Nieuw stipendium
vervangt bijstand
voor kunstenaars
Filmfestival R'dam ontvangt
te veel films met open armen
ïmnngQtif hallot uit T itmiwpn
W.F. Hermans wijkt
uit naar Amstelhotel
Handel in kunst moet men niet heiligen
MAANDAG 1 FEBRUARI 1993
KUNST
NRC HANDELSBLAD 7
Fonds BKVB wijzigt beurzenstelsel
Door onze kunstredactie
amsterdam. i febr. Het Fonds
voor Beeldende Kunsten, Vorm
geving en Bouwkunst gaat een
nieuwe 'basisbeurs' voor beelden
de kunstenaars instellen. Het be
staande stelsel van beroepskosten-
vergoedingen en individuele
werkbeurzen en startstipendia zal
daardoor grotendeels verdwijnen.
Dit is het gevolg van het vrij
dag genomen besluit in de minis
terraad, waarbij twintig miljoen
gulden van het ministerie van So
ciale Zaken naar WVC wordt
overgeheveld. Kunstenaars kun
nen niet langer met behoud van
uitkering hun beroep uitoefenen
als deze zomer de nieuwe, aange
scherpte bijstandswet van kracht
wordt.
De nieuwe basisbeurs zal voor
een deel bestaan uit de kosten
voor levensonderhoud volgens de
bijstandsnorm: ongeveer twintig
duizend gulden per jaar. Daarbo
venop komt dan nog een beroeps
kostenvergoeding van ongeveer
zevenduizend gulden. Deze basis
beurs, of dit stipendium, zoals
Fonds-directeur G. Dales het lie
ver noemt, zal voor een langere
periode, namelijk drie of vier jaar
worden toegekend. Bij de beoor
deling of een kunstenaar in aan
merking komt voor dit nieuwe sti
pendium, wordt gekeken naar de
kwaliteit van zijn kunst en de ma
te waarin hij of zij actief is op de
kunstmarkt en als professionele
kunstenaar erkend wordt, aldus
Dales. Wordt iemand afgewezen,
dan kan hij het volgende jaar
weer aanvragen. Voor academie-
verlaters zullen aangepaste toela
tingseisen gelden. Kunstenaars
kunnen meerdere malen het sti
pendium krijgen. Kunstenaars die
het Fonds nog een extra stimulans
wil geven, kunnen boven op het
basisstipendium nog extra subsi
dies voor projecten en dergelijke
krijgen. In totaal zullen tussen de
1200 en 1500 kunstenaars in aan
merking komen voor dit nieuwe
meerjarige stipendium. Het fonds
heeft na de overheveling van
twintig miljoen in totaal 37 mil
joen voor beeldende-kunststipen-
dia beschikbaar. Momenteel krij
gen duizend kunstenaars een ver
goeding of stipendium van het
fonds. Naar schatting zijn on
geveer vijfduizend kunstenaars,
zowel beeldende kunstenaars als
musici, acteurs en dansers (deels)
afhankelijk van de bijstand.
Door onze kunstredactie
amsterdam, i febr. Niet in de
Amstelkerk, zoals was aangekon
digd, maar in het Amstelhotel
heeft de schrijver W.F. Hermans
vanmiddag In de mist van het
schimmenrijk gepresenteerd, het
boekje dat hij heeft geschreven
als boekenweekgeschenk. Ieder
een die zich vanmiddag op het
Amstelveld voor de persconferen
tie meldde, kreeg van de CPNB
het verzoek naar het hotel aan de
overkant van de Amstel te gaan.
Directeur Henk Kraima van de
CPNB wilde niet het risico lopen
dat de bijeenkomst door bommel
dingen verstoord zou worden. „Er
hoeft maar één gek de telefoon te
pakken en je moet alles ontrui
men." Daar kwam bij dat het
Amstelhotel volledig particulier
terrein is, terwijl de gemeente
voor 12,5 procent in de Amstel
kerk participeert. Amsterdam
heeft indertijd besloten Hermans
niet te laten optreden in gemeen
telijke instellingen en de schrijver
heeft daarop gezegd niet meer in
Documentaire
een gemeentelijk gebouw te zul
len verschijnen.
