Woest kolkend water nam bezit van Hoeksche Waard De mestvaalt dreef in huis Roeiers redden vele mensenlevens 'Gevaar kwam van onverwachte zijde' W. Schippers uit Zuid-Beijerland Het boek dat er nooit kwam Nieuw leven in bange nacht HET KOMPAS - WOENSDAG 3 FEBRUARI 1993 PAGINA 13 Bas de Zeeuw: helpers rnèt bussen naar Strij- en Sas reden dacht men dat het ergste leed geleden was. Het water zakte en dat bete kende dat de bussen, die be doeld waren om mensen die gevaar liepen naar veiliger oorden te brengen, leeg naar Strijen terugkeerden. Wat men echter niet wist was dat er vanuit Numansdorp enor me watermassa's richting Strijen kwamen. Tussen ne gen en tien uur liepen alle pol ders, behalve het Oudeland van Strijen en Oud Bonaven- tura vol. Verschillende bin nendijken begaven het, waar door Strijensas. Mookhoiek en de Mariapolder geïsoleerd kwamen te liggen. Daarbij vielen véle slachtof fers waaronder de jonge Mo- nen, die aan de Buitendijk woonde, 's Avonds was hij nog bij ons in de winkel en toen hab ik hem nog gezegd: Jon gen ga niet terug, blijf hier." Dat niemand besefte wat de kracht van water kon zijn en hoe snel het water 'kan ko- 's-GRAVENDEEL - 'De dijken- staan op doorbreken', hoorde de jonge Bas de Zeeuw mid- dén in de nacht. "En wat doe je dan, je gaat helpen natuur lijk", vertelt de nu 58-jarige De Zeeuw. Dat betekende dat hij, met vele anderen, naar de Kildijk trok om die met zand zakken te versterken. Want de Kildijk, zo redeneerde men, was de dijk die het meeste ge vaar liep. Dat het gevaar van andere zij de kwam hoorden Bas de Zeeuw en de andere mannen die zandzakken sjouwden la ter. "Bas, je moet naar huis, want bij de Molendijk schijnt het fout te lopen", vernam De Zeeuw van een oom. En die oom had gelijk, want op weg naar zijn ouderlijk huis aan de Smitsweg zag hij het water al vanaf de Kooistraat aanko men. Beneden blijven kon niet meer en dat betekende dat vader en moeder De Zeeuw met vier kinderen naar een zolderkamer togen. Later meldden zich daar nog een oom met zijn vrouw en vier kinderen. Met zijn allen wachtten ze in de vier bij drie meter kleine kamer angstig af. "Op een gegeven moment hoorden we een enorm gerin kel. Er bleek een andere oom van me dwars door de ruit heen naai- binnen te zijn geko men. Hij woonde bij de Molen dijk en was op weg naar huis. Maar hij kon niet meer tegen de stroom inkomen en stapte in paniek bij ons door de ruit. Zijn vrouw en kinderen zaten thuis aan de Kooistraat, maar zij zijn gelukkig gespaard ge bleven." Heel wat anderen, die hun toevlucht hadden gezocht op de veilig geachte Molendijk vonden echter de dood. De dijk bezweek op vijf plaatsen. Een beeld dat hij daar, in één van de stroomgaten op de Mo lendijk zag, is Bas de Zeeuw altijd bijgebleven. "De volgen de dag, toen het wat rustiger was geworden, zagen we daar het eerste slachtoffer van de ramp. Een vrouw, die met haai- kleding aan een paal hing. Niemand kon meer iets voor haar doen. Ze was dood." Omdat er 's-Gravendeel nau welijks nog bewoonbaar was, gingen de ouders van Bas de Zeeuw naar familie in Rotter dam. "Daar kwam ik toevallig een vriend van me, Theo Ree dijk tegen. We zijn samen te ruggegaan naar "s-Gravendeel en hebben zo goed en zo kwaad als het ging het huis van Theo zijn ouders schoon gemaakt. En ondanks alle el lende hebben we ook nóg wel gelachen. Zö vonden we in de kelder een voorraad sterke drank. Nou, als jongen mocht je in die tijd niet naar drank kijken, laat staan proeven. Maar nu konden we ongestraft aan de borrel. Dat is een feest geweest. Alleen de andere dag, toen we tussen de mid dag erwtensoep konden halen in de