Schuimkoppen
razen tegen
de kademuur
8 NRC HANDELSBLAD
BINNENLAND
MAANDAG 1 FEBRUARI 1993
Duizenden mensen werden op
1 februari 1953 verrast door
het water, na de doorbraak
van Zeeuwse en
Zuidhollandse dijken. De
hulpverlening kwam langzaam
op gang. Maar terwijl de rest
van het land nog geen groot
alarm sloeg, zochten de
mosselvissers in hun kleine
boten al naar overlevenden.
Door onze correspondent
ANNET VAN EENENNAAM
„We wisten dat het fout zou
gaan. Zulk hoog water hadden we
nog nooit gezien." Zaterdagavond
31 januari 1953. Mosselvissers uit
Yerseke komen naar de haven om
hun schepen, zoals bij elke storm,
extra te verankeren. En daar zien
ze wat ze nog nooit hebben ge
zien: terwijl het laag water zou
moeten zijn, razen schuimkoppen
tegen de kademuur. Visser Jan
Louwerse, dan 23 jaar, weet ge
noeg. Snel gaat hij naar zijn huis
in de polder en stuurt zijn moe
der en zusjes naar het dorp, dat
hoger ligt. Met vrienden brengt
hij het huisraad naar boven. De
vissers zijn opgevoed met het wa
ter en kennen als geen ander de
kracht.
Terwijl duizenden inwoners van
zuidwest Nederland het licht uit
draaien en gaan slapen, zijn er
volop mensen op de dijk bij Yer
seke. Dakpannen vliegen in het
rond. De vissers overleggen welke
maatregelen ze moeten nemen.
De kademuur staat op barsten en
wordt gestut, vloedplanken wor
den ingezet en in alle haast wor
den zwakke stukken dijk met
zandzakken en zeil verstevigd.
Rond drie uur in de nacht, her
innert zich Kees van Damme, een
andere inwoner van Yerseke, zakt
het water plotseling enkele me
ters. „En dat terwijl het nog lang
geen vloed was. Het kon maar
één ding betekenen: dat op ande
re plaatsen dijken waren doorge
broken en het water de polders
instroomde." Van Damme had
het juist gezien. Die nacht over
stromen grote delen van zuidwest
Nederland. Duizenden mensen
worden verrast door het water.
Soms komt het in een metershoge
vloedgolf, soms stroomt het via
sloten binnen.
Uiteindelijk verliezen 1835
mensen het leven. Ruim zevenen
veertigduizend huizen en gebou
wen worden vernield en tiendui
zenden dieren verdrinken. Van
daag, veertig jaar later, wordt de
ramp in Nieuwerkcrk op Schou-
wen-Duiveland herdacht.
Nederland is begin jaren vijftig
volstrekt niet voorbereid op de
enorme dijkdoorbraak. Rijkswa
terstaat weet dat veel dijken in
slechte staat verkeren, maar heeft
andere prioriteiten. In zijn on
langs verschenen boek De Ramp.
Een Reconstructie beschrijft jour
nalist Kees Slager hoe officiële
instanties en bestuurders het die
avond en nacht veelal volledig la
ten afweten. Het is immers week
eind, dus vrijwel niemand is be
reikbaar. Daarbij hebben de
meesten te weinig verstand van
zaken om het gevaar te kunnen
onderkennen. Zo kan het gebeu
ren dat een KNMI-beambte, ver
ontrust door de orkaankracht die
hij meet, zaterdagavond via de ra
dio probeert alarm te slaan. Maar
zijn pogingen stranden omdat de
nationale radiozenders Hilversum
1 en 2 om twaalf uur 's nachts uit
de lucht gaan. AN P-medewerkers
die op de vroege zondagmorgen
in de gaten hebben dat er iets mis
is, slagen er evenmin in de radio
zenders open te breken. Pas om
acht uur 's morgens, als de regu
liere uitzendingen beginnen, bren
gen zij het eerste nieuwsbericht.
En dan blijkt dat ook het ANP
nog niet doorheeft hoe ernstig de
situatie is. De nieuwslezer maakt
melding van een 'noodtoestand',
waarbij op een negental plaatsen
dijken zijn doorgebroken. Over
slachtoffers rept hij niet.
Terwijl de rest van Nederland
nog steeds geen groot alarm slaat,
zijn de vissers van Yerseke al
lang bezig met de hulpverlening.
En niet alleen zij, ook collega's
uit bijvoorbeeld Zierikzee en
Tholen. De mossel vissers uit Yer
seke horen rond half zes die mor
gen het gerucht dat de polders bij
het nabijgelegen Kruiningen zijn
overstroomd. De storm raast nog
steeds door, de golven en stroom-
snelheden zijn enorm. Met kleine
boten zwoegen de mannen door
de golven, op zoek naar overle
venden.
„Denk niet", vertelt Jan Lou
werse, „dat er sprake was van eni
ge organisatie. Je deed maar wat.
We wisten niet eens dat andere
dorpen in de buurt als Waarde en
Oostdijk ook onder water ston
den." 's Avonds beseffen de vis
sers dat de ramp nog veel groter
is. Bij het wachtlopen aan de dijk
zien ze enorme hoeveelheden
wrakhout van over de Ooster-
schelde aanspoelen. Bovendien
vinden ze een dak met daarop een
totaal verkleumde vader en zijn
twee zoons. Een daarvan is al be
zweken. „Toen wisten we dat het
op Schouwen-Duiveland ver
schrikkelijk moest zijn."
De burgemeester van Yerseke
neemt, samen met de voorzitter
van de visserijvereniging, de vol
gende morgen de coördinatie ter
hand. De vissers steken met hun
schepen de Oosterschelde over en
zien de ravage op Schouwen-Dui
veland. Het eiland staat al ruim
een etmaal onder water. Meer
dan vijfhonderd mensen zijn ver
dronken, maar van buitenaf is nog
geen hulp geboden.
Schipper Hubrecht Koster doet
dan wat niemand voor hem heeft
gedurfd: hij stuurt zijn schip
dwars door het gat in de dijk bij
Ouwerkerk, valt enkele meters
naar beneden en redt tientallen
mensen van de dood. Andere
schepen volgen hem of komen het
eiland via andere routes binnen.
Die maandag wordt in de rest
van het land eindelijk groot alarm
geslagen. De volgende dag
stroomt de hulpverlening massaal
toe. Er is nog steeds onduidelijk
heid over het totaal aantal doden
dat de ramp heeft geëist. Verslag
gever Bert de Jong, correspon
dent van de Volkskrant, schat op
basis van getuigenverklaringen
het aantal doden de eerste dagen
na de ramp al gauw op zeshon
derd. „Maar ja", zegt hij veertig
jaar later, „dat was zo'n enorm
aantal. Ik durfde het niet in de
krant te zetten. Dus maakte ik er
maar driehonderd van." De dagen
na publikatie van zijn schatting
regende het opzeggingen van bo
ze abonnees. „Ze vonden dat we
het dodental hadden overtrokken,
en onnodig sensatie hadden ge
zocht."
DE OVERSTROMINGEN, FEBRUARI 1953
DE DELTAWERKEN 1958-1987
1 Stormvloedkering Hollandsche IJssel. 19S8
2 Zandkreckdam. I960
3 Veerse-Gatdam. 1961
4 Grevellngendam. 1965
5 Volkerakdam en Hellegatsplein. 1969
6 Harmgvlietdam, 1970
7 Brouwersdam. 1972
8 Marizaatskade, 1983
9 Stormvloedkering Oosterschelde, 1986
10 Oesterdam, 1987