. Een landbou wer die zo zijn vee ziet weghalen voelt zich als een diep verslagen mens. Bovendien is het akelig te vermelden dat verscheidene dieren ver van de stallen waren wegge spoeld. Acht paarden, 45 koeien jong en oud, vijf varkens, een aantal kippen en de hond, een bouvier, waren verdronken. Restant van de boerderij van Toon Krouwer. Oudelandsedijk Oude Tonge (Foto: Ja van Kampen

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 2002 | | pagina 1