gaarkeuken bij schilder Rook Verwijs op de Kaai stoep was het wat minder leuk. Van die soep hielden we geen hap binnen." Wat Bas de Zeeuw ook getrof fen heeft is dat het niemand interesseerde dat de omstan digheden waaronder men in de maanden na de ramp moest leven zo primitief wa ren. "We leefden nog en ieder een zat in hetzelfde schuitje." NUMANSDORP - Een inktzwarte nacht, enor me golven, die tegen het huis sloegen. Water, dat zo hard tegen het huis aanbeukte, dat alle deu ren met één klap ver dwenen waardoor het water, veel woest kol kend water bezit nam van de woning en de be woners dwong naar de zolder te vluchten. Ze konden slechts wachten en hopen dat het huis de weersgoden zou weer staan. Zo herinneren velen zich de rampnacht van 31 januari op 1 februari, nu veertig jaar gele den. Een nacht waarin veel mensen verdronken. Gelukkig waren er ook gezinnen die het wel redden, één van hen is de familie Notenboom uit Nu mansdorp. "Wij woonden bij de graandro- gerij op de Ambachtsheerlijk heid in een grote, oude boer derij. Er was geen licht, geen water en geen gas. Maar die boerderij was op een terp ge bouwd. en dat is ons geluk ge weest", vertelt mevrouw No tenboom, de terp en het huis hebben het gehouden, maar we hebben wat in angst geze ten! Het gebeurde eigenlijk alle maal zo snel. Wij werden die nacht rond twaalf uur gewekt, dat het tij over tij "was. We hebben toen de kachel nog maar eens flink opgestookt, want het zou een lange nacht worden. Even later brak de dijk hier op drie plaatsen door en stroomde het water met een vreselijk geweld het huis binnen. Ik pakte mijn zoon met bedje en al op en legde hem op zolder neer, ging weer vlug naar beneden, en redde de radio, een fotolijstje en een varentje. Eigenlijk achteraf was dit waanzin, er stond een gigantische stroom in het huis, levensgevaarlijk. Het water bleef maar komen en de golven sloegen over ons huis, wij zaten dan wel op zol der, maar allerminst rustig. De storm en de golven licht ten iedere keer het dak op. Toendertijd waren er op de Ambachtsheerlijkheid nog al lemaal losse bruggen, die, waar ze nodig waren, heen ge bracht werden. En deze lagen de hele nacht maar tegen ons huis te beuken. En wij maar hopen op zolder, dat hel huis het zou houden". De familie Notenboom heeft jarenlang niet over deze erva ring willen praten, het was te verschrikkelijk en zelfs nu zijn de herinneringen nog zo levendig alsof het pas gebeurd is. Vele gezinnen om hen heen zagen zij verdrinken, niet bij machte om te helpen. Zo ver tellen zij het verhaal van de overburen, hun huis kon de stroom niet weerstaan en stortte in. De vacïer verdronk en de moeder, zoon en hond dreven met bed en al het huis uit. Nadat een hoge golf de moeder van bed had gesleurd kon het de jongen niets meer schelen. Maar de hond redde hem het leven door, al sprin gend, het béd in evenwicht te houden. Later spoelden zij aan en werden gevonden bij Strij ensas. Ook het verhaal van een ge zin, waarvan het jongste kind de dag ervoor bijna gestikt was in een olienootje. Maar, zo kwam de vader vertellen, we hebben hem gelukkig gered. De nacht erop verdronk het hele gezin. Redding De familie Notenboom werd de tweede dag gered doordat er een roeiboot kwam en hen meenam. Maar zelfs dit was niet zonder gevaar, want zoals Notenboom toen zei: „Elven uitkijken, wié er komen, want als het 'geen sterke roeiers zijn, verzuipen we nog." Toen de redders kwamen, werden deze eerst nog doorgestuurd naar een huis verderop, -daar bleken ook nog overlevenden te zijn en daarna werden de Notenboom's opgehaald. Zij werden naar de Schurings- edijk gebracht waar stond