De gemeente Amsterdam heeft
haar boycot van W.F. Hermans
nu overigens officieel opgeheven.
Burgemeester Van Thijn heeft de
schrijver vrijdag in een brief laten
weten dat hij 'zeer welkom' is in
Amsterdam. „U behoort tot de
grootste schrijvers van deze tijd,"
aldus van Thijn. „Natuurlijk is
het een grote eer voor onze stad
als u van tijd tot tijd ons culturele
leven met uw aanwezigheid op
luistert."
De burgemeester gaat niet zo
ver dat hij het boycotbeleid van
de gemeente Amsterdam inzake
Zuid-Afrika betreurt. Ook biedt
hij geen excuses aan voor eerdere
besluiten en uitlatingen. Van
Thijn schrijft zijn brief alleen,
zegt hij, omdat er van verschillen
de kanten op is aangedrongen. Hij
herinnert eraan dat de Verenigde
Naties indertijd hebben gevraagd
het regiem in Zuid-Afrika te iso
leren. Amsterdam heeft daarop
besloten kunstenaars die daar op
traden of lezingen hielden niet
meer te uit te nodigen voor ge
meentelijke activiteiten en hun
Door ERIK SPAANS
laren. 1 febr. De Haagse kunst
handelaar Ivo Bouwman en zijn
Amsterdamse collega drs. Loek
Brons benaderen hun vak nogal
verschillend, zo bleek afgelopen
zaterdag op een debat over de
kunsthandel, onder leiding van
Ad 's Gravesande in het Larense
Singer Museum.
Bouwman, gespecialiseerd in
Haagse School en Impressionis
me, vertegenwoordigt als toon
beeld van respectabiliteit de tra
ditionele kunsthandel. Brons, ge
specialiseerd in Magisch Realis
me, is de onconventionele nieuw
komer in het vak; moeilijk te
plaatsen, ware het niet dat hij in
korte tijd eenvoudigweg een
plaats veroverd heeft. De voorma
lig eigenaar van een keten textiel
zaken die zo vermeldt de uit
nodiging nog enige tijd Fran
ciscaner monnik is geweest, koes
tert het 'drs.' dat nu aan zijn
naam voorafgaat. Bouwman wordt
al langer serieus genomen en had
daar geen academische titel voor
nodig. Gespreksleider 's Grave
sande memoreerde nog even dat
Bouwman ooit binnenhuisarchi
tectuur had gestudeerd, maar
„nooit verder was gekomen dan
de inrichting van zijn eigen huis."
Het viel Bouwman zaterdag
moeilijk zijn gesprekspartner met
het familiaire 'Loek' aan te spre
ken. Tot twee keer toe besloot hij
na een korte stilte om aan die
voornaam toch nog maar een ach
ternaam toe te voegen. Brons
hield het de hele avond op een
goedmoedig 'Ivo' en stond ook in
houdelijk een rechttoe rechtaan
aanpak voor. In de stelling dat
kunst handelswaar is (door Bouw
man zuinigjes als een 'moeilijk
vraagstuk' omschreven) kon hij
zich wel vinden. Dat kunstwerken
soms met een aura omgeven wor
den, achtte Brons geen bezwaar.
„Maar het verkopen van kunst
moet niet geheiligd worden. Als
je kunsthandelaar bent, moet je je
schilderijen gewoon als handels
waar behandelen." Voor een uit
verkoop met sterk in prijs ver
laagde aanbiedingen schrikt
Brons niet terug. Met een door
vrouw Miep geserveerde kop erw
tensoep in de hand kunnen cliën
ten op de jaarlijkse verkoop-pre
sentatie van de Collectie Drs.
Loek Brons koopjes verschalken.