een auto te wachten om de overle venden naar het Schippers huis te brengen. "En weet je wat toen zo erg was, toen kwam iedereen vra gen; Wat weet je van die en die. Wij wisten dat ze verdron ken waren, maar we durfden niets te zeggen. Vreselijk!" Maar er zijn gelukkig ook po sitieve herinneringen bijge bleven zoals het moment dat koningin Juliana arriveerde. Mevrouw Notenboom vertelt hierover: "Toen wij bij het Schippershuis aankwamen, stopte er nog een auto. Daar zat een mevrouw in, gekleed in een groen jerseypakje. Zij deed het portier open, duwde doodkalm een varken opzij en begon met iedereen een praat je. Dit bleek koningin Juliana te zijn. Ook dit heeft diepe in druk achtergelaten". De Koninginneweg in Zuid-Beijerland gezien vanaf de Buitendijk. (De foto is afkomstig uit de verzameling van N. Andeweg-van Brakel en hangt momenteel in het gemeentehuis in Piershil. Hoewel mevrouw Nootenboom nooit meer terug wilde naai de Ambachtsheerlijkheid, be sloot zij na enige tijd toch maar eens te gaan kijken hoe het huis erbij stond en wat er nog was. "Dat was natuurlijk niet veel, maar ik kan niet zeggen dat we mets meer hadden. Want in het huis lagen karrevrach- ten grind, er dreven vijftig paar klompen in de kelder en Door Janneke Sunder- meijer en Joop Leeuwes- tein in de woonkamer lagen enor me snoeken", herinnert zij zich De familie Notefiboom is na een forse opknapbeurt toch weer bij de graandrogerij gaan wonen, en zijn pas na twintig jaar vertrokken. Maar, de angst voor storm is altijd bij hen gebleven. Strijen leek op dat moment niet zo veel meer van het wa ter te duchten te hebben. Toen brandweer en andere ZUID-BEIJERLAND - "We voetbalden met ZBVH bij HVO en het waaide zo hard dat een speler bij een vrije schop of een corner de bal vast moest houden, anders waaide hij van zijn plaats." Dat waren nog de leuke mo menten op 31 januari- Latei- had W. Schippers, die het ver haal vertelt, veel minder re den om te lachen. De schrik kwam er al enigs zins in toen de voetballers op de terugweg de Barendrechtse brug passeerden en zagen hoe hoog het water stond. Zo hoog had niemand het water ooit gezien. Ook een broer van Schippers, die nog een vrach tje naar de Nieuwendijk moest brengen, kwam wit wegge trokken thuis. Het water stond om elf uur al tegen de dijk en spetterde er zelfs over heen. Desondanks probeerden W. Schiippers en zijn echtgenote er in hun boerderij te Zwarts- luisje een gewone nacht van te maken. De drie kinderen gingen gewoon naar bed, maar om vier uur 's morgens werd er op het slaapkamerraam ge tikt. "Kom eruit, er komt wa ter", werd er geschreeuwd door buurman Den Ouden. "Ik dacht nog, zou ik vergeten zijn de melk op de dijk te zet ten, want ik bracht die 's avonds altijd met de kruiwa gen boven zodat de melkrijder ze mee kon nemen. Den Ouden haalde het gezin Schippers snel uit de droom. Er stond water op het land. "In het pikkedonker zijn we gaan kijken en het leek alsof het water niet meer steeg. Toch hebben we besloten om de koeien vast de halsters aan te doen en de kettingen los te maken. Een voorzorgsmaatre gel die later de reddding van de dieren bleek te zijn. Daarna werden de kinderen naar veiliger oorden gebracht. Schippers en echtgenote gin gen terug om allerlei spullen wat hoger op de planken te De boerderij van de familie Schippers waar het water tot aan de vloer van de verdieping stond. De foto is een dag later genomen, toen het water al was gezakt. zetten. "We dachten dat het hetzelfde zou worden als toen de Duitsers de sluizen open zetten en het water op de vloer kwam te staan", vertelt. W. Schippers voor de boerderij waar hij tijdens de watersnoodramp woonde De schuur is na een brand in 1963 weer opgebouwd. mevrouw Schippers. Maar het werd veel erger. De wind loeide om het huis, het licht viel uit en het water steeg. Naar later bleek omdat er vele gaten in de Nieuwen dijk waren geslagen. Toen hij na de koeien ook het paard wilde redden, liep Schippers al tot zijn middel in het water. Alles dreef rond op het erf. Pe troleumvaten, de mestvaalt, gereedschappen en takken van bomen. Mevrouw Schip pers probeerde intussen haar spullen 'hogerop' te krijgen. En het is dat iemand tegen haar zei: Kom op mens, je ver drinkt, anders was ze doorge gaan en misschien wel ver dronken. Nu kon zo nóg in veiligheid komen. Toen het licht werd kon de- fa milie Schippers pas goed de ravage zien. De mestvaalt dreef door het huis en van de huisraad was weinig over. Wel kon nog kleding, die op zolder in een kast hing door een gat in het dak worden wegge haald. De vieze kleren werden later in een sloot aan de Oran- jeweg gewassen. Aan de Oran- jeweg, in het ouderlijk huis van mevrouw Schippers, bleef het gezin totdat de eigen boer derij weer bewoonbaar was. Vrienden en kennissen werk ten daaraan met man en macht. "Ik heb het allemaal niet willen zien. Ik vond het te erg", zegt mevrouw Schippers, die nu nog voor geen goud het watern op zal gaan. NUMANSDORP - Niet alle mensen zaten in de nacht van 31 januari op 1 februari in angst, sterker nog, A.S. de Winter-'t Hooft aan de Schu- ringsedijk heeft er niets ge merkt. Zij was die nacht met iets anders bezig, zij kreeg een baby. Mevrouw de Winter weet alles nog als de dag van gisteren. "Ik weet nog wel dat de klok luidde en dat m'n man zei dat het flink hoog water werd. Maar m'n bed stond gewoon in de kamer beneden en alles gebeurde daar. Het viel mij wel op dat de dokter wel erg stil was. En ik vroeg nog of hij soms last van zijn maag had. Later vertelde hij dat hij dacht; Wat .moet hier nu van terecht komen, straks verzui pen ze allemaal". Zo ver is het niet gekomen, want toen het water hun huis binnendrong, lagen moeder en de welgeschapen dochter boven in bed. En moe sliep door alles heen. zelfs als haar andere kinderen riepen; Ma, daar drijft weer een schoen, of, nu gaat de brug voorbij. Mevrouw de Winter was niet wakker te krijgen, zelfs niet toen het hele huis vol water stond. De volgende dag werd het hele gezin geëvacueerd en werden baby en moeder met stropdassen vastgebonden op een spiraal en in een roeiboot gezet. Op de dijk stond een vrachtwagen te wachten. In die vrachtwagen beleefden zij nog angstige uren, want de scheiding van water en weg was niet te zien. Maar zij heb ben veilig Klaaswaal bereikt en zijn daar enkele weken ge bleven. Maar iedereen in Numansdorp wist dat er die nacht een baby geboren was bij de familie dé Winter. En nog lange tijd moest mevrouw de Winter, als ze met haar baby ging wande len, horen: Daar is ze weer met die waterkip! STRIJEN - Een boek over dé watersnoodramp in Strijen. Dat had de nu 86-jarige J.P. Kruithof uit Strijen ooit nog eens graag willen schrijven. Gegevens heeft hij voldoende. In de eerste jaren na de ramp verzamelde hij foto's, officiële stukken, krantenknipsels, brieven van hulpverleners en nog veel meer. Met het vinden van een uitgever vlotte het echter niet en het gevolg is dat alle documenten nog steeds bij Kruithof, in zijn wo ning aan de Saturnusstraat liggen. Tijdens de ramp woonde Kruithof, die meer dan zestig jaar correspondent was van verschillende kranten, aan de Kerkstraat. Een straat die droog is gebleven en hoe won derlijk het. misschien klinkt, het gezin Kruithof heeft de hele rampnacht gewoon gesla pen. "Pas de volgende morgen de*h^cPv/as"!