Over de prijzen hoeft daarbij
geen enkel misverstand te be
staan, die staan duidelijk aange
geven.
Daarmee diende zich onmiddel
lijk een volgend discussiepunt
aan: ondanks herhaaldelijk aan
dringen van 's Gravesande wilde
Bouwman geen bedragen noemen.
„Ik schreeuw die niet van de da
ken." Zo niet Brons, die zich her
innerde eens in paniek te zijn op
gebeld door een kunsthandelaar
die een verkeerde prijs had ge
noemd. Dat zou hem niet overko
men. „Een prijs schept gewoon
duidelijkheid. Waarom zou je
daar geheimzinnig over doen?"
Dat had volgens Bouwman met
discretie te maken: „Misschien
heeft meneer Brons toch een an
dere clientèle dan ik."
Ook de vraag hoe kennerschap
en handelspraktijk zich tot elkaar
verhouden, leverde verschillende
inzichten op. Brons meent dat
'verkopen een kunst op zich is',
en ziet de handelaar ook als een
entertainer die zijn klanten infor
meert en warm maakt voor be
paalde kunstwerken. Bouwman
bekende het verkopen 'een af
schuwelijke zaak' te vinden. Van
de verkoop van een werk van Jan
Sluyters aan het Van Gogh Muse
um had hij onmiddellijk spijt:
„Het geeft me hooguit rust dat
het schilderij daarmee niet meer
op de markt komt. Want steeds
als ik zie hoe de prijs van een
werk dat ik in mijn bezit heb ge
had weer omhoog is gegaan erger
ik me groen en geel dat ik het
ooit heb verkocht."
In tegenstelling tot Bouwman
maakt Brons geen scheiding tus
sen zijn privé-collectie en werken
die voor verkoop bestemd zijn.
„Ik stel een prijs, en bij schilde
rijen waaraan ik gehecht ben ligt
die wat hoger. Merkwaardig ge
noeg zijn het steeds de schilderij
en die je eigenlijk niet kwijt wilt
die je als eerste verkoopt." Een
verschijnsel dat ook Bouwman be
kend voorkwam.
Deze raakte pas goed op dreef
toen het veilingwezen ter sprake
werd gebracht. „De veiling heeft
een winstmarge van 25 procent
zonder enig risico te hoeven ne
men. Ze verdienen zowel aan de
inbrenger als de koper van een
kunstwerk. En als ze een fout ma
ken, zijn ze daar niet eens op aan
te spreken. Via de kleine letter
tjes in de voorwaarden weten ze
zich er uit te draaien." Als voor
beeld gaf Bouwman een dubieus
werk van Odilon Redon dat
Christie's weigerde terug te ne
men „terwijl ze een fout hadden
gemaakt door de belangrijkste ex
pert niet te raadplegen". Volgens
Bouwman zijn de mensen 'gek ge
maakt' door de veilingen. „Ze
hebben een periode met waanzin
nige prijsstijgingen achter de rug.
Maar als de markt keert zijn ze
opeens niet thuis." Om daar met
ongekende felheid aan toe te voe
gen: „Nou, het is ze gegund dat
het slecht gaat!"
Door HANS BEEREKAMP
rotterdam, l febr. Alles bij el
kaar genomen beleven een kleine
twintig korte en lange Nederland
se films hun wereldpremière tij
dens het 22ste Filmfestival Rot
terdam. Zelfs indien men Emile
Fallaux' uitspraak beaamt, dat de
vaderlandse jaarproduktie interna
tionaal helemaal geen slecht fi
guur slaat, had een wat strengere
selectie betere resultaten op kun
nen leveren. Ooit was het een bij
zondere onderscheiding om als
Nederlandse filmer geselecteerd
te worden voor Rotterdam, nu
wordt bijna iedereen met open ar
men ontvangen. Sommige van die
produkties zouden tijdens de Ne
derlandse Filmdagen op een en
thousiaste ontvangst hebben kun
nen rekenen, maar te midden van
het puikje van de mondiale film
kunst vallen ze door de mand.