*vertel^Krut" J P- Kruithof met een deel van de documenten die hij verzamelde, hof. men' beschrijft Kruithof als hij vertelt over hoe ze naar de Schenkeldijk gingen om te kijken hoe het er voor stond. "Het leek wel of er een enor me mistbank aan kwam rol len. Dat bleek een twee meter hoge muur van water te zijn. We moesten hard lopen om in veiligheid te komen." In Strijen werkte men daarna met. man en macht om de dij ken te versterken. Van de sui kerfabriek in Puttershoek kwamen tienduizend zakken, die met zand moesten worden gevuld. Trottoirs en straatste nen werden weggehaald zodat men het zand eronder kon ge bruiken. Bij de familie Kruithof is in middels een groot aantal eva cués ondergebracht. In het huis in de Kerkstraat was een mannen- en een vrouwenafde ling. Drieëntwintig mensen kregen zo onderdag in drie kleine kamers. Maar dat was niet vreemd. Iedereen in de gespaard gebleven Kerkstraat had mensen in huis. Een amfibie voertuig in de straten van Numansdorp NUMANSDORP - Eén van de mensen, die in de onheils nacht van veertig jaar gele den in Numansdorp direct hulp verleende was de nu 75- jarige Jaap Snel. Samen met Dries Verschoor en Teun No tenboom trok hij er met een roeiboot op uit om mensen in nood op te gaan halen. Snel vertelt: "Zaterdagavond ging ik altijd biljarten in het Schippershuis en toen ik om elf uur naar huis ging, stond het water al bovenaan de dijk. Dat wordt foute boel, wist ik, want er kwam nog een tij aan. Ik ben daarop snel naar huis gegaan en mijn moeder en de rest van de familie met de melkwagen van Steenbergen naar Klaaswaal gestuurd. Al snel daarop werd ik naar het Witte Huis geroepen, daar za ten Groeneveld van Rijkswa terstaat en wethouder Van Velzen. Zij vroegen of ik er, samen met Verschoor en Notenboom met de roeiboot erop uit wilde trekken. Wij waren alledrie sterke roeiers en wat even be langrijk was, wij kenden de omgeving. Want voor vreem den is het moeilijk, zij weten niet waar hoge kaaien of diepe sloten waren en waar prikkel draad was. Eerder waren reddingspogin gen ondernomen met een mo torboot, maar de schroef raak te verward in prikkeldraad. Vandaar dat roeien de enige oplossing was. Maar het was eigenlijk levens gevaarlijk, er waren huizenho ge golven, een niet te beschrij ven stroom en het was hard- stikke koud. Maar dat voel je gewoon niet, je gaat erop uit". Drie keer is de sloep uitgeva ren en totaal werden zeven tien mensen gered. Maar dat viel niet altijd mee, want be halve de weersomstandighe den waren de mensen vaak zó bang, dat ze niet wisten wat zij deden. Zo herinnert Snel zich nog dat hij mevrouw Klootwijk wilde redden. Zij riep al van boven af dat ze niet mee ging. En toen zij eindelijk omgepraat was en hoog en droog op de schouders van Snel zat, kom zij er weer vanaf, keerde om en liep ging weer naar binnen. Uiteindelijk is zij toch meege gaan, gered tegen wil en dank. Het redden viel niet mee want het drietal moest zorgen, dat de volle sloep ook nog veilig bij het Schippershuis aan kwam. "Met al die mensen in de sloep bleven wij maar twin tig centimeter boven water en vaak sloegen de hoge golven over de sloep en kwam het wa ter in de boot of begon het te regenen. En je zag geen hand voor je ogen. Dries Verschoor moest voorin zitten, om de boot recht te houden en de pad te wijzen. Ik kan je wel zeggen, dat we deze dagen flink in onze rats hebben gezeten. En nog, wan neer het waait ben ik altijd nog op m'n hoede, want ik weet nu wat water en storm kunnen doen".

Krantenbank Zeeland

Watersnood documentatie 1953 - kranten | 1993 | | pagina 3