Dit harde oordeel treft het lan
ge speelfilmdebuut van Irma
Achten, Belledat weliswaar ook
voor Berlijn geselecteerd werd,
maar toch niet meer oplevert dan
een van talent getuigend, maar
volstrekt ongedisciplineerd vorm
experiment met een overmaat aan
deraillerende pirouettes. Even
eens in zwart-wit nam Karim
Traïdia zijn korte film De vloek
op, een horrorverhaal met een
schitterende expressionistische
belichting, maar ook gekenmerkt
door een zwak scenario, dat bo
vendien door de hoofdrolspeler
van begin tot eind verbaal naver
teld wordt. De charmante docu
mentaire Dichter bij de zee van
Barbara Hanlo en Brigit Hilleni-
us, die poëtische beelden van
strandhuisjes bij IJmuiden combi
neert met buiten beeld opgediste
impressies en verhalen van de be
woners, blijft ook beneden de in
ternationale maat.
Twee andere regisseuses, Be
atrijs Hulskes en Mirjam van
Veelen, besteedden twee en een
half jaar aan het in St. Petersburg
opnemen en afwerken van de co-
produktie De rivier Okkervil, die
cut-out animatietechnieken com
bineert met een verbazingwek
kend authentiek ogende Russi
sche speeifilmanekdote over de
jonge bewonderaar van een legen
darische zangeres. Hulskes en
Van Veelen verdienen een pluim
voor hun doorzettingsvermogen
en inventiviteit, maar wie niets
weet van hun positie als buiten
staanders in de Nederlandse film
wereld, staat verbaasd over het
feit dat Fallaux hun film, vermoe
delijk alleen om die reden, tot het
programma toeliet.
Een grensgeval vormt de weer
barstige lange speelfilm Hel
schaduwrijk van Kees Hin. Aan
vankelijk wekt Hin ergernis over
zijn cerebrale en houterige ver
beelding van een ingenieus en
speels scenario, waarin K. Schip
pers veel van zijn favoriete the
ma's verwerkte: het mechaniek
van het kijken, de benoeming van
de wereld, die minder vanzelf
sprekend in elkaar zit dan het op
het eerste gezicht lijkt, heimwee
naar een per definitie verloren
jeugd en het functioneren van
vergeten en herinneren. In de
laatste vijf minuten komt echter
de konijn uit de hoge hoed. De
cerebrale en terughoudende aan
pak tot dan toe blijkt volledig in
dienst te hebben gestaan van een
zeer emotionele climax, wanneer
via een magisch schimmenspel
een jeugdherinnering herbeleefd
kan worden. Het schaduwrijk
ontpopt zich als een film over de
toverkracht van de cinema, die
hier net als in Bergmans Fanny
en Alexander gesymboliseerd
wordt door een primitief stukje
speelgoed. De truc stelt de kijker
zelfs in staat om naar andermans
herinneringen te gluren, een op
windende, maar nauwelijks oirba-
re daad van voyeurisme. Zo krijgt
Het schaduwrijk achteraf een in
trigerende meerwaarde, en wordt
steeds beter naarmate je er langer
over nadenkt.
De beste Nederlandse films
van dit festival zijn tot nu toe Jo-
han van der Keukens Bewogen
koper (na Die zweite Heimat het
hoogst gewaardeerd in de pu
blieksenquête) en vier juweeltjes
van elk zes minuten, onder de
verzameltitel Observaties geregis
seerd door Ruud Monster. Met
tussenpozen legt Monster zich al
zo'n kleine twintig jaar toe op het
in miniatuurtjes vastleggen van
alledaagse Hollandse taferelen.
Hij krijgt die techniek steeds be
ter onder de knie en tracteert zijn
publiek nu op volledig uitgebalan
ceerde etudes. Monster studeert
met Observaties af aan de hoge
school van de documentaire en
betoont zich de enige echte erfge
naam van Bert Haanstra.
FILM FESTIVAL